Maar
zegt u dan ook naast het laten vallen van de N-VA als die blijven dwarsliggen
een regering zonder een grote staatshervorming?
De
Gucht:Wat is dat, een grote staatshervorming? Ja, daar is men nu al
een jaar over bezig. Een grote staatshervorming. Kijk, ik heb niks tegen
een staatshervorming, ik ben ook geen nationalist en ik ben ook geen
staatsnationalist. Voor mij gaat het hem erover: waar kunt ge de bevoegdheden
het beste uitoefenen? Dat is het enige criterium dat geldt. Maar, wat ik wel
weet is dat de idee die die grote staatshervorming zo populair heeft gemaakt
in nogal wat middens is de gedachte: dan gaat ons dat in Vlaanderen allemaal
minder geld kosten.
Dat
is niet waar. Een staatshervorming, dat brengt eigenlijk geen geld op. Hoe zou
dat trouwens kunnen? In Congo kunnen ze geld drukken, maar hier kunnen we
dat niet. Dus, met andere woorden, een staatshervorming is een herverdeling
van het bestaande geld. En als je al met een federale overheid zit die
ondergefinancierd is daar is iedereen het over eens als dan nog eens
meer geld zou moeten gaan naar de regios, ja... (verheft stem) Vanwaar
komt dat geld dan?? Ofwel komt dat van de schuld, ofwel wordt die federale
staat nog armer.
Dus,
laat los, die staatshervorming?
De
Gucht:De idee dat je de grote problemen die zich nu stellen
namelijk hoe betaalt ge de pensioenen in de toekomst, hoe zorgt ge ervoor dat
het tekort op de begroting verminderd wordt, hoe gaat ge uw arbeidsmarkt beter
laten werken, hoe stelt ge meer mensen te werk oplost door een
staatshervorming ... dat zijn GEEN LOGISCHE oplossingen die je bereikt VIA EEN
STAATSHERVORMING.
Met
andere woorden, die heeft men niet nodig?
De
Gucht:Men spiegelt de mensen voor dat een staatshervorming
waar ik op zich niks tegen heb het alleszaligmakende idee is. Dat is
niét waar. En ik ben trouwens niet de enige die dat zegt, professor De Grauwe
heeft dat ook gezegd, dat alle problemen die ge moet oplossen, daar zult ge
eerst en vooral voor moeten besparen. Dat is de grote uitdaging.
Welke
financieringswet dat ge nu ook zou kunnen uitvinden he, de eerste tien jaar
hebt ge daar geen enkel effect van, want ge gaat moeten krabben om dat geld
bijeen te krijgen om de schuld te betalen.
Dus
ik onthou: snel een regering, dan maar zonder N-VA en desnoods zonder grote
staatshervorming? Maar denkt u niet dat u met die uitspraken het onze politici
nog moeilijker maakt? Het ratingbureau Fitch heeft ook gezegd dat een grote
staatshervorming nodig is om in 2015 een overschot te boeken op onze begroting.
Gaat u met uw uitspraken het ons land niet lastiger maken?
De
Gucht: Ik heb het verslag van Fitch gelezen. Dat een staatshervorming
staat daar NIET in. Er zijn politieke partijen die zeggen dat dat daarin staat,
maar dat staat er niet in. Wat daar instaat is dat men wacht op een
politieke doorbraak, want dat een politieke doorbraak in België nodig is om een
aantal besparingen te kunnen doen. MAAR DAT DAAR EEN GROTE STAATSHERVORMING
VOOR NODIG IS, DAT STAAT DAAR NIET IN, he. Nu, sommigen hebben dat daarin
gelézen van de partij van mijnheer Bracke trouwens maar dat staat daar
letterlijk NIET in he.
Dus,
Fitch heeft geen gelijk of het staat er niet in dat er een grote
staatshervorming nodig is?
De
Gucht: Wat Fitch zegt is: ge moet dringend orde op zaken stellen,
besparingen doen, ge moet maken dat uw begroting in orde komt en we zijn er
niet zeker van dat dat lukt, want jullie slagen er zelfs niet in om een
regering te maken. Dat staat daarin en, ja, iedereen die daar van buiten uit
naar kijkt, ziet dat ook, he.
Uw
mond houden, dat is geen optie voor u, he mijnheer Degucht?
De
Gucht: Maar waarom eigenlijk?
Omdat
er anderen zijn die dat wel doen, neem nu Wilfried Martens, die komt zelfs niet
praten over de Belgische politiek. Guy Verhofstadt ga je ook nooit op een
uitspraak daarover betrappen, Jean-Luc Dehaene die hadden we hier vorige week
nog, die lost het op zijn manier op. Als we iets aan hem vragen over de
regeringsvorming te zeggen dan antwoordt hij dat hij sinds de verkiezingen
afgehaakt heeft. Hij vindt het niet de
rol van zijn generatie om daar commentaar over los te laten. In zijn jongere
tijd heeft hij zo zegt hij teveel het commentaar van de ouderen op zijn
dak gekregen over hetgeen wat hij deed dus doet hij er niet aan mee... Dat is
uw stijl niet?
