Bruno Yammine, Belg en anti-separatist!
Foto
Inhoud blog
  • LLB
  • VRAGEN AAN DE N-VA
  • Nog steeds actueel
  • Nieuw bericht
  • N-VA kondigt daling transfers aan !
  • Brief, gedeeltelijk gepubliceerd in HLN d.d. 15 januari 2012
  • grappig
  • Analyse intéressante (LLB)
  • 'De formatie is dood'
  • Onvoorstelbaar
  • Vervolg
  • Meer gedetailleerde weergave communautaire nota EDR
  • De inhoud van de pre-separatistische nota EDR
  • grafiek
  • Uit LLB d.d. 23 juni 2011. Voor de reste: cordon médiatique................
  • goede tekst in De Tijd
  • Niet slecht van De Gucht
  • Altijd opnieuw: geld en grondgebied
  • VERLIEST VLAANDEREN BRUSSEL?
  • Interessante tekst ivm financieringswet en transfers
  • hoegin
  • Belachelijke politici nog eens ten strijde tegen koning, met hulp van
  • Verdacht ...
  • Ongelooflijk toch
  • Brief gepubliceerd in HLN d.d. 29 april 2011
  • Best onderhandelingen (sic) begraven
  • DWAALT B PLUS?
  • Allez, bijna-exit W. Beke: "Il a les mains vides et on tourne en rond"
  • Interessant
  • na meer dan 275 dagen ...
  • Ze weten het zelf niet meer
  • But do we care?
  • Politiek beneden alle peil
  • WERELDVREEMD
  • Bétonner le bétonnage : -)) (257 dagen na de verkiezingen!)
  • DS: de wanhoop nabij
  • Communautair bochtenparcours N-VA
  • 1815
  • De inhoud van de nota
  • Groninger Courant, 9 juli 1790, p. 1
  • AMSTERDAMMER
  • Interessant artikel uit LLB
  • GEEN AFBRAAK SENAAT!
  • Kaart met scholen in het VKN
  • BANAAL NATIONALISME
  • Uitstekende analyse W. Pauli (De Morgen)
  • BHV, Belgen in het buitenland: B.U.B. los over sp.a,VB,LDD,PVDA,PP,CD&V,Groen,RWF!!!
  • Prachtig stuk van Dave Sinardet! (zie vooral door mij aangestipt deel)
  • Reflecties bij deze verkiezingen.
  • CONFEDERALISME IN 15 VRAGEN EN ANTWOORDEN
  • OMTRENT ONWAARHEDEN
  • Wat lezersbrieven...
  • POLITIEK COMPLOT TEGEN MONARCHIE LAG AL IN MAART KLAAR - HEIMELIJK DUBBELSPEL DEHAENE/A. DE CROO
  • GEPUBLICEERD IN D.M. (22 april 2009)
  • IS BHV WEL ONGRONDWETTELIJK?
  • DS: wat men al niet leest in de gazet......................
  • COMMUNAUTAIRE NONSENS
  • KAN IEMAND NOG VOLGEN?
  • LEZERSBRIEF IN D.M.
  • EERSTE PAKKET STAATSHERVORMING = AANSLAG OP EENHEID BELGIË
  • Gelukkig Nieuwjaar
  • Heeft het VB zijn "grootste zwakte" gevonden?
  • Briefje naar Jan Peumans (N-VA)
  • UIT DGB (De Groene Belg) 208
  • ALLE ARGUMENTEN PRO TAALFEDERALISME ONTKRACHT!
  • Na SLP ook Vlaams Belang voor de bijl?
  • De begrafenis der SLP (ex-Spirit)
  • Zo voerde de Volksunie campagne in 1965
  • Interesante brief in De Standaard (15 juni 2009)
  • WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN CONFEDERALISME EN FEDERALISME?
  • De Kris Peeters zegt het eens goed
  • NU AL MASSAAL VERZET TEGEN AFSCHAFFING PROVINCIES
  • ONAANVAARDBAAR !
  • B.U.B. sterkste buitenparlementaire partij in Brussel-Vl. Parlement
  • Wie zit er achter het confederale plan van CD&V?
  • VERKIEZINGEN of DE GROTE LEEGTE
  • Interessant vraaggesprek met Ceyssens (VLD)
  • David Sinardet maakt brandhout van de Vlaams-nationalistische mythe
  • NOG OVER HET WOESTIJNVIS-FENOMEEN BDW
  • N-VA EN SPELLETJESPROGRAMMA'S
  • De lucide analyse van Dave Sinardet
  • Nationalisten VERLIEZEN zetels tov. 2004
  • Interessante tekst uit LE SOIR
  • B PLUS : EEN SEPARATISTISCHE CLUB
  • WAT IS HET BELGISCHE FEDERALISME?
  • Interessante tekst
  • EEN INTERPELLATIE
  • WAAR OPEN VLD ECHT VOOR STAAT
  • CAMPAGNE B.U.B. - BRUSSEL !
  • SEPARATISME: WIE GAAT DAT BETALEN?
  • DE WELDADEN VAN HET TAALNATIONALISME
  • TOFFE AFFICHE : -)))
  • DOOD VAN EEN STAATSMAN
  • ABICHT EN POLEN
  • Lezing K.Z.M.
  • NATIONALISME AANVALLEN, NIET DE ANDEREN
  • Brief in DE MORGEN 27/12
  • Gevonden op ... Facebook!
  • LETTRE AU SOIR
  • BRIEF NAAR BERT
  • Een interessant maildebat
  • BelgianJournal
  • De "Gravensteengroep" doet het weer...
  • NIEUWS
  • Mythe "gescheiden" media doorprikt
  • Yves Desmet, ge hebt gelijk.
  • POLITIEKE SOLIDARITEIT = FASCISME
  • 25 PUNTEN VAN KRITIEK OP HET TAALFEDERALISME
  • POLITIEK EENGEMAAKT BELGIË EVEN TOEKOMSTGERICHT DAN POLITIEKE EU
  • HET NON-PROBLEEM
  • Brieven naar dagbladen (waaronder enkele gepubliceerde)
  • Brieven naar dagbladen (waaronder enkele gepubliceerde)
  • Dit werd nog gepubliceerd
  • TAALNATIONALISME EN MORAAL
  • N.a.v. de nieuwe staatshervorming: Brieven naar kranten!
  • Grappig van n.Ga
  • Politicologen
  • Gezondheidszorgen
  • Confederalisme: Wanneer gaan ze het snàppen!?
  • WAAROM BELGIË EN TAALFEDERALISME ONVERZOENBAAR ZIJN
  • HISTORISCHE WORTELS TAALFEDERALISME
  • Kritische bedenkingen bij Nota-Verhofstadt
  • OPINIESTUK IN BRUSSEL DEZE WEEK
  • Virtueel België
  • REUNION?
  • TEWERKSTELLING
  • Opiniestuk gepubliceerd in DE TIJD van 8.01.08
  • ON SE MOQUE DE NOUS
  • ENKELE BEGRIPPEN KRITISCH ONDERZOCHT
  • TAALFEDERALISME
  • CONFEDERALISME
  • BETER BESTUUR?
  • TIENDUIZENDEN OP STRAAT VOOR BELGISCHE EENHEID
  • BELGEN ALLER PROVINCIES, VERENIGT U!
  • TAALPERIKELEN
  • POLITIEKE WIL
  • Regards sur la crise
  • Uitstekend stuk van VRT-journaliste
  • BEDENKINGEN BIJ EEN CRISIS
  • SPLITSING GEZONDHEIDSZORG
  • "Sicko" in België?
  • Brief naar HBVL
  • Brief naar De Standaard
  • ABVV TEGEN REGIONALISERING
  • LETERME II
  • Na 110 dagen politieke crisis
  • Oud-VSA-ambassadeur verdedigt België
  • MOETEN WE ONS HIERAAN VERWACHTEN?
  • Red de solidariteit!
  • CD&V EN NATIONALISME
  • Brief van mij vandaag in Het Laatste Nieuws
  • De VVB valt me zowaar aan!
  • VB verliest nazi-vriendjes
  • DEMOCRATIE IN ALLE TALEN
  • NOG MEER NIEUWS VH ANGELSAKSISCH COMPLOT
  • OMTRENT VB-betoging
  • Goed van onze politie
  • TUSSENKOMST MIEKE VOGELS (GROEN!) nav
  • HET RECHT OM BELG TE BLIJVEN!
  • "openhartig!?"
  • LEZEN EN HERLEZEN...
  • Daar komen de federalisten!
  • OPINIESTUK BPLUS IN LLB
  • IDENTITEIT
  • ALWEER ANGELSAKSISCHE ANTI-BELGISCHE ZEVER (uit "The economist")
  • NATIONALISME IS EEN DODELIJK GIF- (5.09)
  • Walter Zinzen: een verstandig man
  • Ayatollah Bart De Wever
  • nekeer lachen :-)
  • Gelezen in De Morgen
  • BRIEF IN HBVL (31.08)
  • Brief in D.S. (31.08)
  • BRIEVEN NAAR DAGBLADEN
  • Het einde 2.0
  • ONHEILSPROFETIEËN
  • Brief in D.S. (25.08)
  • BRUSSEL TSJECHISCH! (DS 22.08)
  • FORMATEURSNOTA II
  • HOE VB-PROPAGANDA WERKT
  • GOED OM TE HERLEZEN
  • GRAPPIG
  • UIT DE FORMATEURSNOTA
  • WAT WE AL WISTEN: 80% voor nationale eenheid
  • BERICHT
  • TOT (W)ELKE PRIJS?
  • DEHAENE
  • De informateursopdracht
  • ECOLO OVER STAATSHERVORMING
  • Naar een splitsing van arbeidsmarkt, justitie, gezondheidszorgen, mobiliteit en energie?
  • BLOMMAERT: MEEST NATIONALISTISCHE STREEK VAN EUROPA
  • DANK U FEDERALISME: Algemeen bestuur van België te duur
  • VB: HYPOCRIETE PARTIJ
  • BRIEF: EUROPA EN DE SCEPTICI
  • ACLVB: GEEN STAATSHERVORMING
  • "Er komt geen staatshervorming"
  • CV: Laster!?
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Links
  • BPlus
  • Pro Belgica
  • BeCitizen
  • Blokwatch
  • Actua Belgica
  • Unitair: Leuvense studenten tegen separatisme
  • Pavia Groep (unitaire kieskring)
  • Bob Vangeel
  • BUB
  • Duurzaam België
    Rondvraag / Poll
    Wie wil u als premier?
    YVES LETERME
    GUY VERHOFSTADT
    Bekijk resultaat

    Gastenboek
  • Nederdaling Heilige leuvense Geest
  • XMET
  • Belgium
  • bruno
  • Nu moet het lukken

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Archief per maand
  • 03-2014
  • 08-2013
  • 06-2013
  • 01-2013
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 01-2010
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 10-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 04-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
    Foto
    Welkom op mijn blog! Reacties altijd welkom!
    IK SCHRIJF WAT IK DENK
    24-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kritische bedenkingen bij Nota-Verhofstadt

    KRITISCHE BEDENKINGEN BIJ DE NOTA VAN EERSTE MINISTER VERHOFSTADT N.A.V. DE STAATSHERVORMING

     

    De nota van Eerste Minister Verhofstadt  omtrent de staatshervorming is een lijvig werkstuk geworden dat een objectieve analyse verdient[1]. In zijn bijdrage geeft de Premier zelf aan niet “de pretentie te hebben de waarheid in pacht te hebben”. Vandaar ook dat een open en constructief debat over de staatshervorming de beste weg is om tot een resultaatgerichte oplossing te komen.

     

    1) HOMOGENE BEVOEGDHEDEN

     

    Versnippering over verscheidene beleidsniveaus, zo stelt de Premier terecht, leidt tot een inefficiënt bestuur. In dat kader stelt hij vast dat de volgende principes een goed uitgangspunt vormen: subsidiariteit en homogene bevoegdheidspaketten. Voorts is het zonder meer een correct inzicht dat in een (federale) staat de solidariteit tussen mensen en niet tussen regio’s moet verlopen. Impliciet is dit een afwijzing van het confederalisme, een systeem waarbij de de “solidariteit” onderhandeld wordt, opzegbaar is en gekoppeld wordt aan een resultaatverbintenis[2].

     

    Vraag is echter of (de uitwerking van) al deze principes wenselijk én verzoenbaar zijn. Zo valt allereerst op dat er een bijzonder eenzijdige benadering is van het begrip “subsidiariteit”. In de praktijk komt het erop neer dat de federale Staat verder uitgehold wordt ten voordele van de deelstaten, die verantwoordelijk zouden worden voor (grote) delen van het tewerkstellingsbeleid, van de sociale economie, het gezinsbeleid, van de vestigings- en huurwetgeving alsook mobiliteit, telecommunicatie en justitie. Anderzijds wordt er slechts in drie domeinen – ontwikkelingssamenwerking, de geluidsnormen en delen van de gezondheidszorg – gesproken over herfederaliseringen. Wie het document nader onder de loep neemt, merkt dat het aantal voor te stellen splitsingen méér dan tien keer hoger ligt dan het aantal herfederaliseringen. Dit fundamentele onevenwicht ondergraaft de geloofwaardigheid van het document.

     

    Terecht kan men zich trouwens eveneens afvragen waarom een regionaal tewerkstellingsbeleid, of een gecommunautariseerde justitie zou leiden tot een beter beheer van deze departementen. Het is in feite paradoxaal om bevoegdheden die niets met taal te maken hebben te splitsen op taalbasis. Nochtans overstijgen de grote problemen van onze tijd – de vervuiling, de opwarming van de aarde, de verwoestijning, het gebrek aan schaarse goederen, het internationale terrorisme, de dreiging van nucleaire proliferatie enz. – zich op Europese zo niet op globale schaal. Multinationals fusioneren over lands- en a fortiori over taalgrenzen heen. De democratie dient zich dus aan te passen aan die nieuwe, meertalige dimensies. In dat opzicht getuigt het hele Belgische communautaire gekrakeel van een voorbijgestreefde wereldvisie. Hoe kunnen we ooit de globale problemen aanpakken, wanneer we op een zeer kleine ruimte, in een land met minder dan de helft van het aantal inwoners van Mexico-stad niet eens in staat zijn een coherente, solidaire en moderne staatsvisie te ontwikkelen waarbij eenheid primeert, zonder evenwel afbreuk te doen aan diversiteit?

