De Vlamingen willen nog liever betalen voor de Turken dan voor de Walen. Je
kan het er eens per ongeluk uit flappen, maar als je het daarna officieel
bestempelt als een inconvenient truth die vertolkt wat alle Vlamingen denken,
kan je op die verdediging geen beroep meer doen. Het is de officiële lijn van
de N-VA en is dat allicht stilzwijgend altijd al geweest. Proef wat deze
woorden betekenen. Vlamingen willen nog liever betalen voor de Turken dan voor
de Walen. Vlamingen willen blijkbaar ook voor de Turken niet betalen, waarmee
de Turken meteen met het stigma van profiteurs worden bedacht in de denkwereld
en de communicatie van de N-VA. Maar erger nog zijn de Walen. Als het dan echt
moet, halen we toch maar onze portefeuille boven voor de Turken, als we maar
niet meer moeten betalen voor de Walen. En het is in ons aller naam dat de N-VA
die giftige onzin de wereld instuurt. Zoveel valse waarheden en onuitgesproken
beschuldigingen werden nog maar zelden zo kort samengebald.
Het is één zaak om een bevolkingsgroep te bestempelen als profiteurs met
sprekende beelden van zogenaamde vrachtwagens met Vlaams geld die naar Wallonië
worden gevoerd om zo een verkiezing te winnen. Het is al een andere zaak als je
moedwillig op dezelfde leugenachtige nagel blijft slaan om zo je giftige
denkbeeld door herhaling tot volkswaarheid te verheffen en in één beweging die
andere bevolkingsgroep te stigmatiseren en te beledigen, ook al vinden de media
dat nog zo leuk. Wanneer je echter de belangrijkste speler bent in een
onderhandeling met die andere bevolkingsgroep om te komen tot een
staatshervoming, een sociaaleconomische hervorming en een sluitende begroting,
dan is het ronduit ongehoord op een cruciaal moment met dit soort leuterpraat
de sfeer te verzieken. Tenzij je natuurlijk niets liever wil dan de kar van de
onderhandelingen definitief in de gracht te rijden, om vervolgens verder te
gaan met de gratuite oppositie.
Even voor de duidelijkheid: er is een transfer van Vlaanderen naar Wallonië.
Die staat in de financieringswet ingeschreven en is tot de laatste eurocent
bekend. Het getransfereerde bedrag ligt in dezelfde grootteorde als het bedrag
in andere federale staten, zoals bijvoorbeeld in Duitsland, waar de N-VA zo
graag als voorbeeld naar verwijst. Maar de N-VA doelt niet op die betalingen,
maar meer op de tot volkswaarheid verheven transfers in de sociale zekerheid.
In België betalen rijken voor de armen, mensen met een baan voor werklozen,
gezonden voor zieken, en jongeren voor ouderen, onafhankelijk van hun taal of
woonplaats. Die transfer hangt evenmin af van je geslacht, van de kleur van je
haar, je lichaamslengte, de teint van je huid of je Turks accent. De berekening
van een Vlaamse-Waalse transfer die steeds opnieuw in andere vormen wordt
aangehaald, suggereert daarom een waarheid die er niet is.
Trek eender waar een lijn door België en je komt uit op een zogenaamde
transfer. Een transfer van groten naar kleinen misschien, een transfer van
blond- naar bruinharigen wie weet, of een transfer van mannen naar vrouwen
allicht, en ga zo maar door. En elk van die transfers is even betekenisloos als
die zogenaamde Vlaamse transfer naar de Walen en de Turken. Het is niet zo dat
Vlaanderen betaalt voor Wallonië, maar gewoon zo dat er in Wallonië gemiddeld
meer armen, zieken en werklozen zijn dan in Vlaanderen. Maar ook de gezonde,
werkende, rijke Waal betaalt voor de zieke, arme, werkloze Vlaming. In de
logica van de N-VA is de eenvoudigste oplossing alle armen, zieken en werklozen
in één provincie onderbrengen en die dan verregaande autonomie geven in de
sociale zekerheid. Door het wonder van de responsabilisering komt alles dan
snel goed. Drie hoeraatjes en straks geloven we het zelf ook nog.
De stiekeme onderliggende veronderstelling is dat al die arme, zieke,
werkloze Walen en Turken eigenlijk profiteurs zijn, hangmatsocialisten enfin,
terwijl de arme, zieke, werkloze Vlamingen gewoon pech hebben, dus die willen
we wel helpen. Alhoewel, reken daar maar niet al te veel op. De heer Dalrymple,
de zelfverklaarde huisfilosoof van de N-VA, vindt de vrijwillige schenking de
optimale vorm van sociale zekerheid. Eerst de luie Walen er uit, dan de
profiterende Turken en dan de arme luie werkloze Vlamingen. Ziedaar het sociale
programma van de N-VA. En daar vragen ze dus alweer een Vlaams front voor. Laat
ons nu toch eens ophouden met de onnozele oorlogstaal en het verbale
spierbalrollen. Dat levert leuke pers op en op korte termijn ook stemmen. Maar
verder niets. We hebben die sociaal-economische hervormingen broodnodig en
dringend ook, maar die realiseer je niet met oneliners, oorlogsretoriek uit de
oude doos en vingers in de wonde. Wel door met de tegenpartij te praten en ze
te overtuigen met argumenten.
n Koen Schoors is professor economie aan de Universiteit Gent.
Maar
zegt u dan ook naast het laten vallen van de N-VA als die blijven dwarsliggen
een regering zonder een grote staatshervorming?
De
Gucht:Wat is dat, een grote staatshervorming? Ja, daar is men nu al
een jaar over bezig. Een grote staatshervorming. Kijk, ik heb niks tegen
een staatshervorming, ik ben ook geen nationalist en ik ben ook geen
staatsnationalist. Voor mij gaat het hem erover: waar kunt ge de bevoegdheden
het beste uitoefenen? Dat is het enige criterium dat geldt. Maar, wat ik wel
weet is dat de idee die die grote staatshervorming zo populair heeft gemaakt
in nogal wat middens is de gedachte: dan gaat ons dat in Vlaanderen allemaal
minder geld kosten.
Dat
is niet waar. Een staatshervorming, dat brengt eigenlijk geen geld op. Hoe zou
dat trouwens kunnen? In Congo kunnen ze geld drukken, maar hier kunnen we
dat niet. Dus, met andere woorden, een staatshervorming is een herverdeling
van het bestaande geld. En als je al met een federale overheid zit die
ondergefinancierd is daar is iedereen het over eens als dan nog eens
meer geld zou moeten gaan naar de regios, ja... (verheft stem) Vanwaar
komt dat geld dan?? Ofwel komt dat van de schuld, ofwel wordt die federale
staat nog armer.
Dus,
laat los, die staatshervorming?
De
Gucht:De idee dat je de grote problemen die zich nu stellen
namelijk hoe betaalt ge de pensioenen in de toekomst, hoe zorgt ge ervoor dat
het tekort op de begroting verminderd wordt, hoe gaat ge uw arbeidsmarkt beter
laten werken, hoe stelt ge meer mensen te werk oplost door een
staatshervorming ... dat zijn GEEN LOGISCHE oplossingen die je bereikt VIA EEN
STAATSHERVORMING.
Met
andere woorden, die heeft men niet nodig?
De
Gucht:Men spiegelt de mensen voor dat een staatshervorming
waar ik op zich niks tegen heb het alleszaligmakende idee is. Dat is
niét waar. En ik ben trouwens niet de enige die dat zegt, professor De Grauwe
heeft dat ook gezegd, dat alle problemen die ge moet oplossen, daar zult ge
eerst en vooral voor moeten besparen. Dat is de grote uitdaging.
Welke
financieringswet dat ge nu ook zou kunnen uitvinden he, de eerste tien jaar
hebt ge daar geen enkel effect van, want ge gaat moeten krabben om dat geld
bijeen te krijgen om de schuld te betalen.
Dus
ik onthou: snel een regering, dan maar zonder N-VA en desnoods zonder grote
staatshervorming? Maar denkt u niet dat u met die uitspraken het onze politici
nog moeilijker maakt? Het ratingbureau Fitch heeft ook gezegd dat een grote
staatshervorming nodig is om in 2015 een overschot te boeken op onze begroting.
Gaat u met uw uitspraken het ons land niet lastiger maken?
De
Gucht: Ik heb het verslag van Fitch gelezen. Dat een staatshervorming
staat daar NIET in. Er zijn politieke partijen die zeggen dat dat daarin staat,
maar dat staat er niet in. Wat daar instaat is dat men wacht op een
politieke doorbraak, want dat een politieke doorbraak in België nodig is om een
aantal besparingen te kunnen doen. MAAR DAT DAAR EEN GROTE STAATSHERVORMING
VOOR NODIG IS, DAT STAAT DAAR NIET IN, he. Nu, sommigen hebben dat daarin
gelézen van de partij van mijnheer Bracke trouwens maar dat staat daar
letterlijk NIET in he.
Dus,
Fitch heeft geen gelijk of het staat er niet in dat er een grote
staatshervorming nodig is?
De
Gucht: Wat Fitch zegt is: ge moet dringend orde op zaken stellen,
besparingen doen, ge moet maken dat uw begroting in orde komt en we zijn er
niet zeker van dat dat lukt, want jullie slagen er zelfs niet in om een
regering te maken. Dat staat daarin en, ja, iedereen die daar van buiten uit
naar kijkt, ziet dat ook, he.
Uw
mond houden, dat is geen optie voor u, he mijnheer Degucht?
De
Gucht: Maar waarom eigenlijk?
Omdat
er anderen zijn die dat wel doen, neem nu Wilfried Martens, die komt zelfs niet
praten over de Belgische politiek. Guy Verhofstadt ga je ook nooit op een
uitspraak daarover betrappen, Jean-Luc Dehaene die hadden we hier vorige week
nog, die lost het op zijn manier op. Als we iets aan hem vragen over de
regeringsvorming te zeggen dan antwoordt hij dat hij sinds de verkiezingen
afgehaakt heeft. Hij vindt het niet de
rol van zijn generatie om daar commentaar over los te laten. In zijn jongere
tijd heeft hij zo zegt hij teveel het commentaar van de ouderen op zijn
dak gekregen over hetgeen wat hij deed dus doet hij er niet aan mee... Dat is
uw stijl niet?
De
Gucht: Eerlijk gezegd vind ik, dat, als mijn daar zijn mening NIET over
zegt, dat getuigen van een tekort aan burgerzin. Zeggen kijk, we laten
dat maar over aan diegenen die daarover praten en we zien wel wat er vroeg of
laat gebeurt. Ik vind dat een rare houding. Trouwens, ik behoor ook niet tot de
generatie van mijnheer Dehaene. Ik vind, eerlijk gezegd, dat ik daar als
burger een beetje de plicht heb om te zeggen: Waar zijn jullie nu eigenlijk
mee bezig !? Enfin, waar moet dit naar toe? En trouwens, er is een
opiniepeiling geweest, een Europese opiniepeiling die ernstig gebeurd is
waaruit blijkt dat dat voor 60% van de Belgen ook de eerste vraag is die ze
zich stellen; waar moet dat naartoe met die staat? Hoe moet dat hier ooit
opgelost geraken? Dus dat mensen die toch wel enige ervaring hebben in de
Belgische politiek zeggen: open eens uw ogen! Waar bent u nu eigenlijk mee
bezig? Spreekt u niet over FATA MORGANAS?... Ja, ik vind dat men recht
eerst en vooral, maar, ten tweede, ook mijn plicht om dat te doen.
BRUSSEL - 'Haast je
langzaam, zeer langzaam.' Het lijkt wel de lijfspreuk van formateur Di
Rupo voor de komende weken. Er is zelfs al sprake van vakantieplannen.
Van onze redactrice
Ook al lijkt de kans op een finaal akkoord mét de N-VA zo
goed als onbestaand, met een gebetonneerde glimlach ging Elio Di Rupo
(PS) gisteren aan de slag als formateur.
Niet toevallig charmeert hij in zijn eerste contacten twee
CD&V-kopstukken: voorzitter Wouter Beke en premier Yves Leterme.
Gistermiddag sprak hij de premier over de begroting. Hoe beter Leterme
lopende zaken draaiende kan houden, hoe comfortabeler Elio Di Rupo zijn
formateursschap kan vervullen.
Hij wil daarvoor zijn tijd nemen en lijkt potdoof voor de
smeekbede van de N-VA om nu snel te gaan. Volgende dinsdag start hij
bilaterale gesprekken met de negen partijen. Per mail heeft hij alle
negen gevraagd om saneringsvoorstellen voor de overheidsfinanciën. Tegen
2015 moet ons land minstens 17 miljard euro besparen om geen tekorten
meer te boeken.
Aan Leterme vroeg Di Rupo dat hij het monitoringcomité - de
werkgroep topambtenaren die de begroting in het oog houdt tijdens
lopende zaken - de opdracht zou geven om nieuwe cijfers bijeen te
zoeken. Dat duurt 'misschien wel twee weken'.
Di Rupo wil de besparingsoefening ook al doorvoeren voor
2012, zo verklaarde hij na afloop van de ontmoeting met Leterme. Dat
betekent dat die maatregelen al in het najaar goedgekeurd zouden moeten
worden. Slaagt men er pas in om vanaf 2013 een saneringspakket op te
stellen, dan 'moet de inspanning geleverd worden over drie in plaats van
vier jaar en dreigt die ondraaglijk te worden voor de burger'.
N-VA of niet
Waar wil Di Rupo naartoe als formateur? Officieel naar een coalitie waar
ook de N-VA deel van uitmaakt. Vanmiddag staat er overigens een
ontmoeting met Bart De Wever op het programma.
Maar of Di Rupo daar eigenlijk zelf nog in gelooft, is
bijzonder twijfelachtig. N-VA geduldig, heel geduldig losweken van de
andere partijen dan maar? Dat pakt (voorlopig) niet. Premier Leterme, zo
klonk het in zijn omgeving, herhaalde ook gistermiddag nog eens dat
zijn partij niet zonder de N-VA en niet zonder een staatshervorming zou
vertrekken in een nieuwe regering. Di Rupo gaf aan de SP.A niet te
willen lozen.
In elk geval gaat Di Rupo de komende weken een nota over de
begroting opstellen. Over die nota mogen de negen partijen zich
uitspreken.
Te verwachten valt dat hij daarbij bijzonder veel oog zal
hebben voor wat CD&V budgettair verlangt. Dat de manier waarop de PS
de overheidsfinanciën wil saneren veraf staat van de zienswijze van de
N-VA, is zo klaar als een klontje. Het volstaat om de 1 mei-boodschap
van Di Rupo naast verklaringen van de N-VA over de begroting te leggen.
'Sociaal-economisch wil de N-VA inzetten op besparingen en op
hervormingen in de sociale zekerheid', klonk het dinsdag in een
communiqué.
De PS hanteert als gouden stelregel dat voor iedere euro
besparingen er ook een euro extra inkomsten nodig is. Vijftig procent
van het 'gat' opvullen door te besparen, vijftig procent door nieuwe
belastingen dus.
Communautair wil Di Rupo zich zoveel mogelijk baseren op de
nota van Wouter Beke. Maar die nota heeft op essentiële knelpunten geen
knopen kunnen doorhakken. De wetsvoorstellen over
Brussel-Halle-Vilvoorde zijn 'imbuvable' voor Di Rupo en alle
Franstalige partijen.
De voorstellen voor een nieuwe financieringswet blokte Di Rupo af in een brief.
De verklaringen van Vlaams
minister-president Kris Peeters (CD&V) begin april 2011 als zou Brussel nooit
een volwaardig gewest worden[1],
lokten langs Franstalige kant furieuze reacties uit. Eén van de gevolgen was de
versnelde omdoping van de Franse gemeenschap tot de zogenaamde federatie
Wallonië-Brussel.Daarmee wilden de
Franstalige politici aangeven dat Brussel onlosmakelijk verbonden is met het
Waals gewest. Het gaat weliswaar om een symbolische daad die geen enkele (grond)wettelijke
basis heeft[2].
Onder de symboliek sluimert echter ook een groeiend ongenoegen in Franstalige
politieke kringen over de nationalistische radicalisering in de Vlaamse
partijpolitiek. Het antwoord daarop, een francofoon nationalisme, is natuurlijk
ten gronde fout. Maar het laat wel doorschemeren aan wat een hypothetische
Vlaamse republiek zich mag verwachten, mocht het zich, door de blindheid van
zijn politieke klasse, in een separatistisch avontuur storten.
Volgens de nationalisten zijn er nochtans
verschillende gegronde redenen om aan te nemen dat Vlaanderen Brussel wel kan
behouden indien het onafhankelijk zou worden. Maar kloppen die ook?
1) Historische rechten?
Vlaams-nationalisten opperen soms
dat Brussel historisch een Vlaamse stad is en dus Vlaanderen toekomt.
Allereerst is deze stelling fout. Brussel is historisch een Brabantse stad.
Bovendien zijn er andere steden die historisch Vlaams zijn: Rijsel, Duinkerken,
Kassel, Dowaai, Atrecht... Gaan die thans Franse steden ook Vlaanderen in de
schoot vallen? (Königsbergen was ooit een Duitse stad, net zoals Minsk een
Litouwse stad was, waar stoppen zulke redeneringen?). Brussel was ooit wel een
Nederlandstalige stad, al is ook dat niet helemaal correct. In Brussel werd een
Brabantse streektaal gesproken[3]. Maar
belangrijker is dat al deze historische argumenten volkomen waardeloos zijn in
het internationale recht. Neem nu het geval van Kosovo: ooit een volledig
Servische streek die zelfs tot het spirituele en politieke centrum van dat land
uitgroeide. Pas in de 19de eeuw verdrongen de Albanezen de Kosovaren
als dominante bevolkingsgroep. Dat neemt niet weg dat Kosovo vandaag de
facto onafhankelijk (en de iure door een pak landen waaronder
België ! als dusdanig erkend wordt) is en dit alles ondanks de Servische
claims op een grondgebied dat vandaag voor 92% uit Albanezen bestaat.
2) Hoofdstad van Vlaanderen?
Anderen wijzen op het feit dat
Brussel (ook) hoofdstad van Vlaanderen[4]
is. Nochtans oordeelde het hof van Cassatie al in 1983 dat de Vlaamse
gemeenschap niet het recht heeft om een eigen hoofdstad te hebben die term is
enkel toepasselijk voor staten laat staan een extraterritoriale hoofdstad[5].
De toenmalige Vlaamse executieve heeft dit arrest dan wel naast zich neergelegd
door een andere invulling te geven aan de term hoofdstad, maar dat verandert
niets aan de kern van de zaak.
3) Wordt de taalgrens automatisch
een staatsgrens?
Sommige nationalisten menen dat bij
Vlaamse onafhankelijkheid Brussel zomaar als vanzelf in de schoot van de nieuwe
republiek zal vallen[6].
Ze baseren zich hiervoor op het feit dat de taalgrens tussen Vlaanderen en
Wallonië een staatsgrens zou worden en dat alles wat binnen dat gebied ligt,
Vlaanderen zou toebehoren. Er bestaat nochtans geen enkel precedent waarbij een
taalgrens tussen twee min of meer even grote gebiedsdelen plots een staatsgrens
wordt, ongeacht de taalgemengde zones. Bovendien loopt er tussen het Vlaams en
het Brussels gewest ook een taalgrens. In het internationaal recht geldt het Uti
possidetis. Kort samengevat komt dat neer dat wat je al hebt, behouden
blijft. Anders gezegd: de oude binnengrenzen worden de staatsgrenzen. Sommigen
opperen dat Brussel dan ook aan Vlaanderen toekomt, omdat de Vlaamse
gemeenschap ook in Brussel bevoegd is. Nochtans beschikken de gemeenschappen
niet over een eigen grondgebied. De grondwet laat hierover niet de minste
twijfel bestaan. De parlementen van de Franse en de Vlaamse gemeenschap regelen
bevoegdheden bij decreet. Die decreten hebben kracht van wet respectievelijk
in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien
van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die,
wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de
ene of de andere gemeenschap[7].
4) Een kwestie van territoriale
eenheid?
Allemaal goed en wel, hoor je dan
zeggen, maar als Vlaanderen onafhankelijk wordt, zal de internationale
gemeenschap geen enclaves aanvaarden. Zo komt Brussel dus toch bij Vlaanderen[8]. Het
statuut van en- en exclaves werd internationaal gevoelig sedert de kwestie
Nagorno-Karabach. Tijdens het Sovjet-tijdperk maakte de oblast
Nagorno-Karabach deel uit van de SSR Azerbeidzjan. Nochtans bestond de
bevolking eind jaren 80 van de 20ste eeuw uit 75% Armeniërs (een
buurland van Azerbeidzjan) en 20% Azerbeidzjanis. Vanaf 1988 leidden oude
nationalistische spanningen tot een burgeroorlog. De meerderheid Armeniërs
wenste een aansluiting met het moederland en in het machtsvacuüm dat na het
einde van de Sovjetunie ontstond, gingen beide landen mekaar te lijf[9].
Vandaag is de regio defacto onafhankelijk, al wordt de republiek
Nagorno-Karabach door geen enkel lid van de Verenigde Naties erkend. De
controle wordt uitgeoefend door het plaatselijke leger en Armenië, de staat die
tijdens de oorlog erin slaagde om gewapenderhand een territoriale link tussen
de voormalige oblast en zijn eigen grondgebied te bewerkstelligen,
hoewel dit territorium officieel nog steeds deel uitmaakt van Azerbeidzjan.
Nu is het zo dat er het Vlaams en
het Brussels gewest aan elkaar grenzen, hetgeen niet geldt voor het Brussel en
het Waals gewest. Omwille van die reden hoor je vaak (en steeds meer) de roep
van Franstalige politici om van de Waals-Brusselse federatie ook een territoriale
eenheid te maken, bijvoorbeeld door een aanhechting van Sint-Genesius-Rode bij
Brussel. Het feit dat geen enkele Vlaams-nationalistische partij dit ook maar
in overweging neemt bewijst dat zon territoriale link inderdaad de definitieve
doodsteek zou zijn voor elke Vlaams-Brusselse illusie.
Nochtans bestaat er vandaag al een soort
van territoriale eenheid tussen het Waals en het Brussels gewest. Die wordt
gevormd door het tweetalige kies- en gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde. De Vlaamse partijen willen die kieskring splitsen om:
1) een taalhomogeen grondgebied te creëren (en-of) 2) de toekomstige
staatsgrenzen af te bakenen. Om het tegenovergestelde te bekomen wensen de
Franstalige partijen dit niet, tenzij mits compensaties (Brusselse
metropolitane gemeenschap, uitbreiding bevoegdheden Franse gemeenschap tot Rand,
corridor Wallonië-Brussel, uitbreiding Brussel enz.). Het is dus niet zo dat de
Vlaams-nationalisten er zo gerust op zijn dat Brussel zomaar in hun schoot zal
vallen, anders zouden ze niet zo hardnekkig ijveren voor de splitsing van BHV
en tegen de uitbreiding van hun eigen hoofdstad. Anderzijds is het niet zeker
dat in geval van een splitsing van BHV en na een eventuele splitsing van België
Brussel zomaar deel zal uitmaken van Wallonië. Anders zouden de Franstalige
partijen o.a. situaties als die in de Kaukasus indachtig niet zozeer
ijveren voor (het behoud van) een territoriale eenheid.
5) Is een splitsing van BHV een
garantie op een Vlaams Brussel?
Stel dat het lukt om BHV te
splitsen, dan nog is het verre van zeker dat Brussel in de schoot van een
hypothetische republiek Vlaanderen zou vallen. Integendeel zelfs, zou je kunnen
zeggen, omdat de Vlaamse partijen dan zelf elke dubbelzinnigheid opgeheven hebben
door het trekken van een nieuwe staatsgrens: één waardoor Brussel electoraal en
(deels) juridisch buiten Vlaanderen valt[10].
Bovendien is er nog de internationale gemeenschap en de EU en die zal van
Vlaanderen indien het tenminste nog deel wil uitmaken van internationale
instellingen een hoge prijs eisen voor een secessie. We denken dan aan een
overname van het grootste deel van de staatsschuld, een ratificatie van het
Minderhedenverdrag (ironisch genoeg krijgen de Franstaligen in Vlaanderen dan
méér taalrechten dan vandaag), grenscorrecties waarbij faciliteitengemeenten
verloren gaan (bijv. Voeren) en als toemaatje het verlenen van het
zelfbeschikkingsrecht aan Brussel. Men kan een ander gewest immers niet
ontzeggen wat men zelf hoog aanslaat.
De Brusselaars zullen dan een paar
opties hebben waartussen gekozen kan worden. Sommigen opperen dat Brussel,
indien België ophoudt te bestaan, een soort Europees district à la Washington
DC zou kunnen worden, beheerd door de EU. Welnu, de Europese Unie is geen staat
en zal beslist niet de kosten overnemen van de hoofdstad van een uiteengespatte
lidstaat. Die zou dan zeker symbool moeten staan voor het verenigde Europa?
Laten we realistisch blijven. Tweede optie: Brussel wordt onder een soort condominium
geplaatst van een Vlaamse en een Waalse staat. Vandaag al wijzen de Franstalige
partijen binnen België zulk een cobeheer af. Waarom zou bovendien een Belgisch
gewest moeten beheerd worden door twee opvolgersstaten, die zelf berusten op
geweststructuren? Tenslotte is een onafhankelijk Brussel wellicht economisch
onleefbaar (tenzij men de belastingen tot onaanvaardbare hoogten optrekt) en
zal de stadsstaat in fine economische toenadering zoeken tot Wallonië
(wellicht onder Franse paraplu). Daarbij is het beslist niet uitgesloten dat
ook de faciliteitengemeenten (en misschien nog andere perifere steden) tot dit
conglomeraat toetreden. De ca. 200.000 Vlaamse pendelaars in Brussel zullen
uiteraard daar belasting betalen, wat nog eens een economische aderlating
erbovenop betekent voor Vlaanderen...
Slotsom: in geen enkel realistisch scenario
blijft Brussel voor Vlaanderen behouden indien België ophoudt te bestaan. De
historische, noch de hoofdstedelijke rechten weten te overtuigen en wat je
niet hebt kan je niet behouden. Door aan de poten van België zoals BHV te
zagen, knippen de Vlaams-nationalisten (ironisch genoeg) ook de banden met hun
eigen hoofdstad (of wat zij zo beschouwen) door. En dan hebben we het nog niet
eens gehad over de toekomstige taalrechten van de Nederlandstalige minderheid
in een post-Belgisch scenario. De Franstalige partijen spelen handig in op dit
volkomen gebrek aan realiteitszin en geopolitiek inzicht. Maar zelfs de federatie
Wallobrux zal bij de Vlaams-nationalistische partijen de alarmbel niet doen
afgaan. Wellicht is hun haat tegenover België dan toch groter dan hun liefde
voor Vlaanderen.
[2] De
Grondwet deelt België in gemeenschappen en gewesten in. De naamsverandering
van Franse gemeenschap naar federatie Wallonië-Brussel vereist een
grondwetswijziging. In de praktijk verandert er niets: documenten zullen nog
steeds Waals gewest of Franse gemeenschap moeten vermelden, net als dat het
geval is langs Vlaamse kant. Overigens, daar spreekt men óók van de
oneigenlijke naam Vlaanderen, zelfs als het over de Vlaamse gemeenschap in
Brussel gaat.
[3] De verfransing van Brussel
is overigens ouder dan de Belgische onafhankelijkheid.
[5] Zie publicatie van het interessante
arrest in het Belgisch Staatsblad d.d. 29 september 1983.
[6]
Opmerkelijk is dat het radicale Vlaams Belang, bij monde van voorzitter
Valkeniers, die visie niet deelt: Ten gepaste tijde moet Vlaanderen zijn
troeven ten aanzien van Brussel op tafel leggen en de Brusselaars duidelijk
maken dat zij, puur rationeel gesproken, er alle (eigen)belang bij hebben om
bij Vlaanderen aan te sluiten. Enkel Vlaanderen is in staat om de grote
economische en sociale problemen van Brussel op te lossen. Vanzelfsprekend
bestaat de mogelijkheid dat Brussel minstens tijdelijk zijn eigen weg gaat. Dit
is niet de keuze van het Vlaams Belang, maar het mag onze onafhankelijkheid
niet in de weg staan.,VALKENIERS,
B., Brussel: debat geopend, 24 augustus 2009, www.vlaamsbelang.org.
Valkeniers erkent dus dat er zal moeten onderhandeld worden en dat de optie dat
Vlaanderen Brussel verliest reëel is.
[8] In
Europa zijn er een aantal enclaves (gebieden waarvan het grondgebied
volledig omgeven wordt door het grondgebied van een andere staat), zoals
bijvoorbeeld San-Marino en Vaticaanstad. Er zijn ook exclaves (gebieden
die politiek aan een land toebehoren, maar geografisch er niet aan grenzen)
zoals Baarle-Hertog of Kaliningrad (Königsbergen). Dit feit alleen al toont dat
zulke entiteiten op zich kunnen bestaan. Het is niet omdat een territorium
omgeven wordt door een ander dat het er automatisch deel van uitmaakt (is
Zwitserland soms deel van de EU?).
[9] De oorlog bereikte een
hoogtepunt van 1992-1994, waarna een (fragiel) staakt-het-vuren volgde.
[10] Dat Nederlandstalige
Brusselaars niet meer zouden kunnen stemmen op kandidaten uit Halle-Vilvoorde
deert blijkbaar niemand.
Fiscale autonomie, progressiviteit,
responsabilisering, transparantie: ANDRE DECOSTER vindt dat het debat
over de financieringswet soms vervuild wordt door onduidelijkheid en
onvolledigheid. Daarom plaatst hij vier punten op de i.
De verleiding om een antwoord te geven op de
vraag wie verantwoordelijk is voor de politieke impasse is groot. Zo is
er voor deze krant (Veilig aan het handje', DS 13 mei ) geen
twijfel: ze wordt veroorzaakt door de onwil van de Franstaligen om op
eigen benen te staan'. Geen enkele lezer verwerft inzicht in de huidige
politieke impasse door feiten te verwarren met politieke standpunten, of
cruciale elementen uit het verhaal weg te laten. Ik wijs daarom op vier
opvallende lacunes in deze wel eenzijdige analyse.
1. Er wordt geen enkele kritische vraag gesteld bij de roep
om (nog) meer fiscale autonomie' (d.w.z. dat een overheid meer van haar
inkomsten uit eigen belastingen moet halen). Die vraag is nochtans
minder vanzelfsprekend dan ze wordt voorgesteld. In Vlaanderen wordt
vaak beweerd dat Vlaanderen maar 20 procent van zijn uitgaven financiert
uit eigen belastingen. Maar het studiecentrum CERPE van de universiteit
van Namen berekende onlangs dat de graad van fiscale autonomie 62
procent bedraagt, als men zich beperkt tot de gewestelijke uitgaven, en
rekening houdt met de door de regio's toegekende belastingverlagingen.
Beide cijfers zijn juist. Maar het illustreert dat je het
debat niet vooruithelpt als je de onderliggende politieke keuzes van een
berekening niet verheldert. Het Belgisch federalisme verschilt immers
van dat van andere federale landen, omdat er bij ons gewesten én
gemeenschappen zijn. Enkel gewesten kunnen belastingen heffen. De
gemeenschappen hebben geen fiscale bevoegdheid. In principe is dat niet
onmogelijk, maar dan moet elke inwoner van het Brussels Gewest zich
bekennen tot een van de twee gemeenschappen. Net daarom is de
afwezigheid van fiscale autonomie voor de gemeenschappen een duidelijke
politieke keuze. Ze wordt niet toevallig betwist door die partijen voor
wie de weigering van menig Brusselaar om exclusief tot een van de twee
gemeenschappen te behoren, een doorn in het oog is. Nagenoeg nooit wordt
aan lezer (of kiezer) uitgelegd welke politieke keuzes er gemaakt
worden als men ook aan de gemeenschappen belastingbevoegdheid zou willen
geven.
2. Iemand moet toch eens uitleggen, waarom men, als men dan
toch voor meer fiscale autonomie gaat, aan Vlaamse kant zo halsstarrig
vasthoudt aan die fameuze split-rate in de personenbelasting. Hoge
inkomens betalen gemiddeld meer personenbelasting dan lage inkomens. Dat
is de progressiviteit' van de personenbelasting. De meeste economen
zijn het erover eens dat herverdeling tussen mensen op het federale
niveau moet blijven. Alle negen betrokken partijen onderschreven dat
principe bij de gesprekken over de Financieringswet vorige zomer.
Ofwel is men eerlijk als men dat principe van de handhaving
van de progressiviteit onderschrijft, maar dan is er geen reden waarom
men niet akkoord zou kunnen gaan met opcentiemen. Ofwel wil men meer,
maar dan moet men ook openlijk aan de Vlamingen uitleggen waarom. Wil
men misschien de progressiviteit van de personenbelasting verminderen?
Het is politiek legitiem fiscale autonomie ook op die manier te willen
gebruiken. Maar het is hoog tijd dat er, zowel door politici als
journalisten, duidelijkheid geschapen wordt waarover men écht van mening
verschilt, in plaats van het publiek voor te houden dat de anderen
fout zijn'.
3. Nog maar eens worden fiscale autonomie' en
responsabilisering' op één hoop gegooid. Fiscale autonomie verwijst
naar de mate waarin een gewest eigen belastingen ter beschikking heeft
(b.v. de verkeersbelasting). Responsabilisering slaat op de vraag of een
regio haar inkomsten voldoende ziet stijgen als ze het (economisch)
beter doet. Er zit nu al veel responsabilisering in de
gewestfinanciering want de dotatie die een gewest krijgt wordt voor 100
procent verdeeld volgens de juste retour-sleutel: wat een gewest
krijgt wordt bepaald op basis van wat dat gewest bijdraagt in de
personenbelasting (dat geldt niet, of in minder mate voor de dotatie aan
de gemeenschappen). Bovendien is de link tussen deze vorm van
responsabilisering' en beleid' eerder een akte van geloof dan van
sluitende wetenschappelijke evidentie. Ook daarom is de bewering dat een
verdere toename van deze vorm van responsabilisering het federale
budget ten goede zou komen (Van Cauwelaert in Terzake donderdagavond) uit de lucht gegrepen.
4. Toen de Vlamingen in 1989 de overgang naar deze
verdeelsleutel afdwongen, kwam men overeen dat er, zoals in alle
federale landen, een solidariteitselement ingebouwd zou worden. Dat
brengt me bij een laatste verwarring in het artikel. De auteur klaagt
over gebrek aan transparantie. In tegenstelling tot b.v. in Duitsland
zouden we hier niet weten hoe solidair de regio's zijn met elkaar. Dat
is manifest onjuist. De Duitse Finanzausgleich slaat op solidariteit tussen Länder zoals
die ook in onze Financieringswet bepaald wordt. Het bedrag dat Wallonië
en Brussel krijgen via het solidariteitsmechanisme uit de
Financieringswet is tot op een eurocent precies bekend (ongeveer 1,1
miljard).
Dit op één hoop gooien met de studies die de transfers in
kaart proberen te brengen op basis van herverdeling tussen personen, is
meer dan één brug te ver. Een rijke Vlaming draagt meer bij aan de
overheidsinkomsten dan een arme Waal. Dat is ook de bedoeling. Ook een
rijke, gezonde, werkende Waal of Brusselaar financiert mee de werkloze,
zieke, of gepensioneerde Vlaming. Het gebrek aan transparantie van deze
stromen tussen de regio's' volgt uit de aard van die transfers. Ze
lopen tussen personen, niet tussen regio's en worden bij mijn weten in
Duitsland niet berekend. Een bril opzetten waar die niet voor bedoeld is
(m.n. de regionale bril) levert een troebel beeld. Maar het cijfer voor
het solidariteitselement uit de Financieringswet is elk jaar en voor
iedereen bekend. Zwart op wit.
ANDRE DECOSTERWie? Hoogleraar economie, KULeuven. Wat?
Omdat de discussie over autonomie en transfers tussen de regio's zulke
delicate materie is, moet de formulering heel precies zijn. Waarom? Het publiek moet goed weten waarover men écht van mening verschilt, niet enkel horen dat de anderen' het fout voorhebben.
Ik teken nooit een besluit om naar nieuwe
verkiezingen te gaan. Dat zinnetje uit het boek Koning zonder land van de
Wetstraatjournalisten Steven Samyn (De Morgen) en Martin Buxant (La Libre Belgique)
deed gisteren heel wat stof opwaaien. Het is wat koning Albert eind vorig jaar
moet hebben gezegd in een gesprek met een van de partijvoorzitters.
Maar
waarom die verontwaardiging? Dat de koning en zijn rechterhand Jacques van
Ypersele de Strihou te allen prijze nieuwe verkiezingen willen vermijden, is
niet zo verwonderlijk. Verkiezingen zouden het koninkrijk België nog meer op
zijn grondvesten doen daveren dan het nu al doet. En wie kan het de koning
verwijten dat hij zijn troon probeert veilig te stellen?
Daarbij mag de koning juridisch informeren, adviseren,
waarschuwen en beïnvloeden. Hij mag zelfs zeggen dat hij iets niet ziet zitten.
Wat hij evenwel niet kan, is nee zeggen. Want dan hebben we een nieuwe
koningskwestie, zoals destijds toen koning Boudewijn nee zei tegen de
abortuswet. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de koning zich echt voor de
sporen zal leggen als het parlement zou beslissen om naar nieuwe verkiezingen
te gaan.
Dat hij zoiets heeft laten vallen in een gesprek onder
vier ogen, om duidelijk te maken dat er voort moest worden onderhandeld, is wel
heel aannemelijk. En dat de koning partij kiest, is ook niet erg, als we het
maar niet weten. Maar dat is nu net het probleem: we weten het wel, want de
jonge generatie politici veegt haar voeten aan het zogenaamde colloque
singulier - de geheimhoudingsplicht die geldt voor gesprekken met de koning.
Het mag allemaal bijzonder absurd lijken, maar door
aan de grote klok te hangen wat in het paleis wordt gezegd, door de kroon
systematisch te ontbloten, weten we welke politieke keuzes de koning maakt.
Waardoor hij meteen ook blootgesteld wordt aan kritiek. En dat is bijzonder
gevaarlijk, zeker als de koning in Vlaanderen verweten wordt partij te kiezen
voor de Franstaligen. En dat is precies wat er is gebeurd, want het is
inmiddels wel duidelijk dat het paleis en de Parti Socialiste samen één
politieke strijd tegen de Nieuw-Vlaamse Alliantie voeren.
Deze aanslepende politieke crisis is daarom ook een
crisis van de constitutionele monarchie aan het worden. Het systeem dat bedacht
is om de erfelijke monarchie te verzoenen met een parlementaire monarchie
vertoont rot, omdat politici niet langer kunnen zwijgen en de koning betrekken
bij hun politieke spelletjes en stratego.
Misschien is al dat theater met de koning echt niet
meer van deze tijd, en moeten we naar een nieuw systeem gaan, waarbij de koning
en de politiek van elkaar worden losgekoppeld. Een scheiding van staat en
koning, waarbij die laatste een puur protocollaire rol gaat spelen. Vive le
Roi, de lintjesdoorknipper.
Een - zo mogelijk - nog miserabeler artikel lazen we in KNACK:
Koning Albert liet tijdens zijn voorbije gesprek met koninklijk
onderhandelaar Wouter Beke verstaan dat hij hem niet wenst terug te zien
voor eind juni, zo beweren insiders. Wat er op neer zou komen dat de
regeringsonderhandelingen voorbij de zomer worden getild.
In hun boek Koning zonder land bevestigen Steven Samyn van De Morgen en
Martin Buxant van La Libre Belgique, twee voortreffelijke journalisten,
dat koning Albert en zijn kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou
de PS-lijn van Elio Di Rupo volgen: te allen prijze nieuwe verkiezingen
vermijden. Zoals eerder hier en hier al te lezen was op Knack.be.
Begin dit jaar al zei PS-voorzitter Di Rupo dat hij en de andere
Franstalige onderhandelaars zich in de Kamer zullen blijven verzetten
tegen nieuwe verkiezingen. De daarop volgende paleismanoeuvres werkten
in die richting.
Meteen na de verkiezingen van juni 2010 heeft het paleis alles ingezet
op Elio Di Rupo en de PS. Daarmee werd de fout herhaald die in 2007 werd
gemaakt toen koning Albert en kabinetschef Van Ypersele alles zetten op
Didier Reynders en op het falen van Yves Leterme. Naar de gevolgen
daarvan zitten we vandaag te kijken. Albert en zijn entourage weten duidelijk geen raad met de N-VA-factor.
Daarom werd Bart De Wever begin oktober vorig jaar de wei ingestuurd als
verduidelijker. Onderhandelaar was volgens Di Rupo en de
koninklijke entourage te veel eer voor de N-VA-voorzitter. Met die zet
had het paleis, geïnspireerd door de PS, geen andere bedoeling dan Bart
De Wever in de vangrails te jagen waarna alles weer in de Belgische
plooi zou vallen.
De Wever mocht dus vooral niet slagen. Daarom ook werd de tekst met
diens bevindingen door CDH-voorzitter Joëlle Milquet al afgewezen nog
voor het document bij de koning was afgeleverd. De opeenvolgende peilingen die de electorale vooruitzichten van Bart De
Wever steeds rianter voorstellen, zorgen in Laken en omgeving voor grote
nervositeit. De handelaars in angst van de Brusselse haute finance, die
blijven zwaaien met nakende onheilstijdingen van Standard & Poors,
doen de rest. Voor de PS en het paleis komt het er nu op aan de huidige regering in
het zadel te houden, ten minste tot oktober 2012, tot de
gemeenteraadsverkiezingen. Een plan dat ook premier Yves Leterme aanstaat, want hij hoopt tijdens de komende maanden het electorale tij te kunnen keren.
En zo wordt koninklijk onderhandelaar Beke dezer dagen aan het lijntje
gehouden, niet alleen door Elio Di Rupo, die duidelijk niet opgewassen
lijkt tegen zijn taak, maar ook door het paleis. Dat laatste is een heel gevaarlijk spel dat verstrekkender gevolgen kan
hebben voor de monarchie en de toekomst van het land dan de weigering
van Alberts broer Boudewijn om de abortuswet te tekenen. Misschien moet
een van de vele ministers van staat ten paleize eens gaan uitleggen dat
als het hof zich met partijpolitiek inlaat, daar altijd brokken van
komen.
Vandaag drie verdachte berichten in verschillende dagbladen gelezen die erop zouden kunnen wijzen dat die taalnationalisten misschien toch "vooruitgaan" (sic).
1) In Le Soir lazen we vandaag dat Beke een voorstel over BHV (en Brussel) gelanceerd zou hebben. Beke zou een Brussels Metropolitan Re willen creëren, zonder dat de Franse gemeenschap daar evenwel bevoegdheden in zou hebben; inzake de Brusselse ring zou er een in dat kader een intergewestelijk cobeheer komen. BHV zou gesplitst worden, enkel in de zes faciliteitengemeenten zouden de kiezers nog voor Brusselse lijsten kunnen stemmen. Bovendien zou de fameuze omzendbrief-Peeters afgeschaft worden (in de BWHI zou ingeschreven worden dat om de 4 jaar een vraag zou ingediend moeten worden) en zou er een nieuwe manier worden gevonden - na 2012 althans - om de randburgemeesters te verkiezen. Het Brussels gewest zou geherfinancierd worden, zonder evenwel een interne Brusselse staatshervorming door te voeren. De PS meldde dan weer "geen weet" te hebben van zo'n voorstel. De "sfeer zou wel verbeterd zijn".
2)Inzake de financieringswet, de gezondheidszorgen zouden er convergenties (of vooruitgang) bestaan tussen CD&V en PS. Reden waarom de N-VA op de rem zou gaan staan.
3) Venenum in cauda. Vergelijk 2 uitspraken van Siegfried Bracke
Op 27 april jl verklaarde Siegfried Bracke: 'We raken echt nergens. Alles zit muurvast'
Op 4 mei - een weekje later - zei het dan weer: Ja, we zijn een beetje dichter bij een akkoord. Er blijft echter nog veel werk voor de boeg
Het toppunt is toch wel dat de pers een (kans op een) akkoord steeds als iets "positiefs" blijft afschilderen. Positief voor wie? Niet voor de Belgen alvast, wel voor de nationalistische politici die het land voor het grootste deel willen splitsen. Met wat zijn ze hier toch bezig
Beke praat apart met De Wever en Di Rupo (28 april 2011)
Koninklijk onderhandelaar Wouter Beke heeft
donderdag aparte ontmoetingen met de N-VA- en PS-voorzitters Bart De
Wever en Elio Di Rupo. Het bilateraal overleg komt er een dag na een
moeilijk verlopen gezamenlijke vergadering van het triumviraat. Ondanks
het scepticisme over de slaagkansen van zijn opdracht blijft de
CD&V-voorzitter voortwerken.
Beke, De Wever en Di Rupo zaten woensdag tot 21
uur samen rond de tafel. Ze hadden het over een gedeeltelijke
overheveling van de gezondheidszorg en een hervorming van de bijzondere
financieringswet. Vooral dat tweede luik zorgde voor de nodige spanning.
'Het is ontgoochelend en niet zo goed verlopen', luidde het officieel
in de omgeving van de koninklijke onderhandelaar.
Toch praat Beke vandaag verder met de twee overwinnaars van de verkiezingen van vorig jaar. Deze keer gebeurt dat bilateraal.
Vrijdagmiddag zitten Beke en De Wever samen aan tafel met de andere
Vlaamse partijvoorzitters. Eerder gebeurde dat al met de Franstaligen
van PS, MR, Ecolo en CDH. De Franstalige partijvoorzitters zouden
vanmorgen naar verluidt overigens de koppen bij elkaar hebben gestoken.
Laken
Morgenmiddag om 16.30 uur trekt de CD&V-voorzitter naar het
kasteel van Laken voor een nieuw tussentijds verslag. Dat het om een
tussentijds verslag gaat, wijst erop dat Beke zeker ook volgende week
zijn opdracht nog voortzet, ondanks het enorme scepticisme dat heerst
over zijn missie.
De Vlaams-nationalisten laten nu al verstaan dat ze na Beke zelf het
heft in handen willen nemen, maar of de andere partijen dat zullen
toelaten, valt nog af te wachten. Open VLD staat wel positief tegenover
een N-VA-initiatief, liet Vincent Van Quickenborne donderdag op Twitter
nog eens weten.
Beke est coincé entre une N-VA qui veut reprendre la
main et des francophones hostiles à cette hypothèse. Le négociateur fait
rapport au Roi, ce vendredi.
Il pleut des coups bas. La scène politique belge ressemble à une
séquence dun mauvais western spaghetti. Certains évoquaient même une
espèce de duel qui aurait opposé, mercredi soir, Wouter Beke et Elio Di Rupo. (Dit is dus hetgeen gisteren De Standaard meldde).
Mais
que sest-il donc passé ? Le PS avait demandé que les experts procèdent
à toute une série de nouvelles simulations. Ce qui a été fait. Sur
cette base, Wouter Beke a présenté aux négociateurs une nouvelle
proposition de révision de la loi de financement. Mais celle-ci na pas
plu à Elio Di Rupo, qui aurait évoqué un malentendu. Wouter Beke se
serait écarté ou aurait mal interprété les conclusions du groupe de
travail. Ce que conteste le CD&V. Car, pour le PS, quelle que soit
la réforme proposée, il faut quelle naboutisse pas à un
appauvrissement de la Wallonie, quelle ne permette pas une cogestion de
lIPP et quelle maintienne une capacité fiscale suffisante au niveau
de lEtat fédéral. Trois écueils que naurait pas évités la proposition
de Wouter Beke. Lequel, selon plusieurs participants, aurait exprimé sa
déception par rapport à lattitude du président du PS
Pour
aplanir ce malentendu, les deux hommes se sont retrouvés, entre quatre
yeux, au siège du PS, jeudi après midi. Avant cela, Elio Di Rupo avait
pris soin de réunir les présidents francophones afin daccorder les
violons. Les quatre devraient se revoir une fois encore ce vendredi
matin.
Donc, entre Wouter Beke et Elio Di Rupo, les choses se
sont apaisées. De nouveaux groupes de travail ont rebalisé le chantier.
Et sans crier victoire, il semble que les choses avancent. Un peu. Un
tout petit peu. En wederom "gaat het vooruit". Komaan zeg.
De toute manière, Wouter Beke, soutenu par les
francophones, ne souhaite pas abandonner sa mission aujourdhui. Il la
prolongera aussi longtemps quil aura limpression de progresser. Fût-ce
pour donner tort aux nationalistes qui avaient déposé un ultimatum qui
expirera ce week-end. Le rapport quil présentera ce vendredi après
midi, au Roi, sera bien un rapport intermédiaire.
Cela irrite la N-VA
qui, depuis des lustres, a limpression que lagonie politique est
tirée en longueur. Les nationalistes flamands le répètent à qui veut
lentendre : Bart De Wever
est prêt à endosser un rôle moteur dans cette négociation. Reste encore
à voir si les partis francophones vont lui offrir cette occasion. "Cest un piège grossier, dit-on déjà dans les rangs francophones , il remettra une note que nous serons obligés de refuser tellement elle sera imbuvable"
Mais
que Wouter Beke prolonge (un peu) sa mission ou quil refile le témoin à
De Wever et/ou Di Rupo, la situation nen reste pas moins inextricable.
Personne na envie dêtre jugé responsable dune nouvelle crise dans la
crise alors que les agences de notation sont à laffût et que la
situation pourrait dégénérer. "Ce nest pas le moment de jouer des petits jeux politiciens, convient un négociateur , ni de jeter le pays dans le chaos encore plus profond."
En
fait, le bras de fer actuel est bien la maîtrise de lagenda. Et cest
entre partis flamands que cela se joue. Le CD&V sent bien que la
N-VA tente de prolonger la situation actuelle jusquaux élections
communales : ce serait "bingo" pour Bart De Wever si les élections
législatives avaient lieu en même temps que les communales. Pour le
CD&V, cest linverse : les démocrates chrétiens flamands veulent
éviter toute contagion des communales par les législatives. Si des
élections devaient avoir lieu, ils souhaiteraient à la limite quelles
interviennent sans tarder. Impossible : les quatre partis francophones,
de même que les socialistes et les verts flamands sy opposent. Dans les
rangs francophones on estime donc quil pourrait y avoir une nouvelle
fenêtre dopportunité pour boucler un accord au cours des prochains
mois. Lespoir fait vivre.
In Het Laatste Nieuws
van 28 april 2011 (p. 1)
lezen we dat de transfers tussen "Vlaanderen" en "Wallonië" volgens de
denktank Vives
liefst dubbel zo hoog zouden liggen dan tot nog toe aangenomen. Dat er
transfers bestaan van het rijkere "Vlaanderen" naar het relatief armere
"Wallonië"
zal niemand ontkennen. Gelijkaardige geldstromen bestaan overigens in
alle landen. Vraag is echter wat het doel is van zulke berekeningen.
Steeds weer worden twee dezelfde entiteiten tegenover elkaar geplaatst
en
vergeleken. Zo verkrijgt men telkens opnieuw dramatiseerbare
verschillen, er impliciet op
gericht om hele bevolkingsgroepen te stigmatiseren. Stel je voor dat er
om de
haverklap studies zouden verschijnen over de transfers tussen
autochtonen en
allochtonen, tussen gezonden en zieken, tussen jongeren en ouderen.
Terecht zou
dit als onetisch ervaard worden.
De reden dat men nooit de geldstromen tussen steden,
arrondissementen en provincies ook en vooral binnen het zogenaamde "Vlaanderen" berekent, is
omdat dit voor nationalisten niet interessant en zelfs contraproductief is. De
illusie van de vermeende "Vlaamse" homogeniteit zou weleens doorbroken kunnen
worden. Andere bedenking. Indien men werkelijk zo bekommerd zou zijn om
verschillen tussen het noorden en het zuiden van België, waarom pleit men dan
zoals Vives dat doet voor een verdere ontrafeling van de Belgische staat? Indien
er op sociaal-economisch vlak immers ongelijkheden bestaan tussen de Belgen is
er net nood aan méér politieke eenmaking, teneinde de welvaart voor eenieder te
vergroten. In die zin is het in vraag stellen van structurele en
interpersoonlijke solidariteit de uiting van een beschavingsdeficit.
Gelet op gelijkaardige nationaal-egoïstische processen binnen de EU, zou het
meertalige België net een positieve voortrekkersrol kunnen en moeten spelen.
Wouter Beke a présenté un rapport hallucinant aux
présidents francophones. La N-VA juge que le gouvernement Leterme prend
trop de libertés.
Même ceux qui, en toutes circonstances, affichent un optimisme
inaltérable, doivent bien le concéder : les négociations sont au point
mort. Et personne ne voit très bien comment sortir de limpasse
politique dans laquelle le pays est plongé depuis près dun an.
Simple
dramatisation, direz-vous. On en a connu dautres en 303 jours de
crise Cela va durer quelques jours, puis chacun se remettra au
travail ? Oui, sans doute, mais le découragement gagne du terrain. De
surcroît, ce mercredi, il faudra passer par la case médiatisation que
la N-VA affectionne particulièrement. Résumons et clarifions.
Les
présidents des partis francophones attendaient la journée de mardi avec
une certaine impatience. Ils allaient enfin pouvoir rencontrer le
négociateur royal, Wouter Beke (CD&V), un homme quils navaient
plus vu depuis des lunes parce que le principal négociateur flamand, Bart De Wever (N-VA), sy opposait. Ce fut la douche froide. Glaciale, même. Pourquoi ?
Wouter
Beke a présenté à ses invités francophones un exposé assez détaillé de
létat davancement un euphémisme des négociations. Powerpoint à
lappui : lhomme avait mis les petits plats dans les grands. Mais le
contenu de ce plat, les francophones ne lont pas digéré. Dans tous les
domaines abordés par le négociateur, les francophones ont décelé des
éléments totalement inacceptables pour eux. Lun deux témoigne : Cest
hallucinant. Cest un recul généralisé par rapport à tout ce que lon
nous a proposé. Dans certains chapitres, Wouter Beke est même en deçà de
ce que Bart De Wever avait inscrit dans sa fameuse notedu mois doctobre
! On avait pourtant évoqué, il y a une quinzaine de jours, certains
rapprochements, en matière de soins de santé notamment, grâce aux
travaux conjoints de Laurette Onkelinx
(PS) et Jo Vandeurzen (CD&V). Même ces éléments jugés positifs à
lépoque ont disparu de la synthèse finale, au grand étonnement des
francophones. Pourquoi ? Les francophones y voient la main de la N-VA.
Que dire des chapitres sur Bruxelles et sur la loi de financement. Bruxelles ? Une
accumulation dexigences strictement flamandes. Et une disparition des
compensations francophones. Dans ce contexte-là, il ny a aucun accord
possible, tonne un autre francophone. La loi spéciale de financement ? Pareil.
On nous balance un seul modèle, le fameux split rate, qui organise, à
terme, lasphyxie de lEtat fédéral. Inacceptable pour nous, tranche ce francophone.
Le
grand reproche formulé par les francophones à légard de Wouter Beke
est celui-ci : les réformes envisagées semblent conduire tout droit vers
la scission du pays.(1) Il ny a rien, que ce soit dans le chapitre sur
Bruxelles ou celui sur la Loi spéciale de financement, qui pourrait
constituer un verrou et faire en sorte que jamais la Belgique
ne se disloque. Les francophones ne voient donc pas quel avantage
politique, économique, stratégique ils auraient à mettre le doigt,
la main, le corps dans cet engrenage dont la manivelle semble avoir été
programmée par les nationalistes flamands dont on connaît la feuille de
(dé) route.
Le problème est quil ny a pas que les francophones
qui sestiment découragés. Recevant, tour à tour, les présidents
flamands car Bart De Wever ne voulait pas que trois présidents
flamands se réunissent en son absence , Wouter Beke leur a laissé
entendre que les francophones ne voulaient rien.
Cerise sur le
gâteau, si lon ose dire, la N-VA va hausser le ton, ce mercredi à
11 heures. Un mot dexplication est nécessaire pour comprendre le coup
de gueule de la N-VA. La Belgique, comme les 26 autres pays de lUnion,
prépare en ce moment ce que lon appelle le Semestre européen, un
document qui contient à la fois un plan national de réforme et un pacte
de stabilité, qui définit les orientations budgétaires du gouvernement.
Les données sont dailleurs assez bonnes puisque notre pays compte
réduire son déficit à 2,8 % en 2012 et sa dette à 88 % du PIB en 2015
(lire ci-contre).
La N-VA nentend pas laisser le gouvernement en
affaires courantes présenter ces propositions présentation prévue la
semaine prochaine sans quil y ait un véritable débat parlementaire et
un vote de confiance ! Il y a quelque temps, la N-VA avait demandé à
être associée à la préparation de ces réformes. Refus poli du
gouvernement au motif que la N-VA est toujours dans lopposition. Pour
la N-VA, cen est trop. Elle sapprête à dénoncer ces petits jeux et
exige un vote de confiance. Dans un seul but : démontrer que le
gouvernement Leterme na plus de majorité en Flandre
ou plus de majorité tout court. Car sil y a bien une chose que la N-VA
ne supporte pas, cest de voir que le gouvernement, en affaires
courantes, travaille et réforme.
Pendant ce temps-là, Wouter
Beke continuera à occuper le terrain jusquà ce que la N-VA pointe le
pouce vers le bas. Les francophones qui espéraient que les
démocrates-chrétiens flamands se déscotchent, même un mini-poil, des
nationalistes, voient leur rêve partir en fumée. Pendant ce temps-là,
grâce aux Belges, léconomie tourne. Et les perspectives sont plutôt
bonnes. De quoi retrouver, quand même, un brin doptimisme...
Leuk, nu beginnen de zogenaamde "Vlaamse" partijen ook al ruzie te maken : -)) http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=JT38JF66&kanaalid=1597
Gezondheidszorg verdeelt CD&V en N-VA
Consensus ver te zoeken in cruciale domeinen
donderdag 07 april 2011, 05u00
Auteur:
Isabel Albers
BRUSSEL - De twee
Vlaamse partijen CD&V en N-VA zijn verdeeld over de staats-
hervorming in de gezondheidszorg. Ook over de arbeidsmarkt zitten ze
niet op één lijn. Eerst het
goede' nieuws, op dag 298 na de verkiezingen. Bemiddelaar Wouter Beke
heeft naar eigen zeggen nog voldoende in handen om nog een week voort te
onderhandelen over de staatshervorming in de gezondheidszorg, het
arbeidsmarktbeleid en de financieringswet. Ook over de splitsing van BHV
wordt er voort gepraat.
Maar daarmee is al het goede
gezegd. Enig resultaat heeft de CD&V-voorzitter nog altijd niet in
handen. Hij kampt zelfs met een bijkomende verwikkeling: CD&V en
N-VA zitten, hoe meer men de discussie tot op het bot voert, over
verschillende essentiële punten niet (meer) op één lijn.
Voor
gezondheidszorg heeft CD&V zijn positie verlaten om zoveel mogelijk
deeldomeinen (rusthuizen, financiering ziekenhuizen) over te hevelen
naar de gemeenschappen. Onderhandelaar Beke heeft PS en N-VA een nota
voorgeschoteld waarbij CD&V niet langer mikt op een zo groot
mogelijke overheveling. De partij volgt nu het spoor waarbij het RIZIV
op een federale sokkel blijft, maar waar wel met inspraak (co-beheer)
vanuit de gemeenschappen. Volgens CD&V kan je zo wellicht zelfs meer
responsabiliseren dan door kleine onderdeeltjes van de gezondheidszorg
over te hevelen naar de gemeenschappen.
CD&V en
de PS hebben elkaar in dat denkspoor gevonden. Dat is buiten N-VA
gerekend. Dat het volledige budget van de ziekteverzekering federaal
blijft, zij het dan in een formule van co-beheer', druist voor de N-VA
in tegen de overheveling die de partij wenst. Met andere woorden: op dit
vlak staat Beke nog nergens om De Wever en Di Rupo over
gezondheidszorg, een domein dat toch één van de grote brokken van de
staatshervorming moest worden, op één lijn te krijgen.
Bovendien
blijkt er ook voor het regionaliseren van het arbeidsmarktbeleid, die
andere grote brok', absoluut nog geen consensus. De splitsing van de
werkloosheidsuitkeringen, een vraag van de N-VA, kan op geen genade
rekenen bij de PS. Ook CD&V is er geen voorstander van. Wat
voorligt, is een plan om het doelgroepenbeleid over te hevelen naar de
gemeenschappen. Dat gaat naar verluidt minder ver dan wat Johan Vande
Lanotte in zijn nota voorstelde (bevoegdheden ter waarde van 4 miljard).
Morgen
stellen vier experts hun bevindingen over de aanpassingen aan de
financieringswet voor aan Beke, De Wever en Di Rupo. De PS ging vorige
week akkoord met het principe van een gesplitst tarief in de
personenbelasting, een vraag van de Vlaamse partijen. Maar het bedrag
aan fiscale autonomie dat daaraan gekoppeld wordt, is dan weer veel te
laag voor de N-VA en CD&V.
Slotsom: Beke heeft
helemaal nog niets in handen dat kans maakt om door een N-VA- en
PS-congres te geraken. Toch ploetert hij voort,geloof
in een akkoord zeer, zeer gering zeker nog heel volgende
week en wellicht ook de week nadien. In N-VA-kringen blijkt het . Toch blijft de partij aan tafel zitten
omdat ze het gevoel heeft dat wie nu opstapt zich ook buiten de
volgende fase van een regeringsformatie stelt. Dit lijkt op een slechte
echtscheiding. Wie het eerst het huis verlaat, verliest het meest',
klinkt het in de partij.
Dat het unitarisme meer en meer veld wint als alternatief
voor het falende taalfederalisme, is geweten. Nieuw is dat nu ook de
federalistische drukkingsgroep B Plus uitlegt waarom ze het unitarisme
verwerpt. Het artikel kreeg zelfs twee bladzijden toebedeeld in het ledenblad B
FLASH (lente 2011, p. 1-2). Een teken aan de wand, want iets wat toch zo
onbelangrijk is, daar besteed je niet zoveel aandacht aan. In de tekst wordt
dat ook toegegeven: Wij
hebben eerbied voor het bestaan van een unitaristische strekking bij de
Belgischgezinden, maar dit feit schept een verdeeldheid die de invloed op de publieke opinie vermindert.
(dit is overigens betwistbaar, in de Vlaamse Beweging zijn er meerdere
strekkingen die voortdurend met elkaar in debat gaan)
Ten gronde brengt is het schrijven intellectueel slordig.
De auteur (Luc Ryckaert) zet meteen unitarisme en confederalisme op één lijn.
Minder democratisch dan federalisme, zo heet het. De reden zou zijn
dat in een federaal systeem de macht verdeeld is over meerdere niveaus. In een
confederatie ook, maar dat ontgaat de schrijver. Zijn unitaristische staten
minder democratisch dan eenheidsstaten? Indien ja, dan zouden Venezuela,
Bosnië-Hercegovina, Rusland, Soedan, Ethiopië en Pakistan minder democratischer
zijn dan Nederland, Noorwegen of Finland. Sta ons toe dat te betwijfelen. Eventueel
is er decentralisatie naar de provincies toe, zo de auteur, maar
zij blijven ondergeschikte besturen en staan onder een zware voogdij van de
nationale staat. Allereerst hebben unitaire staten
niet noodzakelijk provinciale onderverdelingen. Bovendien kunnen eenheidsstaten
ook sterk gedecentraliseerd zijn. Zo had België in 1830 de karakteristieken
van een zeer sterk gedecentraliseerde eenheidsstaat (met zelfs een grote
fiscale autonomie voor de gemeenten; art. 162, 6de lid van de
Belgische Grondwet stipuleert nog steeds dat de voogdijoverheid tussenkomt in
de provincies als het algemeen belang wordt geschaad of als de wet geschonden
wordt, hetgeen bezwaarlijk een zware voogdij genoemd kan worden) en is
Nederland vandaag een erg gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nog Volgens de
auteur zijn de taalfederalisten kampioenen van de diversiteit: voor Belgische,
Vlaamse en Waalse nationalisten zou enkel de eigen entiteit bestaan en dient de
andere te worden afgewezen. Nochtans is een Belgisch unitarist niet per
definitie een nationalist, zeker niet als hij streeft naar een meertalig België
als deelgebied van een meertalige Europese federatie. Vlaams- en
Waals-nationalisten kunnen dit nooit aanvaarden, wat hen ook tot nationalisten
maakt. Bovendien zijn de gewesten en gemeenschappen niet zomaar normale
deelstaten in een federatie, het zijn deelstaten binnen een federatie, het zijn
deelstaten die de ambitie hebben om zelf een staat te worden. Het Brussels
hoofdstedelijk gewest heeft daarentegen een tweetalig grondgebied, een
tweetalige administratie, een tweetalige regering en een tweetalig parlement. In
Brussel zou dus wel kunnen wat op Belgisch niveau niet kan? Dat is volstrekt
onlogisch. De provincies zouden ook niet overeenstemmen met
sociaal-economische samenwerkingsverbanden die in volle ontwikkeling zijn. Die
stoppen misschien aan de taalgrens?
Overigens is
het unitarisme in strijd met de eeuwenlange geschiedenis in onze streken,
waarbij de deelgebieden steeds een grote autonomie hadden, merkt de auteur
nog op. Alsof de geschiedenis een argument vormt. Mogen we daarbij opmerken
dat in onze geschiedenis de deelgebieden nooit samenvielen met taalgrenzen en
dat het net de provincies zijn die via de Franse departementen de
erfgenamen zijn van deze historische deelgebieden? Nochtans schrijft
Ryckaert dat de provincies vrij kunstmatig zijnomdat ze niet overeenstemmen met de
historische deelgebieden. Dat dat laatste niet klopt, haalden we al aan.
Maar men kan toch niet beweren dat de gewesten en gemeenschappen wel
overeenstemmen met de historische deelgebieden? Als de provincies
kunstmatig zijn en geen enkele constructie is door God of de natuur gewild
dan zijn de huidige Belgische deelstaten die amper een paar decennia bestaan
kunstmatig in het vierde kwadraat. Ook al waren de provincies trouwens
kunstmatig, dan nog is dat geen slecht gegeven, integendeel. Deelgebieden
moeten een staat onderverdelen omdat er nu eenmaal onderverdelingen nodig zijn
en (zelfs) als ze willekeurig zijn is dit net een troef. Benamingen als
Vlaanderen en Wallonië hebben daarentegen een connotatie die etnisch van
inslag is en geven de anderstalige het gevoelen niet welkom te zijn. Voor deze
anti-universalistische inslag van de toen toekomstige Belgische staatsstructuur
waarschuwde Ludo Dierickx al in 1964 (Belgen op de Tweesprong) en later opnieuw
in 2002 (Nationalisme onder het mes).
1) Unitarisme
is een democratische en niet-nationalistische staatsinrichting
Een ander
argument tegen unitarisme zou zijn dat zulk een staatsstructuur een
Vlaamse dominantie in België meebrengt en een Franstalige in Brussel. Deze
veronderstelling vertrekt van de onuitgesproken (nationalistische) premisse dat
de Nederlandstalige partijen steeds één mening hebben en die met de macht van
het getal zullen opleggen aan heel het land. Dat is natuurlijk onwaar en zelfs
al zou dit zo zijn, dan is daar ook een naam voor: democratie. De
schrijver spreekt zich uit tegen een Vlaamse meerderheid in de regering en
in het Parlement zonder beschermingsmaatregelen ten gunste van de Franstaligen.
En voor allerlei N/F-pariteiten [...], bijzondere parlementaire
meerderheden, alarmbel . Welnu, deze blokkerings- en vetorechten die eigen
zijn aan het Belgische federalisme zijn de facto confederale mechanismen,
waardoor de twee grote gemeenschappen voortdurend over een wederzijds vetorecht
beschikken. Het is net daardoor en door de ondoorzichtige overlegcomités,
niet-amendeerbare samenwerkingsakkoorden, het gebrek aan normenhiërarchie...
dat de democratie in België zo verzwakt is. In de EU probeert men net naar het
tegengestelde te streven.
Overigens en
dit terzijde het zou dan wel kunnen dat de Nederlandstalige Belgen dan wel
een meerderheid hebben in de Kamer, dan nog hebben ze provinciaal geen
meerderheid. Vijf van de negen historische provincies hebben immers een
Franstalige meerderheid. Een systeem van checks and balances (met een Senaat
die de provincies vertegenwoordigt en een Kamer die de bevolking-als-geheel
vertegenwoordigt) brengt hier soelaas. Dit gezegd zijnde, ontsnapt B Plus niet
aan het euvel om België door een duale bril te bekijken en op grond daarvan
haar Vlaams-Waalse conclusies te trekken. Fout is ook de uitleg over de
grondslagen van het federalisme (zo wordt de Vlaamse eis om een cultureel
federalisme als een parallel verlopende beweging met de Waalse eis voor sociaal-economisch
federalisme, waarbij verzwegen wordt dat het federalisme het gevolg is van
het anti-Belgische streven van een deel van de Vlaamse Beweging tijdens en na
WO I, waarbij de Waalse Beweging kon aansluiten). Helemaal fout is de tekst
waar het gaat over Brussel. Volgens Ryckaert kan de Vlaamse minderheid in
Brussel alleen [...] overleven met beschermingsmaatregelen die typisch
zijn voor een federaal model. De Nederlandstalige minderheid in Brussel
wordt sedert de 19de eeuw en zeker sedert de taalwetten van de jaren
1930 nochtans grondwettelijk beschermd. Om taalminderheden te beschermen is
helemaal geen federalisme nodig.
2) Een
nationalistisch federalisme
Volgens de auteur is de benaming taalfederalisme
die de B.U.B. aan het Belgisch federalisme geeft (al wil hij dat niet gezegd
hebben) zowel formeel als inhoudelijk onjuist. Formeel, wegens het
bestaan van het Brussels gewest. Ryckaert geeft hiermee impliciet toe dat
voor 98% van het Belgisch territorium dus wel een taalfederalisme geldt.
Bovendien hebben ook de Vlaamse en de Franse gemeenschap (taalgebonden
entiteiten) bevoegdheden in het Brussels gewest. Inhoudelijk heeft de auteur
ook problemen met deze term: omdat er naast
een Belgische eigenheid ook een Vlaamse, Waalse en Brusselse eigenheid is die
verder reikt dan de taal. De media, vele instellingen en de meeste politieke
partijen zijn opgedeeld in Vlaamse en Franstalige entiteiten met een eigen
inhoud en stijl. Dat de opdelingen van de politieke
partijen een gevolg zijn van het taalnationalisme, en dat de splitsing van vele
instellingen waaronder ook de media net voortvloeien uit het federalisme,
vernemen we er evenwel niet bij. Overigens zijn er tussen de verschillende
Nederlandstalige partijen of instellingen ook verschillen in inhoud en stijl
en bestaat er ook een Duitstalige gemeenschap in België, waarover met geen
woord gerept wordt. B Plus verklaart een grote voorstander te zijn van een
Vlaams-Franstalige samenwerking, maar daar is volgens de organisatie geen
unitair keurslijf voor nodig. Die laatste term is ontleend aan de
nationalistische fraseologie. Een interessante vraag die B Plus zou kunnen
beantwoorden is waarom er dan nog bevoegdheden federaal moeten blijven, als als
een tussendeelstatelijke samenwerking te verkiezen valt...
Ryckaert
analyseert ook het draagvlak voor het unitarisme door een federalistische bril:
Zeker in Vlaanderen is er geen democratisch draagvlak
voor unitarisme gezien er volgens recente peilingen slechts 20% unitaristen
zijn. In Wallonië en Brussel
zijn de unitaristen talrijker. Volgens diezelfde peilingen is het unitarisme
wel de grootste politieke strekking in België. En dan is er nog de grote groep
federalisten, waarvan een deel zeker kan overtuigd worden om voor de
unitaristische optie te kiezen, waarbij de huidige deelstaten de gewesten en
gemeenschappen vervangen. Dat geen enkele politicus in geen enkel parlement dat
ons land rijk is, deze stroming die miljoenen Belgen bekoort, verdedigt,
stoort de auteur blijkbaar niet. Integendeel wordt er nogal minachtend gedaan
over het feit dat geen enkele politieke partij het unitarisme verdedigt
behalve dan de PVDA en twee minipartijtjes . De naam B.U.B. nochtans de
enige die unitarisme in zijn programma heeft ingeschreven mag blijkbaar niet
genoemd worden. Los van het feit dat deze partijen geen enkele mediatoegang
hebben, is het argument dat geen partij een idee zou verdedigen zwak. Als alle
partijen morgen een xenofobe houding aannemen, moeten we ons dan maar
neerleggen bij het feit dat de kans op verdraagzaamheid misschien wel eerbaar,
maar niettemin een intellectuele droom is? Het unitarisme heeft een slaagkans
van 0%, zo wordt in de tekst geopperd. Hoeveel slaagkans dichtten politicologen
de val van de Berlijnse muur in 1985 toe?
Is het
federalisme werkt overigens ook niet, wel integendeel (zelfs B Plus is tot dat
inzicht gekomen: Het is niet bewezen dat het bestaan van het federale België verzekerd
is).
We vernemen wel dat
1) de voorkeur van vele Franstalige Belgen mogelijk
op een misverstand berust: misschien wordt une Belgique unie (waar
ook federalisten voorstander van zijn) [nota: ook de Volksunie
indertijd?] verward met une Belgique unitaire. Nochtans waren in
de peilingen de vragen erg duidelijk gesteld. Bovendien is het niet
noodzakelijk zo dat de federalisten voorstander zijn van een verenigd België.
Alle Nederlandstalige partijen hebben de resoluties van het Vlaams Parlement
(1999) goedgekeurd, die van België een holle schelp maken. Zelfs B Plus
schaarde vond de nota Bart De Wever (18.10.10) een goede basis tot
onderhandelen, terwijl die nota o.a. de volledige splitsing van justitie,
verkeer, kinderbijslagen, brandweer, civiele bescherming, grootstedenbeleid,
buitenlandse handel, delen van de gezondheidszorgen, de arbeidsmarkt en
tientallen andere bevoegdheden bevatte. Daarbij rijst ook de vraag welke partij
vandaag nog een evenwichtig federalisme verdedigt. Welnu, sedert 2007 heeft
nog geen enkele partij ook maar één herfederalisering op de
onderhandelingstafel gelegd. Het zullen niet de geconfederaliseerde partijen
zijn die België zullen instandhouden, integendeel.
2) Dat er in de Franstalige
media ongeveer nooit uitgelegd zou worden dat unitarisme tot een Vlaamse
dominantie in België zou leiden. In de Franstalige en in de Nederlandstalige
media wordt er helemààl niets uitgelegd over wat unitarisme is, dat is nu net
het probleem. Opperen dat de Franstalige Belgen tegen unitarisme zouden zijn
omdat dit tot een vermeende dominantie van hun ... eigen landgenoten (die het
ongeluk hebben een andere taal te spreken) zou leiden is wederom een nationalistische
constructie. Heeft de invoering van het vrouwenstemrecht ook geleid tot een dominantie
van vrouwen, omdat er nu eenmaal procentueel meer vrouwen zijn? Moeten we dat
dan ook maar terugschroeven?
3) De meerkost
van het federalisme
Volgens B Plus houdt het argument dat het federalisme veel
kost geen steek. Zeshonderd parlementairen, zestig ministers acht parlementen,
zes regeringen met al hun administraties: het is blijkbaar allemaal doodnormaal
(en dit terwijl 15% van de Belgen in armoede leven). De tegenargumenten zijn
ronduit zwak: 1) Het alternatief zou de beruchte wafelijzerpolitiek
zijn (alsof één unitarist daar naar streeft). De zgn. wafelijzerpolitiek
ontstond overigens pas omdat er (embryonale) gewesten en gemeenschappen in de
schoot van de eenheidsstaat afgebakend werden en is derhalve zélf een gevolg
van het federalisme (en van het nationalisme) 2) De werkingskosten in geval
van separatisme (een unitaire Vlaamse en Waalse staat) zouden vrij klein zijn.
Misschien, maar dat scenario zou andere kosten genereren (overname
staatsschuld, verlies voor bedrijven door internationale isolering, monetaire
en economische instabiliteit, einde Belgisch sociaal model, afbraak
welvaartsstaat...). Bovendien zouden de werkingskosten van een onafhankelijk
Limburg ook klein zijn, maar daarom is dat scenario nog niet wenselijk. Meer
nog, de meerkost van het federalisme is maar één argument tegen het hele
systeem. Andere, en even belangrijke argumenten, zijn dat het taalfederalisme
ingewikkeld, inefficiënt, onetisch, ondemocratisch, taalracistisch,
nationalistisch, destabiliserend, anti-universalistisch, anti-europeanistisch,
tijdrovend, discriminerend, asociaal, onlogisch, corrumperend,
hyperpolariserend, absurd, gevaarlijk, imago-schadend, ongewenst en gewoonweg
onhoudbaar is.
Bplus wil dan maar snoeien in de instellingen die wél
werken: de Senaat en de provincies, instellingen die overigens ook onder vuur
liggen van de Vlaams- en francofone nationalisten.
4) Provinciaal federalisme: een uitweg?
Volgens Luc
Ryckaert promoten Bepaalde unitaristen promoten een provinciaal federalisme..
Dat begrijpen we niet: unitaristen die federalisme promoten. De auteur
vervolgt: Dat is raar want unitaristen vinden België te klein voor 3 Gewesten
en Gemeenschappen, maar plots groot genoeg voor 9, 10 of 11 deelgebieden. Dat
zal wel vreemd zijn, daar unitaristen nu eenmaal geen provinciaal federalisme
verdedigen. Overigens is het niet zo dat België te klein is voor drie
deelgebieden, wel dat een staat niet kan werken met polariserende structuren. Niettemin
is een provinciaal federalisme met negen deelgebieden een interessante optie,
die in de praktijk weinig zou kunnen verschillen van het provinciale unitarisme
(in beide gevallen kan de overheid tussenkomen wanneer bv. het algemeen belang
geschaad wordt; ook in het federale Duitsland bestaat een mengvorm, cf. zgn. Rahmengesetzgebung).
Gelukkig besluit de schrijver op een positieve en zelfs humoristische noot: Niet
toevallig zijn alle federale landen (...) grote landen.En net dat systeem moet een voorbeeld zijn
voor het zeer kleine België?
5) Conclusie: de anti-unitaristische argumenten overtuigen
niet. De communautaire verstandhouding bevorderen door de werking van het
federale België te verbeteren is niet gemakkelijk... lezen we ergens in de
tekst. Dat de huidige staatsorganisatie van het België een nationalistisch dualisme
in zich draagt dat tot een onvermijdelijke polarisering leidt en zelfs tot
separatisme, zoals de opeenvolgende staatshervormingen bewijzen, is iets wat
unitaristen al decennia zeggen. Als er één ding is waarvoor het federalisme
niét gezorgd heeft, dan is het wel communautaire pacificatie. Integendeel.
Peu de personnes parient sur le prolongement de sa
mission. Il a les mains vides et on tourne en rond Tout semble
faire problème. Et la N-VA estime que la nouvelle Fédération
Wallonie-Bruxelles est une grave provocation . Ambiance
Bon. Autant vous le dire tout de suite, les nouvelles du front ne
sont pas bonnes. À tel point que certains se demandent si le "brave"
Wouter Beke, le négociateur royal, prolongera sa mission au-delà de
vendredi. Car sa moisson est bien légère. De plus, lundi soir, la N-VA
a très mal pris la transformation de la Communauté française en une
"Fédération Wallonie Bruxelles". Elle y voit même une "grave
provocation". Faisons le tour des blocages.
1La loi de
financement. Vous le savez, parmi les nombreux problèmes sur la table,
il y a la révision de la loi de financement. Vendredi dernier, Wouter
Beke avait réuni Elio Di Rupo
et Bart de Wever pour une grande journée de travail. Au menu, emploi,
santé, BHV et loi de financement. Emploi, santé : il y a eu quelques
molles convergences. BHV, on na pas osé en parler. Car cest autour de
la loi de financement que les négociateurs se sont empoignés. Pour le
PS, les nouvelles propositions de Wouter Beke sont tout simplement
im-bu-vables. Cest non, non, non et non. "À chaque phrase, il y a un
truc inacceptable. Tout est fait au bénéfice de la Flandre et au
détriment de la Wallonie et de Bruxelles". Et le refinancement de Bruxelles, accepté - du bout des lèvres - par Bart De Wever
en juillet dernier, est remis en cause. Ou alors, il doit être assuré
par la Wallonie. "Ce qui démontre le désintérêt et le mépris des
Flamands pour la capitale", note un négociateur. Les francophones, se
basant sur lexposé de plusieurs professeurs duniversité (voir
ci-dessous) estiment que cette réforme de la loi de financement heurte
les principes européens. Mais en se basant sur les mêmes conclusions,
CD&V et N-VA affirment quils peuvent progresser dans
laccroissement de lautonomie fiscale des régions. Les Flamands
évoquent les modèles de lEspagne et de lAutriche pour soutenir que lautonomie fiscale complète des entités est une bonne chose et est parfaitement acceptée par lEurope. Bref la galère. Il est quasiment impossible de trouver un terrain dentente sur ce sujet.
2Kris Peeters.
Cest peu dire que la déclaration, de Kris Peeters, samedi dans "La
Libre", a remis le feu aux poudres. Le ministre-Président flamand y
affirmait que Bruxelles ne serait jamais une Région à part entière.
"Cest comme si Philippe Moureaux
avait réclamé lélargissement de Bruxelles au moment où Elio Di Rupo
menait sa mission de pré-formation", samuse un socialiste. Certains
francophones voudraient minimiser la portée de cette déclaration : "Il
ny a pas grand-chose de neuf. Dautres Flamands lont déjà dit." Sans
doute. Mais répéter cela maintenant, cest quand même une méchante peau
de banane sous les sandales de Wouter Beke. Et un vilain coup à la
négociation, déjà très chancelante. Le problème est que Kris Peeters, il
faut bien ladmettre, semble avoir dit tout haut ce que la toute grande
majorité de la classe politique flamande pense, dans son for intérieur.
Bien sûr, Luc Vanderkelen, dans son éditorial quotidien du "Laatste
Nieuws" a critiqué Kris Peeters et regretté son manque de respect à
légard du million de Bruxellois. Cest courageux. Mais si le CD&V
et la N-VA affirment haut et fort que Bruxelles ne doit pas être une
Région à part entière, il y a peu de chance que lOpen VLD, Groen et le
SP.A imposent lidée. La déclaration nest pas anodine. Car les Flamands
savent très bien que les francophones sont prêts à accepter de très
grands transferts de compétences, mais à trois conditions : que
Bruxelles soit une Région à part entière, que lon ne touche pas au cur
de la Sécu et que la réforme naffaiblisse pas durablement une des
entités. Peeters aurait voulu torpiller la négociation quil ne sy
serait pas pris autrement.
Du côté francophone, les condamnations
pleuvent. Charles Michel a lancé un appel à M. Peeters pour quil
maîtrise ses nerfs. "Wouter Beke a été chargé dune mission. Il a la
confiance de tous les partis. Je demande à M. Peeters de respecter cette
mission. Négocier par oukases, par presse interposée ne va pas faire
avancer les choses". Le MR déposera une résolution au Parlement
bruxellois exprimant la position des francophones : lélargissement de
Bruxelles en cas de scission pure et simple de BHV ou de remise en cause
de lexistence-même de la Région bruxelloise. Une provocation ? "Pas du
tout, rétorque Charles Michel. Il sagit simplement de reprendre une
position connue face à une déclaration, celle de Kris Peeters, qui est
clairement un recul par rapport à la situation actuelle de la Région
bruxelloise". Quant au CDH, il a demandé à Kris Peeters dêtre
conséquent avec lui-même et dappliquer la même logique que celle quil
souhaite pour la Flandre aux autres Régions.
3Wouter Beke.
Même si lhomme est dune parfaite bonne volonté, il faut reconnaître
quil na pas engrangé grand-chose. "Aujourdhui, Beke a les mains
vides. Tout le monde tourne en rond. On ne peut pas lui reprocher de ne
pas faire des efforts. Mais les positions des uns et des autres sont aux
antipodes quasiment sur tous les sujets. Il est clair quil pourra
difficilement aller plus loin que vendredi" fait savoir un N-VA.
Pourquoi donc ? "Après, cela deviendra très négatif pour lui. Jusquà
présent, sa mission était plutôt bien perçue. Mais pendant les vacances
de Pâques, il ne se passera plus rien." Donc, il va sans doute falloir
faire appel à une autre personne. Si quelquun a une idée
4Federation
Wallonie-Bruxelles. Mais une autre information semble avoir mis le feu
aux poudres nationalistes, lundi soir. Apprenant que les francophones
avaient décidé de changer leur Communauté française en une Fédération
Wallonie-Bruxelles, la N-VA, par la voie de Ben Weyts, a dit prendre
acte de cette "décision unilatérale des partis francophones". Selon Ben
Weyts, les francophones font comme si les Flamands navaient rien à
dire à Bruxelles alors quils en sont, dit-il, les principaux
contributeurs. "Les francophones répondront-ils désormais présents aussi
pour le financement de Bruxelles?". Le parti de Bart De Wever parle
dune "très lourde provocation", davantage encore si on la lie au fait
que certains francophones "exigent encore le transfert de territoires
flamands dans la périphérie bruxelloise". Selon Weyts, Kris Peeters,
dans son interview à "La Libre" de ce samedi, avait "grandement raison".
"Nous devons défendre avec force la position des Flamands à Bruxelles
et même essayer de la renforcer", a conclu Ben Weyts.
Pendant ce temps là, le Fonds Monétaire International (FMI) sinquiète: "Léconomie
belge se redresse, mais labsence de gouvernement dans le pays, en
crise politique depuis près de dix mois, retarde des réformes
économiques importantes et aggrave les vulnérabilités". Le FMI juge
par ailleurs "encourageant" que le déficit belge ait été réduit de 6 %
en 2009 à 4,6 % du PIB en 2010, soit moins que les 4,8 % fixés dans le
programme de stabilité présenté aux autorités européennes. On notera
quand même que le FMI se trompe : le déficit de 2010 nétait pas de 4,6 %
mais bien de 4,1 %. Maigre consolation
HET VLAAMS-NATIONALISME IS GESTICHT DOOR DE DUITSERS
Deze week spit Knack voor
haar lezers in het Antwerpse het oorlogsverleden van de Scheldestad
boven (foto 1). Later volgen portretten van Gent (4 mei), Leuven (25
mei), Brussel (8 juni), Kortrijk (22 juni), Brugge (14 september) en
Hasselt (12 oktober). Telkens schrijft een historicus of een andere
specialist een essay over de invloed die de oorlog op de stad had, wordt
een overlevende van de Tweede Wereldoorlog opgezocht en keert een
fotografe terug naar de plaatsen waar historische fotos gemaakt werden.
In een interview vooraf pleit Rudi Van Doorselaer, directeur van het Studie- en documentatiecentrum Oorlog en hedendaagse Maatschappij
(SOMA), ervoor dat zij die vandaag van Vlaanderen een aparte natie
willen maken, dringend op een volwassen manier naar die beladen periode
moeten leren kijken. Vlamingen moeten zich durven af te vragen waarom
hun ouders of grootouders op een bepaald moment met zo veel enthousiasme
een antidemocratische maatschappij hebben willen uitbouwen. Heel veel
Vlamingen zagen wel iets in de Nieuwe Orde. ( ) Niet zozeer de
hakenkruisen, Hitler en nazi-Duitsland, maar wel de typische
maatschappijvisie die gebaseerd was op hiërarchie, autoriteit en wat
toen volksverbondenheid werd genoemd. Dat vertaalde zich niet alleen
in de manier waarop het bestuur werd georganiseerd, maar ook in de
verhoudingen tussen mensen en zelfs binnen gezinnen. De Tweede
Wereldoorlog heeft dus een aantal dingen aan de oppervlakte gebracht die
onderhuids aanwezig waren en vooral in het katholieke Vlaanderen echt
aansloegen.
In
de bijlage over Antwerpen wordt Lode Wils aan het woord gelaten, 82
jaar en getuige geweest van de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen. Doctor
in de rechten en in de geschiedenis, emeritus hoogleraar altijd
verbonden geweest aan de KU Leuven. Niet zomaar iemand. Lode Wils stelt
met berusting ( ) vast dat België gesplitst zal worden. Lode Wils:
Als ik van Leuven naar Gent rijd, zal ik twee keer de grens moeten
oversteken, want dat Brussel bij Vlaanderen komt, moeten we onszelf niet
wijsmaken. Ik was van huis uit Vlaamsgezind en toen ik voor het eerst
mocht stemmen, heb ik voor de Volksunie gekozen. Ik betreur het nog
altijd. ( ) Tegelijk Belg en Vlaming zijn, is dat een tegenstelling?
Nee. Die contradictie is opgepord door de Vlaams-nationalisten en
gecreëerd door de Duitsers in 14 - 18. Hun Flamenpolitik wakkerde de Vlaamse symbolen aan, in de hoop de Belgen te verdelen. Bart De Wever (foto 2)
zal het niet ontkennen, maar toch niet graag horen: daar is het
Vlaams-nationalisme ontstaan. Het is gesticht door de Duitsers.
De
uitlating van Lode Wils is een beschamende, rancuneuze verdraaide
interpretatie van de Vlaamse geschiedenis, een historicus onwaardig,
schrijft de VB-vriendelijke blog Angeltjes. Maar anders dan Angeltjes kletst
Lode Wils niet uit zijn nek.
In een doctoraat dat vorig jaar september
verdedigd werd aan de KU Leuven wordt duidelijk gemaakt dat de Flamenpolitik
van de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog de Belgische
staat wilde ontwrichten. De Duitsers speelden in op de gevoeligheden
tussen Vlamingen en Walen, en wilden de Vlaamse beweging winnen voor het
ideaal van een Duits Mitteleuropa. Uitgebreid bronnenonderzoek wijst
erop dat de ideologische basis voor die Flamenpolitik al in de
negentiende eeuw werd gelegd. Duitse nationalisten pleitten voor een
uitbreiding van de grenzen en annexatie van gebieden waar zogezegd
etnische Duitsers woonden. In mei verschijnt deze doctoraatsverdediging van Bruno Yammine bij het Davidsfonds onder de titel Drang nach Westen. De fundamenten van de Duitse Flamenpolitik (1870-1914).
Misschien dit eerst eens lezen vooraleer een ander uit te schelden voor een beschamende, rancuneuze verdraaide interpretatie van de Vlaamse geschiedenis, een historicus onwaardig ?
Wouter Beke chez le roi à 16h30 après une entrevue avec Di Rupo et De Wever
Martin Buxant
Mis en ligne le 16/03/2011
Le négociateur est en place depuis 2 semaines. Et fait
son rapport au Roi ce mercredi. Mais il ny a pas (encore ?) de plan
Beke. Juste une table des matières à trancher
Le président du CD&V Wouter Beke se rend mercredi à 16h30 au
Château de Laeken pour un premier rapport intermédiaire au roi Albert II
dans le cadre de sa mission de négociation visant à préparer un accord
sur la réforme de l'État, a-t-on appris auprès de son porte-parole.
Auparavant, il aura rencontré lors d'une réunion commune les présidents
de la N-VA Bart De Wever et du PS Elio Di Rupo.
M.
Beke s'est entretenu à plusieurs reprises avec les deux vainqueurs des
élections du 13 juin dernier pendant la semaine de Carnaval. Malgré des
contacts informels, il n'y a encore eu officiellement aucune rencontre
avec les présidents des six autres partis (MR, Open Vld, sp.a, cdH,
Ecolo et Groen! ). Ce sera le cas jeudi et vendredi, lors de réunions
bilatérales.La discrétion reste de mise: après son entrevue avec le roi,
Wouter Beke ne fera pas de déclaration publique. L'objectif reste de
préparer un "accord substantiel", commentait-on.
Si Wouter Beke
était coureur cycliste, quatorze jours après le départ du Tour, force
serait de constater que pas un col ni même un premier lacet na encore
été franchi par ce membre de léquipe CD&V. Mais voilà, Wouter Beke
est négociateur royal Ne tournons pas autour du pot : alors que ce
mercredi, le négociateur effectue son premier rapport à Albert II,
il apparaît quil a toujours les mains désespérément vides. Wouter
Beke, qui a été nommé le 2 mars dernier, a réuni une dizaine de fois les
présidents du PS et de la N-VA, avec ou sans leur expert thématique,
mais jusquici, il na pas avancé dun mètre.
Dun côté (PS) comme de lautre (N-VA), on assène les "cest très difficile" ou les "lambiance est bonne, mais on tourne en rond".
Concrètement, le négociateur a produit des notes de synthèses : il y en
a neuf (1) Sénat/Comité de concertation; 2) Justice; 3) Soins de santé; 4) Allocations familiales; 5) Bruxelles; 6) Hors leviers; 7) BHV; 8) Emploi; 9) Loi de financement). Il les a appelées des "fils conducteurs" devant laider à traverser une "phase dorientation"
Pour lécrire platement : ces notes font le point entre les différentes
positions issues des notes du préformateur (Elio Di Rupo), du
clarificateur (Bart De Wever) et du conciliateur (Johan Vande Lanotte).
Constat : aucun point majeur ne fait consensus à ce stade
- Justice et arrondissement judiciaire de BHV.
Préformation
: aborder cette problématique à la lumière des travaux et échanges de
vues sous la direction du commissaire royal Dehaene (printemps 2010);
Clarificateur : proposition de loi de Hugo Vandenberghe;
Conciliateur : réforme basée sur les principes suivants : double structure du siège, création dun parquet de Bruxelles-Capitale et dun parquet de Hal-Vilvorde. La discussion doit être menée à bien pour la fin de la formation.
- Soins de santé. Maintien de la solidarité interpersonnelle (préformation/clarificateur).
Homogénéisation
accrue (soins aux personnes âgées, personnes handicapées, prévention,
soins de santé dentaire), infrastructures hospitalières,
financement/responsabilisation : aucun de ces points à trancher ne fait
consensus.
- Le rapport de la préformation prévoit que la
loi sur BHV Chambre/Sénat et les dispositions relatives à la
pacification communautaire ainsi que les dispositions concernant la
Région de Bruxelles-Capitale seront votées et entreront en vigueur dans
le cadre de linvestiture du gouvernement.
- Refinancement de Bruxelles :
Préformation : 500 millions de moyens supplémentaires pour la Région bruxelloise en deux étapes;
Clarificateur : 350 millions de moyens supplémentaires;
Conciliateur : 375 millions pour 2012, selon le calcul du conciliateur.
-
BHV. Voici les points qui ont été discutés pendant ces neuf mois de
négociation. Aucun ne fait consensus : circonscription électorale,
bourgmestres des six communes à facilités, emploi des langues dans les
six communes/circulaires, contentieux devant le Conseil dEtat
concernant les six communes périphériques.
- Emploi : Les règles
relevant du droit du travail et du droit de la sécurité sociale restent
fédérales (préformation/conciliateur). Restent également de la
compétence du fédéral les dispositifs de concertation sociale
(préformation). Disponibilité, groupes, cibles, responsabilisation, etc.
La route, ici aussi, reste longue entre les positions des partis
flamands et celles des partis francophones.
- Sur la loi de
financement, Wouter Beke a dressé la cartographie des mécanismes
proposés lors des trois phases de la négociation à sept (PS, CDH, Ecolo,
N-VA, CD&V, SP.A et Groen !).
Et voilà le travail
Le hic : le Parti socialiste ne défend même plus toutes les positions
prises durant la phase de préformation, la N-VA trouve quelle a fait
trop de concessions lorsque Bart De Wever était clarificateur. Et que
lun comme lautre saccordent pour dire que la note du conciliateur
Vande Lanote était imbuvable.
Wouter Beke va donc devoir
présenter sa propre note la semaine prochaine ou inviter certains partis
autour dune table de négociation.
D.S. schrijft dat Dehaene "het ook niet meer weet". Tiens, Dehaene, was dat niet de man die er in 1988 en 1993 mede voor gezorgd heeft dat we thans zo'n onwerkbaar systeem hebben? Dit is niet de crisis van België, wel die van het federalisme.
SPELLETJE ZEVEN OF NEGEN OP EEN RIJ
zaterdag 12 maart 2011, 05u00
Auteur:
GUY TEGENBOS
COMMENTAAR Ooit het spelletje 'vier
op een rij' gespeeld? Twee spelers moeten elk pogen vier schijfjes op
een rij te krijgen en intussen beletten dat de ander dat kan. Het lijkt
makkelijk, maar het is het niet. De moeilijkheidsgraad neemt
exponentieel toe: 'vijf op een rij' is niet een kwart moeilijker, maar
dubbel zo moeilijk. Onze federale onderhandelaars spelen zeven of negen
op een rij. Dat is afschuwelijk moeilijk. Daarom duurt het zo lang.
Goed een week geleden startte een nieuwe ronde met de
CD&V'er Wouter Beke als spelleider. Hij zette de twee
hoofdrolspelers aan de tafel. Het was, à propos, zes maanden geleden dat
die twee nog intens met elkaar gepraat hadden! Onderhandelen doen ze
nog niet. Zij hebben hun tegenstellingen en overeenkomsten opgelijst en
nemen hun posities opnieuw in. Ze staan nog mijlen van elkaar. En ze
vertrouwen elkaar niet. De PS denkt dat de N-VA geen akkoord wil; de
N-VA raakt overtuigd dat de PS een akkoord wil zonder haar. En dan
moeten de anderen ook nog aan de tafel komen! Hoelang gaat dit nog
duren?
Niemand weet het. Dan is het goed een ervaren gids te raadplegen. Jean-Luc Dehaene.
In
het interview in deze krant zegt hij tal van zinnige dingen. Over de
sociaal-economische actualiteit bijvoorbeeld: verlaag de accijnzen op
brandstof niet, we moeten toch leren leven met zéér dure benzine. En:
niet elke verandering aan ons sociaal systeem is een achteruitgang. Hij
laat ook aanvoelen dat enige Europese druk op ons land soms best welkom
is.
Maar voor de formatie verbergen zijn forse uitspraken dat hij het ook niet meer weet.
Enerzijds
zegt hij: 'Het heeft nu lang genoeg geduurd.' En: 'Wie geen
compromissen wil sluiten, blijft best weg uit de politiek.' Dat is een
boodschap aan de N-VA, maar ook aan de PS. Ook zegt hij: 'Als je iets
kan doen, moet je het doen, anders blijf je ter plaatse trappelen': een
terechte boodschap aan de N-VA dat de Grote Staatshervorming ook in twee
of meer fasen te realiseren is.
Maar anderzijds zegt hij: 'Ik had 100 dagen nodig in 1988. Zijn er nu 500 nodig? Als het moet, dan moet het maar.'
Hij
weet het dus ook niet meer. Misschien moeten we onze visie op het
begrip regeren herzien voor federaal België. De deelstaten functioneren
normaal. Het volstaat dat we eens in de vier à vijf jaar ergens een
akkoord bereiken over een federaal regeerprogramma. Een normale regering
hebben we niet echt nodig. Een regering van lopende zaken kan dat
akkoord uitvoeren, in dialoog met het parlement. De ministers moeten
zich dan aan dat akkoord houden en mogen geen nieuwe leuke ideetjes
lanceren die de begroting toch alleen maar bezwaren. Als Europa dan nog
zo lief wil zijn om ons af en toe te dwingen de maatregelen te nemen
waartoe we zelf niet in staat zijn, is alles toch oké? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Wie begrijpt deze laatste paragraaf?
132 splitsingen stonden er in de splitsingscatalogus (http://www.unionbelge.be/?p=2793). Over justitie (19 splitsingen) wordt nog geruzied, kinderbijslagen (2 splitsingen, wel veel geld) lijken uit het vizier verdwenen. De keuze is dus tussen werkgelegenheid (22 splitsingen, maar meer indien "diepgaand", wat moeilijk is gelet op RVA) en gezondheidszorgen (35 splitsingen, nog moeilijker owv Brussel). Dan is er nog de financieringswet en BHV (4 splitsingen op een lijstje, maar wel de moeilijkste).
Quid met al de rest? Verkeer, buitenlandse handel, het rampenfonds enz.? Niet belangrijk?
Uit Le Soir (9 maart 2011) (http://www.lesoir.be/actualite/belgique/elections_2010/2011-03-09/le-plan-de-beke-pour-sortir-de-l-impasse-827121.php):
"Selon nos informations, le négociateur travaille en trois temps. Un :
trouver un modèle acceptable pour réformer la loi de financement, en
sinspirant des travaux de Johan Vande Lanotte. Deux : trouver un « gros
poisson », une compétence majeure à transférer. Enfin, trois : régler
les questions de BHV et de Bruxelles.
Chaque jour, Wouter Beke,
Elio Di Rupo et Bart De Wever, flanqués de leurs experts, abordent un
thème différent. Pour rappel, lundi, cétait la loi de financement, lun
des points les plus délicats de la négociation ; mardi, le trio a parlé
emploi.
BHV au menu de ce mercredi
Au menu de mercredi, BHV ; jeudi, Bruxelles et, vendredi, soins de
santé et allocations familiales. Soit les grosses pièces de la réforme
de lEtat. Car, si lon veut sortir de limpasse, les francophones en
sont convaincus, il faudra un « gros poisson » (des transferts de compétences « homogènes », cest-à-dire le transfert intégral ou presque dune politique aux entités fédérées).
Ils ne sont pas légion. La Justice est, de laveu de tous les
négociateurs, un dossier « non abouti » On oublie donc, pour linstant.
Quant aux allocations familiales, certains nen veulent plus et,
surtout, il ne sagit pas là dun véritable levier.
Lemploi ou les soins de santé ?
Reste donc lemploi et les soins de santé. Lequel des deux ? Cest bien
là le problème ! La N-VA, qui redoute, sans doute, une mainmise du
CD&V sur des soins de santé régionalisés, ne jure que par lemploi.
Et là, cest le CD&V qui cale tout net, pour ne pas perdre son aile
gauche, opposée à toute atteinte à la Sécurité sociale. Alors, quel
poisson ? Cest tout lenjeu des négociations de cette semaine !"
Het blijft verbazend hoe die Vlaams-nationalistische commentatoren hun waanbeelden voor werkelijkheid blijven aanzien. Een "staatshervorming" realiseren zou blijk geven van staatsmanschap (maar van welke staat?) en als CD&V niet "Vlaams" genoeg is, dan gaan ze regelrecht de afgrond in. Na 8 maanden Vlaams-nationale orthodoxie heeft de partij nog 12 % over in de peilingen ( - 5% tegenover de verkiezingen en die waren al een "historisch dieptepunt"). In het beste geval kan je nog zeggen dat die wereldvreemde commentatoren gewoon de referentiekaders van de Wetstraat op de Belgische samenleving toepassen...
Met de tenen over de afgrond
donderdag 03 maart 2011
Auteur:
BART STURTEWAGEN (De Standaard)
COMMENTAAR Laten we bidden voor
Wouter Beke. Het leven van een CD&V-voorzitter is in normale
omstandigheden al niet te benijden. Na de afschuwelijke
verkiezingsuitslag van 13 juni 2010 werd het helemaal een hondenbaan. De
christen-democraten zagen geen andere optie dan zich met
doodsverachting vast te kleven aan de zegevierende N-VA. De verwijdering
na de breuk in het kartel had immers tot een electorale ramp geleid.
De strategische visie was toen dat er niets anders opzat dan
alles te doen om een deal tussen de N-VA en de PS te bevorderen. Alleen
zo kon de door de wol geverfde beleidspartij weer laten zien waarin ze
goed was: in besturen en dan nog het liefst in uitdagende
omstandigheden. Zonder een fundamentele politieke vernieuwing toch maar
weer in een federale regering sukkelen, was in deze redenering een pad
dat rechtstreeks naar de extinctie leidt.
Helaas, het
voor die strategie benodigde akkoord is er ruim 260 dagen later nog
steeds niet. Ondanks het gestage prestigeherstel van ontslagnemend
premier Yves Leterme is CD&V in de perceptie weggedeemsterd tot een
satellietpartij. Ongeveer zoals de voormalige Franstalige vrienden van
CDH voortleven bij de gratie van de PS.
Wie zich,
zoals PS-voorzitter Elio Di Rupo, verbaast over de willoosheid waarmee
CD&V de wet van de sterkste ondergaat, heeft niet goed nagedacht
over het alternatief. Second best zijn naast N-VA is een zwak,
voor zo'n roemrijke formatie zelfs vernederend uitgangspunt. Maar in
tegenstelling tot Bart De Wever een Verrader der Vlaamse Zaak zijn, is
ronduit catastrofaal, zelfs suïcidaal. Zich laten losweken, zo besefte
Wouter Beke acht maanden lang, is simpelweg geen optie. Want in dat
geval kan zelfs de laatste citadel, de leiding van de Vlaamse regering
in handen van Kris Peeters, niet worden verdedigd. Dan is het 'boeken
toe' voor CD&V.
Alsof dat alles niet uitzichtloos
genoeg was, krijgt Beke nu de last van de compleet geblokkeerde
regeringsvorming in de handen geduwd. De bemoedigingen die de
onderhandelende partijen hem toestuurden, bieden geen troost. Voor wie
met de tenen over de rand van de afgrond staat, komen schouderklopjes
ongelegen.
Er is één lichtpunt: als er íemand is wie
er alles aan gelegen is vervroegde verkiezingen te vermijden, dan is het
Beke. Garantie op succes biedt dat niet. Dat kan alleen komen van een
doorbraak in de relatie tussen Bart De Wever en Elio Di Rupo en van hun
moed om een historisch compromis te sluiten. In het slechtste geval zal
Beke dit land een Europese blamage hebben bespaard en voldoende tijd
hebben gewonnen zodat de Schatkist de miljarden kan lenen die nodig zijn
om het jaar uit te zingen. Voor zoveel onbaatzuchtig staatsmanschap
moet, na de verkiezingen, een standbeeld worden opgericht.