De
Gucht: Eerlijk gezegd vind ik, dat, als mijn daar zijn mening NIET over
zegt, dat getuigen van een tekort aan burgerzin. Zeggen kijk, we laten
dat maar over aan diegenen die daarover praten en we zien wel wat er vroeg of
laat gebeurt. Ik vind dat een rare houding. Trouwens, ik behoor ook niet tot de
generatie van mijnheer Dehaene. Ik vind, eerlijk gezegd, dat ik daar als
burger een beetje de plicht heb om te zeggen: Waar zijn jullie nu eigenlijk
mee bezig !? Enfin, waar moet dit naar toe? En trouwens, er is een
opiniepeiling geweest, een Europese opiniepeiling die ernstig gebeurd is
waaruit blijkt dat dat voor 60% van de Belgen ook de eerste vraag is die ze
zich stellen; waar moet dat naartoe met die staat? Hoe moet dat hier ooit
opgelost geraken? Dus dat mensen die toch wel enige ervaring hebben in de
Belgische politiek zeggen: open eens uw ogen! Waar bent u nu eigenlijk mee
bezig? Spreekt u niet over FATA MORGANAS?... Ja, ik vind dat men recht
eerst en vooral, maar, ten tweede, ook mijn plicht om dat te doen.
BRUSSEL - 'Haast je
langzaam, zeer langzaam.' Het lijkt wel de lijfspreuk van formateur Di
Rupo voor de komende weken. Er is zelfs al sprake van vakantieplannen.
Van onze redactrice
Ook al lijkt de kans op een finaal akkoord mét de N-VA zo
goed als onbestaand, met een gebetonneerde glimlach ging Elio Di Rupo
(PS) gisteren aan de slag als formateur.
Niet toevallig charmeert hij in zijn eerste contacten twee
CD&V-kopstukken: voorzitter Wouter Beke en premier Yves Leterme.
Gistermiddag sprak hij de premier over de begroting. Hoe beter Leterme
lopende zaken draaiende kan houden, hoe comfortabeler Elio Di Rupo zijn
formateursschap kan vervullen.
Hij wil daarvoor zijn tijd nemen en lijkt potdoof voor de
smeekbede van de N-VA om nu snel te gaan. Volgende dinsdag start hij
bilaterale gesprekken met de negen partijen. Per mail heeft hij alle
negen gevraagd om saneringsvoorstellen voor de overheidsfinanciën. Tegen
2015 moet ons land minstens 17 miljard euro besparen om geen tekorten
meer te boeken.
Aan Leterme vroeg Di Rupo dat hij het monitoringcomité - de
werkgroep topambtenaren die de begroting in het oog houdt tijdens
lopende zaken - de opdracht zou geven om nieuwe cijfers bijeen te
zoeken. Dat duurt 'misschien wel twee weken'.
Di Rupo wil de besparingsoefening ook al doorvoeren voor
2012, zo verklaarde hij na afloop van de ontmoeting met Leterme. Dat
betekent dat die maatregelen al in het najaar goedgekeurd zouden moeten
worden. Slaagt men er pas in om vanaf 2013 een saneringspakket op te
stellen, dan 'moet de inspanning geleverd worden over drie in plaats van
vier jaar en dreigt die ondraaglijk te worden voor de burger'.
N-VA of niet
Waar wil Di Rupo naartoe als formateur? Officieel naar een coalitie waar
ook de N-VA deel van uitmaakt. Vanmiddag staat er overigens een
ontmoeting met Bart De Wever op het programma.
Maar of Di Rupo daar eigenlijk zelf nog in gelooft, is
bijzonder twijfelachtig. N-VA geduldig, heel geduldig losweken van de
andere partijen dan maar? Dat pakt (voorlopig) niet. Premier Leterme, zo
klonk het in zijn omgeving, herhaalde ook gistermiddag nog eens dat
zijn partij niet zonder de N-VA en niet zonder een staatshervorming zou
vertrekken in een nieuwe regering. Di Rupo gaf aan de SP.A niet te
willen lozen.
In elk geval gaat Di Rupo de komende weken een nota over de
begroting opstellen. Over die nota mogen de negen partijen zich
uitspreken.
Te verwachten valt dat hij daarbij bijzonder veel oog zal
hebben voor wat CD&V budgettair verlangt. Dat de manier waarop de PS
de overheidsfinanciën wil saneren veraf staat van de zienswijze van de
N-VA, is zo klaar als een klontje. Het volstaat om de 1 mei-boodschap
van Di Rupo naast verklaringen van de N-VA over de begroting te leggen.
'Sociaal-economisch wil de N-VA inzetten op besparingen en op
hervormingen in de sociale zekerheid', klonk het dinsdag in een
communiqué.
De PS hanteert als gouden stelregel dat voor iedere euro
besparingen er ook een euro extra inkomsten nodig is. Vijftig procent
van het 'gat' opvullen door te besparen, vijftig procent door nieuwe
belastingen dus.
Communautair wil Di Rupo zich zoveel mogelijk baseren op de
nota van Wouter Beke. Maar die nota heeft op essentiële knelpunten geen
knopen kunnen doorhakken. De wetsvoorstellen over
Brussel-Halle-Vilvoorde zijn 'imbuvable' voor Di Rupo en alle
Franstalige partijen.
De voorstellen voor een nieuwe financieringswet blokte Di Rupo af in een brief.
De verklaringen van Vlaams
minister-president Kris Peeters (CD&V) begin april 2011 als zou Brussel nooit
een volwaardig gewest worden[1],
lokten langs Franstalige kant furieuze reacties uit. Eén van de gevolgen was de
versnelde omdoping van de Franse gemeenschap tot de zogenaamde federatie
Wallonië-Brussel.Daarmee wilden de
Franstalige politici aangeven dat Brussel onlosmakelijk verbonden is met het
Waals gewest. Het gaat weliswaar om een symbolische daad die geen enkele (grond)wettelijke
basis heeft[2].
Onder de symboliek sluimert echter ook een groeiend ongenoegen in Franstalige
politieke kringen over de nationalistische radicalisering in de Vlaamse
partijpolitiek. Het antwoord daarop, een francofoon nationalisme, is natuurlijk
ten gronde fout. Maar het laat wel doorschemeren aan wat een hypothetische
Vlaamse republiek zich mag verwachten, mocht het zich, door de blindheid van
zijn politieke klasse, in een separatistisch avontuur storten.
Volgens de nationalisten zijn er nochtans
verschillende gegronde redenen om aan te nemen dat Vlaanderen Brussel wel kan
behouden indien het onafhankelijk zou worden. Maar kloppen die ook?
1) Historische rechten?
Vlaams-nationalisten opperen soms
dat Brussel historisch een Vlaamse stad is en dus Vlaanderen toekomt.
Allereerst is deze stelling fout. Brussel is historisch een Brabantse stad.
Bovendien zijn er andere steden die historisch Vlaams zijn: Rijsel, Duinkerken,
Kassel, Dowaai, Atrecht... Gaan die thans Franse steden ook Vlaanderen in de
schoot vallen? (Königsbergen was ooit een Duitse stad, net zoals Minsk een
Litouwse stad was, waar stoppen zulke redeneringen?). Brussel was ooit wel een
Nederlandstalige stad, al is ook dat niet helemaal correct. In Brussel werd een
Brabantse streektaal gesproken[3]. Maar
belangrijker is dat al deze historische argumenten volkomen waardeloos zijn in
het internationale recht. Neem nu het geval van Kosovo: ooit een volledig
Servische streek die zelfs tot het spirituele en politieke centrum van dat land
uitgroeide. Pas in de 19de eeuw verdrongen de Albanezen de Kosovaren
als dominante bevolkingsgroep. Dat neemt niet weg dat Kosovo vandaag de
facto onafhankelijk (en de iure door een pak landen waaronder
België ! als dusdanig erkend wordt) is en dit alles ondanks de Servische
claims op een grondgebied dat vandaag voor 92% uit Albanezen bestaat.
2) Hoofdstad van Vlaanderen?
Anderen wijzen op het feit dat
Brussel (ook) hoofdstad van Vlaanderen[4]
is. Nochtans oordeelde het hof van Cassatie al in 1983 dat de Vlaamse
gemeenschap niet het recht heeft om een eigen hoofdstad te hebben die term is
enkel toepasselijk voor staten laat staan een extraterritoriale hoofdstad[5].
De toenmalige Vlaamse executieve heeft dit arrest dan wel naast zich neergelegd
door een andere invulling te geven aan de term hoofdstad, maar dat verandert
niets aan de kern van de zaak.
3) Wordt de taalgrens automatisch
een staatsgrens?
Sommige nationalisten menen dat bij
Vlaamse onafhankelijkheid Brussel zomaar als vanzelf in de schoot van de nieuwe
republiek zal vallen[6].
Ze baseren zich hiervoor op het feit dat de taalgrens tussen Vlaanderen en
Wallonië een staatsgrens zou worden en dat alles wat binnen dat gebied ligt,
Vlaanderen zou toebehoren. Er bestaat nochtans geen enkel precedent waarbij een
taalgrens tussen twee min of meer even grote gebiedsdelen plots een staatsgrens
wordt, ongeacht de taalgemengde zones. Bovendien loopt er tussen het Vlaams en
het Brussels gewest ook een taalgrens. In het internationaal recht geldt het Uti
possidetis. Kort samengevat komt dat neer dat wat je al hebt, behouden
blijft. Anders gezegd: de oude binnengrenzen worden de staatsgrenzen. Sommigen
opperen dat Brussel dan ook aan Vlaanderen toekomt, omdat de Vlaamse
gemeenschap ook in Brussel bevoegd is. Nochtans beschikken de gemeenschappen
niet over een eigen grondgebied. De grondwet laat hierover niet de minste
twijfel bestaan. De parlementen van de Franse en de Vlaamse gemeenschap regelen
bevoegdheden bij decreet. Die decreten hebben kracht van wet respectievelijk
in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien
van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die,
wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de
ene of de andere gemeenschap[7].
4) Een kwestie van territoriale
eenheid?
Allemaal goed en wel, hoor je dan
zeggen, maar als Vlaanderen onafhankelijk wordt, zal de internationale
gemeenschap geen enclaves aanvaarden. Zo komt Brussel dus toch bij Vlaanderen[8]. Het
statuut van en- en exclaves werd internationaal gevoelig sedert de kwestie
Nagorno-Karabach. Tijdens het Sovjet-tijdperk maakte de oblast
Nagorno-Karabach deel uit van de SSR Azerbeidzjan. Nochtans bestond de
bevolking eind jaren 80 van de 20ste eeuw uit 75% Armeniërs (een
buurland van Azerbeidzjan) en 20% Azerbeidzjanis. Vanaf 1988 leidden oude
nationalistische spanningen tot een burgeroorlog. De meerderheid Armeniërs
wenste een aansluiting met het moederland en in het machtsvacuüm dat na het
einde van de Sovjetunie ontstond, gingen beide landen mekaar te lijf[9].
Vandaag is de regio defacto onafhankelijk, al wordt de republiek
Nagorno-Karabach door geen enkel lid van de Verenigde Naties erkend. De
controle wordt uitgeoefend door het plaatselijke leger en Armenië, de staat die
tijdens de oorlog erin slaagde om gewapenderhand een territoriale link tussen
de voormalige oblast en zijn eigen grondgebied te bewerkstelligen,
hoewel dit territorium officieel nog steeds deel uitmaakt van Azerbeidzjan.
Nu is het zo dat er het Vlaams en
het Brussels gewest aan elkaar grenzen, hetgeen niet geldt voor het Brussel en
het Waals gewest. Omwille van die reden hoor je vaak (en steeds meer) de roep
van Franstalige politici om van de Waals-Brusselse federatie ook een territoriale
eenheid te maken, bijvoorbeeld door een aanhechting van Sint-Genesius-Rode bij
Brussel. Het feit dat geen enkele Vlaams-nationalistische partij dit ook maar
in overweging neemt bewijst dat zon territoriale link inderdaad de definitieve
doodsteek zou zijn voor elke Vlaams-Brusselse illusie.
Nochtans bestaat er vandaag al een soort
van territoriale eenheid tussen het Waals en het Brussels gewest. Die wordt
gevormd door het tweetalige kies- en gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde. De Vlaamse partijen willen die kieskring splitsen om:
1) een taalhomogeen grondgebied te creëren (en-of) 2) de toekomstige
staatsgrenzen af te bakenen. Om het tegenovergestelde te bekomen wensen de
Franstalige partijen dit niet, tenzij mits compensaties (Brusselse
metropolitane gemeenschap, uitbreiding bevoegdheden Franse gemeenschap tot Rand,
corridor Wallonië-Brussel, uitbreiding Brussel enz.). Het is dus niet zo dat de
Vlaams-nationalisten er zo gerust op zijn dat Brussel zomaar in hun schoot zal
vallen, anders zouden ze niet zo hardnekkig ijveren voor de splitsing van BHV
en tegen de uitbreiding van hun eigen hoofdstad. Anderzijds is het niet zeker
dat in geval van een splitsing van BHV en na een eventuele splitsing van België
Brussel zomaar deel zal uitmaken van Wallonië. Anders zouden de Franstalige
partijen o.a. situaties als die in de Kaukasus indachtig niet zozeer
ijveren voor (het behoud van) een territoriale eenheid.
5) Is een splitsing van BHV een
garantie op een Vlaams Brussel?
Stel dat het lukt om BHV te
splitsen, dan nog is het verre van zeker dat Brussel in de schoot van een
hypothetische republiek Vlaanderen zou vallen. Integendeel zelfs, zou je kunnen
zeggen, omdat de Vlaamse partijen dan zelf elke dubbelzinnigheid opgeheven hebben
door het trekken van een nieuwe staatsgrens: één waardoor Brussel electoraal en
(deels) juridisch buiten Vlaanderen valt[10].
Bovendien is er nog de internationale gemeenschap en de EU en die zal van
Vlaanderen indien het tenminste nog deel wil uitmaken van internationale
instellingen een hoge prijs eisen voor een secessie. We denken dan aan een
overname van het grootste deel van de staatsschuld, een ratificatie van het
Minderhedenverdrag (ironisch genoeg krijgen de Franstaligen in Vlaanderen dan
méér taalrechten dan vandaag), grenscorrecties waarbij faciliteitengemeenten
verloren gaan (bijv. Voeren) en als toemaatje het verlenen van het
zelfbeschikkingsrecht aan Brussel. Men kan een ander gewest immers niet
ontzeggen wat men zelf hoog aanslaat.
De Brusselaars zullen dan een paar
opties hebben waartussen gekozen kan worden. Sommigen opperen dat Brussel,
indien België ophoudt te bestaan, een soort Europees district à la Washington
DC zou kunnen worden, beheerd door de EU. Welnu, de Europese Unie is geen staat
en zal beslist niet de kosten overnemen van de hoofdstad van een uiteengespatte
lidstaat. Die zou dan zeker symbool moeten staan voor het verenigde Europa?
Laten we realistisch blijven. Tweede optie: Brussel wordt onder een soort condominium
geplaatst van een Vlaamse en een Waalse staat. Vandaag al wijzen de Franstalige
partijen binnen België zulk een cobeheer af. Waarom zou bovendien een Belgisch
gewest moeten beheerd worden door twee opvolgersstaten, die zelf berusten op
geweststructuren? Tenslotte is een onafhankelijk Brussel wellicht economisch
onleefbaar (tenzij men de belastingen tot onaanvaardbare hoogten optrekt) en
zal de stadsstaat in fine economische toenadering zoeken tot Wallonië
(wellicht onder Franse paraplu). Daarbij is het beslist niet uitgesloten dat
ook de faciliteitengemeenten (en misschien nog andere perifere steden) tot dit
conglomeraat toetreden. De ca. 200.000 Vlaamse pendelaars in Brussel zullen
uiteraard daar belasting betalen, wat nog eens een economische aderlating
erbovenop betekent voor Vlaanderen...
Slotsom: in geen enkel realistisch scenario
blijft Brussel voor Vlaanderen behouden indien België ophoudt te bestaan. De
historische, noch de hoofdstedelijke rechten weten te overtuigen en wat je
niet hebt kan je niet behouden. Door aan de poten van België zoals BHV te
zagen, knippen de Vlaams-nationalisten (ironisch genoeg) ook de banden met hun
eigen hoofdstad (of wat zij zo beschouwen) door. En dan hebben we het nog niet
eens gehad over de toekomstige taalrechten van de Nederlandstalige minderheid
in een post-Belgisch scenario. De Franstalige partijen spelen handig in op dit
volkomen gebrek aan realiteitszin en geopolitiek inzicht. Maar zelfs de federatie
Wallobrux zal bij de Vlaams-nationalistische partijen de alarmbel niet doen
afgaan. Wellicht is hun haat tegenover België dan toch groter dan hun liefde
voor Vlaanderen.
[2] De
Grondwet deelt België in gemeenschappen en gewesten in. De naamsverandering
van Franse gemeenschap naar federatie Wallonië-Brussel vereist een
grondwetswijziging. In de praktijk verandert er niets: documenten zullen nog
steeds Waals gewest of Franse gemeenschap moeten vermelden, net als dat het
geval is langs Vlaamse kant. Overigens, daar spreekt men óók van de
oneigenlijke naam Vlaanderen, zelfs als het over de Vlaamse gemeenschap in
Brussel gaat.
[3] De verfransing van Brussel
is overigens ouder dan de Belgische onafhankelijkheid.
[5] Zie publicatie van het interessante
arrest in het Belgisch Staatsblad d.d. 29 september 1983.
[6]
Opmerkelijk is dat het radicale Vlaams Belang, bij monde van voorzitter
Valkeniers, die visie niet deelt: Ten gepaste tijde moet Vlaanderen zijn
troeven ten aanzien van Brussel op tafel leggen en de Brusselaars duidelijk
maken dat zij, puur rationeel gesproken, er alle (eigen)belang bij hebben om
bij Vlaanderen aan te sluiten. Enkel Vlaanderen is in staat om de grote
economische en sociale problemen van Brussel op te lossen. Vanzelfsprekend
bestaat de mogelijkheid dat Brussel minstens tijdelijk zijn eigen weg gaat. Dit
is niet de keuze van het Vlaams Belang, maar het mag onze onafhankelijkheid
niet in de weg staan.,VALKENIERS,
B., Brussel: debat geopend, 24 augustus 2009, www.vlaamsbelang.org.
Valkeniers erkent dus dat er zal moeten onderhandeld worden en dat de optie dat
Vlaanderen Brussel verliest reëel is.
[8] In
Europa zijn er een aantal enclaves (gebieden waarvan het grondgebied
volledig omgeven wordt door het grondgebied van een andere staat), zoals
bijvoorbeeld San-Marino en Vaticaanstad. Er zijn ook exclaves (gebieden
die politiek aan een land toebehoren, maar geografisch er niet aan grenzen)
zoals Baarle-Hertog of Kaliningrad (Königsbergen). Dit feit alleen al toont dat
zulke entiteiten op zich kunnen bestaan. Het is niet omdat een territorium
omgeven wordt door een ander dat het er automatisch deel van uitmaakt (is
Zwitserland soms deel van de EU?).
[9] De oorlog bereikte een
hoogtepunt van 1992-1994, waarna een (fragiel) staakt-het-vuren volgde.
[10] Dat Nederlandstalige
Brusselaars niet meer zouden kunnen stemmen op kandidaten uit Halle-Vilvoorde
deert blijkbaar niemand.
Fiscale autonomie, progressiviteit,
responsabilisering, transparantie: ANDRE DECOSTER vindt dat het debat
over de financieringswet soms vervuild wordt door onduidelijkheid en
onvolledigheid. Daarom plaatst hij vier punten op de i.
De verleiding om een antwoord te geven op de
vraag wie verantwoordelijk is voor de politieke impasse is groot. Zo is
er voor deze krant (Veilig aan het handje', DS 13 mei ) geen
twijfel: ze wordt veroorzaakt door de onwil van de Franstaligen om op
eigen benen te staan'. Geen enkele lezer verwerft inzicht in de huidige
politieke impasse door feiten te verwarren met politieke standpunten, of
cruciale elementen uit het verhaal weg te laten. Ik wijs daarom op vier
opvallende lacunes in deze wel eenzijdige analyse.
1. Er wordt geen enkele kritische vraag gesteld bij de roep
om (nog) meer fiscale autonomie' (d.w.z. dat een overheid meer van haar
inkomsten uit eigen belastingen moet halen). Die vraag is nochtans
minder vanzelfsprekend dan ze wordt voorgesteld. In Vlaanderen wordt
vaak beweerd dat Vlaanderen maar 20 procent van zijn uitgaven financiert
uit eigen belastingen. Maar het studiecentrum CERPE van de universiteit
van Namen berekende onlangs dat de graad van fiscale autonomie 62
procent bedraagt, als men zich beperkt tot de gewestelijke uitgaven, en
rekening houdt met de door de regio's toegekende belastingverlagingen.
Beide cijfers zijn juist. Maar het illustreert dat je het
debat niet vooruithelpt als je de onderliggende politieke keuzes van een
berekening niet verheldert. Het Belgisch federalisme verschilt immers
van dat van andere federale landen, omdat er bij ons gewesten én
gemeenschappen zijn. Enkel gewesten kunnen belastingen heffen. De
gemeenschappen hebben geen fiscale bevoegdheid. In principe is dat niet
onmogelijk, maar dan moet elke inwoner van het Brussels Gewest zich
bekennen tot een van de twee gemeenschappen. Net daarom is de
afwezigheid van fiscale autonomie voor de gemeenschappen een duidelijke
politieke keuze. Ze wordt niet toevallig betwist door die partijen voor
wie de weigering van menig Brusselaar om exclusief tot een van de twee
gemeenschappen te behoren, een doorn in het oog is. Nagenoeg nooit wordt
aan lezer (of kiezer) uitgelegd welke politieke keuzes er gemaakt
worden als men ook aan de gemeenschappen belastingbevoegdheid zou willen
geven.
2. Iemand moet toch eens uitleggen, waarom men, als men dan
toch voor meer fiscale autonomie gaat, aan Vlaamse kant zo halsstarrig
vasthoudt aan die fameuze split-rate in de personenbelasting. Hoge
inkomens betalen gemiddeld meer personenbelasting dan lage inkomens. Dat
is de progressiviteit' van de personenbelasting. De meeste economen
zijn het erover eens dat herverdeling tussen mensen op het federale
niveau moet blijven. Alle negen betrokken partijen onderschreven dat
principe bij de gesprekken over de Financieringswet vorige zomer.
Ofwel is men eerlijk als men dat principe van de handhaving
van de progressiviteit onderschrijft, maar dan is er geen reden waarom
men niet akkoord zou kunnen gaan met opcentiemen. Ofwel wil men meer,
maar dan moet men ook openlijk aan de Vlamingen uitleggen waarom. Wil
men misschien de progressiviteit van de personenbelasting verminderen?
Het is politiek legitiem fiscale autonomie ook op die manier te willen
gebruiken. Maar het is hoog tijd dat er, zowel door politici als
journalisten, duidelijkheid geschapen wordt waarover men écht van mening
verschilt, in plaats van het publiek voor te houden dat de anderen
fout zijn'.
3. Nog maar eens worden fiscale autonomie' en
responsabilisering' op één hoop gegooid. Fiscale autonomie verwijst
naar de mate waarin een gewest eigen belastingen ter beschikking heeft
(b.v. de verkeersbelasting). Responsabilisering slaat op de vraag of een
regio haar inkomsten voldoende ziet stijgen als ze het (economisch)
beter doet. Er zit nu al veel responsabilisering in de
gewestfinanciering want de dotatie die een gewest krijgt wordt voor 100
procent verdeeld volgens de juste retour-sleutel: wat een gewest
krijgt wordt bepaald op basis van wat dat gewest bijdraagt in de
personenbelasting (dat geldt niet, of in minder mate voor de dotatie aan
de gemeenschappen). Bovendien is de link tussen deze vorm van
responsabilisering' en beleid' eerder een akte van geloof dan van
sluitende wetenschappelijke evidentie. Ook daarom is de bewering dat een
verdere toename van deze vorm van responsabilisering het federale
budget ten goede zou komen (Van Cauwelaert in Terzake donderdagavond) uit de lucht gegrepen.
4. Toen de Vlamingen in 1989 de overgang naar deze
verdeelsleutel afdwongen, kwam men overeen dat er, zoals in alle
federale landen, een solidariteitselement ingebouwd zou worden. Dat
brengt me bij een laatste verwarring in het artikel. De auteur klaagt
over gebrek aan transparantie. In tegenstelling tot b.v. in Duitsland
zouden we hier niet weten hoe solidair de regio's zijn met elkaar. Dat
is manifest onjuist. De Duitse Finanzausgleich slaat op solidariteit tussen Länder zoals
die ook in onze Financieringswet bepaald wordt. Het bedrag dat Wallonië
en Brussel krijgen via het solidariteitsmechanisme uit de
Financieringswet is tot op een eurocent precies bekend (ongeveer 1,1
miljard).
Dit op één hoop gooien met de studies die de transfers in
kaart proberen te brengen op basis van herverdeling tussen personen, is
meer dan één brug te ver. Een rijke Vlaming draagt meer bij aan de
overheidsinkomsten dan een arme Waal. Dat is ook de bedoeling. Ook een
rijke, gezonde, werkende Waal of Brusselaar financiert mee de werkloze,
zieke, of gepensioneerde Vlaming. Het gebrek aan transparantie van deze
stromen tussen de regio's' volgt uit de aard van die transfers. Ze
lopen tussen personen, niet tussen regio's en worden bij mijn weten in
Duitsland niet berekend. Een bril opzetten waar die niet voor bedoeld is
(m.n. de regionale bril) levert een troebel beeld. Maar het cijfer voor
het solidariteitselement uit de Financieringswet is elk jaar en voor
iedereen bekend. Zwart op wit.
ANDRE DECOSTERWie? Hoogleraar economie, KULeuven. Wat?
Omdat de discussie over autonomie en transfers tussen de regio's zulke
delicate materie is, moet de formulering heel precies zijn. Waarom? Het publiek moet goed weten waarover men écht van mening verschilt, niet enkel horen dat de anderen' het fout voorhebben.
Ik teken nooit een besluit om naar nieuwe
verkiezingen te gaan. Dat zinnetje uit het boek Koning zonder land van de
Wetstraatjournalisten Steven Samyn (De Morgen) en Martin Buxant (La Libre Belgique)
deed gisteren heel wat stof opwaaien. Het is wat koning Albert eind vorig jaar
moet hebben gezegd in een gesprek met een van de partijvoorzitters.
Maar
waarom die verontwaardiging? Dat de koning en zijn rechterhand Jacques van
Ypersele de Strihou te allen prijze nieuwe verkiezingen willen vermijden, is
niet zo verwonderlijk. Verkiezingen zouden het koninkrijk België nog meer op
zijn grondvesten doen daveren dan het nu al doet. En wie kan het de koning
verwijten dat hij zijn troon probeert veilig te stellen?
Daarbij mag de koning juridisch informeren, adviseren,
waarschuwen en beïnvloeden. Hij mag zelfs zeggen dat hij iets niet ziet zitten.
Wat hij evenwel niet kan, is nee zeggen. Want dan hebben we een nieuwe
koningskwestie, zoals destijds toen koning Boudewijn nee zei tegen de
abortuswet. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de koning zich echt voor de
sporen zal leggen als het parlement zou beslissen om naar nieuwe verkiezingen
te gaan.
Dat hij zoiets heeft laten vallen in een gesprek onder
vier ogen, om duidelijk te maken dat er voort moest worden onderhandeld, is wel
heel aannemelijk. En dat de koning partij kiest, is ook niet erg, als we het
maar niet weten. Maar dat is nu net het probleem: we weten het wel, want de
jonge generatie politici veegt haar voeten aan het zogenaamde colloque
singulier - de geheimhoudingsplicht die geldt voor gesprekken met de koning.
Het mag allemaal bijzonder absurd lijken, maar door
aan de grote klok te hangen wat in het paleis wordt gezegd, door de kroon
systematisch te ontbloten, weten we welke politieke keuzes de koning maakt.
Waardoor hij meteen ook blootgesteld wordt aan kritiek. En dat is bijzonder
gevaarlijk, zeker als de koning in Vlaanderen verweten wordt partij te kiezen
voor de Franstaligen. En dat is precies wat er is gebeurd, want het is
inmiddels wel duidelijk dat het paleis en de Parti Socialiste samen één
politieke strijd tegen de Nieuw-Vlaamse Alliantie voeren.
Deze aanslepende politieke crisis is daarom ook een
crisis van de constitutionele monarchie aan het worden. Het systeem dat bedacht
is om de erfelijke monarchie te verzoenen met een parlementaire monarchie
vertoont rot, omdat politici niet langer kunnen zwijgen en de koning betrekken
bij hun politieke spelletjes en stratego.
Misschien is al dat theater met de koning echt niet
meer van deze tijd, en moeten we naar een nieuw systeem gaan, waarbij de koning
en de politiek van elkaar worden losgekoppeld. Een scheiding van staat en
koning, waarbij die laatste een puur protocollaire rol gaat spelen. Vive le
Roi, de lintjesdoorknipper.
Een - zo mogelijk - nog miserabeler artikel lazen we in KNACK:
Koning Albert liet tijdens zijn voorbije gesprek met koninklijk
onderhandelaar Wouter Beke verstaan dat hij hem niet wenst terug te zien
voor eind juni, zo beweren insiders. Wat er op neer zou komen dat de
regeringsonderhandelingen voorbij de zomer worden getild.
In hun boek Koning zonder land bevestigen Steven Samyn van De Morgen en
Martin Buxant van La Libre Belgique, twee voortreffelijke journalisten,
dat koning Albert en zijn kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou
de PS-lijn van Elio Di Rupo volgen: te allen prijze nieuwe verkiezingen
vermijden. Zoals eerder hier en hier al te lezen was op Knack.be.
Begin dit jaar al zei PS-voorzitter Di Rupo dat hij en de andere
Franstalige onderhandelaars zich in de Kamer zullen blijven verzetten
tegen nieuwe verkiezingen. De daarop volgende paleismanoeuvres werkten
in die richting.
Meteen na de verkiezingen van juni 2010 heeft het paleis alles ingezet
op Elio Di Rupo en de PS. Daarmee werd de fout herhaald die in 2007 werd
gemaakt toen koning Albert en kabinetschef Van Ypersele alles zetten op
Didier Reynders en op het falen van Yves Leterme. Naar de gevolgen
daarvan zitten we vandaag te kijken. Albert en zijn entourage weten duidelijk geen raad met de N-VA-factor.
Daarom werd Bart De Wever begin oktober vorig jaar de wei ingestuurd als
verduidelijker. Onderhandelaar was volgens Di Rupo en de
koninklijke entourage te veel eer voor de N-VA-voorzitter. Met die zet
had het paleis, geïnspireerd door de PS, geen andere bedoeling dan Bart
De Wever in de vangrails te jagen waarna alles weer in de Belgische
plooi zou vallen.
De Wever mocht dus vooral niet slagen. Daarom ook werd de tekst met
diens bevindingen door CDH-voorzitter Joëlle Milquet al afgewezen nog
voor het document bij de koning was afgeleverd. De opeenvolgende peilingen die de electorale vooruitzichten van Bart De
Wever steeds rianter voorstellen, zorgen in Laken en omgeving voor grote
nervositeit. De handelaars in angst van de Brusselse haute finance, die
blijven zwaaien met nakende onheilstijdingen van Standard & Poors,
doen de rest. Voor de PS en het paleis komt het er nu op aan de huidige regering in
het zadel te houden, ten minste tot oktober 2012, tot de
gemeenteraadsverkiezingen. Een plan dat ook premier Yves Leterme aanstaat, want hij hoopt tijdens de komende maanden het electorale tij te kunnen keren.
En zo wordt koninklijk onderhandelaar Beke dezer dagen aan het lijntje
gehouden, niet alleen door Elio Di Rupo, die duidelijk niet opgewassen
lijkt tegen zijn taak, maar ook door het paleis. Dat laatste is een heel gevaarlijk spel dat verstrekkender gevolgen kan
hebben voor de monarchie en de toekomst van het land dan de weigering
van Alberts broer Boudewijn om de abortuswet te tekenen. Misschien moet
een van de vele ministers van staat ten paleize eens gaan uitleggen dat
als het hof zich met partijpolitiek inlaat, daar altijd brokken van
komen.
Vandaag drie verdachte berichten in verschillende dagbladen gelezen die erop zouden kunnen wijzen dat die taalnationalisten misschien toch "vooruitgaan" (sic).
1) In Le Soir lazen we vandaag dat Beke een voorstel over BHV (en Brussel) gelanceerd zou hebben. Beke zou een Brussels Metropolitan Re willen creëren, zonder dat de Franse gemeenschap daar evenwel bevoegdheden in zou hebben; inzake de Brusselse ring zou er een in dat kader een intergewestelijk cobeheer komen. BHV zou gesplitst worden, enkel in de zes faciliteitengemeenten zouden de kiezers nog voor Brusselse lijsten kunnen stemmen. Bovendien zou de fameuze omzendbrief-Peeters afgeschaft worden (in de BWHI zou ingeschreven worden dat om de 4 jaar een vraag zou ingediend moeten worden) en zou er een nieuwe manier worden gevonden - na 2012 althans - om de randburgemeesters te verkiezen. Het Brussels gewest zou geherfinancierd worden, zonder evenwel een interne Brusselse staatshervorming door te voeren. De PS meldde dan weer "geen weet" te hebben van zo'n voorstel. De "sfeer zou wel verbeterd zijn".
2)Inzake de financieringswet, de gezondheidszorgen zouden er convergenties (of vooruitgang) bestaan tussen CD&V en PS. Reden waarom de N-VA op de rem zou gaan staan.
3) Venenum in cauda. Vergelijk 2 uitspraken van Siegfried Bracke
Op 27 april jl verklaarde Siegfried Bracke: 'We raken echt nergens. Alles zit muurvast'
Op 4 mei - een weekje later - zei het dan weer: Ja, we zijn een beetje dichter bij een akkoord. Er blijft echter nog veel werk voor de boeg