     

    Ten tweede schort er iets aan de uitwerking van de theorie van de homogene bevoegdheden. Wie, zoals de Premier, dat doet pleit om “aspecten van een beleid” of “aangelegenheden in een domein” over te hevelen naar de deelstaten, gaat namelijk linea recta in tegen het principe van homogene bevoegdheden zelf. Omgekeerd geldt trouwens ook dat wanneer één bevoegdheid geherfederaliseerd wordt, alle verwante materies opnieuw op het federale niveau moeten gebracht worden. Zo is het onlogisch om te pleiten voor een herfederalisering van ontwikkelingssamenwerking, zonder actief te ijveren voor een herfederalisering van buitenlandse handel en van het verdragsrecht.

     

    Een nog fundamenteler bedenking betreft de motivatie voor het splitsen van zaken op taalgebonden basis. Waarom is dit nodig? De Premier kan hiervoor moeilijk inspiratie in zijn liberale ideologie. Enkel door de doctrine van extreme taalnationalisten (Vlaams Belang en N-VA) worden zulke splitsingen gelegitimeerd. Jammer genoeg nemen de democratische – maar taalgesplitste – partijen deze nationalistische redeneringen over met alle gevolgen vandien.

     

    Tenslotte wordt het gehuldigde principe van de interpersoonlijke solidariteit aangetast door de inspraak van de deelstaten in het gezinsbeleid en door de splitsing van het tewerkstellingsbeleid en aanverwante domeinen. Hierdoor wordt minstens een derde van de financiering van de huidige sociale zekerheid gesplitst. De overige 66% situeren zich voornamelijk in het domein van de pensioenen – die bijna geen enkele Vlaamse partij wil splitsen omdat de vergrijzing in het Noorden sneller gaat – en in de gezondheidszorgen[3].

     

    Opmerkenswaardig is tenslotte dat deze voorstellen deels lijnrecht ingaan tegenover wat de Premier zelf in het verkiezingsprogramma van zijn partij liet inschrijven, te weten:

     

    “Logischerwijze wordt de tweede regel dan dat de zogenaamde gezagsdepartementen federaal bestuurd worden. Op het vlak van defensie, politie, justitie of buiten­landse zaken is het duidelijk dat de noden van de burgers over het hele land dezelfde zijn. Het moet dus ook mogelijk zijn dat bevoegdheden die vandaag regionaal zijn terug naar het federale niveau gaan. (...) Het zou hier moeten gaan om bevoegdheden die duidelijk gewestoverschrijdend of van strategisch belang voor gans het land zijn. In aanmerking komt bijvoorbeeld het strategische energiebeleid waarvan het belang steeds meer groeit en wat ook meer en meer op Europees niveau behandeld wordt. Een verdeelde strategie omtrent energie is geen goede zaak omdat het de positie van ons land ernstig verzwakt[4]

     

     

    2) DE AANPASSING VAN DE FINANCIERING

     

    Het luik aangaande de aanpassing van de financiering komt niet aan de heersende noden tegemoet. Zoals bekend kampt de federale Staat met een nijpend geldtekort, daar er bij de voorbije staatshervormingen een pak geld is overgedragen naar de deelstaten, via de financieringswet of onrechtstreeks via fiscale autonomie voor deelgebieden. Zowel de Kabinetschef van de Eerste Minister als gewezen Kamervoorzitter Herman DECROO hebben hier reeds kritische kanttekeningen bij geplaatst[5].

     

    Toch wordt die financieringwet niet herzien. Volgens de Premier is het beter dan aan de financieringwet te sleutelen, te opteren voor een grotere fiscale autonomie voor de gewesten en de gemeenschappen. De federale Staat moet het dus eenvoudigweg stellen met minder middelen en bevoegdheden. Het feit dat de federale financiering in bepaalde deelstaatsdomeinen wordt afgebouwd en dat de overdracht van de bijkomende middelen naar deelstaten wordt beperkt (waardoor dus louter de bevoegheden overgeheveld worden) is, welbeschouwd, slechts een doekje voor het bloeden. Het enige positieve aan dit deel is dat de regio’s eindelijk mee de staatsschuld zouden moeten afbetalen...

     

    Alleszins dringen zich volgende bedenkingen op:

     

    1. Hoe zullen de armere gewesten hun nieuwe en bestaande bevoegheden zonder afdoende middelen uit de fiscale kas beheren?

     

    2. Hoe kan de federale Staat efficiënt functioneren indien zij met het huidige geldtekort blijft zitten, tenzij door grote bevoegdheidsoverdrachten naar de deelstaten (hetgeen wellicht de bedoeling is)?

     

    3. Het overhevelen van grote delen van de personenbelasting, alsook van de vennootschapsbelasting, zorgt ervoor dat de Belgische regio’s – vooral door de splitsing van de vennootschapsbelasting – tegen elkaar uitgespeeld worden. Samen met de splitsing van de arbeidsmarkt zal dit zonder twijfel de concurrentiepositie van de Staat t.o.v. het buitenland verzwakken.

     

    Eerder reeds merkte Minister van Staat Mark EYSKENS zeer terecht op:

    “Vaak wordt gesteld dat aan gewesten en gemeenschappen een veel grotere fiscale bevoegdheid moet worden toegekend, zodat ze ook verantwoordelijk worden voor de financiering van de uitgaven die zij doen. In dit verband is het erg nuttig na te trekken wat de draagwijdte is van de fiscale autonomie van de deelgebieden in andere federale landen zoals Zwitserland, Duitsland, Canada en de Verenigde Staten. Die federale landen bewijzen door het toekennen van aanzienlijke bevoegdheden op fiscaal gebied en ook op het gebied van de sociale zekerheid dat hun staatkundige eenheid en coherentie niet in het gedrang worden gebracht.

    Toch moet België op dit vlak grote voorzichtigheid aan de dag leggen. Het is contraproductief in een land dat een zakdoek groot is en waarin de belangrijkste bedrijven multinationals en interregionaal zijn, uiteenlopende en concurrerende belastingstelsels (niet alleen op het vlak van de vennootschapsbelasting maar ook inzake sociale zekerheidsbijdragen) in te voeren en dat op een ogenblik waarop binnen de Europese Unie juist geijverd wordt voor meer fiscale harmonisatie[6]

    Overigens zou zelfs de rijkste regio – het Vlaams Gewest – beslist niet welvarender worden van een splitsing van (bijvoorbeeld) de vennootschapsbelasting. Als immers bedrijven uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest delocaliseren naar het Vlaams Gewest, wordt de concurrentiepositie van Brussel ernstig verzwakt. Nochtans genereert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vandaag rijkdom voor het hele land.

     

     

    3) DE VERSTERKING VAN DE FEDERALE STAAT

     

    Op het eerste zicht gaat het meest rationele en verdienstelijke deel van de Premier naar zijn lovenswaardig initiatief om de federale Staat te versterken. Dit is een belangrijke trendbreuk met het eenzijdig splitsingsdiscours van de afgelopen decennia. Helaas zijn de resultaten op papier minder goed dan de nobele intenties.

     

    De “congruentiecriteria” zouden een bepaalde ruimte moeten bieden waarbinnen de federale Staat bepaalt tot waar de bevoegdheden van de deelstaten mogen gaan. Op het eerste gezicht lijkt het hier te gaan om een soort decentralisatie, waarbij de federatie een zekere voogdij behoudt op deelstaatsbevoegdheden. Maar in de praktijk gaat het om “minimale maatstaven” die interregionale divergenties moeten vermijden, “zoals dat op Europees vlak gebeurt ten aanzien van de lidstaten”[7]. Als dat het uitgangspunt is kunnen separatisten terecht de vraag stellen waarom onze Premier België nog wil behouden, daar de door hem voorgestelde instrumenten vandaag al op Europees niveau bestaan.

    De verwijzing naar Europa is overigens bedrieglijk. In Europa komen we van een situatie waarin de landen van de Eurozone andere munten, andere begrotingen, een andere overheidsschuld en (sterk) uiteenlopende uitgaven hadden. Men heeft toen normen opgelegd die alle landen moesten respecteren. Van een situatie van versnippering ging men daar naar meer eenheid. De Nota van Verhofstadt behandelt daarentegen net het omgekeerde pad.

     

    Een aantal goede maatregelen zoals het invoeren van een uniforme toepassing van fiscaliteit en sociale wetgeving over het hele grondgebied of de vertegenwoordiging van de federale staat in sommige gewestelijke maatschappijen wordt meteen weer ongedaan gemaakt door de deelstaten in zowat elke federale instelling medezeggenschap te geven en door het opdrijven van het aantal samenwerkingsakkoorden en de instelling alsook versterking van extraparlementaire overlegcomités[8].

     

    Deze samenwerkingsakkoorden worden gesloten in overlegcomités die niet electoraal sanctioneerbaar zijn. Ze zijn vanuit democratisch oogpunt een bevestiging van de dictatuur van de uitvoerende macht en de kortwieking van de parlementaire controle. Omdat ze niet eens door een deelstatelijk parlement hoeven geratificeerd te worden, hebben ze zelfs minder democratische legitimering dan een akkoord tussen twee onafhankelijke staten. Aangezien zoveel materies gesplitst moeten worden, zal dit aantal akkoorden onderhevig zijn aan een ware inflatie. Het democratisch deficit zal exponentieel toenemen, de sterkte van de centrale staat in dezelfde mate afnemen. Dat een normenhiërarchie afwezig is, draagt hier natuurlijk in belangrijke mate toe bij.

     

    In de inflatie aan overlegcomités en samenwerkingsakkoorden schuilt overigens een niet onbelangrijke paradox. Het feit dat de Premier in zoveel domeinen (mobiliteit, milieu etc.) vlakken beide nodig acht, bewijst net dat deze materies best op nationaal niveau behandeld worden. Nu krijgen we een exponentieel stijgend aantal overlegcomités en samenwerkingsakkoorden, wat niet alleen tijdrovend is, maar ook het democratisch deficit en het budgettair plaatje de hoogte injaagt.

     

    Tenslotte is het meest verdienstelijke voorstel in dit hoofdstuk de invoering van een federale kieskring, zonder vooraf het aantal parlementairen op taalbasis vast te leggen. Het aantal ligt weliswaar te laag (ca. 30), maar het gaat de goede richting uit. Maar zelfs hier is, helaas, een “communautaire” compensatie die ligt in de zeer nefaste en zelfs staatsbedreigende hervorming van ons bicameralisme.

     

    Overigens kan men zich afvragen wat die nationaal verkozen Kamerleden nog gaan doen, gezien quasi alle bevoegdheden deelstatelijk zullen zijn...

     

    4) DE HERVORMING VAN HET BICAMERALISME

     

    Eén van de allerzwakste delen van het betoog van de Premier situeert zich inderdaad in de voorgestelde hervorming van het bicameralisme. Verkeerdelijk werd die in sommige media afgeschilderd als een versterking van de federale Staat.

     

    Concreet komt het erop neer dat de huidige Senaat vervangen wordt door een onrechtstreeks verkozen paritaire Kamer van Deelstaten, die o.a. bevoegdheid heeft in grondwetsherzieningen en in bijzondere wetten. Deze maatregel moet om verscheidene redenen worden afgewezen:

     

    1) Het feit dat de Senaat niet meer rechtstreeks verkiesbaar is – de Senatoren worden aangeduid door de deelstaatsparlementen –, is een aanfluiting van de democratie en brengt ons terug naar een getrapt kiessysteem dat dateert uit het tijdperk van voor de Franse Revolutie.

     

    2) De deelstaten worden niet eens gelijk vertegenwoordigd. De Franstalige Senatoren worden oververtegenwoordigd, de Duitstaligen moeten het stellen met één enkele Senator. Kortom, de samenstelling zelf van deze Assemblée vloekt met zijn eigen logica.

     

    3) Een paritaire Senaat zal uiterst polariserend werken, daar de Senatoren de facto enkel “Vlaanderen” en “Wallonië” (met een vleugje Brussel en snufje Duitstalig België) zullen vertegenwoordigen. Nieuwe communautaire conflicten staan dus in de sterren geschreven...

     

    4) De deelstaten worden rechtstreeks betrokken bij het grondwetgevend werk. Dit is uiterst cruciaal, omdat het op die manier onwaarschijnlijk lijkt dat in de toekomst nog maar één materie opnieuw geherfederaliseerd wordt. Elke gemeenschap beschikt in een bipolaire Senaat over een feitelijk vetorecht om een mogelijke afkalving van zijn macht tegen te gaan.

     

    5) Het goedwerkende systeem van dubbele deliberatie, dat ons land sedert 1831 kent, en zorgt voor een grondiger reflectie over de wetten en de werking van onze instellingen wordt vervangen door een verkapt monocameralisme.

     

    Een mogelijkheid om de federale Staat te versterken wordt hier overigens gemist door een géén federale kieskring in te voeren in de Senaat. Dat zou het autonomisme tenminste getemperd hebben.

     

    5) DE FUNCTIE VAN BRUSSEL, DE PROBLEMEN IN DE RAND EN ART. 195

     

    Terecht wijst de Premier op de enorme troeven van onze hoofdstad in Europese en zelfs globale context. Helaas zijn de conclusies die hij hieruit trekt uiterst wollig en kunnen ze perfect binnen het huidige institutionele kader plaatsvinden. Om een “nieuwe samenwerking” tussen de drie Gewesten op te zetten, teneinde Brussel internationaal te promoten dient men de BWHI niet te wijzigen.

     

    Het volstaat, om zoals de Premier zelf aangeeft, een (vrijblijvend) samenwerkingsakkoord te sluiten. Het “stadsgewest” Brussel, volgens Verhofstadt een vernieuwend idee bestaat voorts al sedert 1980...

     

    Ondertussen wordt door de beoogde splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde het Brussels Gewest losgemaakt uit Vlaanderen en niemand binnen de Vlaamse Beweging schijnt daarom te malen, integendeel. Ironisch genoeg gaan er door deze “Vlaamsgezinde” maatregel ook àlle zetels voor Brusselse Vlamingen verloren[9].

     

    De Franse Gemeenschap mag dan wel gemeenschapsgebonden activiteiten organiseren in de zes randgemeenten, maar enkel door een samenwerkingsakkoord met de Vlaamse Gemeenschap. Wat hier vernieuwend aan is, is een waar mysterie. Wel is het zo dat een deel van de splitsing gecompenseerd wordt door het instellen van een federale kieskring.

     

    Het grootste bezwaar tegen een splitsing van dit meertalig arrondissement is echter het feit dat dit in wezen een zeer nationalistische staatsvisie verraadt, waarbij deelgebieden moeten congrueren met taalgebieden. Anderzijds wordt alweer verzuimd om de federale overheid een actieve politiek van individuele meertaligheid te laten voeren in het onderwijs.

     

    Waarom wordt er niet één provincie Brabant heropgericht (met behoud van de taalgrens)? Dat zou in één klap het non-probleem B-H-V oplossen én bovendien de schadelijke Belgische bipolariteit echt doorbroken. Bovendien wordt met deze elegante oplossing Brussel niet eens uitgebreid, waardoor de vrees voor de Brusselse “olievlek” voorgoed van de baan is. Overigens was niemand minder dan de opvolger van Verhofstadt in de Senaat, de Heer Roland Duchâtelet dit idee genegen.

     

    De Ratificatie van het Minderhedenverdrag biedt enorme mogelijkheden. Zo zou men ondermeer twee- of meertalige media kunnen oprichten naar het voorbeeld van Euronews en Arte. Eveneens zouden tweetalige scholen kunnen worden gesticht. Maar de Premier wil het Minderhedenverdrag louter ratificeren om “enkel de Duitstaligen woonachtig in de Duitstalige Gemeenschap en de gemeenten uit het Malmedyse als nationale minderheid te definiëren”. Het akkoord hiervoor moeten bovendien surrealistisch genoeg niet door de federale Staat worden afgesloten, maar door de “twee grote gemeenschappen” die volledig geen zeggingschap hebben voor wat de Duitstalige Gemeenschap betreft. In deze details verraadt zich de fundamenteel dualistische visie op België van het document.

     

    Tenslotte is één van de meest hallucinante – en over het hoofd geziene passages – de ter herziening verklaring van art. 195 van de Grondwet. Vandaag is voorzien dat een grondwetsherziening slechts mogelijk is nadat de federale wetgevende macht een lijst van grondwetsartikelen heeft aangeduid die voor herziening in aanmerking komen. Zodoende beslist de kiezer uiteindelijk over de wenselijkheid van deze herziening. Zelfs dat is natuurlijk verre van voldoende, maar gezien het ontbreken van bindende referenda over de toekomst van de Staat toch het minimum minorum. In dat verband merkt de Premier echter op:

     

    “Ook kan er niet om de vaststelling heen dat de verplichte raadpleging van het kiezerskorps tot een fictie is verworden, omdat de bij de herziening te volgen richting, voor zover die er al zou zijn, zelden de reële inzet van de verkiezingen is.” Nochtans is de staatshervorming méér dan een halfjaar de inzet van de formatie en de taak van de interrimregering alsook van de definitieve regering. Het getuigt toch van een elementair respect voor het kiezerscorps om hiermee rekening te houden. Of is de Grondwet dan toch een vodje papier dat louter afhangt van de dagelijks wisselende politieke grillen van zij die geacht worden ons te vertegenwoordigen?

     

    BESLUIT

     

    Het België zoals de Premier voor ogen heeft, zal allerminst een versterkte federatie zijn. De vele bevoegdheidsverschuivingen naar de deelstaten doen het zwaartepunt van de beslissingen overduidelijk naar daar verschuiven. De federale Staat blijft eigenlijk exclusief bevoegd voor defensie, justitie, politie en politie en de munt. Van die bevoegdheden zijn de eerste en de laatste al (in grote mate) Europees. Ook enkele restbevoegdheden zouden nog federaal blijven, in afwachting van de uitvoering van art. 35 van de GW (waarnaar de Eerste Minister verwijst).

     

    De convergentiecriteria maken het overigens mogelijk om nog méér bevoegdheden te splitsen onder het voorwendsel dat er een “federale harmonisering” is, quod non (of althans bijzonder ontoereikend). Het resultaat van de willekeurige splitsingen zal trouwens zijn dat er nog méér voedingsbodem wordt gegeven aan nieuwe defederaliseringen, onder het mom van homogene bevoegdheidspaketten. Ook het feit dat de federale Staat nauwelijks nog geld overhoudt zal een belangrijk motief zijn om verdere splitsingen te “verantwoorden”...

     

    Zodoende wordt het sociaal-economisch weefsel ontrafeld waardoor de bestaande verschillen tussen de gewesten nog méér vergroot worden, i.p.v. dat er een werkelijke eenmaking en een eenduidig alsook coherent beleid plaatsvindt, wat toch de wens is van de Eerste Minister. Overigens is sociaal-economische harmonisering één van de basisdoelstellingen van de EU (art. 2 Verdrag van Rome), waardoor het volledig absurd wordt om binnen een lidstaat nog meer bevoegdheden op te splitsen. In Europees kader is de Belgische stem nu al vaak de optelsom van de regio’s. Komen die niet tot een akkoord, dan moet België zich onthouden. Dit gegeven zal natuurlijk aanzienlijk toenemen indien nog meer bevoegdheden overgeheveld worden.

     

    Overigens bestaan er in Europa honderden constitutionele regio’s. Het valt nog te bezien of de Europese besluitvorming vereenvoudigd zal worden als die naar “Belgisch voorbeeld” allemaal semi-onafhankelijk – laat staan volledig onafhankelijk – worden.

     

    Onder meer door het splitsen van delen van bevoegdheden, zoals in het tewerkstellingsbeleid, onder het mom van “subsidiariteit” zal deze “definitieve” staatshervorming ongetwijfeld nieuwe revendicaties opwekken, waardoor deels gesplitste bevoegdheden in de toekomst nog verder uitgehold worden. We merken hierbij even op dat het tewerkstellingsbeleid in Duitsland volledig federaal is, ofschoon de verschillen tussen de oud-BRD en de ex-DDR minstens even groot, zoniet groter zijn dan die tussen de Belgische gewesten.

     

    De hervorming van het bicameralisme systeem illustreert zeer goed de versterkte bipolariteit van het nieuwe België. De facto blijft op institutioneel vlak de Kamer van Volksvertegenwoordigers bevoegd om ... zijn eigen bevoegdheden af te staan. De invoering van een federale kieskring en samenvallende verkiezingen (op zich goede maatregelen) dienen in dat opzicht als pleisters op een houten been beschouwd te worden. De hervorming van art. 195 van de Grondwet is zelfs ronduit gevaarlijk. Het zou integendeel moeilijker moeten worden om, eens een definitieve staatshervorming bereikt is, de Grondwet nog te wijzigen. Men kan hierbij denken aan het invoeren van een 3/4de meerderheid.

     

    Samenvattend kan men dit nieuwe België het beste voorstellen als een soort confederatie sua generis[10]. De bestaande deelstaten worden omgevormd tot lidstaten van een hybride statenbond die wederzijdse betrekkingen onderhouden via versterkt diplomatiek overleg en hebben via de Senaat én via de vereiste gekwalificeerde meerderheden die thans al bestaan in de Kamer een versterkt vetorecht.

     

    Nochtans zou een écht toekomstgerichte visie op België rekening moeten houden met een vereenvoudiging en – op termijn met – een ontdubbeling van de instellingen.

     

    In een eerste fase is het zodoende absoluut noodzakelijk om:

     

    1) De deelstaten onder voogdij of tenminste onder versterkte controle van de federale Staat te plaatsen, door het vervangen van de voorgestelde convergentiecriteria door echte bindende kaderwetten.

     

    2) Het invoeren van een normenhiërarchie, die overigens in elke federale Staat bestaat. Het lijkt ook nuttig en wenselijk artikel 35 van de Grondwet in te vullen, maar dan wel in een herziene vorm. Enerzijds moet men de exclusieve bevoegdheden van de federale Staat af te bakenen, maar ook die van de deelstaten opsommen. Hierbij moet ook duidelijk vermeld worden wat de taak van de provincies is (vandaag staat dit in artikel 162 van de Grondwet, zonder evenwel de provinciale bevoegdheden te omschrijven).

     

    3) Het herfederaliseren van grote bevoegdheidspaketten die in élke federale Staat federaal zijn, denken we maar aan het tewerkstellingsbeleid, aan landbouw, sport, toerisme, openbare werken en aan alles wat met buitenlandse betrekkingen te maken heeft.

     

    4) Een federale kieskring in te voeren, zoals voorgesteld door de Premier net als andere federerende maatregelen (het oprichten van meertalig onderwijs, van meertalige media enz.). Deze kieskring wordt best ingevoerd in de Senaat, zodoende dat deze (ook) bevoegdheids- en belangenconflicten kan beslechten.

     

    5) De gemeente- en de provinciewet herfederaliseren, zodat de Staat kan decentraliseren naar de entiteiten die zij wenst, waarbij Brabant voor de goede orde herenigd wordt

     

    Uiteindelijk moet het mogelijk zijn om alle kunstmatige schuttingen tussen de burger en de Staat op te heffen. De Staat moet ten dienste van de burger staan en het moet derhalve zoveel mogelijk vermeden worden dat nutteloze en irrationale, polariserende taalstructuren (de gemeenschappen –behoudens voor wat cultuur betreft – en de gewesten) het land en zijn bevolking schaden.

     

    Zodoende lijkt het allesbehalve onredelijk om op (middellange) termijn het huidige tweeledige België te vervangen door een meerpolige unie van provincies, een systeem dat in Nederland, in al onze buurlanden en in àlle (meertalige) federale staten ter wereld bestaat. Inspiratie voor een werkbaar model kan gezocht worden in de eigen, nationale traditie maar ook bij andere federale Staten. De eerste Grondwetsherziening van 1970 – overigens ook de beste, om niet te zeggen de enige goede – zou hiervoor een nuttig uitgangspunt kunnen vormen.

     

    Bruno YAMMINE



    [1] Zie G. VERHOFSTADT “Verslag aan  Koning Albert II over de hervorming van de instellingen in het kader van mijn informatie- en formatieopdracht”.

    [2] Onder het Manifest van de Denkgroep In de Warande bevatte zulk een pleidooi (Brussel, 2005).

    [3] “Geen enkele” dient zeer letterlijk genomen te worden : slecht het V.B. en de N-VA willen deze materie overhevelen naar de deelstaten.

    [4] De weg naar een open dialoog, aanzet voor een nieuwe staatshervorming, document studiedag OPEN VLD, februari 2007, p. 7.

    [5] H.  DECROO,  « Federale badkuip loopt leeg» in De Standaard van 29.11.2007.

    [6] M. EYSKENS, « Stop het consumptiefederalisme » in De Standaard van 8.08.2007.

    [7] "Het mechanisme van de convergentiecriteria zou ook aan alle burgers van het land dezelfde minimale rechten kunnen garanderen."  Dit is voor veel interpretaties vatbaar; de rechten zouden wel eens letterlijk “minimaal” kunnen zijn.

    [8] Het is trouwens niet duidelijk waarom de deelstaten inspraak moeten krijgen in een exclusief federale instelling, zoals de NMBS.

     

    [9] Studie uitgevoerd door VUB (bron : VRT 14.06.07)

    [10] In zoverre dat vandaag al niet het geval is.

    24-01-2008, 16:43 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    18-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OPINIESTUK IN BRUSSEL DEZE WEEK

    IETS MIS MET UNITARISME?

    Brussel - Hans Van de Cauter en Bruno Yammine lazen "vol interesse, maar ook met stijgende verbazing" de tekst 'Deze crisis is nuttig' van jurist en advocaat Jean-Pierre de Bandt ('De mening van lezers', BDW 1112 van 20 december 2007). "Ervan uitgaande dat een open discussie de beste manier is om op een constructieve manier aan de Belgische meertalige samenleving te werken, vonden we het nodig een gemotiveerd antwoord te formuleren."

    Terecht pleit de heer De Bandt ervoor om, na de slopende regeringsonderhandelingen van 2007, anders te gaan denken over de staatshervorming. De voorbije crisis heeft België zeer zwaar onder druk gezet, maar tot grote verbazing van haar fanatieke tegenstrevers is de staat overeind gebleven. Bovendien heeft de crisis de macht opnieuw voor een deel verschoven van de politici naar de bevolking via vele buitenparlementaire initiatieven. De beweging voor eenheid vanuit de bevolking vertaalt zich nog niet echt in de politiek en de media, die beheerst blijft door separatistische krachten. Maar kunnen politici en opiniemakers vanuit een ivoren, taalnationalistische toren eeuwig de wil van de bevolking blijven negeren?

    Zeer terecht stelt de auteur dat het tweeledig federalisme niet werkt en nooit zal werken, en dan ook ten grave moet worden gedragen. Inderdaad, het Belgisch 'federalisme' werkt helemaal niet federerend, maar wel polariserend en desintegrerend. De kern van het probleem schijnt de auteur echter volledig te ontgaan. Zijn cruciale redeneerfout bestaat erin te denken dat de 'constructiefout' van het Belgische federalisme de overlapping van gewesten en gemeenschappen is. Dit klopt uiteraard niet. Het is net door deze overlapping dat het moeilijker is om bevoegdheden te splitsen; denken we maar aan de gezondheidszorg in het Brussels gewest. Voorts denkt de auteur verkeerdelijk dat het Belgische probleem zich alleen in Brussel situeert. Houden de communautaire problemen niet het hele land in hun verstikkende wurggreep?

    Vlaams- en Waals-nationalisme
    Het echte probleem in België is het Vlaams- en Waals-nationalisme, die versterkt worden door verschillende factoren zoals het de facto tweeledige 'federalisme', het monopolie van taalpartijen op de media en de so­ciaal-economische verschillen tussen Noord- en Zuid-België.

    De conclusies van de auteur staan haaks op zijn correcte vaststellingen. Hij suggereert een evolutie naar een federatie met vier deelstaten (de huidige gewesten en de Duitstalige gemeenschap). Nochtans stelt hijzelf dat het bestaan van taalgroepen geen aanleiding dient te geven tot het oprichten van hiermee congruerende staatsstructuren. En hoewel de auteur ook waarschuwt voor de gevolgen van een "etnische indeling", die bij voorbaat tot falen gedoemd is, pleit hij toch niet tegen een indeling van België op taalkundige basis. Het is overigens volkomen onduidelijk waarom de auteur vindt dat in Brussel een tweetalige deelstaat­structuur wel mogelijk is (zelfs territoriaal), maar tegelijkertijd stelt dat België voorts in homogene, nog autonomere taalgebieden opgedeeld dient te worden.

    De oplossing van de auteur vertoont alle kenmerken van de huidige staatsstructuur. Nergens spreekt de auteur over een normenhiërarchie, een eenheid in buitenlandse politiek, een willekeurige niet-nationalistische indeling van de staat, het heroprichten van natio­nale partijen, het herfederaliseren van bevoegdheden (milieu, buitenlandse handel, landbouw, sport,...). Zijn voorstel om de bipolariteit te doorbreken, is dan ook volledig ontoereikend en zal – hoe paradoxaal ook – de tweeledigheid van het land alleen maar versterken. Ten eerste omdat de overlapping van gemeenschappen en gewesten wegvalt. En ten tweede omdat de Brusselse en een Duitstalige deelstaat, die vandaag ook al bestaan, de feitelijke Belgische bipolariteit niet kunnen opheffen.

    Nochtans stelde de auteur vijftien jaar geleden al dat de regeringsverklaring van 1968, die voorzag in een provinciale decentralisatie, slechts sneuvelde onder nationalistische druk, met als gevolg de eerste staatshervorming, waarbij de creatie van gewesten in het vooruitzicht gesteld werd (1970). De "constructiefout" in ons zogenaamde federalisme is dus eigenlijk een bewust manoeuvre van nationalistische krachten. Een grondige staatshervorming dient absoluut rekening te houden met een ontdubbeling van onze staat. De provincies – die de huidige deelstaten perfect zullen vervangen – kunnen bepaalde uitvoerende taken van de federale overheid overnemen. Andere bevoegdheden worden dan weer best uitsluitend op nationaal (of Europees) niveau behandeld.

    Natuurlijk zal een interpersonele én structurele solidariteit binnen dit vernieuwde België cruciaal zijn. Het aanleren van de tweede grote landstaal en een verhoogde strijd tegen het nationalisme ten slotte vormen het sluitstuk op deze nieuwe structuur.

    Aangezien een verpletterende meerderheid (90 procent) van de Belgen geen separatisme wil, is het logisch dat deze groep mag beslissen over de toekomst van België. Het is helemaal niet 'ouderwets' of 'dom' om te pleiten voor een rechtzetting van het dualistische taalfederalisme. Integendeel, het getuigt van een toekomstgerichte geest, burgerzin en gezond verstand om politieke fouten aan te klagen. Het dure, ingewikkelde, inefficiënte, ondemocratische, taaldiscriminerende en staatsbedreigende federalisme zal, als de mening van de Belgen eindelijk gevraagd en gerespecteerd wordt, op termijn onvermijdelijk ingeruild worden voor een goedkoop, simpel, efficiënt, democratisch, meertalig en meerpolig unitarisme met provinciale decentralisatie.

    Hans Van de Cauter, nationaal ondervoorzitter B.U.B. en Bruno Yammine, historicus

    © Brussel Deze Week

    18-01-2008, 14:29 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (3)


    14-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Virtueel België

    Virtueel België

    Toen medio jaren negentig Luc Van den Brande (toenmalige CVP) pleitte voor een Belgische confederatie, stond het land op zijn kop. Van den Brande werd ten paleize ontboden en terechtgewezen. De tijden zijn veranderd. Nog geen vijftien jaar later presteert een Belgische premier het om een nota op te stellen die de Belgische staat virtueel afschaft. Inderdaad. Wie de voorstellen van premier Verhofstadt aandachtig leest, merkt dat het zwaartepunt van de besluitvorming, bevoegdheden en middelen (bijna) volledig bij de deelstaten komt te liggen. Het federale niveau mag hoogstens wat coördineren. Aan de horizon worden de contouren afgebakend van een Brussels stadsgewest, het 'Brussels DC' van morgen, dat onder deelstatelijke en Europese voogdij komt te staan. Verhofstadt wil als grote hervormer de geschiedenis in gaan en lijkt daar met brio in te slagen. Geen staatshervorming, ook niet de overgang naar het federalisme in 1980, ging ooit zo ver als dit voorstel. Nationalistische partijen beleven hoogdagen, Verhofstadt blijkt zowaar nog Vlaamsgezinder dan Leterme. Het zal dan wel een klein detail zijn dat de Belgen zelf nooit geconsulteerd werden over de geruisloze verdwijning van hun staat?

    14-01-2008, 16:16 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (1)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.REUNION?

    REUNION?

    Dans votre journal du 7.01 Monsieur W. Burgeon (PS), ancien président du Parlement Wallon, plaide pour un "rattachement" de la Wallonie à la France. Malheureusement, l'auteur ne dit pas dans quelle période la Wallonie a été attachée à la France. Bien sur, les Pays-Bas Méridionaux ont été envahi et attaché à la France durant une courte période (1795-1815). Mais la Wallonie comme Etat à part entière, c.a.d. sans le Nord de la Belgique, n'a jamais fait partie de la France. Depuis le Moyen Age les provinces dites wallonnes faisaient partie du Saint Empire Germanique et, plus tard, de l'Empire des Bourguignons, des Habsbourgeois etc. Le Brabant et la province actuelle d'Anvers y étaient aussi incorporés. La Principauté de Liège - les provinces de Liège et du Limbourg - a resté indépendante, dans une libre association avec l'Empire Germanique, jusqu'à la révolution française. La seule partie de la Belgique qui a historiquement appartenu à la France est ... la Flandre historique, c.a.d. la Flandre Occidentale est la Flandre Orientale. Il est donc tout à fait incorrect de parler d'un "rattachement" ou d'une "réunion" de la Wallonie à la France. Comment va-t-on réunir une entité qui est une néocréation (le nom Wallonie date de 1886) à un Etat dont elle n'a jamais fait partie?

    En plus, la culture des provinces romanes  de notre pays n'est pas "française", comme le prétend l'auteur. Les Belges vivent déjà depuis le 15ième siècle dans un seul espace politique, économique  et culturel. L'auteur défend, à juste titre, les grands ensembles étatiques. Mais il n'a pas compris que l'Union Européenne, une entité supranationale qui ressemble de plus en plus à un Etat, a justement été fondée pour contrecarrer l'impérialisme allemand et français! Finalement il est bien risible de parler d'une entrée dans la "modernité" une fois que la France aurait annexé la Wallonie. Les soi-disant
    arguments qui plaideraient pour cette annexion sont liés tous à la langue. Cet argument était utilisé autrefois par l'Allemagne des années 30 et 40 pour justifier l'incorporation dans le Reich du Sudetenland, de l'Autriche, de la Belgique Germanophone et des parties de la Pologne. Et dire que Monsieur Burgeon se qualifie comme socialiste.

    14-01-2008, 16:12 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TEWERKSTELLING

    TEWERKSTELLING

    De verschillen in tewerkstelling tussen het Vlaams, Waals en Brussels Gewest hebben, zo schrijft Isabel Albers in De Standaard van 11 januari ("Op het einde draait alles om centen"), moeten leiden tot een andere aanpak. Immers: "een griepje en een chronische longontsteking behandel je niet op dezelfde manier", zo vervolgt de Wetstraatredactrice. Dit lijkt me een demagogische redenering, en wel om volgende redenen.

    Allereerst bestaan er niet alleen verschillen tussen de gewesten, maar ook binnen de gewesten. Moet de werkloosheid in Antwerpen dan op dezelfde manier aangepakt worden dan in Limburg? Hetzelfde geldt voor, pakweg, Waals-Brabant en het armere Henegouwen. Ten tweede zijn er altijd al economische verschillen geweest tussen Noord- en Zuid-België. Nochtans heeft dit ons land niet weerhouden om zich tot één van de meest welvarende ter wereld te ontwikkelen. Honderd jaar geleden waren de verschillen tussen het meer agrarische Noorden en tussen het meer geïndustrialiseerde Zuiden trouwens nog véél groter en toch was België, na het VK en Duitsland, proportioneel de sterkste industriële natie ter wereld. Ten derde is het niet zo dat in federale staten het tewerkstellingsbeleid gesplitst moet worden. Niemand zal loochenen dat er tussen West- en Oost-Duitsland minstens even grote verschillen bestaan in werkgelegenheid. Toch is er maar één federaal beleid. Moet het hier dan gesplitst worden, louter om het feit dat er een taalgrens door ons land snijdt? Kunnen sectoriële en provinciale decentralisatie geen uitweg bieden? Tenslotte is het volkomen onduidelijk waarom (grote) verschillen een scheidingsgrond zouden moeten inhouden. Verschillen nopen net tot meer harmonisering. Dit is trouwens ook een basisprincipe van de EU.

    14-01-2008, 16:10 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (1)


    10-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opiniestuk gepubliceerd in DE TIJD van 8.01.08

    DE TOEKOMST IS AAN GROTERE GEHELEN

    Volgens G. Rachman (« De toekomst is aan de kleine landen », De Tijd, 21.12.2007) is secessie binnen de Europese Unie niet zo erg. Integendeel, zo stelt de auteur, kleine landen zoals Kosovo of morgen misschien Vlaanderen, Wallonië en Schotland zijn de modellen van de toekomst. "Homogene", kleine landen zijn volgens hem concurrentiëler, veiliger en welvarender. De voordelen van groot te zijn – het bezitten van veiligheid en voorspoed – zijn in de moderne wereld, zo stelt Rachman althans, niet meer belangrijk. Sta ons toe te twijfelen aan deze uitgangspunten.

    Het kan natuurlijk zijn dat bepaalde kleine landen welvarend of veilig zijn. Maar dit impliceert nog niet dat er een causale band bestaat tussen de twee. Zijn Cyprus, Albanië, Tsjetsjenië, Armenië, Macedonië, Lesotho, Kirgizistan, Somalië of Laos dan zulke prettige plaatsen om te leven? Nochtans gaat het steeds om landen waar minder dan 10 miljoen inwoners zijn – een criterium dat de auteur belangrijk toeschijnt om welvaart te meten.

    Het is tevens onwaar dat grotere staten niet meer veiligheid bieden. De Europese Unie is net opgericht om een nieuw en bloedig conflict te voorkomen. In dat opzicht is het vreemd dat de auteur zelfs stelt dat het als klein land niet nodig is om lid te zijn van een internationale militaire organisatie. Zwitserland en Ierland zijn dat ook niet, en die lopen volgens hem geen gevaar op een invasie. Welnu, deze twee landen zijn nooit door een invasie bedreigd geweest. Dat ligt niet aan het feit dat ze klein zijn in de huidige wereld, maar heeft alles te maken met geografische factoren. Ierland kon zo buiten de twee Wereldoorlogen blijven. Zwitserland, omringd door bergketens, heeft sedert de Napoleontische tijd geen enkele inval meer meegemaakt. Het klopt tevens niet dat grote landen vandaag minder expansionistisch zouden zijn omdat het binnenvallen van kleine landen zoals de auteur zegt "tegenwoordig flink pijn kan doen", daarbij verwijzend naar de invasies van Afghanistan en Irak. Wat Afghanistan betreft, volstaat het te stellen dat het Britse wereldrijk in de 19de eeuw dit landje niet wist te veroveren. Kleine landen die een gunstige geografie hebben voor guerilla-oorlogvoering, zoals Viëtnam of Afghanistan ten tijde van de Sovjet-invasie, waren altijd al moeilijk te veroveren. Het klopt overigens gewoonweg niet dat grote staten vandaag minder expansionistisch worden. Wie dat niet gelooft, verwijzen we naar het beleid van de VSA sedert de val van de Berlijnse Muur of het Rusland van Poetin.

    Welvaart kan enkel maar gegarandeerd worden door schaalvergroting, niet door schaalverkleining. Het is de taak van bijvoorbeeld de E.U. om daarvoor te zorgen. Als bedrijven en multinationals over landsgrenzen heen fusioneren, moet de democratie zich net aanpassen aan deze dimensies. Het oprichten van nieuwe, kleine soevereine staten staat haaks op deze beweging. Net om concurrentieel te blijven met landen als China, India of de VSA breidt de Europese Unie uit. Het valt ten zeerste te betwijfelen of een Europese "Unie" van een tweehondertal onafhankelijke regiostaten beter opgewassen zal zijn tegen de immense Chinese markt. Ze zal eerder economisch en politiek een appendix worden van het grote Aziatische vasteland – wat ze geografisch trouwens ook is – paradoxaal genoeg om een reden die de auteur zélf aanhaalt. Volgens hem halen grote Aziatische landen hun welvaart niet uit hun binnenlandse, maar wel uit de buitenlandse markt. Loont het voor Aziaten of Amerikanen dan niet de moeite om tientallen kleine micro-economieën tegen elkaar uit te spelen in plaats van op te tornen tegen een politiek en economisch eengemaakt Europa? Maar er zijn nog redenen om de schaal van de democratische besluitvorming, ergo van de staatkundige gehelen, te vergroten. