Begin februari 2014 hield de
N-VA een ideologisch congres, in het licht van de komende verkiezingen. Fundamentele vragen
bleven onbeantwoord.
De partij is voorstander van confederalisme, doch
zegt nu nog geen "Vlaamse" onafhankelijkheid te willen. Welnu, een
confederatie is een verdragsunie tussen ... onafhankelijke staten. Wat
met deze flagrante contradictie?
Volgens de plannen van de N-VA moet de Belgische
grondwet verdwijnen ten voordele van een grondverdrag tussen "Vlaanderen"
en "Wallonië". Art. 187 van de Belgische grondwet stelt: de Grondwet kan
noch geheel, noch ten dele worden geschorst. Op 3 maart 2013 verklaarde partijvoorzitter Bart De Wever: "Wint de N-VA, dan
moeten de andere Vlaamse partijen ons volgen. Desnoods moet de grondwet
genegeerd worden om het confederalisme in te voeren" (GVA/HBVL). Dus als de
N-VA pakweg 30% van de stemmen haalt in één landsdeel, moeten alle
andere partijen in de pas lopen en een illegale daad plegen? De partij
roept dus op tot onwettelijkheid?
In
de teksten van de N-VA lezen wij: Vlaanderen en Wallonië [ ] rapporteren afzonderlijk aan Europa
over hun na te komen verplichtingen (stabiliteits- en
hervormingsprogrammas in het kader van het Europees semester,
actieplannen in het kader van de EU2020-doelstellingen, ...). [ ] Europa geeft op zijn beurt informatie
rechtstreeks door aan Vlaanderen en Wallonië.. Maar de N-VA erkent enkel lidstaten. Hoe
verzoent de N-VA passages als deze met haar voornemen om nog geen
"Vlaamse" onafhankelijkheid te willen?
Volgens de N-VA
dienen "Vlaanderen" en "Wallonië" elk afzonderlijke ambassades te verkrijgen
in het buitenland. Ambassades zijn het kenmerk van onafhankelijke en door
de internationale gemeenschap erkende staten. Hoe wil de partij dit
bereiken zonder de onafhankelijkheid van "Vlaanderen" uit te roepen?
De N-VA wil, naar
eigen zeggen, een meer simpele staatsstructuur. Maar de Belgische
confederatie die zij voorstellen bestaat niet alleen uit "Vlaanderen" en "Wallonië", elk met hun eigen parlement en regering. Voor wat Brussel
betreft zijn én beide deelstaten bevoegd en, voor wat sommige andere
aangelegenheden, het stadsgewest. Op confederaal niveau wil de partij een
(onrechtstreeks verkozen) parlement en, parallel, als soort diplomatieke
conferentie een Belgische raad van ministerraden. Ook de Duitstalige
gemeenschap blijft behouden. In welk opzicht is deze staatsstructuur
eenvoudiger als deze die vandaag bestaat?
Op 25 jaar tijd wil de N-VA de gigantische Belgische
staatsschuld van 365 miljard tot nul herleiden. Dit is niet alleen
onmogelijk, maar ook onwenselijk. Immers, elke staat heeft nood heeft aan
een zekere openbare schuld om spaargeld te investeren (de investering
daarvan kan een positief effect hebben op het BNP). Wat is het doel en
nut van dit standpunt dat tot de politieke fictie behoort?
In de plannen van de partij krijgt Brussel alleen
grondgebonden bevoegdheden (bijvoorbeeld milieu, mobiliteit en werk)
toegewezen.
De persoongebonden bevoegdheden vallen exclusief onder Vlaanderen en
Wallonië : cultuur en onderwijs zoals op heden, maar ook de sociale
zekerheid. Brusselaars moeten dus hun systeem kiezenKinderen vallen ten
laste van het systeem van de ouders. De N-VA voert voor Brussel een
subnationaliteit in. Probleem: 1° indien de Brusselaars kiezen voor het
"Vlaamse systeem", wat de N-VA ongetwijfeld hoopt, stijgt de kostprijs van
de Vlaamse sociale zekerheid exponentieel. Hoe gaat men dit opvangen?; 2° Wat zijn de gevolgen van deze
subnationaliteit voor gemengde
huwelijken of nieuw samengestelde gezinnen? 3° is deze werkwijze congruent
met het Europese recht? 4° zal zulke
indeling van de bevolking niet leiden tot enorme sociale
spanningen in Brussel?
N-VA kopstukken spreken elkaar vaak tegen. Soms is dit welhaast surrealistisch. Zo
verklaarde Geert Bourgeois op 20 maart 2013 in Villa Politica (vrt): Onafhankelijkheid is een
begrip uit de achttiende eeuw. Een aantal maanden later echter stelde Theo Francken in De
Standaard: Vlaanderen
is klaar voor onafhankelijkheid. (DS,
3 augustus 2013). Siegfried Bracke stelde in januari 2013: le
séparatisme, ça mintéresse peu ! Cest une solution possible, mais pas ma
préférée (La Libre Belgique, 5 januari 2013). Maar Jan Peumans zei twee
weken later: Natuurlijk zijn wij separatisten. Artikel 1 van
onze statuten zijn toch klaar en duidelijk? Wij willen een onafhankelijk
Vlaanderen. Punt. (Apache.be,
25.01.13). Op zich al een enorme contradictie. Maar wat indien we dit
citaat er nog bijnemen: Ook ik ben feitelijk separatist[ ]Maar
ik vind wel dat we een beetje treffelijk uiteen moeten, met manieren. Aldus sprak Siegfried Bracke op zijn weblog
d.d. 4 juni 2007. Is dit alles eerlijkheid naar de kiezer toe?
Volgens wat de N-VA voor ogen staat, moet de
Belgische confederatie enkel nog bevoegd blijven voor het leger, het
uitreiken van paspoorten, de openbare schuld, de BTW en accijnzen, het
strafwetboek, de niet-territoriumgebonden delen van het burgerlijk wetboek
en bepaalde delen van het veiligheidsbeleid (in wezen enkel het bestrijden
van grote criminaliteit). Kan iemand uitleggen wat het nut is van dit
volledig uitgeklede niveau?
De
N-VA maakt voortdurend vergelijkingen met separatistische bewegingen in
andere landen, en ondersteunt ze, zo bijvoorbeeld in Schotland of
Catalonië. Welnu, sedert 1993 de laatste twintig jaar dus
werden volgende staten onafhankelijk: Eritrea (24 mei 1993), Palau (1
oktober 1994), Oost-Timor (20 mei 2002), Montenegro (3 juni 2006), (het
statuut hiervan is nog betwist: ) Kosovo (17 januari 2008), Zuid-Soedan (9
juli 2011). Al deze staten werden onafhankelijk middels een referendum
(Tsjechoslovakije hebben we buiten beschouwing gelaten). Ook Schotse,
Catalaanse of Baskische separatisten eisen een referendum. De N-VA is
expliciet gekant tegen een referendum over Vlaamse onafhankelijkheid.
Waarom? De vraag stellen, is ze
eigenlijk al beantwoorden ...
De N-VA vindt het verstandig dat elke deelstaat gefaseerd komaf[maakt] metde diverse faciliteitenregelingen. Zij denken hierbij
natuurlijk aan de faciliteiten in het Vlaams gewest, maar schijnen te
vergeten dat er 100.000 Nederlandstaligen resideren in Edingen, Komen,
Moeskroen, Vloesberg en Welkenraedt. Moet de Nederlandse taal daar dan
geofferd worden op het altaar van de Vlaamse soevereiniteit?
Een
volkomen over het hoofd geziene passage, zeker wat de formulering betreft,
in de congresteksten van de N-VA, is wel de volgende: Het grondgebied
van Vlaanderenomvat de provincies Antwerpen, Limburg,
Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen, en de regio
Brussel-Hoofdstad. Het grondgebied van Walloniëomvat de provincies Henegouwen,
Luik, Luxemburg, Namen, Waals-Brabant, en de regio Brussel-Hoofdstad. De N-VA wil het Brussels
gewest dus (ook) toevoegen aan het Waals gewest. Klinkt dit niet vreemd
uit de mond van een Vlaams-nationalistische partij?
We kunnen zowel nog even doorgaan.
Het punt is, dat de N-VA op haar langverwachte en historische congressen
alsook bij monde van haar tenoren een absurd en tegenstrijdig verhaal
verkondigt. Het ergste van al is dat de media hier niet de minste kritische
vragen bij stellen.
Een partij zoals de N-VA, die haar ontstaans- en bestaansreden met een wollige retoriek
versluiert: het is wellicht uniek in Europa...
Op 1 december 2013 raakte via de pers bekend dat Koning Filip gratie
verleend had aan elf personen. De teneur was snoeihard: de Koning had zogezegd
snelheidsduivels gratie verleend. Verontwaardiging alom in de politieke
wereld en bij de opiniemakers. Nochtans is het in werkelijkheid niet de
Koning die beslist, maar wel de minister van Justitie, i.c. Annemie Turtelboom
(OPEN VLD). Het gaat hem dus, kortom, om het oude verhaal: de koninklijke
functie ondermijnen om zo de Belgische staat aan te vallen. Nochtans heeft de
Koning allesbehalve iets verkeerds gedaan, wel integendeel.
Enkel voorbeelden van
mensen aan wie gratie verleend werd: een vrouw die halsoverkop met een ziek
kleinkind naar het ziekenhuis rijdt en wier papieren niet in orde blijken. Een
zieke autobestuurder van 74 die de achteruitkijkspiegel van een andere wagen
kapot rijdt en zonder te beseffen dat hij schade heeft aangericht een boete
krijgt voor vluchtmisdrijf die hij niet kan betalen. Een man die onterecht
veroordeeld voor een klein misdrijf, dat hij niet beging. Niets dat deze
communautair-mediatieke hetze verdient dus. Integendeel, het is edelmoedig
dat in deze kille maatschappij nog de mogelijkheid bestaat tot genade, een
recht dat de zwaksten beschermt.
Veroordeelden
kunnen overigens ook vervroegd vrijkomen en hun gevangenisstraf dus niet
volledig uitzitten. Het verlenen van
gratie is dus ook het wegwerken van een ongelijkheid die erin
bestaat dat wegbestuurders met een rijverbod geen strafvermindering kunnen krijgen.
