Leuk, nu beginnen de zogenaamde "Vlaamse" partijen ook al ruzie te maken : -)) http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=JT38JF66&kanaalid=1597
Gezondheidszorg verdeelt CD&V en N-VA
Consensus ver te zoeken in cruciale domeinen
donderdag 07 april 2011, 05u00
Auteur:
Isabel Albers
BRUSSEL - De twee
Vlaamse partijen CD&V en N-VA zijn verdeeld over de staats-
hervorming in de gezondheidszorg. Ook over de arbeidsmarkt zitten ze
niet op één lijn. Eerst het
goede' nieuws, op dag 298 na de verkiezingen. Bemiddelaar Wouter Beke
heeft naar eigen zeggen nog voldoende in handen om nog een week voort te
onderhandelen over de staatshervorming in de gezondheidszorg, het
arbeidsmarktbeleid en de financieringswet. Ook over de splitsing van BHV
wordt er voort gepraat.
Maar daarmee is al het goede
gezegd. Enig resultaat heeft de CD&V-voorzitter nog altijd niet in
handen. Hij kampt zelfs met een bijkomende verwikkeling: CD&V en
N-VA zitten, hoe meer men de discussie tot op het bot voert, over
verschillende essentiële punten niet (meer) op één lijn.
Voor
gezondheidszorg heeft CD&V zijn positie verlaten om zoveel mogelijk
deeldomeinen (rusthuizen, financiering ziekenhuizen) over te hevelen
naar de gemeenschappen. Onderhandelaar Beke heeft PS en N-VA een nota
voorgeschoteld waarbij CD&V niet langer mikt op een zo groot
mogelijke overheveling. De partij volgt nu het spoor waarbij het RIZIV
op een federale sokkel blijft, maar waar wel met inspraak (co-beheer)
vanuit de gemeenschappen. Volgens CD&V kan je zo wellicht zelfs meer
responsabiliseren dan door kleine onderdeeltjes van de gezondheidszorg
over te hevelen naar de gemeenschappen.
CD&V en
de PS hebben elkaar in dat denkspoor gevonden. Dat is buiten N-VA
gerekend. Dat het volledige budget van de ziekteverzekering federaal
blijft, zij het dan in een formule van co-beheer', druist voor de N-VA
in tegen de overheveling die de partij wenst. Met andere woorden: op dit
vlak staat Beke nog nergens om De Wever en Di Rupo over
gezondheidszorg, een domein dat toch één van de grote brokken van de
staatshervorming moest worden, op één lijn te krijgen.
Bovendien
blijkt er ook voor het regionaliseren van het arbeidsmarktbeleid, die
andere grote brok', absoluut nog geen consensus. De splitsing van de
werkloosheidsuitkeringen, een vraag van de N-VA, kan op geen genade
rekenen bij de PS. Ook CD&V is er geen voorstander van. Wat
voorligt, is een plan om het doelgroepenbeleid over te hevelen naar de
gemeenschappen. Dat gaat naar verluidt minder ver dan wat Johan Vande
Lanotte in zijn nota voorstelde (bevoegdheden ter waarde van 4 miljard).
Morgen
stellen vier experts hun bevindingen over de aanpassingen aan de
financieringswet voor aan Beke, De Wever en Di Rupo. De PS ging vorige
week akkoord met het principe van een gesplitst tarief in de
personenbelasting, een vraag van de Vlaamse partijen. Maar het bedrag
aan fiscale autonomie dat daaraan gekoppeld wordt, is dan weer veel te
laag voor de N-VA en CD&V.
Slotsom: Beke heeft
helemaal nog niets in handen dat kans maakt om door een N-VA- en
PS-congres te geraken. Toch ploetert hij voort,geloof
in een akkoord zeer, zeer gering zeker nog heel volgende
week en wellicht ook de week nadien. In N-VA-kringen blijkt het . Toch blijft de partij aan tafel zitten
omdat ze het gevoel heeft dat wie nu opstapt zich ook buiten de
volgende fase van een regeringsformatie stelt. Dit lijkt op een slechte
echtscheiding. Wie het eerst het huis verlaat, verliest het meest',
klinkt het in de partij.
Dat het unitarisme meer en meer veld wint als alternatief
voor het falende taalfederalisme, is geweten. Nieuw is dat nu ook de
federalistische drukkingsgroep B Plus uitlegt waarom ze het unitarisme
verwerpt. Het artikel kreeg zelfs twee bladzijden toebedeeld in het ledenblad B
FLASH (lente 2011, p. 1-2). Een teken aan de wand, want iets wat toch zo
onbelangrijk is, daar besteed je niet zoveel aandacht aan. In de tekst wordt
dat ook toegegeven: Wij
hebben eerbied voor het bestaan van een unitaristische strekking bij de
Belgischgezinden, maar dit feit schept een verdeeldheid die de invloed op de publieke opinie vermindert.
(dit is overigens betwistbaar, in de Vlaamse Beweging zijn er meerdere
strekkingen die voortdurend met elkaar in debat gaan)
Ten gronde brengt is het schrijven intellectueel slordig.
De auteur (Luc Ryckaert) zet meteen unitarisme en confederalisme op één lijn.
Minder democratisch dan federalisme, zo heet het. De reden zou zijn
dat in een federaal systeem de macht verdeeld is over meerdere niveaus. In een
confederatie ook, maar dat ontgaat de schrijver. Zijn unitaristische staten
minder democratisch dan eenheidsstaten? Indien ja, dan zouden Venezuela,
Bosnië-Hercegovina, Rusland, Soedan, Ethiopië en Pakistan minder democratischer
zijn dan Nederland, Noorwegen of Finland. Sta ons toe dat te betwijfelen. Eventueel
is er decentralisatie naar de provincies toe, zo de auteur, maar
zij blijven ondergeschikte besturen en staan onder een zware voogdij van de
nationale staat. Allereerst hebben unitaire staten
niet noodzakelijk provinciale onderverdelingen. Bovendien kunnen eenheidsstaten
ook sterk gedecentraliseerd zijn. Zo had België in 1830 de karakteristieken
van een zeer sterk gedecentraliseerde eenheidsstaat (met zelfs een grote
fiscale autonomie voor de gemeenten; art. 162, 6de lid van de
Belgische Grondwet stipuleert nog steeds dat de voogdijoverheid tussenkomt in
de provincies als het algemeen belang wordt geschaad of als de wet geschonden
wordt, hetgeen bezwaarlijk een zware voogdij genoemd kan worden) en is
Nederland vandaag een erg gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nog Volgens de
auteur zijn de taalfederalisten kampioenen van de diversiteit: voor Belgische,
Vlaamse en Waalse nationalisten zou enkel de eigen entiteit bestaan en dient de
andere te worden afgewezen. Nochtans is een Belgisch unitarist niet per
definitie een nationalist, zeker niet als hij streeft naar een meertalig België
als deelgebied van een meertalige Europese federatie. Vlaams- en
Waals-nationalisten kunnen dit nooit aanvaarden, wat hen ook tot nationalisten
maakt. Bovendien zijn de gewesten en gemeenschappen niet zomaar normale
deelstaten in een federatie, het zijn deelstaten binnen een federatie, het zijn
deelstaten die de ambitie hebben om zelf een staat te worden. Het Brussels
hoofdstedelijk gewest heeft daarentegen een tweetalig grondgebied, een
tweetalige administratie, een tweetalige regering en een tweetalig parlement. In
Brussel zou dus wel kunnen wat op Belgisch niveau niet kan? Dat is volstrekt
onlogisch. De provincies zouden ook niet overeenstemmen met
sociaal-economische samenwerkingsverbanden die in volle ontwikkeling zijn. Die
stoppen misschien aan de taalgrens?
Overigens is
het unitarisme in strijd met de eeuwenlange geschiedenis in onze streken,
waarbij de deelgebieden steeds een grote autonomie hadden, merkt de auteur
nog op. Alsof de geschiedenis een argument vormt. Mogen we daarbij opmerken
dat in onze geschiedenis de deelgebieden nooit samenvielen met taalgrenzen en
dat het net de provincies zijn die via de Franse departementen de
erfgenamen zijn van deze historische deelgebieden? Nochtans schrijft
Ryckaert dat de provincies vrij kunstmatig zijnomdat ze niet overeenstemmen met de
historische deelgebieden. Dat dat laatste niet klopt, haalden we al aan.
Maar men kan toch niet beweren dat de gewesten en gemeenschappen wel
overeenstemmen met de historische deelgebieden? Als de provincies
kunstmatig zijn en geen enkele constructie is door God of de natuur gewild
dan zijn de huidige Belgische deelstaten die amper een paar decennia bestaan
kunstmatig in het vierde kwadraat. Ook al waren de provincies trouwens
kunstmatig, dan nog is dat geen slecht gegeven, integendeel. Deelgebieden
moeten een staat onderverdelen omdat er nu eenmaal onderverdelingen nodig zijn
en (zelfs) als ze willekeurig zijn is dit net een troef. Benamingen als
Vlaanderen en Wallonië hebben daarentegen een connotatie die etnisch van
inslag is en geven de anderstalige het gevoelen niet welkom te zijn. Voor deze
anti-universalistische inslag van de toen toekomstige Belgische staatsstructuur
waarschuwde Ludo Dierickx al in 1964 (Belgen op de Tweesprong) en later opnieuw
in 2002 (Nationalisme onder het mes).
1) Unitarisme
is een democratische en niet-nationalistische staatsinrichting
Een ander
argument tegen unitarisme zou zijn dat zulk een staatsstructuur een
Vlaamse dominantie in België meebrengt en een Franstalige in Brussel. Deze
veronderstelling vertrekt van de onuitgesproken (nationalistische) premisse dat
de Nederlandstalige partijen steeds één mening hebben en die met de macht van
het getal zullen opleggen aan heel het land. Dat is natuurlijk onwaar en zelfs
al zou dit zo zijn, dan is daar ook een naam voor: democratie. De
schrijver spreekt zich uit tegen een Vlaamse meerderheid in de regering en
in het Parlement zonder beschermingsmaatregelen ten gunste van de Franstaligen.
En voor allerlei N/F-pariteiten [...], bijzondere parlementaire
meerderheden, alarmbel . Welnu, deze blokkerings- en vetorechten die eigen
zijn aan het Belgische federalisme zijn de facto confederale mechanismen,
waardoor de twee grote gemeenschappen voortdurend over een wederzijds vetorecht
beschikken. Het is net daardoor en door de ondoorzichtige overlegcomités,
niet-amendeerbare samenwerkingsakkoorden, het gebrek aan normenhiërarchie...
dat de democratie in België zo verzwakt is. In de EU probeert men net naar het
tegengestelde te streven.
Overigens en
dit terzijde het zou dan wel kunnen dat de Nederlandstalige Belgen dan wel
een meerderheid hebben in de Kamer, dan nog hebben ze provinciaal geen
meerderheid. Vijf van de negen historische provincies hebben immers een
Franstalige meerderheid. Een systeem van checks and balances (met een Senaat
die de provincies vertegenwoordigt en een Kamer die de bevolking-als-geheel
vertegenwoordigt) brengt hier soelaas. Dit gezegd zijnde, ontsnapt B Plus niet
aan het euvel om België door een duale bril te bekijken en op grond daarvan
haar Vlaams-Waalse conclusies te trekken. Fout is ook de uitleg over de
grondslagen van het federalisme (zo wordt de Vlaamse eis om een cultureel
federalisme als een parallel verlopende beweging met de Waalse eis voor sociaal-economisch
federalisme, waarbij verzwegen wordt dat het federalisme het gevolg is van
het anti-Belgische streven van een deel van de Vlaamse Beweging tijdens en na
WO I, waarbij de Waalse Beweging kon aansluiten). Helemaal fout is de tekst
waar het gaat over Brussel. Volgens Ryckaert kan de Vlaamse minderheid in
Brussel alleen [...] overleven met beschermingsmaatregelen die typisch
zijn voor een federaal model. De Nederlandstalige minderheid in Brussel
wordt sedert de 19de eeuw en zeker sedert de taalwetten van de jaren
1930 nochtans grondwettelijk beschermd. Om taalminderheden te beschermen is
helemaal geen federalisme nodig.
2) Een
nationalistisch federalisme
Volgens de auteur is de benaming taalfederalisme
die de B.U.B. aan het Belgisch federalisme geeft (al wil hij dat niet gezegd
hebben) zowel formeel als inhoudelijk onjuist. Formeel, wegens het
bestaan van het Brussels gewest. Ryckaert geeft hiermee impliciet toe dat
voor 98% van het Belgisch territorium dus wel een taalfederalisme geldt.
Bovendien hebben ook de Vlaamse en de Franse gemeenschap (taalgebonden
entiteiten) bevoegdheden in het Brussels gewest. Inhoudelijk heeft de auteur
ook problemen met deze term: omdat er naast
een Belgische eigenheid ook een Vlaamse, Waalse en Brusselse eigenheid is die
verder reikt dan de taal. De media, vele instellingen en de meeste politieke
partijen zijn opgedeeld in Vlaamse en Franstalige entiteiten met een eigen
inhoud en stijl. Dat de opdelingen van de politieke
partijen een gevolg zijn van het taalnationalisme, en dat de splitsing van vele
instellingen waaronder ook de media net voortvloeien uit het federalisme,
vernemen we er evenwel niet bij. Overigens zijn er tussen de verschillende
Nederlandstalige partijen of instellingen ook verschillen in inhoud en stijl
en bestaat er ook een Duitstalige gemeenschap in België, waarover met geen
woord gerept wordt. B Plus verklaart een grote voorstander te zijn van een
Vlaams-Franstalige samenwerking, maar daar is volgens de organisatie geen
unitair keurslijf voor nodig. Die laatste term is ontleend aan de
nationalistische fraseologie. Een interessante vraag die B Plus zou kunnen
beantwoorden is waarom er dan nog bevoegdheden federaal moeten blijven, als als
een tussendeelstatelijke samenwerking te verkiezen valt...
Ryckaert
analyseert ook het draagvlak voor het unitarisme door een federalistische bril:
Zeker in Vlaanderen is er geen democratisch draagvlak
voor unitarisme gezien er volgens recente peilingen slechts 20% unitaristen
zijn. In Wallonië en Brussel
zijn de unitaristen talrijker. Volgens diezelfde peilingen is het unitarisme
wel de grootste politieke strekking in België. En dan is er nog de grote groep
federalisten, waarvan een deel zeker kan overtuigd worden om voor de
unitaristische optie te kiezen, waarbij de huidige deelstaten de gewesten en
gemeenschappen vervangen. Dat geen enkele politicus in geen enkel parlement dat
ons land rijk is, deze stroming die miljoenen Belgen bekoort, verdedigt,
stoort de auteur blijkbaar niet. Integendeel wordt er nogal minachtend gedaan
over het feit dat geen enkele politieke partij het unitarisme verdedigt
behalve dan de PVDA en twee minipartijtjes . De naam B.U.B. nochtans de
enige die unitarisme in zijn programma heeft ingeschreven mag blijkbaar niet
genoemd worden. Los van het feit dat deze partijen geen enkele mediatoegang
hebben, is het argument dat geen partij een idee zou verdedigen zwak. Als alle
partijen morgen een xenofobe houding aannemen, moeten we ons dan maar
neerleggen bij het feit dat de kans op verdraagzaamheid misschien wel eerbaar,
maar niettemin een intellectuele droom is? Het unitarisme heeft een slaagkans
van 0%, zo wordt in de tekst geopperd. Hoeveel slaagkans dichtten politicologen
de val van de Berlijnse muur in 1985 toe?
Is het
federalisme werkt overigens ook niet, wel integendeel (zelfs B Plus is tot dat
inzicht gekomen: Het is niet bewezen dat het bestaan van het federale België verzekerd
is).
We vernemen wel dat
1) de voorkeur van vele Franstalige Belgen mogelijk
op een misverstand berust: misschien wordt une Belgique unie (waar
ook federalisten voorstander van zijn) [nota: ook de Volksunie
indertijd?] verward met une Belgique unitaire. Nochtans waren in
de peilingen de vragen erg duidelijk gesteld. Bovendien is het niet
noodzakelijk zo dat de federalisten voorstander zijn van een verenigd België.
Alle Nederlandstalige partijen hebben de resoluties van het Vlaams Parlement
(1999) goedgekeurd, die van België een holle schelp maken. Zelfs B Plus
schaarde vond de nota Bart De Wever (18.10.10) een goede basis tot
onderhandelen, terwijl die nota o.a. de volledige splitsing van justitie,
verkeer, kinderbijslagen, brandweer, civiele bescherming, grootstedenbeleid,
buitenlandse handel, delen van de gezondheidszorgen, de arbeidsmarkt en
tientallen andere bevoegdheden bevatte. Daarbij rijst ook de vraag welke partij
vandaag nog een evenwichtig federalisme verdedigt. Welnu, sedert 2007 heeft
nog geen enkele partij ook maar één herfederalisering op de
onderhandelingstafel gelegd. Het zullen niet de geconfederaliseerde partijen
zijn die België zullen instandhouden, integendeel.
2) Dat er in de Franstalige
media ongeveer nooit uitgelegd zou worden dat unitarisme tot een Vlaamse
dominantie in België zou leiden. In de Franstalige en in de Nederlandstalige
media wordt er helemààl niets uitgelegd over wat unitarisme is, dat is nu net
het probleem. Opperen dat de Franstalige Belgen tegen unitarisme zouden zijn
omdat dit tot een vermeende dominantie van hun ... eigen landgenoten (die het
ongeluk hebben een andere taal te spreken) zou leiden is wederom een nationalistische
constructie. Heeft de invoering van het vrouwenstemrecht ook geleid tot een dominantie
van vrouwen, omdat er nu eenmaal procentueel meer vrouwen zijn? Moeten we dat
dan ook maar terugschroeven?
3) De meerkost
van het federalisme
Volgens B Plus houdt het argument dat het federalisme veel
kost geen steek. Zeshonderd parlementairen, zestig ministers acht parlementen,
zes regeringen met al hun administraties: het is blijkbaar allemaal doodnormaal
(en dit terwijl 15% van de Belgen in armoede leven). De tegenargumenten zijn
ronduit zwak: 1) Het alternatief zou de beruchte wafelijzerpolitiek
zijn (alsof één unitarist daar naar streeft). De zgn. wafelijzerpolitiek
ontstond overigens pas omdat er (embryonale) gewesten en gemeenschappen in de
schoot van de eenheidsstaat afgebakend werden en is derhalve zélf een gevolg
van het federalisme (en van het nationalisme) 2) De werkingskosten in geval
van separatisme (een unitaire Vlaamse en Waalse staat) zouden vrij klein zijn.
Misschien, maar dat scenario zou andere kosten genereren (overname
staatsschuld, verlies voor bedrijven door internationale isolering, monetaire
en economische instabiliteit, einde Belgisch sociaal model, afbraak
welvaartsstaat...). Bovendien zouden de werkingskosten van een onafhankelijk
Limburg ook klein zijn, maar daarom is dat scenario nog niet wenselijk. Meer
nog, de meerkost van het federalisme is maar één argument tegen het hele
systeem. Andere, en even belangrijke argumenten, zijn dat het taalfederalisme
ingewikkeld, inefficiënt, onetisch, ondemocratisch, taalracistisch,
nationalistisch, destabiliserend, anti-universalistisch, anti-europeanistisch,
tijdrovend, discriminerend, asociaal, onlogisch, corrumperend,
hyperpolariserend, absurd, gevaarlijk, imago-schadend, ongewenst en gewoonweg
onhoudbaar is.
Bplus wil dan maar snoeien in de instellingen die wél
werken: de Senaat en de provincies, instellingen die overigens ook onder vuur
liggen van de Vlaams- en francofone nationalisten.
4) Provinciaal federalisme: een uitweg?
Volgens Luc
Ryckaert promoten Bepaalde unitaristen promoten een provinciaal federalisme..
Dat begrijpen we niet: unitaristen die federalisme promoten. De auteur
vervolgt: Dat is raar want unitaristen vinden België te klein voor 3 Gewesten
en Gemeenschappen, maar plots groot genoeg voor 9, 10 of 11 deelgebieden. Dat
zal wel vreemd zijn, daar unitaristen nu eenmaal geen provinciaal federalisme
verdedigen. Overigens is het niet zo dat België te klein is voor drie
deelgebieden, wel dat een staat niet kan werken met polariserende structuren. Niettemin
is een provinciaal federalisme met negen deelgebieden een interessante optie,
die in de praktijk weinig zou kunnen verschillen van het provinciale unitarisme
(in beide gevallen kan de overheid tussenkomen wanneer bv. het algemeen belang
geschaad wordt; ook in het federale Duitsland bestaat een mengvorm, cf. zgn. Rahmengesetzgebung).
Gelukkig besluit de schrijver op een positieve en zelfs humoristische noot: Niet
toevallig zijn alle federale landen (...) grote landen.En net dat systeem moet een voorbeeld zijn
voor het zeer kleine België?
5) Conclusie: de anti-unitaristische argumenten overtuigen
niet. De communautaire verstandhouding bevorderen door de werking van het
federale België te verbeteren is niet gemakkelijk... lezen we ergens in de
tekst. Dat de huidige staatsorganisatie van het België een nationalistisch dualisme
in zich draagt dat tot een onvermijdelijke polarisering leidt en zelfs tot
separatisme, zoals de opeenvolgende staatshervormingen bewijzen, is iets wat
unitaristen al decennia zeggen. Als er één ding is waarvoor het federalisme
niét gezorgd heeft, dan is het wel communautaire pacificatie. Integendeel.
Peu de personnes parient sur le prolongement de sa
mission. Il a les mains vides et on tourne en rond Tout semble
faire problème. Et la N-VA estime que la nouvelle Fédération
Wallonie-Bruxelles est une grave provocation . Ambiance
Bon. Autant vous le dire tout de suite, les nouvelles du front ne
sont pas bonnes. À tel point que certains se demandent si le "brave"
Wouter Beke, le négociateur royal, prolongera sa mission au-delà de
vendredi. Car sa moisson est bien légère. De plus, lundi soir, la N-VA
a très mal pris la transformation de la Communauté française en une
"Fédération Wallonie Bruxelles". Elle y voit même une "grave
provocation". Faisons le tour des blocages.
1La loi de
financement. Vous le savez, parmi les nombreux problèmes sur la table,
il y a la révision de la loi de financement. Vendredi dernier, Wouter
Beke avait réuni Elio Di Rupo
et Bart de Wever pour une grande journée de travail. Au menu, emploi,
santé, BHV et loi de financement. Emploi, santé : il y a eu quelques
molles convergences. BHV, on na pas osé en parler. Car cest autour de
la loi de financement que les négociateurs se sont empoignés. Pour le
PS, les nouvelles propositions de Wouter Beke sont tout simplement
im-bu-vables. Cest non, non, non et non. "À chaque phrase, il y a un
truc inacceptable. Tout est fait au bénéfice de la Flandre et au
détriment de la Wallonie et de Bruxelles". Et le refinancement de Bruxelles, accepté - du bout des lèvres - par Bart De Wever
en juillet dernier, est remis en cause. Ou alors, il doit être assuré
par la Wallonie. "Ce qui démontre le désintérêt et le mépris des
Flamands pour la capitale", note un négociateur. Les francophones, se
basant sur lexposé de plusieurs professeurs duniversité (voir
ci-dessous) estiment que cette réforme de la loi de financement heurte
les principes européens. Mais en se basant sur les mêmes conclusions,
CD&V et N-VA affirment quils peuvent progresser dans
laccroissement de lautonomie fiscale des régions. Les Flamands
évoquent les modèles de lEspagne et de lAutriche pour soutenir que lautonomie fiscale complète des entités est une bonne chose et est parfaitement acceptée par lEurope. Bref la galère. Il est quasiment impossible de trouver un terrain dentente sur ce sujet.
2Kris Peeters.
Cest peu dire que la déclaration, de Kris Peeters, samedi dans "La
Libre", a remis le feu aux poudres. Le ministre-Président flamand y
affirmait que Bruxelles ne serait jamais une Région à part entière.
"Cest comme si Philippe Moureaux
avait réclamé lélargissement de Bruxelles au moment où Elio Di Rupo
menait sa mission de pré-formation", samuse un socialiste. Certains
francophones voudraient minimiser la portée de cette déclaration : "Il
ny a pas grand-chose de neuf. Dautres Flamands lont déjà dit." Sans
doute. Mais répéter cela maintenant, cest quand même une méchante peau
de banane sous les sandales de Wouter Beke. Et un vilain coup à la
négociation, déjà très chancelante. Le problème est que Kris Peeters, il
faut bien ladmettre, semble avoir dit tout haut ce que la toute grande
majorité de la classe politique flamande pense, dans son for intérieur.
Bien sûr, Luc Vanderkelen, dans son éditorial quotidien du "Laatste
Nieuws" a critiqué Kris Peeters et regretté son manque de respect à
légard du million de Bruxellois. Cest courageux. Mais si le CD&V
et la N-VA affirment haut et fort que Bruxelles ne doit pas être une
Région à part entière, il y a peu de chance que lOpen VLD, Groen et le
SP.A imposent lidée. La déclaration nest pas anodine. Car les Flamands
savent très bien que les francophones sont prêts à accepter de très
grands transferts de compétences, mais à trois conditions : que
Bruxelles soit une Région à part entière, que lon ne touche pas au cur
de la Sécu et que la réforme naffaiblisse pas durablement une des
entités. Peeters aurait voulu torpiller la négociation quil ne sy
serait pas pris autrement.
Du côté francophone, les condamnations
pleuvent. Charles Michel a lancé un appel à M. Peeters pour quil
maîtrise ses nerfs. "Wouter Beke a été chargé dune mission. Il a la
confiance de tous les partis. Je demande à M. Peeters de respecter cette
mission. Négocier par oukases, par presse interposée ne va pas faire
avancer les choses". Le MR déposera une résolution au Parlement
bruxellois exprimant la position des francophones : lélargissement de
Bruxelles en cas de scission pure et simple de BHV ou de remise en cause
de lexistence-même de la Région bruxelloise. Une provocation ? "Pas du
tout, rétorque Charles Michel. Il sagit simplement de reprendre une
position connue face à une déclaration, celle de Kris Peeters, qui est
clairement un recul par rapport à la situation actuelle de la Région
bruxelloise". Quant au CDH, il a demandé à Kris Peeters dêtre
conséquent avec lui-même et dappliquer la même logique que celle quil
souhaite pour la Flandre aux autres Régions.
3Wouter Beke.
Même si lhomme est dune parfaite bonne volonté, il faut reconnaître
quil na pas engrangé grand-chose. "Aujourdhui, Beke a les mains
vides. Tout le monde tourne en rond. On ne peut pas lui reprocher de ne
pas faire des efforts. Mais les positions des uns et des autres sont aux
antipodes quasiment sur tous les sujets. Il est clair quil pourra
difficilement aller plus loin que vendredi" fait savoir un N-VA.
Pourquoi donc ? "Après, cela deviendra très négatif pour lui. Jusquà
présent, sa mission était plutôt bien perçue. Mais pendant les vacances
de Pâques, il ne se passera plus rien." Donc, il va sans doute falloir
faire appel à une autre personne. Si quelquun a une idée
4Federation
Wallonie-Bruxelles. Mais une autre information semble avoir mis le feu
aux poudres nationalistes, lundi soir. Apprenant que les francophones
avaient décidé de changer leur Communauté française en une Fédération
Wallonie-Bruxelles, la N-VA, par la voie de Ben Weyts, a dit prendre
acte de cette "décision unilatérale des partis francophones". Selon Ben
Weyts, les francophones font comme si les Flamands navaient rien à
dire à Bruxelles alors quils en sont, dit-il, les principaux
contributeurs. "Les francophones répondront-ils désormais présents aussi
pour le financement de Bruxelles?". Le parti de Bart De Wever parle
dune "très lourde provocation", davantage encore si on la lie au fait
que certains francophones "exigent encore le transfert de territoires
flamands dans la périphérie bruxelloise". Selon Weyts, Kris Peeters,
dans son interview à "La Libre" de ce samedi, avait "grandement raison".
"Nous devons défendre avec force la position des Flamands à Bruxelles
et même essayer de la renforcer", a conclu Ben Weyts.
Pendant ce temps là, le Fonds Monétaire International (FMI) sinquiète: "Léconomie
belge se redresse, mais labsence de gouvernement dans le pays, en
crise politique depuis près de dix mois, retarde des réformes
économiques importantes et aggrave les vulnérabilités". Le FMI juge
par ailleurs "encourageant" que le déficit belge ait été réduit de 6 %
en 2009 à 4,6 % du PIB en 2010, soit moins que les 4,8 % fixés dans le
programme de stabilité présenté aux autorités européennes. On notera
quand même que le FMI se trompe : le déficit de 2010 nétait pas de 4,6 %
mais bien de 4,1 %. Maigre consolation
HET VLAAMS-NATIONALISME IS GESTICHT DOOR DE DUITSERS
Deze week spit Knack voor
haar lezers in het Antwerpse het oorlogsverleden van de Scheldestad
boven (foto 1). Later volgen portretten van Gent (4 mei), Leuven (25
mei), Brussel (8 juni), Kortrijk (22 juni), Brugge (14 september) en
Hasselt (12 oktober). Telkens schrijft een historicus of een andere
specialist een essay over de invloed die de oorlog op de stad had, wordt
een overlevende van de Tweede Wereldoorlog opgezocht en keert een
fotografe terug naar de plaatsen waar historische fotos gemaakt werden.
In een interview vooraf pleit Rudi Van Doorselaer, directeur van het Studie- en documentatiecentrum Oorlog en hedendaagse Maatschappij
(SOMA), ervoor dat zij die vandaag van Vlaanderen een aparte natie
willen maken, dringend op een volwassen manier naar die beladen periode
moeten leren kijken. Vlamingen moeten zich durven af te vragen waarom
hun ouders of grootouders op een bepaald moment met zo veel enthousiasme
een antidemocratische maatschappij hebben willen uitbouwen. Heel veel
Vlamingen zagen wel iets in de Nieuwe Orde. ( ) Niet zozeer de
hakenkruisen, Hitler en nazi-Duitsland, maar wel de typische
maatschappijvisie die gebaseerd was op hiërarchie, autoriteit en wat
toen volksverbondenheid werd genoemd. Dat vertaalde zich niet alleen
in de manier waarop het bestuur werd georganiseerd, maar ook in de
verhoudingen tussen mensen en zelfs binnen gezinnen. De Tweede
Wereldoorlog heeft dus een aantal dingen aan de oppervlakte gebracht die
onderhuids aanwezig waren en vooral in het katholieke Vlaanderen echt
aansloegen.
In
de bijlage over Antwerpen wordt Lode Wils aan het woord gelaten, 82
jaar en getuige geweest van de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen. Doctor
in de rechten en in de geschiedenis, emeritus hoogleraar altijd
verbonden geweest aan de KU Leuven. Niet zomaar iemand. Lode Wils stelt
met berusting ( ) vast dat België gesplitst zal worden. Lode Wils:
Als ik van Leuven naar Gent rijd, zal ik twee keer de grens moeten
oversteken, want dat Brussel bij Vlaanderen komt, moeten we onszelf niet
wijsmaken. Ik was van huis uit Vlaamsgezind en toen ik voor het eerst
mocht stemmen, heb ik voor de Volksunie gekozen. Ik betreur het nog
altijd. ( ) Tegelijk Belg en Vlaming zijn, is dat een tegenstelling?
Nee. Die contradictie is opgepord door de Vlaams-nationalisten en
gecreëerd door de Duitsers in 14 - 18. Hun Flamenpolitik wakkerde de Vlaamse symbolen aan, in de hoop de Belgen te verdelen. Bart De Wever (foto 2)
zal het niet ontkennen, maar toch niet graag horen: daar is het
Vlaams-nationalisme ontstaan. Het is gesticht door de Duitsers.
De
uitlating van Lode Wils is een beschamende, rancuneuze verdraaide
interpretatie van de Vlaamse geschiedenis, een historicus onwaardig,
schrijft de VB-vriendelijke blog Angeltjes. Maar anders dan Angeltjes kletst
Lode Wils niet uit zijn nek.
In een doctoraat dat vorig jaar september
verdedigd werd aan de KU Leuven wordt duidelijk gemaakt dat de Flamenpolitik
van de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog de Belgische
staat wilde ontwrichten. De Duitsers speelden in op de gevoeligheden
tussen Vlamingen en Walen, en wilden de Vlaamse beweging winnen voor het
ideaal van een Duits Mitteleuropa. Uitgebreid bronnenonderzoek wijst
erop dat de ideologische basis voor die Flamenpolitik al in de
negentiende eeuw werd gelegd. Duitse nationalisten pleitten voor een
uitbreiding van de grenzen en annexatie van gebieden waar zogezegd
etnische Duitsers woonden. In mei verschijnt deze doctoraatsverdediging van Bruno Yammine bij het Davidsfonds onder de titel Drang nach Westen. De fundamenten van de Duitse Flamenpolitik (1870-1914).
Misschien dit eerst eens lezen vooraleer een ander uit te schelden voor een beschamende, rancuneuze verdraaide interpretatie van de Vlaamse geschiedenis, een historicus onwaardig ?
Wouter Beke chez le roi à 16h30 après une entrevue avec Di Rupo et De Wever
Martin Buxant
Mis en ligne le 16/03/2011
Le négociateur est en place depuis 2 semaines. Et fait
son rapport au Roi ce mercredi. Mais il ny a pas (encore ?) de plan
Beke. Juste une table des matières à trancher
Le président du CD&V Wouter Beke se rend mercredi à 16h30 au
Château de Laeken pour un premier rapport intermédiaire au roi Albert II
dans le cadre de sa mission de négociation visant à préparer un accord
sur la réforme de l'État, a-t-on appris auprès de son porte-parole.
Auparavant, il aura rencontré lors d'une réunion commune les présidents
de la N-VA Bart De Wever et du PS Elio Di Rupo.
M.
Beke s'est entretenu à plusieurs reprises avec les deux vainqueurs des
élections du 13 juin dernier pendant la semaine de Carnaval. Malgré des
contacts informels, il n'y a encore eu officiellement aucune rencontre
avec les présidents des six autres partis (MR, Open Vld, sp.a, cdH,
Ecolo et Groen! ). Ce sera le cas jeudi et vendredi, lors de réunions
bilatérales.La discrétion reste de mise: après son entrevue avec le roi,
Wouter Beke ne fera pas de déclaration publique. L'objectif reste de
préparer un "accord substantiel", commentait-on.
Si Wouter Beke
était coureur cycliste, quatorze jours après le départ du Tour, force
serait de constater que pas un col ni même un premier lacet na encore
été franchi par ce membre de léquipe CD&V. Mais voilà, Wouter Beke
est négociateur royal Ne tournons pas autour du pot : alors que ce
mercredi, le négociateur effectue son premier rapport à Albert II,
il apparaît quil a toujours les mains désespérément vides. Wouter
Beke, qui a été nommé le 2 mars dernier, a réuni une dizaine de fois les
présidents du PS et de la N-VA, avec ou sans leur expert thématique,
mais jusquici, il na pas avancé dun mètre.
Dun côté (PS) comme de lautre (N-VA), on assène les "cest très difficile" ou les "lambiance est bonne, mais on tourne en rond".
Concrètement, le négociateur a produit des notes de synthèses : il y en
a neuf (1) Sénat/Comité de concertation; 2) Justice; 3) Soins de santé; 4) Allocations familiales; 5) Bruxelles; 6) Hors leviers; 7) BHV; 8) Emploi; 9) Loi de financement). Il les a appelées des "fils conducteurs" devant laider à traverser une "phase dorientation"
Pour lécrire platement : ces notes font le point entre les différentes
positions issues des notes du préformateur (Elio Di Rupo), du
clarificateur (Bart De Wever) et du conciliateur (Johan Vande Lanotte).
Constat : aucun point majeur ne fait consensus à ce stade
- Justice et arrondissement judiciaire de BHV.
Préformation
: aborder cette problématique à la lumière des travaux et échanges de
vues sous la direction du commissaire royal Dehaene (printemps 2010);
Clarificateur : proposition de loi de Hugo Vandenberghe;
Conciliateur : réforme basée sur les principes suivants : double structure du siège, création dun parquet de Bruxelles-Capitale et dun parquet de Hal-Vilvorde. La discussion doit être menée à bien pour la fin de la formation.
- Soins de santé. Maintien de la solidarité interpersonnelle (préformation/clarificateur).
Homogénéisation
accrue (soins aux personnes âgées, personnes handicapées, prévention,
soins de santé dentaire), infrastructures hospitalières,
financement/responsabilisation : aucun de ces points à trancher ne fait
consensus.
- Le rapport de la préformation prévoit que la
loi sur BHV Chambre/Sénat et les dispositions relatives à la
pacification communautaire ainsi que les dispositions concernant la
Région de Bruxelles-Capitale seront votées et entreront en vigueur dans
le cadre de linvestiture du gouvernement.
- Refinancement de Bruxelles :
Préformation : 500 millions de moyens supplémentaires pour la Région bruxelloise en deux étapes;
Clarificateur : 350 millions de moyens supplémentaires;
Conciliateur : 375 millions pour 2012, selon le calcul du conciliateur.
-
BHV. Voici les points qui ont été discutés pendant ces neuf mois de
négociation. Aucun ne fait consensus : circonscription électorale,
bourgmestres des six communes à facilités, emploi des langues dans les
six communes/circulaires, contentieux devant le Conseil dEtat
concernant les six communes périphériques.
- Emploi : Les règles
relevant du droit du travail et du droit de la sécurité sociale restent
fédérales (préformation/conciliateur). Restent également de la
compétence du fédéral les dispositifs de concertation sociale
(préformation). Disponibilité, groupes, cibles, responsabilisation, etc.
La route, ici aussi, reste longue entre les positions des partis
flamands et celles des partis francophones.
- Sur la loi de
financement, Wouter Beke a dressé la cartographie des mécanismes
proposés lors des trois phases de la négociation à sept (PS, CDH, Ecolo,
N-VA, CD&V, SP.A et Groen !).
Et voilà le travail
Le hic : le Parti socialiste ne défend même plus toutes les positions
prises durant la phase de préformation, la N-VA trouve quelle a fait
trop de concessions lorsque Bart De Wever était clarificateur. Et que
lun comme lautre saccordent pour dire que la note du conciliateur
Vande Lanote était imbuvable.
Wouter Beke va donc devoir
présenter sa propre note la semaine prochaine ou inviter certains partis
autour dune table de négociation.
D.S. schrijft dat Dehaene "het ook niet meer weet". Tiens, Dehaene, was dat niet de man die er in 1988 en 1993 mede voor gezorgd heeft dat we thans zo'n onwerkbaar systeem hebben? Dit is niet de crisis van België, wel die van het federalisme.
SPELLETJE ZEVEN OF NEGEN OP EEN RIJ
zaterdag 12 maart 2011, 05u00
Auteur:
GUY TEGENBOS
COMMENTAAR Ooit het spelletje 'vier
op een rij' gespeeld? Twee spelers moeten elk pogen vier schijfjes op
een rij te krijgen en intussen beletten dat de ander dat kan. Het lijkt
makkelijk, maar het is het niet. De moeilijkheidsgraad neemt
exponentieel toe: 'vijf op een rij' is niet een kwart moeilijker, maar
dubbel zo moeilijk. Onze federale onderhandelaars spelen zeven of negen
op een rij. Dat is afschuwelijk moeilijk. Daarom duurt het zo lang.
Goed een week geleden startte een nieuwe ronde met de
CD&V'er Wouter Beke als spelleider. Hij zette de twee
hoofdrolspelers aan de tafel. Het was, à propos, zes maanden geleden dat
die twee nog intens met elkaar gepraat hadden! Onderhandelen doen ze
nog niet. Zij hebben hun tegenstellingen en overeenkomsten opgelijst en
nemen hun posities opnieuw in. Ze staan nog mijlen van elkaar. En ze
vertrouwen elkaar niet. De PS denkt dat de N-VA geen akkoord wil; de
N-VA raakt overtuigd dat de PS een akkoord wil zonder haar. En dan
moeten de anderen ook nog aan de tafel komen! Hoelang gaat dit nog
duren?
Niemand weet het. Dan is het goed een ervaren gids te raadplegen. Jean-Luc Dehaene.
In
het interview in deze krant zegt hij tal van zinnige dingen. Over de
sociaal-economische actualiteit bijvoorbeeld: verlaag de accijnzen op
brandstof niet, we moeten toch leren leven met zéér dure benzine. En:
niet elke verandering aan ons sociaal systeem is een achteruitgang. Hij
laat ook aanvoelen dat enige Europese druk op ons land soms best welkom
is.
Maar voor de formatie verbergen zijn forse uitspraken dat hij het ook niet meer weet.
Enerzijds
zegt hij: 'Het heeft nu lang genoeg geduurd.' En: 'Wie geen
compromissen wil sluiten, blijft best weg uit de politiek.' Dat is een
boodschap aan de N-VA, maar ook aan de PS. Ook zegt hij: 'Als je iets
kan doen, moet je het doen, anders blijf je ter plaatse trappelen': een
terechte boodschap aan de N-VA dat de Grote Staatshervorming ook in twee
of meer fasen te realiseren is.
Maar anderzijds zegt hij: 'Ik had 100 dagen nodig in 1988. Zijn er nu 500 nodig? Als het moet, dan moet het maar.'
Hij
weet het dus ook niet meer. Misschien moeten we onze visie op het
begrip regeren herzien voor federaal België. De deelstaten functioneren
normaal. Het volstaat dat we eens in de vier à vijf jaar ergens een
akkoord bereiken over een federaal regeerprogramma. Een normale regering
hebben we niet echt nodig. Een regering van lopende zaken kan dat
akkoord uitvoeren, in dialoog met het parlement. De ministers moeten
zich dan aan dat akkoord houden en mogen geen nieuwe leuke ideetjes
lanceren die de begroting toch alleen maar bezwaren. Als Europa dan nog
zo lief wil zijn om ons af en toe te dwingen de maatregelen te nemen
waartoe we zelf niet in staat zijn, is alles toch oké? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Wie begrijpt deze laatste paragraaf?
132 splitsingen stonden er in de splitsingscatalogus (http://www.unionbelge.be/?p=2793). Over justitie (19 splitsingen) wordt nog geruzied, kinderbijslagen (2 splitsingen, wel veel geld) lijken uit het vizier verdwenen. De keuze is dus tussen werkgelegenheid (22 splitsingen, maar meer indien "diepgaand", wat moeilijk is gelet op RVA) en gezondheidszorgen (35 splitsingen, nog moeilijker owv Brussel). Dan is er nog de financieringswet en BHV (4 splitsingen op een lijstje, maar wel de moeilijkste).
Quid met al de rest? Verkeer, buitenlandse handel, het rampenfonds enz.? Niet belangrijk?
Uit Le Soir (9 maart 2011) (http://www.lesoir.be/actualite/belgique/elections_2010/2011-03-09/le-plan-de-beke-pour-sortir-de-l-impasse-827121.php):
"Selon nos informations, le négociateur travaille en trois temps. Un :
trouver un modèle acceptable pour réformer la loi de financement, en
sinspirant des travaux de Johan Vande Lanotte. Deux : trouver un « gros
poisson », une compétence majeure à transférer. Enfin, trois : régler
les questions de BHV et de Bruxelles.
Chaque jour, Wouter Beke,
Elio Di Rupo et Bart De Wever, flanqués de leurs experts, abordent un
thème différent. Pour rappel, lundi, cétait la loi de financement, lun
des points les plus délicats de la négociation ; mardi, le trio a parlé
emploi.
BHV au menu de ce mercredi
Au menu de mercredi, BHV ; jeudi, Bruxelles et, vendredi, soins de
santé et allocations familiales. Soit les grosses pièces de la réforme
de lEtat. Car, si lon veut sortir de limpasse, les francophones en
sont convaincus, il faudra un « gros poisson » (des transferts de compétences « homogènes », cest-à-dire le transfert intégral ou presque dune politique aux entités fédérées).
Ils ne sont pas légion. La Justice est, de laveu de tous les
négociateurs, un dossier « non abouti » On oublie donc, pour linstant.
Quant aux allocations familiales, certains nen veulent plus et,
surtout, il ne sagit pas là dun véritable levier.
Lemploi ou les soins de santé ?
Reste donc lemploi et les soins de santé. Lequel des deux ? Cest bien
là le problème ! La N-VA, qui redoute, sans doute, une mainmise du
CD&V sur des soins de santé régionalisés, ne jure que par lemploi.
Et là, cest le CD&V qui cale tout net, pour ne pas perdre son aile
gauche, opposée à toute atteinte à la Sécurité sociale. Alors, quel
poisson ? Cest tout lenjeu des négociations de cette semaine !"
Het blijft verbazend hoe die Vlaams-nationalistische commentatoren hun waanbeelden voor werkelijkheid blijven aanzien. Een "staatshervorming" realiseren zou blijk geven van staatsmanschap (maar van welke staat?) en als CD&V niet "Vlaams" genoeg is, dan gaan ze regelrecht de afgrond in. Na 8 maanden Vlaams-nationale orthodoxie heeft de partij nog 12 % over in de peilingen ( - 5% tegenover de verkiezingen en die waren al een "historisch dieptepunt"). In het beste geval kan je nog zeggen dat die wereldvreemde commentatoren gewoon de referentiekaders van de Wetstraat op de Belgische samenleving toepassen...
Met de tenen over de afgrond
donderdag 03 maart 2011
Auteur:
BART STURTEWAGEN (De Standaard)
COMMENTAAR Laten we bidden voor
Wouter Beke. Het leven van een CD&V-voorzitter is in normale
omstandigheden al niet te benijden. Na de afschuwelijke
verkiezingsuitslag van 13 juni 2010 werd het helemaal een hondenbaan. De
christen-democraten zagen geen andere optie dan zich met
doodsverachting vast te kleven aan de zegevierende N-VA. De verwijdering
na de breuk in het kartel had immers tot een electorale ramp geleid.
De strategische visie was toen dat er niets anders opzat dan
alles te doen om een deal tussen de N-VA en de PS te bevorderen. Alleen
zo kon de door de wol geverfde beleidspartij weer laten zien waarin ze
goed was: in besturen en dan nog het liefst in uitdagende
omstandigheden. Zonder een fundamentele politieke vernieuwing toch maar
weer in een federale regering sukkelen, was in deze redenering een pad
dat rechtstreeks naar de extinctie leidt.
Helaas, het
voor die strategie benodigde akkoord is er ruim 260 dagen later nog
steeds niet. Ondanks het gestage prestigeherstel van ontslagnemend
premier Yves Leterme is CD&V in de perceptie weggedeemsterd tot een
satellietpartij. Ongeveer zoals de voormalige Franstalige vrienden van
CDH voortleven bij de gratie van de PS.
Wie zich,
zoals PS-voorzitter Elio Di Rupo, verbaast over de willoosheid waarmee
CD&V de wet van de sterkste ondergaat, heeft niet goed nagedacht
over het alternatief. Second best zijn naast N-VA is een zwak,
voor zo'n roemrijke formatie zelfs vernederend uitgangspunt. Maar in
tegenstelling tot Bart De Wever een Verrader der Vlaamse Zaak zijn, is
ronduit catastrofaal, zelfs suïcidaal. Zich laten losweken, zo besefte
Wouter Beke acht maanden lang, is simpelweg geen optie. Want in dat
geval kan zelfs de laatste citadel, de leiding van de Vlaamse regering
in handen van Kris Peeters, niet worden verdedigd. Dan is het 'boeken
toe' voor CD&V.
Alsof dat alles niet uitzichtloos
genoeg was, krijgt Beke nu de last van de compleet geblokkeerde
regeringsvorming in de handen geduwd. De bemoedigingen die de
onderhandelende partijen hem toestuurden, bieden geen troost. Voor wie
met de tenen over de rand van de afgrond staat, komen schouderklopjes
ongelegen.
Er is één lichtpunt: als er íemand is wie
er alles aan gelegen is vervroegde verkiezingen te vermijden, dan is het
Beke. Garantie op succes biedt dat niet. Dat kan alleen komen van een
doorbraak in de relatie tussen Bart De Wever en Elio Di Rupo en van hun
moed om een historisch compromis te sluiten. In het slechtste geval zal
Beke dit land een Europese blamage hebben bespaard en voldoende tijd
hebben gewonnen zodat de Schatkist de miljarden kan lenen die nodig zijn
om het jaar uit te zingen. Voor zoveel onbaatzuchtig staatsmanschap
moet, na de verkiezingen, een standbeeld worden opgericht.
Linformateur Didier Reynders doit boucler son rapport
dici mardi. N-VA et Open VLD, entre autres, ne croient pas dans une
formule à neuf partis.
Vous êtes toujours là ? Pas encore lassés de la crise ? De cette
interminable saga ? De ces rebondissements sortis de limagination dun
scénariste en fin de carrière ? Si, vous nen pouvez plus. Il va
pourtant falloir encore patienter quelque temps avant de voir apparaître
le mot "fin". Car pour linstant, on ne sait pas très bien où lon va.
Un jour, cest un vent doptimisme qui domine. Le lendemain, cest le
vent du nord qui chasse tous les espoirs. Essayons donc de refaire le
tri entre toutes ces petites rumeurs.
1 Comment se déroule la mission de Didier Reynders ?
Tout dépend de linterlocuteur. Dans lentourage de linformateur
royal, on a plutôt tendance à positiver le travail entrepris. Il est
vrai que, pour la première fois depuis le mois daoût, les experts des
partis (qui ne sont plus sept mais bien neuf) se sont retrouvés autour
de la même table. Il sagissait notamment de mettre à niveau les experts
libéraux de lOpen VLD et du MR qui navaient pas participé aux
travaux. Mais très vite, dans le groupe consacré à la loi de
financement, notamment, les blocages de lété sont revenus. En fait, il
ny a jamais eu daccord sur la révision de la loi de financement. Et
les discussions des derniers jours ont remis en lumière les profondes
divergences de vue entre le Nord et le Sud. De plus, la position des
libéraux semble avoir surpris la N-VA.
" Didier Reynders a une vision théorico-romantique, il part du principe
que les Régions doivent avoir plus de capacité fiscale mais réclame en
même temps de ne pas toucher aux moyens du fédéral.Cest impossible ",
explique un président flamand. Donc, oui, on re-discute mais pour
arriver aux mêmes constats. Quant à la manière dont Didier Reynders
travaille, un francophone soupire : " Il refait lhistorique de lété
pour arriver aux mêmes discussions. Bart De Wever ne dit "oui" à rien et attend lenlisement. " Back to September.
2 Faut-il dabord parler contenu ou dabord désigner les partenaires ?
Sur ce point, francophones et Flamands suivent des stratégies
complètement différentes. Ainsi les nationalistes flamands
multiplient-ils les contacts afin de pouvoir mettre en place - côté
flamand - la coalition quils appellent de leurs vux : N-VA, CD&V
et Open VLD. Mais il sera bien difficile de se passer du SP.A - arrimé
au PS. Reste à "virer" les verts. Car, que ce soit bien clair une fois
pour toutes, dit-on au Nord : il nest pas question de lancer une
négociation entre neuf partis : " Cest aller droit dans le décor. Toute
la Flandre va rire de cela. Comment imaginer une seconde que nous
puissions essayer quoi que ce soit à neuf alors quà sept on nest
arrivé nulle part !" Les francophones, eux, continuent à privilégier
"le fond". Et une stratégie en trois étapes. En signe de bonne volonté,
un premier paquet (qui comprendrait notamment BHV, le refinancement de Bruxelles
et certains transferts de compétences) serait négocié. On installerait
ensuite un gouvernement de plein exercice. Et juste après, on lancerait
une vaste négociation pour une grande, une très grande réforme de
lEtat. Pas question, rétorquent les Flamands, méfiants. Ils sont
persuadés que, comme en 2007, les francophones ne tiendront pas leurs
promesses.
3 Dabord résoudre BHV ? Facile à dire. Est-on
bien sûr quil serait si simple de résoudre BHV, en isolant ce problème ?
Car les francophones ne sont pas daccord avec cette stratégie : le
FDF, par exemple, considère quil serait très dangereux disoler le
problème du reste de la problématique institutionnelle. Régler dabord
BHV ? Là, le MR serait en première ligne. Le parti serait ainsi obligé
de se dévoiler sur BHV.
4 Que contiendra le rapport de Didier Reynders ?
Il devrait dresser les contours dune possible négociation. Mais déjà,
certains pensent que ce rapport sera assez flou, faute daccord général
sur le périmètre de la discussion. Didier Reynders serait alors appelé à
poursuivre le travail. Ah bon ? Navait-on pas parlé dun rapport
définitif de linformateur ? Si, bien sûr, sa mission dinformateur va
bien se terminer à la date voulue, à savoir le 1er mars. Mais il faudra
bien lui trouver un successeur. Et Didier Reynders pourrait être amené à
poursuivre le travail, mais avec un nouveau qualificatif. Et sans doute
en tandem avec un Flamand. Beaucoup estiment que le CD&V devrait
enfin se mouiller. Le parti refuserait toujours, même si le nom de
Steven Vanackere est cité.
Hoe zielig, de Vlaams-nationalistische DE STANDAARD (http://www.standaard.be/meningen/commentaar/index.aspx) zet nog eens een wanhoopsoffensief in.
De terugkeer van de vette vis
vrijdag 25 februari 2011
Auteur:
BART STURTEWAGEN
COMMENTAAR Zonder dat iets erop
wijst dat er inhoudelijk toenadering is over de vorming van een federale
regering, hangt er toch verandering in de lucht. De straffe uitspraak
van Elio Di Rupo - 'Wij keuren de ontbinding van de Kamers niet goed, er
komen dus geen verkiezingen' - garandeert nog niet dat we voor de zomer
geen vervroegde stembusgang krijgen. Maar het lijkt er toch sterk op
dat er een ultieme poging komt om dat uiterst riskante en overigens
zinloze scenario te voorkomen.
De bewegingsruimte is uiterst smal. Want ofwel moet de
regering-Leterme volheid van bevoegdheid krijgen, maar zonder de N-VA,
iets wat nog steeds niemand zegt te willen. Ofwel moet er een regering
met de N-VA komen, maar daarvoor is een trofee nodig. Dat moet meer zijn
dan de splitsing van BHV, maar verwachten dat het de hele zesde
staatshervorming is met alles erop en eraan, is dromen.
We beleven dus de terugkeer van de 'vette vis', het beeld
dat Bart De Wever in 2007 gebruikte om te zeggen dat er een belangrijke
symbolische overwinning moest voorliggen om de eerste regering-Leterme
te kunnen oprichten. Die vette vis is er toen niet gekomen. En wat toen
nog als 'vet' kon gelden, is nu ongetwijfeld te mager.
Bovendien moet het akkoord behelzen dat er gedurende de rest
van de regeerperiode keihard en revolutionair wordt voortgewerkt aan
een grondleggende vernieuwing van de staatsordening, die in 2014 aan de
kiezers kan worden voorgelegd als een soort laatste poging tot
samenleven onder de Belgische koepel. En dat kan alleen als er een
rotsvast vertrouwen tussen de partners is.
In die fundamentele hertekening van het land zullen taboes
aan beide zijden moeten worden ingeleverd. Enerzijds moet de integriteit
van het Vlaamse grondgebied worden erkend. Anderzijds wordt doorheen de
nota's van Bart De Wever zelf en van Johan Vande Lanotte nadien,
stilaan duidelijk dat in dat nieuwe België Brussel een totaal andere rol
kan krijgen, maar die dan ook voluit moet opnemen. De gedachte dat het
bestuur binair kan worden opgesplitst en het Hoofdstedelijk Gewest onder
voogdij van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap kan worden bestuurd,
verliest razendsnel relevantie. Een vernieuwd Brussel, met
vereenvoudigde structuren, maar ook met een nieuwe federale, diverse en
open mentaliteit, is een voorwaarde voor de hervorming maar kan er
tegelijk het sluitstuk van zijn.
Het bevrijdende opiniestuk van acht creatieve Franstalige Brusselse denkers dat vandaag in De Standaard en Le Soir verschijnt,
schetst met verve hoe dat aantrekkelijke, veelzijdige Brussel er zou
moeten uitzien. De verruwing van het debat maakt zo'n toekomst welhaast
utopisch. Toch is het zoetjesaan de enige resterende kans om de impasse
te vervangen door een wervend project. -------------------------------------------------------------------------------------------------
Alweer het oude verhaaltje: zonder staatshervorming zou het gedaan zijn met België.
Het is vreemd dat de N-VA over haar corebusiness niet eens een uitgekiende strategie heeft.
1) In 2003 vond de partij dat geen enkele Vlaamse partij in de federale
regering moest stappen alvorens een aantal voorwaarden vervuld werden.
Citaat:
De Vlaamse partijen moeten voor één keer het been stijf houden. Vlaanderen moet volledig bevoegd worden inzake fiscaliteit, economie en tewerkstelling, mobiliteit, gezondheid en gezin. Weigeren de Franstaligen een staatshervorming? Dan moeten de Vlaamse partijen weigeren
een regering te vormen.
2) In 2007 schoof de N-VA een Vlaamse staat op ondubbelzinnige wijze naar voren:
Citaat:
Het uiteindelijke doel van de N-VA is Vlaanderen als onafhankelijke
staat in een democratisch Europa. Enkel een onafhankelijk Vlaanderen zal
erin slagen de Belgische ondermaatsheid van zich af te schudden. Enkel
een onafhankelijk Vlaanderen kan de ambitie waarmaken om een topregio te
zijn en te blijven.
als eerste stap hiertoe schoof de N-VA een grote staatshervorming naar voren:
Citaat:
CD&V en N-VA willen een duidelijke, doorzichtige confederale
staatsinrichting waarbij het zwaartepunt, zowel qua bevoegdheden als qua
middelen, bij de deelstaten komt te liggen. Een moderne democratische
staat is van onder naar boven opgebouwd. Vanuit deze optiek leggen we
duidelijk vast welke bevoegdheden we nog toekennen aan de federale
overheid, terwijl alle andere bevoegdheden aan de deelstaten toebehoren
(een confederale staatsinrichting in een federale staat, op zich al vreemd, maar bon) (link)
3) a) In 2010 ging de N-VA naar de verkiezingen met een confederale aanpak
Citaat:
In een confederaal model zullen nieuwe spelregels moeten worden
afgesproken voor die materies die de deelstaten samen op het niveau van
de confederatie willen uitvoeren.
b) tijdens de zomer van 2010 werd er onderhandeld tussen BDW en EDR,
niet vanuit een confederale logica, maar wel vanuit een "klassieke"
logica, waarmede de staatshervormingen van 1970-2001 gerealiseerd
werden.
c) Nadat de formule met 7 partijen vastliep, kwam Bart De Wever in
oktober met een eigen nota af, alweer vanuit de klassieke logica zoals
boven geschetst (link)
d) nadat die nota werd afgeschoten, werd Vande Lanotte bemiddelaar. Die
hernam grotendeels de voorstellen van EDR/BDW en integreerde naast
enkele nieuwe voorstellen de nieuwe verworvenheden van de
Vlaams-nationalisten, zoals de verhoogde fiscale autonomie en de
bevoegdheidsoverdrachten (inzake o.a. justitie) en de "nieuwe"
financieringswet geïntegreerd werden.
e) Na 212 dagen vernemen we dat de N-VA de hele oefening wil overdoen,
dat de partij bereid is om de bevoegdheidsoverdrachten inzake o.a. (?)
kinderbijslagen en justitie te laten vallen... in ruil voor een
"verdieping" van één (of meerdere?) domeinen. Daarvoor zou zelfs de
nota-BDW mogen sneuvelen.
Citaat:
Bracke zei dat de piste die PS-kopstuk Laurette Onkelinx vanmorgen
op de radio liet horen voor N-VA bespreekbaar is. Onkelinx stelde voor
om de onderhandelingen op een andere manier aan te pakken: "We kunnen
naar coherente bevoegdheden gaan op één domein, bijvoorbeeld het
sociaal-economische. Dan moeten we op andere domeinen geen toegevingen
doen", aldus Onkelinx.
"Als deze versmalling ook een verdieping betekent, dan is dat voor ons zeer bespreekbaar", zegt Bracke.
"Ook CD&V is daarmee bezig, dat heb ik net zoals u gelezen".
CD&V zou er volgens krantenberichten aan denken om de overheveling
van de kinderbijslag te laten vallen, en alles in te zetten op de
sociaal-economische hervormingen.
Bracke benadrukt wel dat die hervormingen dan wel ten gronde moeten
gaan. Bovendien moeten daarnaast nog een aantal andere zaken zoals BHV
geregeld worden.
"Als we het erover eens zijn dat we één bepaald beleidsdomein grondig
uitwerken, dan moeten we niet werken met de nota-Vande Lanotte, met de
nota-Di Rupo of ook niet met de nota-De Wever, maar dan moeten we een
nieuw gesprek aangaan over het onderwerp dat we overeenkomen", aldus
Bracke nog.
(bron: deredactie.be)
Quid dan met de gezondheidszorgen? Verkeer? De veiligheidsdiensten?
Welke sociaal-economische bevoegdheden wil N-VA dan splitsen? En waarom
212 dagen om daartoe te komen?
De weg die is geschetst sedert 2003 is heel grillig: van separatisme
over een "confederaal model" over een "herenakkoord", tot enkele nota's
met daartussen meermaals de verklaring dat de formule-met-zeven dood is,
dat de staatshervorming de toets aan de nota-BDW moet doorstaan (voor
het weekend) om dan een andere houding aan te nemen na het weekend.
Volgende bevoegdheden worden gesplitst in de nota die zogezegd België moet "redden":
1) de vaccinaties 2) de vaccinatiecampagnes 3) de budgetten voor de preventieve opsporing van aandoeningen 4) de middelen gekoppeld aan het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan 5) de middelen voor bewustmakingscampagnes voor tandhygiëne in scholen 6) de gehandicaptenzorg 7) de rusthuizen 8) de verzorgingstehuizen 9) de rustoorden voor bejaarden 10) de centra voor dagverzorging 11) geriatrie (inclusief de prijscontrole en het vastleggen voor erkenningsnormen) 12) (functionele) revalidatie (idem) 13) de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT) 14) de palliatieve zorgen 15) de geestelijke gezondheidszorg 16) het drugsbeleid 17) de huisartsenkringen 18) de impulseo-fondsen (hulp bij jonge huisartsen helpen bij de installatie van hun praktijk en stimulatie huisartsen om zich te installeren in zones die een tekort aan huisartsen kennen) 19) het verslavingsfonds 20) de tabaksontwenning 21) het beleid aangaande verslaafden 22) de aanvullende adviserende en normerende bevoegdheid inzake revalidatie en herscholing 23) aanvullende kwaliteitsnormen inzake gezondheidszorg 24) de nieuwbouw van ziekenhuizen 25) de verbouwingen van ziekenhuizen 26) de renovatie van ziekenhuizen 27) het groot onderhoud van ziekenhuizen 28) de kinderbijslagen 29) het kraamgeld 30) Het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD) 31) de politierechtbanken 32) de rechtbanken van eerste aanleg 33) het vredegerecht 34) de rechtbanken van koophandel 35) de hoven van beroep 36) de arbeidshoven 37) de opleiding van magistraten 38) de benoeming van magistraten 39) de administratieve rechtscolleges 40) de strafuitvoeringsbanken (gedeeltelijk) 41) het positieve injunctierecht (gedeeltelijk) 42) de justitiehuizen 43) de geïnterneerden 44) de gevangenissen 45) het jeugdsanctierecht 46) de wegcode 47) het verkeersreglement 48) het BIVV (Belgisch instituut voor Verkeersveiligheid) 49) de technische controle van auto's 50) de metrologie 51) de rijopleiding 52) de rijscholen 53) de reglementering van de binnenvaart (inclusief de politionele bevoegdheid) 54) de aanleg en aanpassing van spoorwegen (gedeeltelijk) 55) de opleiding van werklozen 56) de bestraffing van werklozen 57) het doelgroepenbeleid inzake werklozen en meerbepaald: - de doelgroepgerichte activering van de RVA-werkloosheidsuitkeringen
(Activa, Win Win, doorstromingsprogrammas, Sine, startbaan,
vrijstelling wegens beroepsopleiding) 58) " " " de activering van het leefloon,
de diverse categorale RSZ-kortingen voor werknemers (50+, jongeren,
langdurig werklozen), 59) " " " werkgevers (+1+2+3 plan), 60) " " " enkele specifieke
sectoren (baggeraars, universiteiten, wetenschappelijk onderzoek,
wetenschappelijke Maribel, jongerenbonus non-profit), 61) " " " de
RSZ-vrijstelling voor gesubsidieerde contractuelen (GESCO) , 62) " " " de fiscale
vrijstelling op de bedrijfsvoorheffing voor enkele sectoren (baggeraars,
sleepvaart, zeevisserij, koopvaardij, wetenschappelijk onderzoek,
kunstenaars, onthaalouders) 63) de nog federale programmas voor de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen 64) outplacement en meerbepaald: de inhoudelijke vereisten die niet vastliggen in de federale CAOs 51 en
82 65) " " de terugbetaling van de outplacementkosten aan de bedrijven (in het
kader van herstructurering), inclusief de bestaande middelen 66) " " het
opleggen van een sanctie aan werkgevers die geen outplacement aanbieden 67) " " De toeleiding tot de arbeidsmarkt van leefloners wordt eveneens
overgeheveld 65) de begeleiding van leefloners 66) Het betaald educatief verlof 67) het industrieel leerlingenwezen 68) de loopbaanonderbreking in de publieke sector 69) de economische migratie (de regelgevende bevoegdheid voor de arbeidskaarten A, B en C) 70) de startbaanovereenkomsten in het kader van de gobale projecten bij de
Gemeenschappen en Gewesten 71) de start- en stagebonus voor stagiairs uit
het alternerend onderwijs 72) de werkhervattingstoeslag voor oudere
werklozen en éénoudergezinnen 73) de sociale economie 74) Het Belgisch Agentschap voor Buitenlandse Handel 75) Het grootstedenbeleid 76) De ontwikkelingssamenwerking 77) de brandweer 78) de civiele bescherming 79) het federale crisiscentrum (gedeeltelijk) 80) de afbakening van lokale politiezones (gedeeltelijk) 81) de zones voor dringende medische hulpverlening (gedeeltelijk) 82) het participatiefonds 83) Finexpo 84) de Belgische Maatschappij voor
Internationale Investeringen (BMI) 85) de Nationale Delcrederedienst (gedeeltelijk) 86) het Belgisch
Interventie en Restitutie Bureau (BIRB) 87) het Landbouwrampenfonds 88) het
Federaal Impulsfonds voor Migrantenbeleid 89) het Rampenfonds 70) het
Nationaal Instituut voor Statistiek (gedeeltelijk) 71) de deontologische ordes (geneesheren,
architecten ) 72) de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) (gedeeltelijk) 73) het Kruispunt van de
Sociale Zekerheid (KSZ) (gedeeltelijk) 74) het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor
de Distributie 75) het Rekenhof (gedeeltelijk) 76) de woninghuur 77) de handelshuur 78) de pachtwet 79) alle delen van het burgerlijk
wetboek die betrekking hebben op onroerende goederen 80) idem voor het kadaster 81) idem voor de
hypotheekkantoren 82) het wetenschapsbeleid (meerbepaald de Interuniversitaire Attractiepolen en
Technologische Attractiepolen) 83) de erkenning van toeristische centra
(exclusief de arbeidsrechtelijke aspecten) 84) de vestigingswet wordt geregionaliseerd 85) delen
van het telecommunicatiebeleid 86) delen van het energiebeleid 87) het
dierenwelzijn 88) de plantentuin in Meise 89) delen van het asiel- en
migratiebeleid 90) het ambtenarenkorps van de deelstaten 91) de filmkeuring 92) de bevoegdheid voor onteigeningen, inclusief de
aankoopcomités 93) het beheerscomité van het Federaal Kenniscentrum voor
de Gezondheidzorg (gedeeltelijk) 94) het verkeersboetefonds 95) de
Hoge Gezondheidsraad (gedeeltelijk) 96) E-Health (gedeeltelijk) 97) de beheersorganen van de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen (gedeeltelijk) 98) de personenbelasting (gedeeltelijk) 99) de vennootschapsbelasting (gedeeltelijk) 100) het kiesarrondissement BHV 101) het gerechtelijk arrondissement BHV 102) de Hoge Raad voor Justitie (gedeeltelijk)
Tour dhorizon du gouvernement fédéral si la N-VA mettait ses
promesses en uvre. Voilà une pléiade de têtes ministérielles qui
roulent...
Cest un exercice rhétorique auquel se sont livrés quelques experts
communautaires francophones: quadviendrait-il du gouvernement actuel si
la N-VA pouvait appliquer telles quelles ses demandes ? "Bart De Wever ne sécarte pas dun iota du programme de son parti, souligne un expert. Cest à prendre ou à laisser." Essayons de le prendre au pied de la lettre.
Voici la composition actuelle du gouvernement fédéral, avec en regard de cela le devenir futur des attributions:
- Premier ministre : Yves Leterme(CD&V ) : chancellerie du gouvernement, ministre de la Mer du Nord et de la Mobilité mer du Nord.
La
N-VA et le CD&V veulent une régionalisation totale de ces matières.
Mobilité: N-VA et CD&V veulent un transfert quasi-total de toute
cette compétence aux Régions (code de la route, circulation routière,
apprentissage, contrôle technique, navigation intérieure, transport par
rail, sécurité routière, aéroports).
- Didier Reynders(MR): vice-Premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles.
Resteraient fédérales : les réformes (mais y en aurait-il encore?), la Loterie Nationale,
et la dette publique. Le reste : impôts, fisc, contrôles, fiscalité,
régie des bâtiments, fonds de participation, cadastre, tout est demandé à
être régionalisé par la N-VA.
- Laurette Onkelinx (PS):
vice-Première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique. Cest une des rares matières où peu de demandes existent de
la part de la N-VA.
- Guy Vanhengel (Open Vld): vice-Premier ministre et ministre du Budget . Le budget fédéral serait réduit à peu de choses.
- Steven Vanackere (CD&V):
vice-Premier ministre et ministre des Affaires étrangères. La N-VA veut
que les entités fédérées soient mieux représentées au niveau
international, et que les Régions servent de moteur au développement
économique régional à létranger avec une meilleure visibilité du
potentiel des entités fédérées.
- Joëlle Milquet(CDH):
vice-Première ministre et ministre de lEmploi et de lEgalité des
chances chargée de la politique de migration et dasile. Tant en emploi
quen asile, il ne resterait pratiquement plus rien de fédéral, que
quelques parastataux ici et là en voie dextinction.
- Annemie Turtelboom (Open
Vld): ministre de lIntérieur. La N-VA veut régionaliser lorganisation
des élections, la tutelle et lorganisation des services dincendie et
de secours, la tutelle sur la police et les investissements en termes de
police, la protection civile. Il ny aurait plus que le fond des
calamités qui resterait fédéral.
- Sabine Laruelle (MR):
ministre des PME, des Indépendants, de lAgriculture et de la Politique
scientifique. Toutes ces matières seraient régionalisées.
-Michel Daerden
(PS): ministre de lIntégration sociale, des Pensions et des Grandes
villes. La N-VA veut la régionalisation de la politique des grandes
villes, mais le trou des pensions resterait fédéral. La N-VA veut son
propre système de pension pour les fonctionnaires des administrations
flamandes.
- Pieter De Crem (CD&V): ministre de la Défense. Personne ne demande rien en matière de Défense...
- Paul Magnette(PS): ministre du Climat et de lEnergie. La N-VA veut la régionalisation totale de ce département.
- Charles Michel (MR): ministre de la Coopération au développement. La N-VA veut la régionalisation totale de ce département.
- Inge Vervotte (CD&V):
ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques. Fonction
publique, il nen resterait plus beaucoup, la plupart des
fonctionnaires devenant régionaux. Entreprises publiques : la N-VA veut
la régionalisation totale de la SNCB, de tous les moyens de transports et de Belgocontrol. Seul Belgacom y échappe pour linstant.
- Vincent Van Quickenborne (Open Vld) : ministre pour lEntreprise et la Simplification. La N-VA veut la régionalisation totale de ce département.
- Stefaan Declerck (CD&V) : ministre de la Justice. La N-VA veut la régionalisation partielle de ce département.
"Op de eerste dag dat de Senaat volledig samenkomt, legt de sp.a-fractie
meteen een wetsvoorstel op tafel om nog deze legislatuur definitief de
Hoge Vergadering te hervormen tot een niet-permanente instelling."
http://www.hln.be/hln/nl/957/Belgie/article/detail/1135192/2010/07/20/Sp-a-wil-Senaat-meteen-afschaffen.dhtml (HLN, 20 augustus 2010)
http://www.senaat.be/www/?MIval=/index_senate&MENUID=22110&LANG=fr = http://www.senate.be/www/?MIval=/publications/viewPub.html&COLL=S&LEG=4&NR=1463&VOLGNR=1&LANG=fr (VAN DE LANOTTE-DELPEREE) ?
"Bien étonnés de se trouver ensemble, was het gevoel bij N-VA en Groen! zondag, toen het onderwerp Senaat'
werd aangesneden door de preformateur. In het voorstel van preformateur
Elio Di Rupo (PS) was sprake van een zoveelste hervorming van de Hoge
Vergadering'. Niet akkoord', stelde de N-VA, dat al langer pleit voor
de afschaffing van de Senaat. Maar ook Groen! trok behoorlijk aan de kar, ook zij willen definitief komaf maken met de overbodige instelling. (sic ! BY) SP.A en CD&V, nochtans ook voorstanders van een afschaffing, hielden
zich opvallend op de vlakte. Maar blijkbaar had het gemeenschappelijke
groen-gele front toch effect, want in de tekst die Di Rupo gisterennacht
presenteerde was sprake van een definitieve overgang naar een
eenkamerstelsel'. Vraag blijft of dat in het definitieve akkoord
overeind blijft." (DS, 17 augustus 2010)
"Si les présidents de parti ont pu quelque peu souffler, ces deux
derniers jours, les experts, eux, ont poursuivi leur travail sur
différents domaines. Notamment lemploi, la loi de financement,
Bruxelles mais aussi le Sénat. Un groupe de travail a en effet été créé,
pour étudier la suppression de la Haute assemblée" (Le Soir, 21 augustus 2010)
"De Senaatwordt hervormd (N-VA en Groen! vragen de afschaffing)."
(De Standaard, 24 augustus 2010)
"Ook over de afschaffing van de Senaat,
over de kinderbijslag naar de gemeenschappen of naar de gewesten en
over de voorstellen om meer ethiek in de politiek te brengen moet nog
doorgepraat worden."
Men
kan de opmars van de N-VA en van
Bart De Wever betreuren. Maar meer betreurenswaardig is het dat geen enkele
partij ten gronde de contradicties en onwaarheden die in zijn
Vlaams-nationalistisch discours verscholen gaan, fundamenteel in vraag stelt.
Daarmee dedouaneren ze een nationalisme, dat eigenlijk banaal want
inhoudsloos is.
De
nationalisten, die het voortdurend en dit gedurende jaren hadden over over
de onwettigheid van de verkiezingen indien BHV niet gesplitst was, hebben er
zelf niet alleen aan deelgenomen maar zullen ze ook nog goedkeuren in het
Parlement. En dat is maar één contradictie. Wat te denken
van het feit dat men nu hoort dat de Franstaligen, nu een staatshervorming
moeten aanvaarden. Zoniet zorgen ze voor het einde van België. Beschuldigde N-VA de anderen niet van bangmakerij?
Maar, meer nog, moet de andere taalgroep maar ook de alle Belgen die geen
verdere defederaliseringen wensen kiezen tussen de afbraak of ... de
sloop? Wat met de Grondwet waarin ingeschreven staat dat een staatshervorming
maar kan wanneer men in beide taalgroepen een meerderheid vindt? Daardoor is
het perfect legaal om een staatshervorming te wijzigen. Of geldt de Grondwet
enkel maar om dingen te lezen die er niet instaan, zoals de splitsing van een
kiesarrondissement of een kroonprins die geen uitspraken mag doen?
Nog
een flagrante contradictie. De traditionele partijen, die nu al 20 jaar het
radicale nationalisme van het Vlaams Blok later Vlaams Belang bestreden
hebben en elke deelname, zelfs op lokaal vlak en met deze partij plechtig
geweigerd hebben om samen een beleid uit te stippelen (cordon sanitaire),
staan bijna allemaal te springen om met de radicale nationalisten van de N-VA te regeren. De N-VA is niet tegen de Walen, maar weigert er wel mee in een
democratisch staatsverband mee samen te leven. Het adagium is nu dat we een
communautair akkoord vooral niet mogen blokkeren, want dat is spelen met
vuur. Dit akkoord zal erop gericht zijn om de Belgische federatie verder te
ontmantelen en dus, meer nog dan vandaag, de solidariteit en de democratische
dialoog over verscheidene themas tussen de vertegenwoordigers van
verschillende taalgroepen in ons land op te heffen.
Wie
zich hiertegen verzet is een querulant en een polemist. De toekomst is aan de
splitsers en moet een homogene gemeenschap creëeren. Welnu, deze retoriek is
een afspiegeling van de paradox die in de basisideologie van het Vlaams Belang
schuilgaat. Wie pleit voor multiculturaliteit, krijgt steevast de volle laag
van de partij die staat voor gesloten grenzen, een streng uitwijzingsbeleid en
uitgesproken opvattingen heeft over mensen die toevallig tot een andere
godsdienst behoren. Wie pleit tegen de multiculturaliteit enz. is een goede
Vlaming en staat voor een homogene samenleving. De verzoeners zijn dus
multiculturele ruziestokers, diegenen die zich tegen het kosmopolitisme keren
zijn voor een vreedzame samenleving. Of, naar de N-VA vertaald, de federalisten en unitaristen zijn de stugge
blokkeerders, de splitsers brengen harmonie.
De N-VA pleit voor confederalisme als een
tussenstap naar een onafhankelijk Vlaanderen. Mooi. Nochtans is een
confederatie een bond van onafhankelijke staten die zelf beslissen wat ze nog
samen doen. Anders gezegd, de oprichting van een confederatie is pas mogelijk
binnen een post-secessionistisch scenario. Je kan dus niet én
voor confederalisme én tegen Vlaamse onafhankelijkheid
zijn. Dat geen enkele partij wijst op deze evidente tegenstelling is normaal:
OPEN VLD en CD&V pleiten zelf voor confederalisme. Sommige Franstalige
partijen spreken van een semantische discussie. SP.A en Groen! roeien met de nationalistische
stroom mee.
Volgende
contradictie. De N-VA pleit voor
het overhevelen van bevoegdheden van de federale staat naar de deelstaten. Dat
is in een confederaal model natuurlijk onmogelijk, omdat de onafhankelijke
lidstaten daar zelf als ze dat willen bevoegdheden overdragen naar het
confederale niveau. Niemand die het tegenspreekt. Dat is natuurlijk ook
moeilijk, daar elke partij in min of meerdere mate een voorstander is van
regionaliseringen en communautariseringen. Inspiratie voor deze taalgebonden
defederaliseringen zullen ze echter niet vinden in een liberaal, socialistisch
of ecologistisch discours, maar enkel in het nationalisme. De N-VA stelt voorts dat het probleem in België bij de structuren en
niet bij de mensen ook niet bij de politici ligt. Dat is toch een
verbijsterende stelling, want uitgerekend de Volksunie, waarvan de N-VA een opvolger is, heeft deze
federale structuren mee gewild, mee uitgetekend en mee gestemd. Dit is ook een
onware stelling. Want ook al werken de Belgische structuren op zn zachtst gezegd niet optimaal, met politici die denken aan
het algemeen belang kan men zelfs een zo ingewikkeld, duur, inefficiënt en
ondemocratisch systeem als het onze doen werken.
Dat
brengt ons bij het ander thema. België, zo de N-VA, is de optelsom van twee democratieën
en dus geen democratie. België kan dus beter verdwijnen volgens de partij. Als
België geen democratie is, wat is het dan wel? We hebben nog geen lid van de
partij horen stellen dat we in een dictatuur leven, noch in een autocratie,
noch in een totalitair regime. Wel is het zo dat de Belgische democratie
onvolmaakt is. Terecht kan men zich de vraag stellen of dit niet in grote mate
het gevolg is van nationalistische agitatie. Zo zijn alle parlementaire
partijen op taalbasis ingedeeld, gelden in het parlement bijzondere
meerderheden, alarmbelprocedures e.d.m. Welnu, deze mechanismen zijn de wil
geweest van zowel francofone als Vlaamse nationalisten en regionalisten.
Diezelfde nationalisten weigeren een Brabantse of een nationale kieskring
elementen die België democratischer zouden maken. Ze willen, integendeel, de
enige meertalige (en dus democratische) kieskring in België splitsen. Ze willen
meer bevoegdheden splitsen, zodat er nog meer samenwerkingsakkoorden en
overlegcomités (die niet door een gekozen parlement kunnen gecontroleerd
worden) ontstaan.
Vraag
is dan of een confederaal systeem België wel democratischer en efficiënter zal
maken. Daarvoor is het nodig om te kijken naar de eigenschappen van een
confederatie. Een confederatie kent allereerst geen Grondwet, maar wordt
gevestigd door een verdrag dat onder het internationale recht valt. Zodoende
worden de Belgen die vandaag in dezelfde staat wonen in twee of meer
afzonderlijke staten ondergebracht. Zij zullen zich niet langer verhouden als
burgers van dezelfde staat, maar wel als inwoners van twee staten. De
diplomatieke relatie tussen Vlaanderen en Wallonië wordt derhalve
geïnstitutionaliseerd. Dat brengt mee dat het overleg tussen staten, het aantal
overlegcomités enz. exponentieel en parallel met het democratisch deficit
zal stijgen.
Een
confederatie bestaat bovendien in Belgische context altijd uit drie delen de
gewesten of de gemeenschappen. Dus ook al raken Vlaanderen en Wallonië het
in diplomatieke onderhandelingen over alles eens, dan kan de kleinste deelstaat
alles blokkeren. De nationalisten beseffen dit wel, vandaar ook hun voorstel om
Brussel onder co-bestuur van de twee grote gemeenschappen te brengen. Op
Brussels vlak wil de N-VA dus
enerzijds een soort samenwerkingsfederalisme invoeren voor alle materies,
waarvan ze zelf zeggen dat het op Belgisch niveau onmogelijk is.
Anderzijds
en geheel in tegenspraak hiermee willen de nationalisten alle bevoegdheden
op Brussels niveau centraliseren (o.m. door één
politiezone te creëeren, door de macht van de gemeentebesturen uit te hollen
enz.). Dat doen ze, naar eigen zeggen, om de versnippering tegen te gaan. Niet
alleen is dit een flagrante contradictie met hun confederaal verhaal, het is
meer nog onlogisch, gelet op het feit dat de N-VA zich tegen unitarisme op Belgisch niveau waar de
bevoegdheden nog méér versnipperd zijn kant. Hoe dan ook, een
confederaal systeem verhoogt de inefficiëntie en het democratisch gehalte van
het beleid, hoewel de N-VA die zo
zegt de partij wil wegwerken.
De N-VA pleit, geheel in die lijn, in zijn
programma voor een afschaffing van de Senaat en voor een onrechtstreekse
verkiezing door de deelstaten van de Kamer. Dat is een regelrechte
terugkeer naar het getrapt kiesstelsel van het Ancien Régime. En dat voor een
partij die de monarchie geregeld vergelijkt met een instelling uit dit bestel
(parlementen ontstonden overigens in de middeleeuwen) ! Geen enkele partij of
journalist kaartte dit aan.De N-VA
pleit ook voor solidariteit. Maar welke solidariteit? Citaat: Maak
(...) komaf met transfers die het tegenovergestelde effect hebben op
tewerkstelling en economische groei, begin met solidariteit die Wallonië
opnieuw doet geloven in zichzelf. (N-VA
programma, p. 66). Deze solidariteit zal blijkbaar niet plaatsvinden tussen
personen, maar wel tussen lidstaten in een statenbond. Daarbij geldt dan dat de
rijkere lidstaat ten allen tijde de solidariteit eenzijdig kan opschorten.
Wat normaal geregeld wordt in een democratisch verkozen parlement, moet
voor de N-VA gebeuren door
vrijblijvende gesprekken tussen verscheidene uitvoerende machten. Dit is de
triomf van het diplomatieke op het democratische denken, iets wat men op
Europees niveau trouwens zoveel mogelijk probeert weg te werken.
In
veel van het discours van de N-VA
zit een determinisme verscholen. Voor Bart De Wever is de Belgische natie al
honderd jaar aan het uiteenvallen. Daarbij definieert hij niet precies wat een
natie is. Wel horen we dat Nederlands- en Franstaligen een andere publieke
cultuur hebben, andere dagbladen lezen, andere beleidsvisies hebben enz. Wat
de Vlaamse (Waalse) kijk op milieu, mobiliteit, sociale zekerheid enz. is, vernemen
we er niet bij. Zijn daar geen tegenstellingen tussen bijvoorbeeld socialisten
enerzijds en liberalen anderzijds? Lazen de Belgen in 1900 dezelfde dagbladen?
Lezen de Zwitsers vandaag dezelfde kranten?
Andere
nationalisten zeggen dat België geen natie is, maar een artificiële creatie uit
de 19de eeuw (Vlamingen en Walen leven gedwongen samen). In 1830
leunden de Belgische patriotten, aldus de Vlaams-nationalistische
historiografie, aan bij Frankrijk. Het huwelijk moet volgens hen dus
ontbonden worden. Eerste vaststelling: België is ouder dan 1830 en bestaat als
protonatie al minstens sedert de 16de eeuw. Net zoals Duitsland
ouder is dan 1870 en Frankrijk ouder dan de Franse revolutie. Van een
statenbond ontwikkelde België zich naar de eenheidssstaat van 1830. Het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, de V.S.A, Zwitserland enz. maakten
gelijkaardige processen van staatsvorming door. Als de nationalisten het
uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1830 betreuren, dan
is het vreemd dat ze de Nederlanden nog verder willen versnipperen. Voorts zijn
alle staten kunstmatig. Regios als Vlaanderen en Wallonië zijn nog véél
kunstmatiger dan België (ze zijn er een neocreatie van), idem zo voor de
Europese Unie. Wie zich tegen het kunstmatige België richt, moet a
fortiori de E.U. verwerpen, temeer daar die 26 talen en zelfs drie
alfabetten telt. Tenslotte nog volgende bedenking: de huidige Vlaamse Beweging,
waarvan het anti-belgicisme de kern is, is tijdens de Eerste Wereldoorlog
ontstaan. Het is de Duitse bezetter die een Vlaams-nationale beweging heeft
geschapen om het economisch sterke België te destabiliseren ten voordele van
Duitsland. Het kleine groepje flaminganten dat aan de oorsprong van het
hedendaagse Vlaams-nationalisme lag, deed heel wat meer dan aanleunen
bij Duitsland...