Overigens,
waar deed de Koning iets anders dan een grondwettelijk recht uit te oefenen? Art.
110 van de Grondwet bepaalt immers: De Koning heeft het recht de door de
rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen, behoudens
hetgeen ten aanzien van de ministers en van de leden van de Gemeenschaps- en
Gewestregeringen is bepaald (art. 103, 111 en 125 bepalen die
modaliteiten). Maar bij zijn aantreden in juli 2013 heeft Koning Filip al gebroken met de traditie van collectieve gratie.
Elk dossier wordt nu individueel onderzocht. Maar het zal nooit voldoende zijn.
Zij die nu pleiten om het genaderecht af te schaffen, gebruiken dit gewoon als
hefboom om morgen het recht van de Koning om àlle wetten te ondertekenen, te
ontnemen.
Gelet op het feit dat een minister verantwoordelijk
is voor elke daad die de Koning stelt (art. 88 Belg. Grondwet) komt de
verantwoordelijkheid voor een gratieverlening toe aan de bevoegde minister,
i.c. Annemie Turtelboom (OPEN VLD). Het is dan ook zij die deze genadeverzoeken
heeft onderzocht en goedgekeurd. De Koning heeft ze alleen ondertekend.
Nochtans verontwaardigde de partijgenoot van de minister, Senator Guido Depadt,
zich hierover en vroeg hij zelfs het gratierecht van de Koning af te schaffen,
terwijl de koning zelf in deze een zeer minieme rol heeft gespeeld ! Keurt hij
zo de acties van zijn partijgenote niet af? Als de liberalen consequent waren,
dienden ze een motie van wantrouwen in te dienen tegen hun eigen minister,
i.p.v. de Koning te beschimpen.
De aanvallen op de Koning tonen aan dat de politieke
klasse blijkbaar niets kent van hoe het systeem van gratie werkt. Eerst verkrijgt de minister van
justitie informatie van de Procureur des Konings, het Parket-Generaal en zelfs
van de gevangenisdirecteur. Daarna wordt een Koninklijk Besluit opgesteld dat
aan de Koning wordt voorgelegd, die het document tenslotte enkel ondertekent.
Het gaat hier dus niet om één of andere koninklijke willekeur, verre van. Nog
belachelijker zijn de aantijgingen al zou het hier om een middeleeuws systeem
gaan. Zijn de Duitse of Italiaanse
president die ook gratie verlenen dan ook middeleeuwse figuren?
Stel
dat de Koning gratieverzoeken niet zou ondertekenen, zou dan geen storm van
protest oprijzen, vergelijkbaar met die van april 1990, toen Koning Boudewijn
de abortuswet niet ondertekende? Hoe vaak al hebben politici niet verklaard de
Koning het recht om wetten te ondertekenen, te bekrachtigen en af te kondigen
(art. 108 en 109) te willen onttrekken, zogezegd om een herhaling van die
situatie te voorkomen? Moeten we
hieruit afleiden dat de Koning wetgevende teksten noch mag tekenen noch mag
weigeren te ondertekenen? Dat is toch volkomen waanzinnig.
Onze
politici en hun dociele media geven blijk van totale minachting voor de
constitutionele monarchie door te suggereren dat de Koning der Belgen als een
despoot zou handelen. Gaat men morgen de Koning ook persoonlijk
verantwoordelijk stellen voor de verruiming van de euthanasiewet, voor het
eenheidsstatuut van bedienden en arbeiders, voor de pensioenhervorming omdat
hij al die wetten ook ondertekent?Is het niet absurd een systeem dat goed werkt
te veranderen omdat de Koning zijn handtekening uiteindelijk onderaan een
document plaatst? Sommige journalisten en koningskenners suggereren dat men
de praktijk maar moet aanpassen aan de theorie. Ze menen dat omdat het de facto
de partijbureaus zijn die de ministers aanduiden, het grondwetsartikel dat
stelt dat de Koning hen aanduidt, geschrapt moet worden. Welk een absurde
logica. Het zijn net de politici die zich aan de Grondwet moeten houden.
Onze
politici zijn wel heel goed in het oplossen van problemen die niet bestaan of
die ze zelf gecreëerd hebben. Want wat zou er veranderen als het gerecht dit
beslist? Als de Koning (lees: de
regering) geen gratie meer mag verlenen, maar dit door een gerechtelijk orgaan
moet gebeuren en er bestaat op heden zelfs geen orgaan dat gratie kan
verlenen is het bijgevolg een loutere verschuivingsoperatie, die
waarschijnlijk tot hetzelfde resultaat zal leiden. Niets zegt
ons evenwel dat een in geldnood verkerend justitieel apparaat is dat geen
fout van de particratie en haar verkwistend pseudo-federalisme deze taak
beter zal vervullen dan de bevoegde ministeriële dienst. Opnieuw worden de ware
intenties van de critici duidelijk: het
genaderecht op zich is niet hun probleem, maar wel de populariteit van de
Koning en bij uitbreiding die van België. Dat diezelfde
politici vrolijk de grondwet aan hun laars lappen bij elke staatshervorming
schijnt daarentegen geen enkel probleem te zijn Als ze maar de Koning en
België kunnen beschimpen. En daarvoor worden graag alle middelen uit de kast
gehaald. Paradoxaal genoeg bewijst het geknoei, de onbeschaamdheid en de
lafheid van de partijpolitiek net de nood aan een sterke constitutionele
monarchie. Hoelang zal de bevolking deze waanzin nog tolereren?
Brief, gedeeltelijk gepubliceerd in HLN d.d. 15 januari 2012
MONARCHIE
Een
aantal politici willen de rol van de Koning herzien en laten evolueren
naar een "Scandinavisch model". De anti-monarchistische kritiek
overtuigt echter niet.
Allereerst bekleedt alleen in Zweden - en niet in Denemarken, noch in
Noorwegen - de Koning een niet-politieke functie. Volgens sommigen is de
monarchie ondemocratisch. Vinden zij dan dat elke niet-verkozen
functie - ministers, ambtenaren, rechters ... - democratisch moeten
worden aangeduid?
Het enige mechanisme in een grondwettelijke monarchie dat inderdaad
niet-democratisch is, is de erfopvolging. Nochtans is erfelijkheid wel
belangrijk in de maatschappij en zelfs in het recht (erfenissen). Wie
tegen de monarchie is, moet bijgevolg logischerwijs ook pleiten voor
het afschaffen van alle voordelen die iemand heeft wanneer hij of zij in een rijkere familie
geboren wordt. Biologische criteria die de wetgever oplegt, zijn
trouwens niet voorbehouden aan de monarchistische erfopvolging.
Voorbeelden als de leeftijdsgrens bij het kiesrecht, het verwerven van
een rijbewijs of de consumptie van alcohol tonen dit genoegzaam aan.
Méér "democratie" is overigens niet noodzakelijk een betere democratie omdat competentie nu eenmaal niet eigen is aan alle
politici. Trouwens, als we ervan uitgaan dat verkozen politici
ondubbelzinnig samenvallen met "de bevolking", dan kunnen ze zich alles
veroorloven.
Het is overigens allerminst bewezen dat republieken beter werken of
democratischer zijn, integendeel. Het enorme aantal republikeinse
dictaturen is daar een sprekend voorbeeld van, net als de misdaden
tegen de menselijkheid die totalitaire staten op grote schaal hebben
aangericht en nog steeds aanrichten.
Indien republieken per definitie beter waren dan monarchieën, dan zou
het in Noord-Korea of Iran beter vertoeven zijn dan in België.
Republikeinen laten ook steeds na om te vermelden welk stelsel hun
voorkeur wegdraagt: een protocollaire republiek, een presidentieel
regime, een socialistische, islamitische republiek of junta?
Vlaams-nationalisten vallen enkel en alleen de Koninklijke functie aan
omdat die hun project in de weg staat. Zo is de huidige gematigdheid van
de N-VA geveinsd en zelfs hypocriet.
Verklaarde Bart De Wever zelve
niet in 2006 op de RTBF dat de monarchie zo snel mogelijk moest
verdwijnen voor een Vlaamse republiek en dat hij Filip Dewinter verkoos
boven Filip van België?
Het staat iedereen natuurlijk vrij om te geloven dat hij daar vandaag anders over denkt.
Le Premier ministre démissionnaire pourrait reprendre du
service Et lancer des réformes. Car le CD&V ne veut pas négocier
sans la N-VA.
Au Roi, quil devrait rencontrer ce mercredi ou dans les
prochains jours, Elio Di Rupo, le formateur démissionnaire, ne pourra
quapporter la même réponse que celle de vendredi dernier : sept partis
sont prêts à entamer des négociations sur la base de sa note. Et deux y
sont toujours opposés : la N-VA et le CD&V. Wouter Beke la redit
mardi à Elio Di Rupo.
Le message envoyé il y a quelques
jours par le Roi na donc pas porté. Le chef de lEtat avait souhaité,
compte tenu de la gravité de la situation politique, que chaque
responsable politique du pays prenne quelques jours de réflexion pour
mesurer les conséquences de la situation politique et chercher des
pistes de solution. Las. Le CD&V reste accroché à une double
exigence : il souhaite que le formateur réécrive sa note et refuse
dentrer dans une négociation dont serait exclue la N-VA. Motif : dans
ce cas-là, le CD&V serait livré au parti dOlivier Maingain, le FDF.
Aussi
curieuse que soit cette stratégie - outre quelle crédibilise et
renforce lattitude de la N-VA, elle accorde aussi beaucoup de poids et
de pouvoir au FDF -, elle semble être celle qui est actuellement portée
par la tête pensante du CD&V, celle de son président en tout cas,
Wouter Beke. Cest aussi le sentiment de Kris Peeters, le
ministre-président du gouvernement flamand. Quant à Yves Leterme et
Steven Vanackere, il est finalement bien difficile de savoir ce quils
pensent vraiment et de quelle manière ils ont essayé dinfluencer la
position officielle de leur parti.
Quoi quil en soit, le "non"
répété du CD&V semble mettre fin à lespoir de ceux qui croyaient
encore possible de démarrer des négociations à 8, cest-à-dire avec tous
les partis mais sans la N-VA. Léternel "scotchage" des démocrates
chrétiens flamands aux nationalistes permettrait-il alors une
négociation entre les sept autres partis : le PS, le MR, le CDH, Ecolo,
lOpen VLD, le SPA et Groen! Pas sûr, car cet attelage ne plaît guère
aux libéraux. Et aux libéraux flamands en particulier, qui se
sentiraient très isolés dans un gouvernement très francophone et très
centriste, voire de centre gauche.
Alors ? Et bien alors, si Elio
Di Rupo, toujours formateur démissionnaire, ne parvient pas à
rassembler une majorité significative pour entamer des pourparlers - ce
qui semble bien être le cas -, il faudra bien se résoudre à donner vie à
un nouveau gouvernement Leterme. Ce qui serait particulièrement bizarre
pour le CD&V puisque le parti nobtiendrait pas la grande réforme
de lEtat quil dit vouloir à tout prix. Mais le CD&V sy
retrouverait quand même dans cette configuration puisquil conserverait
une représentation ministérielle bien supérieure à sa force
parlementaire. Cette solution est aussi ardemment espérée par le
ministre des Finances, Didier Reynders, qui fête ses douze ans de
présence au ministère
Mardi, Yves Leterme semblait déjà convaincu par cette solution. Recevant le bulletin de lOCDE,
le Premier ministre a précisé : " A court terme, la situation
économique est gérable mais il faudra voir où on en sera politiquement
en septembre. Il faudra que le gouvernement ait plus de pouvoir pour
mener les réformes structurelles dont parle lOCDE. Il faudra obtenir la
confiance du Parlement sur un programme ou un mini-programme de
gouvernement et continuer à prendre des décisions. Mais, je le répète :
si la situation lexige, on le fera dans le cadre dune négociation et
dune concertation poussée avec les groupes politiques au Parlement. Le
budget 2012 est en cours délaboration actuellement au niveau
administratif. Quoi quil arrive, je veux dire que le gouvernement en
affaires courantes prendra ses responsabilités en septembre si la
situation politique le demande "
Wat wordt het, nu de N-VA neen heeft gezegd op de
formatienota van Elio Di Rupo? Een regering zonder N-VA, verkiezingen of
een noodregering. CD&V heeft de sleutels in handen, stelt CARL
DEVOS vast.
Donderdag 7 juli is een historische dag. Het is
de dag waarop onmiskenbaar bleek dat een regering met de N-VA niet
mogelijk is. De Wever heeft een zeer duidelijke en onderbouwde neen'
uitgesproken tegen de nota-Di Rupo, waarmee de formateur al aan zijn
bovengrens zat. Een regering zonder de PS is geen optie, omdat dan
minstens ook CDH en Ecolo afhaken. Een regering met de PS en N-VA lukt
dus niet meer.
De duidelijkheid van de N-VA is te verkiezen boven een onder de maar'
kreunende ja' van een partij die het eigenlijk niet ziet zitten, maar
onder druk en tactische berekening toch maar aan tafel schuift. Om
daarna in een gruwelformatie terecht te komen die nooit tot een
compromis leidt.
De N-VA heeft haar weigering omstandig gemotiveerd om haar
centrumkiezers uit te leggen waarom het simpelweg onmogelijk is via
onderhandelingen nog tot een aanvaardbaar geheel te komen. Het is net
die rechtlijnigheid en beginselvastheid die de N-VA zoveel electorale
steun oplevert. Er is een groot publiek voor een dergelijke aanpak. En
er zijn nog meer mensen die dat veroordelen. Aldus sprak het volk.
Ik schreef het hier al eerder: de N-VA is geen traditionele partij, ze
is compromisbereid, maar haar marge voor zo'n compromis is kleiner dan
bij de andere onderhandelende partijen. Die willen uiteindelijk een deel
van hun idealen en programma inleveren om een akkoord te bereiken dat
een ander deel van hun programma kan realiseren. Zo'n akkoord is grijs
en vaak ingewikkeld.
De N-VA daarentegen wil alleen akkoorden met een fors profiel. Roepen op
de N-VA kan het verwerkingsproces misschien bevorderen, maar het helpt
ons niet langer vooruit. Daarom ook heeft het totaal geen zin om aan
Bart De Wever te vragen om een nota te schrijven. Hoeveel moeite de man
ook doet, nooit komt hij tot een tekst die voor de anderen verteerbaar
is.
Regimecrisis
Er liggen nu drie mogelijkheden open om deze regimecrisis te doorbreken.
Aan elk van de mogelijkheden hangen evidente nadelen, op elk ervan is
terechte kritiek mogelijk. Ongenoegen en verontwaardiging moet je kunnen
luchten, maar daarna moet men zoeken naar oplossingen: ofwel komt er
een formatie voor een nieuwe regering zonder de N-VA (optie 1), ofwel komen er verkiezingen (optie 2).
Als geen van beide lukt, vallen we terug op het noodsysteem dat sinds
ruim een jaar in werking is, de regering van lopende zaken (optie 3).
1. Van de negen partijen die formeel en voorlopig virtueel rond
de tafel zitten, willen er acht op basis van de nota-Di Rupo de
onderhandelingen starten. Zeven van die acht willen meteen starten.
CD&V wil niet rond de tafel zonder de N-VA. Daar heeft de partij
goede redenen voor. Beke heeft geen vertrouwen in de MR-FDF en zelfs
niet meer in de PS en N-VA.
Zonder de N-VA is de MR onmisbaar voor een staatshervorming. CD&V
wou gisteren geen afstand nemen van de N-VA, Charles Michel heeft de
voorbije weken geen afstand willen nemen van het FDF. We kennen de
inhoudelijke bezwaren van CD&V op de nota-Di Rupo niet precies, maar
die zullen wellicht niet min zijn.
Andere partijen willen CD&V onder druk zetten om toch te formeren
zonder de N-VA. CD&V zou dan een bocht moeten nemen. Dat kan nu
niet, maar wie weet kan dat na de zomer wel, wordt elders gehoopt. Stel
dat er dan sociaaleconomische miserie in de lucht hangt, de nood hoog is
en het land roept, dan kan CD&V misschien toch
Om die druk op te voeren zou men de formatie al willen starten, zodat
CD&V zich daar later bij kan vervoegen. Dat is onverstandig, want
dan moet al het geleverde werk overgedaan worden en bovendien is het
riskant te hopen op een koerscorrectie van CD&V. Maar CD&V is de
CVP niet meer.
Bovendien zit het trauma van 2007, met de afrekening in 2010, nog in hun
collectieve geheugen. Het valt niet te voorspellen of CD&V die in
deze optie de sleutels in handen heeft nog op haar beslissing
terugkeert, maar ofwel doet ze dat heel snel ofwel zijn er maanden voor
nodig. Kostbare maanden. Want een formatie opstarten aan de start van
het politieke jaar met gemeenteraadsverkiezingen, is niet meteen een
goede timing. Het momentum voor de formatie is al voorbij, maar als het
even kan, dan wel nu. Helaas lijkt de formatie dood.
Overzomeren
2. Als dat niet lukt, zijn verkiezingen voor velen de enige
uitweg. Die kunnen, gelet op de zomermaanden, niet meteen uitgeschreven
worden. De beslissing daarover valt ten vroegste na de zomer. Tegen dan
zijn de emoties wat bekoeld. Bovendien moet je ook nog een meerderheid
vinden om ze te organiseren.
Verkiezingen zijn sinds donderdag onmiskenbaar veel waarschijnlijker
geworden, maar ze zijn niet onvermijdelijk. Als er verkiezingen komen,
kunnen ze misschien een uitweg bieden, maar ze kunnen de situatie ook
nog meer bevriezen. Het is een risico, maar wie weet straks de enig
overgebleven mogelijkheid: als formeren zonder de N-VA niet kan, en ook
het terugvallen op het noodscenario geen voldoende steun meer heeft.
3. Ook in dit noodscenario (optie 3) heeft CD&V de
sleutels in handen. Het gaat dan om de voortzetting van lopende zaken,
dus een regering zonder staatshervorming en zonder de N-VA.
Dat kan met of zonder uitbreiding van de opdracht van Leterme II. In het
eerste geval komt er een soort beperkt noodkabinet, met een beperkte
regeerverklaring en opdracht. Dat hoeft niet eens. Het parlement, dat
zich van de regering emancipeert, kan op zoek gaan naar meerderheden om
het land te besturen. Een boeiend democratisch experiment, dat evenwel
ook na verloop van tijd frictie kan opleveren.
Als er veel door Vlaamse partijen gedomineerde meerderheden ontstaan,
bijvoorbeeld met steun van de MR, zal dat de relaties verzuren en
fricties doen ontstaan omdat er geen arbitrage, of liever patronage
vanuit de regering komt. Maar tot het einde van 2012 moet dat misschien
vol te houden zijn. Dan zijn de gemeenteraadsverkiezingen met bijkomende
stress voorbij, en kan opnieuw aan een formatie gedacht worden.
Zoals gezegd: geen van deze drie opties is zonder nadelen en kritiek. Ze
steken de kop op, omdat betere oplossingen niet mogelijk zijn. Het
voordeel van deze duidelijkheid is dat niemand zich nog kan verstoppen.
Niemand moet nog zeggen dat de winnaars het maar moeten oplossen, samen
kunnen die dat niet meer. Vandaag zijn er enkel verliezers. De opties
slinken, de keuzes worden scherper. Ze moeten nu alleen nog gemaakt
worden. Wie niet kiest, kiest ook: voor optie drie.
"Le "momentum" pour un accord est passé" (http://www.lalibre.be/actu/crise-politique/article/671138/courageux-et-impressionnant-mais-il-est-sans-doute-trop-tard.html) Carl Devos, LLB, 5 juli 2011
"Er is hoop". (http://opinie.deredactie.be/2011/07/05/de-essentie-van-de-kern-van-de-essentie/)
16.De omvorming van de
Senaat tot een onverkozen raad der deelstaten die niet-permanent zetelt
17.De invoering van een
federale kieskring voor 10 Volksvertegenwoordigers
18.Het afschaffen van
het verbod op tweetalige lijsten in Brussel
19.De creatie van een
Brusselse metropolitane gemeenschap
20.De bevriezing van de dotaties
aan de Koninklijke Familie voor een periode van twee
jaar; onder
de volgende Koning zullen enkel de troonopvolger, diens echtgenoot, de weduwe
of weduwenaar van de Vorst en de afgetreden Vorst een Koninklijke dotatie
ontvangen
145.
Samenvallende verkiezingen, vanaf 2014 om de vijf jaar gehouden
146. Intrekking
omzendbrief Peeters, formulieren in faciliteitengemeenten worden om de zes jaar
aangevraagd
147.
Herfinanciering van het Brussels gewest, jaarlijks voor 426 miljoen euro
148.
Grondwettelijk Hof bevoegd in geval van conflict met benoeming burgemeesters in
faciliteitengemeenten
149.
Constitutieve autonomie voor Duitstalige gemeenschap en Brussels hoofdstedelijk
gewest
97.De gewesten krijgen
vertegenwoordigers in de raden van bestuur van de NMBS-groep
98.De Gewesten moeten
kunnen zorgen voor een bijkomende financiering voor de aanleg, aanpassing of
modernisering van de spoortrajecten (onder voorwaarden)
5. OVERIGE SPLITSINGEN:
99.De interuniversitaire attractiepolen
100.De technologische attractiepolen
101.De Nationale Plantentuin van Meise
102.De vestigingswet
103.Het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie
-De Senaat zal bestaan uit 61
leden, die niet rechtstreeks verkozen worden, maar door vertegenwoordigers van
de deelstaten aangeduid worden
-Het aantal zetels van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers wordt opgetrokken naar 170, waarvan 10 verkozen worden
in een nationale kieskring
-Versterking Overlegcomité
-Constitutieve autonomie voor het
Brussels gewest en de Duitstalige gemeenschap
2) BRUSSEL EN BHV
-Splitsing kiesarrondissement BHV,
de zes Brusselse randgemeenten vormen één kieskring waar men op kandidaten uit
Brussel en het Vlaams gewest kan stemmen
-Ontdubbeling gerechtelijk
arrondissement BHV: De rechten in
verband het taalgebruik in gerechtelijke materies, van de Franstaligen in
Halle-Vilvoorde en de Nederlandstaligen in Brussel worden volledig behouden en
gegarandeerd.
-Schrapping
omzendbrief Peeters: de belanghebbenden zullen verlangen voorzien in de
wet, om de zes jaar uitdrukken
-Het
zou nuttig zijn het Kaderverdrag ter bescherming van de nationale minderheden
en het Protocol nr. 12 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten
van de Mens te ratificeren.
-In
het geval de Gewestregering de benoeming van een burgemeester in de Rand
weigert, heeft de kandidaat-burgemeester die niet benoemd werd de mogelijkheid
om beroep aan te tekenen bij het Grondwettelijk Hof.
-Interne
hervorming Brussels gewest
-De
wetgeving over het taalgebruik in Brussel wordt vereenvoudigd. Terzelfdertijd
wordt de tweetaligheid ten gunste van de gebruikers, de overheidsdiensten en
hun personeel bevorderd.
-Afschaffing verbod op tweetalige
lijsten in Brussel
-Toekenning van 461 miljoen euro
aan Brussel tegen 2015
3) FISCALE AUTONOMIE
10 miljard fiscale
autonomie voor de gewesten (personenbelasting)
De Gewesten zullen in het kader van hun bevoegdheden en binnen de
perken van 5% van de ontvangsten op hun grondgebied ook een fiscale
autonomie over de VEN.Bverwerven.
4)BEVOEGDHEIDSOVERDRACHTEN
1)
GEZONDHEIDSZORGEN
De integratietegemoetkoming voor personen met een handicap en de
tegemoetkoming hulp aan bejaarden
De mobiliteitshulpmiddelen
De onderdelen A1 en A3 van het ziekenhuisbudget (BFM)
De volledige bevoegdheid inzake rusthuizen
5.De rust- en verzorgingstehuizen
6.de centra voor dagverzorging
7.de centra voor kort verblijf
8.de geïsoleerde G-diensten en Sp-diensten
9.De volgende revalidatieovereenkomsten:
NOK, PSY, slechthorenden, gezichtsstoornissen, psychosociale revalidatie voor
volwassenen, functionele revalidatie vroegtijdige stoornissen interactie
ouders-kinderen, autisme, revalidatie-instellingen voor kinderen met een
ernstige medisch-psychologische aandoening, instellingen voor motorische
revalidatie.
10.De
overlegplatforms geestelijke gezondheidzorg worden aan de deelstaten overgedragen.
11.De
volledige bevoegdheid inzake de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) de
initiatieven Beschut Wonen (BeWo) wordt naar de Gemeenschappen overgeheveld.
12.Het preventiebeleid
13.het
Fonds ter bestrijding van verslavingen.
14.Het
Impulseofonds
15.De huisartsenkringen
16.De
Lokaal Multidisciplinaire netwerken (LMN)
17.De
Geïntegreerde Diensten Thuiszorg (GDT)
18.De preventieacties
door tandartsen
19.De palliatieve
netwerken en de multidisciplinaire teams worden aan de deelstaten overgedragen.
20.eHealth
(gedeeltelijk)
21.de
contingentering
22.de aanpassings-
en evaluatiemodaliteiten van het KB nr. 78:
23.De
deelstaten worden bevoegd om de zorgverstrekkers te erkennen, met naleving van
de door de federale overheid bepaalde erkenningsvoorwaarden.
24.De
federale overheid organiseert een overleg met de deelstaten vooraleer zij
sociale akkoorden in de zogenaamde federale sectoren afsluit (en, insgelijks,
overleggen de deelstaten vooraf met de federale overheid).
25.de
wijze waarop het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wordt
bestuurd en gefinancierd (gedeeltelijk)
2.het positieve injunctierecht, maar in
overleg met de federale minister van Justitie
3.het
vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie en het opstellen van richtlijnen
inzake het strafrechtelijk beleid (gedeeltelijke inspraak, door
samenwerkingsakkoord)
4.de
vertegenwoordiging van de deelstaten in het College van procureurs-generaal (gedeeltelijke
inspraak door samenwerkingsakkoord)
5.de kadernota Integrale veiligheid en het
Nationaal veiligheidsplan (gedeeltelijke inspraak door samenwerkingsakkoord)
6.Betrokkenheid van de deelstaten in de
strafuitvoeringsrechtbanken, via de aanduiding van bijzitters.
7.Justitiehuizen: Communautarisering (GGC
in Brussel) van de organisatie en de bevoegdheden m.b.t. strafuitvoering,
slachtofferhulp, eerstelijnshulp en subsidieopdrachten
8.Jeugdbeschermingsrecht: het bepalen van de aard van de maatregelen ten aanzien
van de minderjarigen die een als strafbaar omschreven feit hebben gepleegd;
9.Jeugdbeschermingsrecht: de regelgeving inzake uithandengeving;
10.Jeugdbeschermingsrecht: de regelgeving inzake de plaatsing in een gesloten instelling
3)
VERKEERSREGLEMENTEN/TRANSPORT
1.De
Wegcode
2.Het
Verkeersreglement, inclusief de handhaving via administratieve en
strafrechtelijke boetes.
3.Het Verkeersveiligheidsfonds.
4.Het
BIVV
5.De
normering van de verkeersinfrastructuur
6.De
controle op de technische normering van de voertuigen worden naar de Gewesten
overgeheveld.
7.De
technische keuring van voertuigen, homologatie van radars en andere
instrumenten die gelinkt zijn met de Gewestelijke bevoegdheden worden naar de
Gewesten overgeheveld. Het federaal
8.De
rijopleiding
9.De
rijscholen
10.De
regelgeving en de controle op de binnenscheepvaart, inclusief de bevoegdheid
van de politie
11.De
Gewesten krijgen vertegenwoordigers in de raden van bestuur van de entiteiten
van de NMBS-Groep.
12.De
Gewesten moeten kunnen zorgen voor bijkomen financiering voor de aanleg,
aanpassing of modernisering van de spoortrajecten (onder voorwaarden)
4)
ARBEIDSMARKT
1.De beslissings-
en uitvoeringsbevoegdheid om de beschikbaarheid van de werklozen te controleren
en sancties op te leggen.
2.Vrijstellingen van beschikbaarheid in
geval van studiehervatting of het volgen van beroepsopleiding
3.De
RSZ-kortingen voor doelgroepen en van de activering werkloosheidsuitkeringen.
4.De Gewesten krijgen de volle
bestedingsautonomie voor de budgetten
5.(ze
kunnen autonoom doelgroepcriteria, het bedrag en de duur van 'categorale'
loonkostensubsidies bepalen).
6.De
dienstencheques
7.Het Ervaringsfonds
8.De programma's
voor de arbeidsmarktbegeleiding van leefloners
9.PWA-begeleiders
en de bijhorende middelen
10.Outplacement
11.de
inhoudelijke vereisten die niet in cao 51 en 82 vastliggen,
12.de
terugbetaling van outplacementkosten aan de bedrijven
13.het
opleggen van sancties aan werkgevers bij gebrek aan outplacement.
14.Het
betaald educatief verlof en industriëel leerlingwezen
15.De loopbaanonderbreking
16.de
regelgevende bevoegdheid voor arbeidskaarten A en B en de beroepskaart voor zelfstandigen.
17.De startbaanovereenkomsten
in kader van globale projecten
18.De start-
en stagebonus voor de stagiaires uit het alternerend onderwijs: naar de
Gewesten
19.De werkhervattingstoeslag
voor oudere werklozen en eenoudergezinnen
20.De
sociale economie
21.De
uitzendarbeid:
22.elk
Gewest zal deelnemen aan de vergaderingen van het beheerscomité van de RVA via
een vertegenwoordiger van de Gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling
5) Buitenlandse handel: een
grotere betrokkenheid van de deelstaten bij het BABH
6) Het grootstedenbeleid
[7)
Ontwikkelingssamenwerking: geschrapt]
8) Orde- en hulpdiensten
1. de brandweer
2. de civiele bescherming (gedeeltelijk)
3. het federale crisiscentrum
4. de afbakening van lokale politiezones (gedeeltelijk)
Les petits partis belges ont décidé dunir leur destin
afin de se faire enfin entendre dans le débat politique.
Ce nest pas à des Belges convaincus quil faut rappeler combien
lunion peut faire la force. Et pourtant, depuis plusieurs rendez-vous
électoraux, ils étaient trois voire quatre petites formations à
solliciter les suffrages de ceux qui pensent quil faut faire table rase
de la Belgique fédérale et retourner aux sources unitaires. Résultat :
un éparpillement certain des voix qui a depuis lors entraîné des débuts
de rapprochement entre certaines dentre elles dans lune ou lautre
circonscription. Ils vont aller encore plus loin : sous lenseigne de
Belg-Unie, les chrétiens démocrates fédéraux, le BUB (Belgische
Unie-Union belge) et le BAB (Belgische Alliantie-Alliance belge) ont
annoncé quils avaient décidé dunir leurs forces pour les prochaines
élections législatives et communales.
Les initiateurs avaient
promis le soutien de certaines personnalités à leur démarche. Une au
moins sest dévoilée en la personne de Rudy Aernoudt, que nous avons
contacté par ailleurs sur sa démarche. Lex-co-président du Parti
populaire, qui avait aussi auparavant entrepris un rapprochement avec le
MR, toutefois immédiatement mis à mal par le FDF, nous a confirmé
linformation : "De fait, cest une démarche citoyenne qui mamène à
le faire. Tout comme on peut le constater pour la gauche radicale où
plusieurs listes concurrentes ne permettent finalement à personne
démerger, jai estimé que je pouvais soutenir les partis belges afin de
leur permettre davoir leur mot à dire dans le débat politique "
Rudy
Aernoudt se dit aussi prêt à les épauler dans lune ou lautre démarche
pour faire connaître leurs thèses, mais il ne sera en tout cas pas
candidat du nouveau cartel : "Ma fréquentation assidue du monde
politique au cours de ces derniers mois et années ma définitivement
convaincu que ma place nétait certainement pas là. Il y a bien dautres
manières de rendre service à la société belge !"
Voilà qui
est clair ! Cela dit, les nouveaux coalisés, dont la parole sera portée
par un ex-militant du PP, Bertrand Waucquez, ont en se présentant à la
presse identifié cinq grands problèmes pour la Belgique actuelle et ils
entendent y apporter autant de réponses sinscrivant bien dans leur
programme qui reste résolument unitariste. A la mauvaise connaissance et
usage des langues nationales, ils proposent un réel bilinguisme, quils
voient même inscrit dans la Constitution. Le cartel Belg-Unie entend
aussi répondre à lorganisation institutionnelle actuelle par un vrai
fédéralisme dunion. Entendez : non pas une fédéralisation poussée de
certaines matières encore nationales mais, au contraire, un retour à des
compétences fédérales "lorsquelles apportent une plus-value pour la Belgique"
(comme le tourisme, lenvironnement, le commerce extérieur, etc.)
Belg-Unie réclame aussi une hiérarchie générale des normes avec une
prépondérance du fédéral. Enfin, il demande une circonscription fédérale
pour élire une partie des députés mais aussi des sénateurs. Cela dit,
pour combattre "lapartheid linguistique", les militants
belgicains vont encore plus loin et proposent soit de refaire du Brabant
une région-province bilingue, soit dabolir les régions et den venir à
une Belgique basée sur les provinces.
Pas question de toucher à la fonction royale : "Réduire les pouvoirs du Roi à un rôle protocolaire accroîtrait le risque dinstabilité du pays."
Et dans le même ordre didées, le cartel entend absolument garder le
Sénat comme deuxième chambre du pouvoir législatif. Afin dassurer la
stabilité institutionnelle, Belg-Unie plaide enfin pour linstauration
de consultations populaires sur ces questions. En visant ces objectifs,
le cartel veut rendre "la Belgique à nouveau joyeuse et généreuse" mais aussi "ouverte et entreprenante au service du bien-être de tous les Belges"
De Vlamingen willen nog liever betalen voor de Turken dan voor de Walen. Je
kan het er eens per ongeluk uit flappen, maar als je het daarna officieel
bestempelt als een inconvenient truth die vertolkt wat alle Vlamingen denken,
kan je op die verdediging geen beroep meer doen. Het is de officiële lijn van
de N-VA en is dat allicht stilzwijgend altijd al geweest. Proef wat deze
woorden betekenen. Vlamingen willen nog liever betalen voor de Turken dan voor
de Walen. Vlamingen willen blijkbaar ook voor de Turken niet betalen, waarmee
de Turken meteen met het stigma van profiteurs worden bedacht in de denkwereld
en de communicatie van de N-VA. Maar erger nog zijn de Walen. Als het dan echt
moet, halen we toch maar onze portefeuille boven voor de Turken, als we maar
niet meer moeten betalen voor de Walen. En het is in ons aller naam dat de N-VA
die giftige onzin de wereld instuurt. Zoveel valse waarheden en onuitgesproken
beschuldigingen werden nog maar zelden zo kort samengebald.
Het is één zaak om een bevolkingsgroep te bestempelen als profiteurs met
sprekende beelden van zogenaamde vrachtwagens met Vlaams geld die naar Wallonië
worden gevoerd om zo een verkiezing te winnen. Het is al een andere zaak als je
moedwillig op dezelfde leugenachtige nagel blijft slaan om zo je giftige
denkbeeld door herhaling tot volkswaarheid te verheffen en in één beweging die
andere bevolkingsgroep te stigmatiseren en te beledigen, ook al vinden de media
dat nog zo leuk. Wanneer je echter de belangrijkste speler bent in een
onderhandeling met die andere bevolkingsgroep om te komen tot een
staatshervoming, een sociaaleconomische hervorming en een sluitende begroting,
dan is het ronduit ongehoord op een cruciaal moment met dit soort leuterpraat
de sfeer te verzieken. Tenzij je natuurlijk niets liever wil dan de kar van de
onderhandelingen definitief in de gracht te rijden, om vervolgens verder te
gaan met de gratuite oppositie.
Even voor de duidelijkheid: er is een transfer van Vlaanderen naar Wallonië.
Die staat in de financieringswet ingeschreven en is tot de laatste eurocent
bekend. Het getransfereerde bedrag ligt in dezelfde grootteorde als het bedrag
in andere federale staten, zoals bijvoorbeeld in Duitsland, waar de N-VA zo
graag als voorbeeld naar verwijst. Maar de N-VA doelt niet op die betalingen,
maar meer op de tot volkswaarheid verheven transfers in de sociale zekerheid.
In België betalen rijken voor de armen, mensen met een baan voor werklozen,
gezonden voor zieken, en jongeren voor ouderen, onafhankelijk van hun taal of
woonplaats. Die transfer hangt evenmin af van je geslacht, van de kleur van je
haar, je lichaamslengte, de teint van je huid of je Turks accent. De berekening
van een Vlaamse-Waalse transfer die steeds opnieuw in andere vormen wordt
aangehaald, suggereert daarom een waarheid die er niet is.
Trek eender waar een lijn door België en je komt uit op een zogenaamde
transfer. Een transfer van groten naar kleinen misschien, een transfer van
blond- naar bruinharigen wie weet, of een transfer van mannen naar vrouwen
allicht, en ga zo maar door. En elk van die transfers is even betekenisloos als
die zogenaamde Vlaamse transfer naar de Walen en de Turken. Het is niet zo dat
Vlaanderen betaalt voor Wallonië, maar gewoon zo dat er in Wallonië gemiddeld
meer armen, zieken en werklozen zijn dan in Vlaanderen. Maar ook de gezonde,
werkende, rijke Waal betaalt voor de zieke, arme, werkloze Vlaming. In de
logica van de N-VA is de eenvoudigste oplossing alle armen, zieken en werklozen
in één provincie onderbrengen en die dan verregaande autonomie geven in de
sociale zekerheid. Door het wonder van de responsabilisering komt alles dan
snel goed. Drie hoeraatjes en straks geloven we het zelf ook nog.
De stiekeme onderliggende veronderstelling is dat al die arme, zieke,
werkloze Walen en Turken eigenlijk profiteurs zijn, hangmatsocialisten enfin,
terwijl de arme, zieke, werkloze Vlamingen gewoon pech hebben, dus die willen
we wel helpen. Alhoewel, reken daar maar niet al te veel op. De heer Dalrymple,
de zelfverklaarde huisfilosoof van de N-VA, vindt de vrijwillige schenking de
optimale vorm van sociale zekerheid. Eerst de luie Walen er uit, dan de
profiterende Turken en dan de arme luie werkloze Vlamingen. Ziedaar het sociale
programma van de N-VA. En daar vragen ze dus alweer een Vlaams front voor. Laat
ons nu toch eens ophouden met de onnozele oorlogstaal en het verbale
spierbalrollen. Dat levert leuke pers op en op korte termijn ook stemmen. Maar
verder niets. We hebben die sociaal-economische hervormingen broodnodig en
dringend ook, maar die realiseer je niet met oneliners, oorlogsretoriek uit de
oude doos en vingers in de wonde. Wel door met de tegenpartij te praten en ze
te overtuigen met argumenten.
n Koen Schoors is professor economie aan de Universiteit Gent.
Maar
zegt u dan ook naast het laten vallen van de N-VA als die blijven dwarsliggen
een regering zonder een grote staatshervorming?
De
Gucht:Wat is dat, een grote staatshervorming? Ja, daar is men nu al
een jaar over bezig. Een grote staatshervorming. Kijk, ik heb niks tegen
een staatshervorming, ik ben ook geen nationalist en ik ben ook geen
staatsnationalist. Voor mij gaat het hem erover: waar kunt ge de bevoegdheden
het beste uitoefenen? Dat is het enige criterium dat geldt. Maar, wat ik wel
weet is dat de idee die die grote staatshervorming zo populair heeft gemaakt
in nogal wat middens is de gedachte: dan gaat ons dat in Vlaanderen allemaal
minder geld kosten.
Dat
is niet waar. Een staatshervorming, dat brengt eigenlijk geen geld op. Hoe zou
dat trouwens kunnen? In Congo kunnen ze geld drukken, maar hier kunnen we
dat niet. Dus, met andere woorden, een staatshervorming is een herverdeling
van het bestaande geld. En als je al met een federale overheid zit die
ondergefinancierd is daar is iedereen het over eens als dan nog eens
meer geld zou moeten gaan naar de regios, ja... (verheft stem) Vanwaar
komt dat geld dan?? Ofwel komt dat van de schuld, ofwel wordt die federale
staat nog armer.
Dus,
laat los, die staatshervorming?
De
Gucht:De idee dat je de grote problemen die zich nu stellen
namelijk hoe betaalt ge de pensioenen in de toekomst, hoe zorgt ge ervoor dat
het tekort op de begroting verminderd wordt, hoe gaat ge uw arbeidsmarkt beter
laten werken, hoe stelt ge meer mensen te werk oplost door een
staatshervorming ... dat zijn GEEN LOGISCHE oplossingen die je bereikt VIA EEN
STAATSHERVORMING.
Met
andere woorden, die heeft men niet nodig?
De
Gucht:Men spiegelt de mensen voor dat een staatshervorming
waar ik op zich niks tegen heb het alleszaligmakende idee is. Dat is
niét waar. En ik ben trouwens niet de enige die dat zegt, professor De Grauwe
heeft dat ook gezegd, dat alle problemen die ge moet oplossen, daar zult ge
eerst en vooral voor moeten besparen. Dat is de grote uitdaging.
Welke
financieringswet dat ge nu ook zou kunnen uitvinden he, de eerste tien jaar
hebt ge daar geen enkel effect van, want ge gaat moeten krabben om dat geld
bijeen te krijgen om de schuld te betalen.
Dus
ik onthou: snel een regering, dan maar zonder N-VA en desnoods zonder grote
staatshervorming? Maar denkt u niet dat u met die uitspraken het onze politici
nog moeilijker maakt? Het ratingbureau Fitch heeft ook gezegd dat een grote
staatshervorming nodig is om in 2015 een overschot te boeken op onze begroting.
Gaat u met uw uitspraken het ons land niet lastiger maken?
De
Gucht: Ik heb het verslag van Fitch gelezen. Dat een staatshervorming
staat daar NIET in. Er zijn politieke partijen die zeggen dat dat daarin staat,
maar dat staat er niet in. Wat daar instaat is dat men wacht op een
politieke doorbraak, want dat een politieke doorbraak in België nodig is om een
aantal besparingen te kunnen doen. MAAR DAT DAAR EEN GROTE STAATSHERVORMING
VOOR NODIG IS, DAT STAAT DAAR NIET IN, he. Nu, sommigen hebben dat daarin
gelézen van de partij van mijnheer Bracke trouwens maar dat staat daar
letterlijk NIET in he.
Dus,
Fitch heeft geen gelijk of het staat er niet in dat er een grote
staatshervorming nodig is?
De
Gucht: Wat Fitch zegt is: ge moet dringend orde op zaken stellen,
besparingen doen, ge moet maken dat uw begroting in orde komt en we zijn er
niet zeker van dat dat lukt, want jullie slagen er zelfs niet in om een
regering te maken. Dat staat daarin en, ja, iedereen die daar van buiten uit
naar kijkt, ziet dat ook, he.
Uw
mond houden, dat is geen optie voor u, he mijnheer Degucht?
De
Gucht: Maar waarom eigenlijk?
Omdat
er anderen zijn die dat wel doen, neem nu Wilfried Martens, die komt zelfs niet
praten over de Belgische politiek. Guy Verhofstadt ga je ook nooit op een
uitspraak daarover betrappen, Jean-Luc Dehaene die hadden we hier vorige week
nog, die lost het op zijn manier op. Als we iets aan hem vragen over de
regeringsvorming te zeggen dan antwoordt hij dat hij sinds de verkiezingen
afgehaakt heeft. Hij vindt het niet de
rol van zijn generatie om daar commentaar over los te laten. In zijn jongere
tijd heeft hij zo zegt hij teveel het commentaar van de ouderen op zijn
dak gekregen over hetgeen wat hij deed dus doet hij er niet aan mee... Dat is
uw stijl niet?
De
Gucht: Eerlijk gezegd vind ik, dat, als mijn daar zijn mening NIET over
zegt, dat getuigen van een tekort aan burgerzin. Zeggen kijk, we laten
dat maar over aan diegenen die daarover praten en we zien wel wat er vroeg of
laat gebeurt. Ik vind dat een rare houding. Trouwens, ik behoor ook niet tot de
generatie van mijnheer Dehaene. Ik vind, eerlijk gezegd, dat ik daar als
burger een beetje de plicht heb om te zeggen: Waar zijn jullie nu eigenlijk
mee bezig !? Enfin, waar moet dit naar toe? En trouwens, er is een
opiniepeiling geweest, een Europese opiniepeiling die ernstig gebeurd is
waaruit blijkt dat dat voor 60% van de Belgen ook de eerste vraag is die ze
zich stellen; waar moet dat naartoe met die staat? Hoe moet dat hier ooit
opgelost geraken? Dus dat mensen die toch wel enige ervaring hebben in de
Belgische politiek zeggen: open eens uw ogen! Waar bent u nu eigenlijk mee
bezig? Spreekt u niet over FATA MORGANAS?... Ja, ik vind dat men recht
eerst en vooral, maar, ten tweede, ook mijn plicht om dat te doen.
BRUSSEL - 'Haast je
langzaam, zeer langzaam.' Het lijkt wel de lijfspreuk van formateur Di
Rupo voor de komende weken. Er is zelfs al sprake van vakantieplannen.
Van onze redactrice
Ook al lijkt de kans op een finaal akkoord mét de N-VA zo
goed als onbestaand, met een gebetonneerde glimlach ging Elio Di Rupo
(PS) gisteren aan de slag als formateur.
Niet toevallig charmeert hij in zijn eerste contacten twee
CD&V-kopstukken: voorzitter Wouter Beke en premier Yves Leterme.
Gistermiddag sprak hij de premier over de begroting. Hoe beter Leterme
lopende zaken draaiende kan houden, hoe comfortabeler Elio Di Rupo zijn
formateursschap kan vervullen.
Hij wil daarvoor zijn tijd nemen en lijkt potdoof voor de
smeekbede van de N-VA om nu snel te gaan. Volgende dinsdag start hij
bilaterale gesprekken met de negen partijen. Per mail heeft hij alle
negen gevraagd om saneringsvoorstellen voor de overheidsfinanciën. Tegen
2015 moet ons land minstens 17 miljard euro besparen om geen tekorten
meer te boeken.
Aan Leterme vroeg Di Rupo dat hij het monitoringcomité - de
werkgroep topambtenaren die de begroting in het oog houdt tijdens
lopende zaken - de opdracht zou geven om nieuwe cijfers bijeen te
zoeken. Dat duurt 'misschien wel twee weken'.
Di Rupo wil de besparingsoefening ook al doorvoeren voor
2012, zo verklaarde hij na afloop van de ontmoeting met Leterme. Dat
betekent dat die maatregelen al in het najaar goedgekeurd zouden moeten
worden. Slaagt men er pas in om vanaf 2013 een saneringspakket op te
stellen, dan 'moet de inspanning geleverd worden over drie in plaats van
vier jaar en dreigt die ondraaglijk te worden voor de burger'.
N-VA of niet
Waar wil Di Rupo naartoe als formateur? Officieel naar een coalitie waar
ook de N-VA deel van uitmaakt. Vanmiddag staat er overigens een
ontmoeting met Bart De Wever op het programma.
Maar of Di Rupo daar eigenlijk zelf nog in gelooft, is
bijzonder twijfelachtig. N-VA geduldig, heel geduldig losweken van de
andere partijen dan maar? Dat pakt (voorlopig) niet. Premier Leterme, zo
klonk het in zijn omgeving, herhaalde ook gistermiddag nog eens dat
zijn partij niet zonder de N-VA en niet zonder een staatshervorming zou
vertrekken in een nieuwe regering. Di Rupo gaf aan de SP.A niet te
willen lozen.
In elk geval gaat Di Rupo de komende weken een nota over de
begroting opstellen. Over die nota mogen de negen partijen zich
uitspreken.
Te verwachten valt dat hij daarbij bijzonder veel oog zal
hebben voor wat CD&V budgettair verlangt. Dat de manier waarop de PS
de overheidsfinanciën wil saneren veraf staat van de zienswijze van de
N-VA, is zo klaar als een klontje. Het volstaat om de 1 mei-boodschap
van Di Rupo naast verklaringen van de N-VA over de begroting te leggen.
'Sociaal-economisch wil de N-VA inzetten op besparingen en op
hervormingen in de sociale zekerheid', klonk het dinsdag in een
communiqué.
De PS hanteert als gouden stelregel dat voor iedere euro
besparingen er ook een euro extra inkomsten nodig is. Vijftig procent
van het 'gat' opvullen door te besparen, vijftig procent door nieuwe
belastingen dus.
Communautair wil Di Rupo zich zoveel mogelijk baseren op de
nota van Wouter Beke. Maar die nota heeft op essentiële knelpunten geen
knopen kunnen doorhakken. De wetsvoorstellen over
Brussel-Halle-Vilvoorde zijn 'imbuvable' voor Di Rupo en alle
Franstalige partijen.
De voorstellen voor een nieuwe financieringswet blokte Di Rupo af in een brief.
De verklaringen van Vlaams
minister-president Kris Peeters (CD&V) begin april 2011 als zou Brussel nooit
een volwaardig gewest worden[1],
lokten langs Franstalige kant furieuze reacties uit. Eén van de gevolgen was de
versnelde omdoping van de Franse gemeenschap tot de zogenaamde federatie
Wallonië-Brussel.Daarmee wilden de
Franstalige politici aangeven dat Brussel onlosmakelijk verbonden is met het
Waals gewest. Het gaat weliswaar om een symbolische daad die geen enkele (grond)wettelijke
basis heeft[2].
Onder de symboliek sluimert echter ook een groeiend ongenoegen in Franstalige
politieke kringen over de nationalistische radicalisering in de Vlaamse
partijpolitiek. Het antwoord daarop, een francofoon nationalisme, is natuurlijk
ten gronde fout. Maar het laat wel doorschemeren aan wat een hypothetische
Vlaamse republiek zich mag verwachten, mocht het zich, door de blindheid van
zijn politieke klasse, in een separatistisch avontuur storten.
Volgens de nationalisten zijn er nochtans
verschillende gegronde redenen om aan te nemen dat Vlaanderen Brussel wel kan
behouden indien het onafhankelijk zou worden. Maar kloppen die ook?
1) Historische rechten?
Vlaams-nationalisten opperen soms
dat Brussel historisch een Vlaamse stad is en dus Vlaanderen toekomt.
Allereerst is deze stelling fout. Brussel is historisch een Brabantse stad.
Bovendien zijn er andere steden die historisch Vlaams zijn: Rijsel, Duinkerken,
Kassel, Dowaai, Atrecht... Gaan die thans Franse steden ook Vlaanderen in de
schoot vallen? (Königsbergen was ooit een Duitse stad, net zoals Minsk een
Litouwse stad was, waar stoppen zulke redeneringen?). Brussel was ooit wel een
Nederlandstalige stad, al is ook dat niet helemaal correct. In Brussel werd een
Brabantse streektaal gesproken[3]. Maar
belangrijker is dat al deze historische argumenten volkomen waardeloos zijn in
het internationale recht. Neem nu het geval van Kosovo: ooit een volledig
Servische streek die zelfs tot het spirituele en politieke centrum van dat land
uitgroeide. Pas in de 19de eeuw verdrongen de Albanezen de Kosovaren
als dominante bevolkingsgroep. Dat neemt niet weg dat Kosovo vandaag de
facto onafhankelijk (en de iure door een pak landen waaronder
België ! als dusdanig erkend wordt) is en dit alles ondanks de Servische
claims op een grondgebied dat vandaag voor 92% uit Albanezen bestaat.
2) Hoofdstad van Vlaanderen?
Anderen wijzen op het feit dat
Brussel (ook) hoofdstad van Vlaanderen[4]
is. Nochtans oordeelde het hof van Cassatie al in 1983 dat de Vlaamse
gemeenschap niet het recht heeft om een eigen hoofdstad te hebben die term is
enkel toepasselijk voor staten laat staan een extraterritoriale hoofdstad[5].
De toenmalige Vlaamse executieve heeft dit arrest dan wel naast zich neergelegd
door een andere invulling te geven aan de term hoofdstad, maar dat verandert
niets aan de kern van de zaak.
3) Wordt de taalgrens automatisch
een staatsgrens?
Sommige nationalisten menen dat bij
Vlaamse onafhankelijkheid Brussel zomaar als vanzelf in de schoot van de nieuwe
republiek zal vallen[6].
Ze baseren zich hiervoor op het feit dat de taalgrens tussen Vlaanderen en
Wallonië een staatsgrens zou worden en dat alles wat binnen dat gebied ligt,
Vlaanderen zou toebehoren. Er bestaat nochtans geen enkel precedent waarbij een
taalgrens tussen twee min of meer even grote gebiedsdelen plots een staatsgrens
wordt, ongeacht de taalgemengde zones. Bovendien loopt er tussen het Vlaams en
het Brussels gewest ook een taalgrens. In het internationaal recht geldt het Uti
possidetis. Kort samengevat komt dat neer dat wat je al hebt, behouden
blijft. Anders gezegd: de oude binnengrenzen worden de staatsgrenzen. Sommigen
opperen dat Brussel dan ook aan Vlaanderen toekomt, omdat de Vlaamse
gemeenschap ook in Brussel bevoegd is. Nochtans beschikken de gemeenschappen
niet over een eigen grondgebied. De grondwet laat hierover niet de minste
twijfel bestaan. De parlementen van de Franse en de Vlaamse gemeenschap regelen
bevoegdheden bij decreet. Die decreten hebben kracht van wet respectievelijk
in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien
van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die,
wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de
ene of de andere gemeenschap[7].
4) Een kwestie van territoriale
eenheid?
Allemaal goed en wel, hoor je dan
zeggen, maar als Vlaanderen onafhankelijk wordt, zal de internationale
gemeenschap geen enclaves aanvaarden. Zo komt Brussel dus toch bij Vlaanderen[8]. Het
statuut van en- en exclaves werd internationaal gevoelig sedert de kwestie
Nagorno-Karabach. Tijdens het Sovjet-tijdperk maakte de oblast
Nagorno-Karabach deel uit van de SSR Azerbeidzjan. Nochtans bestond de
bevolking eind jaren 80 van de 20ste eeuw uit 75% Armeniërs (een
buurland van Azerbeidzjan) en 20% Azerbeidzjanis. Vanaf 1988 leidden oude
nationalistische spanningen tot een burgeroorlog. De meerderheid Armeniërs
wenste een aansluiting met het moederland en in het machtsvacuüm dat na het
einde van de Sovjetunie ontstond, gingen beide landen mekaar te lijf[9].
Vandaag is de regio defacto onafhankelijk, al wordt de republiek
Nagorno-Karabach door geen enkel lid van de Verenigde Naties erkend. De
controle wordt uitgeoefend door het plaatselijke leger en Armenië, de staat die
tijdens de oorlog erin slaagde om gewapenderhand een territoriale link tussen
de voormalige oblast en zijn eigen grondgebied te bewerkstelligen,
hoewel dit territorium officieel nog steeds deel uitmaakt van Azerbeidzjan.
Nu is het zo dat er het Vlaams en
het Brussels gewest aan elkaar grenzen, hetgeen niet geldt voor het Brussel en
het Waals gewest. Omwille van die reden hoor je vaak (en steeds meer) de roep
van Franstalige politici om van de Waals-Brusselse federatie ook een territoriale
eenheid te maken, bijvoorbeeld door een aanhechting van Sint-Genesius-Rode bij
Brussel. Het feit dat geen enkele Vlaams-nationalistische partij dit ook maar
in overweging neemt bewijst dat zon territoriale link inderdaad de definitieve
doodsteek zou zijn voor elke Vlaams-Brusselse illusie.
Nochtans bestaat er vandaag al een soort
van territoriale eenheid tussen het Waals en het Brussels gewest. Die wordt
gevormd door het tweetalige kies- en gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde. De Vlaamse partijen willen die kieskring splitsen om:
1) een taalhomogeen grondgebied te creëren (en-of) 2) de toekomstige
staatsgrenzen af te bakenen. Om het tegenovergestelde te bekomen wensen de
Franstalige partijen dit niet, tenzij mits compensaties (Brusselse
metropolitane gemeenschap, uitbreiding bevoegdheden Franse gemeenschap tot Rand,
corridor Wallonië-Brussel, uitbreiding Brussel enz.). Het is dus niet zo dat de
Vlaams-nationalisten er zo gerust op zijn dat Brussel zomaar in hun schoot zal
vallen, anders zouden ze niet zo hardnekkig ijveren voor de splitsing van BHV
en tegen de uitbreiding van hun eigen hoofdstad. Anderzijds is het niet zeker
dat in geval van een splitsing van BHV en na een eventuele splitsing van België
Brussel zomaar deel zal uitmaken van Wallonië. Anders zouden de Franstalige
partijen o.a. situaties als die in de Kaukasus indachtig niet zozeer
ijveren voor (het behoud van) een territoriale eenheid.
5) Is een splitsing van BHV een
garantie op een Vlaams Brussel?
Stel dat het lukt om BHV te
splitsen, dan nog is het verre van zeker dat Brussel in de schoot van een
hypothetische republiek Vlaanderen zou vallen. Integendeel zelfs, zou je kunnen
zeggen, omdat de Vlaamse partijen dan zelf elke dubbelzinnigheid opgeheven hebben
door het trekken van een nieuwe staatsgrens: één waardoor Brussel electoraal en
(deels) juridisch buiten Vlaanderen valt[10].
Bovendien is er nog de internationale gemeenschap en de EU en die zal van
Vlaanderen indien het tenminste nog deel wil uitmaken van internationale
instellingen een hoge prijs eisen voor een secessie. We denken dan aan een
overname van het grootste deel van de staatsschuld, een ratificatie van het
Minderhedenverdrag (ironisch genoeg krijgen de Franstaligen in Vlaanderen dan
méér taalrechten dan vandaag), grenscorrecties waarbij faciliteitengemeenten
verloren gaan (bijv. Voeren) en als toemaatje het verlenen van het
zelfbeschikkingsrecht aan Brussel. Men kan een ander gewest immers niet
ontzeggen wat men zelf hoog aanslaat.
De Brusselaars zullen dan een paar
opties hebben waartussen gekozen kan worden. Sommigen opperen dat Brussel,
indien België ophoudt te bestaan, een soort Europees district à la Washington
DC zou kunnen worden, beheerd door de EU. Welnu, de Europese Unie is geen staat
en zal beslist niet de kosten overnemen van de hoofdstad van een uiteengespatte
lidstaat. Die zou dan zeker symbool moeten staan voor het verenigde Europa?
Laten we realistisch blijven. Tweede optie: Brussel wordt onder een soort condominium
geplaatst van een Vlaamse en een Waalse staat. Vandaag al wijzen de Franstalige
partijen binnen België zulk een cobeheer af. Waarom zou bovendien een Belgisch
gewest moeten beheerd worden door twee opvolgersstaten, die zelf berusten op
geweststructuren? Tenslotte is een onafhankelijk Brussel wellicht economisch
onleefbaar (tenzij men de belastingen tot onaanvaardbare hoogten optrekt) en
zal de stadsstaat in fine economische toenadering zoeken tot Wallonië
(wellicht onder Franse paraplu). Daarbij is het beslist niet uitgesloten dat
ook de faciliteitengemeenten (en misschien nog andere perifere steden) tot dit
conglomeraat toetreden. De ca. 200.000 Vlaamse pendelaars in Brussel zullen
uiteraard daar belasting betalen, wat nog eens een economische aderlating
erbovenop betekent voor Vlaanderen...
Slotsom: in geen enkel realistisch scenario
blijft Brussel voor Vlaanderen behouden indien België ophoudt te bestaan. De
historische, noch de hoofdstedelijke rechten weten te overtuigen en wat je
niet hebt kan je niet behouden. Door aan de poten van België zoals BHV te
zagen, knippen de Vlaams-nationalisten (ironisch genoeg) ook de banden met hun
eigen hoofdstad (of wat zij zo beschouwen) door. En dan hebben we het nog niet
eens gehad over de toekomstige taalrechten van de Nederlandstalige minderheid
in een post-Belgisch scenario. De Franstalige partijen spelen handig in op dit
volkomen gebrek aan realiteitszin en geopolitiek inzicht. Maar zelfs de federatie
Wallobrux zal bij de Vlaams-nationalistische partijen de alarmbel niet doen
afgaan. Wellicht is hun haat tegenover België dan toch groter dan hun liefde
voor Vlaanderen.
[2] De
Grondwet deelt België in gemeenschappen en gewesten in. De naamsverandering
van Franse gemeenschap naar federatie Wallonië-Brussel vereist een
grondwetswijziging. In de praktijk verandert er niets: documenten zullen nog
steeds Waals gewest of Franse gemeenschap moeten vermelden, net als dat het
geval is langs Vlaamse kant. Overigens, daar spreekt men óók van de
oneigenlijke naam Vlaanderen, zelfs als het over de Vlaamse gemeenschap in
Brussel gaat.
[3] De verfransing van Brussel
is overigens ouder dan de Belgische onafhankelijkheid.
[5] Zie publicatie van het interessante
arrest in het Belgisch Staatsblad d.d. 29 september 1983.
[6]
Opmerkelijk is dat het radicale Vlaams Belang, bij monde van voorzitter
Valkeniers, die visie niet deelt: Ten gepaste tijde moet Vlaanderen zijn
troeven ten aanzien van Brussel op tafel leggen en de Brusselaars duidelijk
maken dat zij, puur rationeel gesproken, er alle (eigen)belang bij hebben om
bij Vlaanderen aan te sluiten. Enkel Vlaanderen is in staat om de grote
economische en sociale problemen van Brussel op te lossen. Vanzelfsprekend
bestaat de mogelijkheid dat Brussel minstens tijdelijk zijn eigen weg gaat. Dit
is niet de keuze van het Vlaams Belang, maar het mag onze onafhankelijkheid
niet in de weg staan.,VALKENIERS,
B., Brussel: debat geopend, 24 augustus 2009, www.vlaamsbelang.org.
Valkeniers erkent dus dat er zal moeten onderhandeld worden en dat de optie dat
Vlaanderen Brussel verliest reëel is.
[8] In
Europa zijn er een aantal enclaves (gebieden waarvan het grondgebied
volledig omgeven wordt door het grondgebied van een andere staat), zoals
bijvoorbeeld San-Marino en Vaticaanstad. Er zijn ook exclaves (gebieden
die politiek aan een land toebehoren, maar geografisch er niet aan grenzen)
zoals Baarle-Hertog of Kaliningrad (Königsbergen). Dit feit alleen al toont dat
zulke entiteiten op zich kunnen bestaan. Het is niet omdat een territorium
omgeven wordt door een ander dat het er automatisch deel van uitmaakt (is
Zwitserland soms deel van de EU?).
[9] De oorlog bereikte een
hoogtepunt van 1992-1994, waarna een (fragiel) staakt-het-vuren volgde.
[10] Dat Nederlandstalige
Brusselaars niet meer zouden kunnen stemmen op kandidaten uit Halle-Vilvoorde
deert blijkbaar niemand.
Fiscale autonomie, progressiviteit,
responsabilisering, transparantie: ANDRE DECOSTER vindt dat het debat
over de financieringswet soms vervuild wordt door onduidelijkheid en
onvolledigheid. Daarom plaatst hij vier punten op de i.
De verleiding om een antwoord te geven op de
vraag wie verantwoordelijk is voor de politieke impasse is groot. Zo is
er voor deze krant (Veilig aan het handje', DS 13 mei ) geen
twijfel: ze wordt veroorzaakt door de onwil van de Franstaligen om op
eigen benen te staan'. Geen enkele lezer verwerft inzicht in de huidige
politieke impasse door feiten te verwarren met politieke standpunten, of
cruciale elementen uit het verhaal weg te laten. Ik wijs daarom op vier
opvallende lacunes in deze wel eenzijdige analyse.
1. Er wordt geen enkele kritische vraag gesteld bij de roep
om (nog) meer fiscale autonomie' (d.w.z. dat een overheid meer van haar
inkomsten uit eigen belastingen moet halen). Die vraag is nochtans
minder vanzelfsprekend dan ze wordt voorgesteld. In Vlaanderen wordt
vaak beweerd dat Vlaanderen maar 20 procent van zijn uitgaven financiert
uit eigen belastingen. Maar het studiecentrum CERPE van de universiteit
van Namen berekende onlangs dat de graad van fiscale autonomie 62
procent bedraagt, als men zich beperkt tot de gewestelijke uitgaven, en
rekening houdt met de door de regio's toegekende belastingverlagingen.
Beide cijfers zijn juist. Maar het illustreert dat je het
debat niet vooruithelpt als je de onderliggende politieke keuzes van een
berekening niet verheldert. Het Belgisch federalisme verschilt immers
van dat van andere federale landen, omdat er bij ons gewesten én
gemeenschappen zijn. Enkel gewesten kunnen belastingen heffen. De
gemeenschappen hebben geen fiscale bevoegdheid. In principe is dat niet
onmogelijk, maar dan moet elke inwoner van het Brussels Gewest zich
bekennen tot een van de twee gemeenschappen. Net daarom is de
afwezigheid van fiscale autonomie voor de gemeenschappen een duidelijke
politieke keuze. Ze wordt niet toevallig betwist door die partijen voor
wie de weigering van menig Brusselaar om exclusief tot een van de twee
gemeenschappen te behoren, een doorn in het oog is. Nagenoeg nooit wordt
aan lezer (of kiezer) uitgelegd welke politieke keuzes er gemaakt
worden als men ook aan de gemeenschappen belastingbevoegdheid zou willen
geven.
2. Iemand moet toch eens uitleggen, waarom men, als men dan
toch voor meer fiscale autonomie gaat, aan Vlaamse kant zo halsstarrig
vasthoudt aan die fameuze split-rate in de personenbelasting. Hoge
inkomens betalen gemiddeld meer personenbelasting dan lage inkomens. Dat
is de progressiviteit' van de personenbelasting. De meeste economen
zijn het erover eens dat herverdeling tussen mensen op het federale
niveau moet blijven. Alle negen betrokken partijen onderschreven dat
principe bij de gesprekken over de Financieringswet vorige zomer.
Ofwel is men eerlijk als men dat principe van de handhaving
van de progressiviteit onderschrijft, maar dan is er geen reden waarom
men niet akkoord zou kunnen gaan met opcentiemen. Ofwel wil men meer,
maar dan moet men ook openlijk aan de Vlamingen uitleggen waarom. Wil
men misschien de progressiviteit van de personenbelasting verminderen?
Het is politiek legitiem fiscale autonomie ook op die manier te willen
gebruiken. Maar het is hoog tijd dat er, zowel door politici als
journalisten, duidelijkheid geschapen wordt waarover men écht van mening
verschilt, in plaats van het publiek voor te houden dat de anderen
fout zijn'.
3. Nog maar eens worden fiscale autonomie' en
responsabilisering' op één hoop gegooid. Fiscale autonomie verwijst
naar de mate waarin een gewest eigen belastingen ter beschikking heeft
(b.v. de verkeersbelasting). Responsabilisering slaat op de vraag of een
regio haar inkomsten voldoende ziet stijgen als ze het (economisch)
beter doet. Er zit nu al veel responsabilisering in de
gewestfinanciering want de dotatie die een gewest krijgt wordt voor 100
procent verdeeld volgens de juste retour-sleutel: wat een gewest
krijgt wordt bepaald op basis van wat dat gewest bijdraagt in de
personenbelasting (dat geldt niet, of in minder mate voor de dotatie aan
de gemeenschappen). Bovendien is de link tussen deze vorm van
responsabilisering' en beleid' eerder een akte van geloof dan van
sluitende wetenschappelijke evidentie. Ook daarom is de bewering dat een
verdere toename van deze vorm van responsabilisering het federale
budget ten goede zou komen (Van Cauwelaert in Terzake donderdagavond) uit de lucht gegrepen.
4. Toen de Vlamingen in 1989 de overgang naar deze
verdeelsleutel afdwongen, kwam men overeen dat er, zoals in alle
federale landen, een solidariteitselement ingebouwd zou worden. Dat
brengt me bij een laatste verwarring in het artikel. De auteur klaagt
over gebrek aan transparantie. In tegenstelling tot b.v. in Duitsland
zouden we hier niet weten hoe solidair de regio's zijn met elkaar. Dat
is manifest onjuist. De Duitse Finanzausgleich slaat op solidariteit tussen Länder zoals
die ook in onze Financieringswet bepaald wordt. Het bedrag dat Wallonië
en Brussel krijgen via het solidariteitsmechanisme uit de
Financieringswet is tot op een eurocent precies bekend (ongeveer 1,1
miljard).
Dit op één hoop gooien met de studies die de transfers in
kaart proberen te brengen op basis van herverdeling tussen personen, is
meer dan één brug te ver. Een rijke Vlaming draagt meer bij aan de
overheidsinkomsten dan een arme Waal. Dat is ook de bedoeling. Ook een
rijke, gezonde, werkende Waal of Brusselaar financiert mee de werkloze,
zieke, of gepensioneerde Vlaming. Het gebrek aan transparantie van deze
stromen tussen de regio's' volgt uit de aard van die transfers. Ze
lopen tussen personen, niet tussen regio's en worden bij mijn weten in
Duitsland niet berekend. Een bril opzetten waar die niet voor bedoeld is
(m.n. de regionale bril) levert een troebel beeld. Maar het cijfer voor
het solidariteitselement uit de Financieringswet is elk jaar en voor
iedereen bekend. Zwart op wit.
ANDRE DECOSTERWie? Hoogleraar economie, KULeuven. Wat?
Omdat de discussie over autonomie en transfers tussen de regio's zulke
delicate materie is, moet de formulering heel precies zijn. Waarom? Het publiek moet goed weten waarover men écht van mening verschilt, niet enkel horen dat de anderen' het fout voorhebben.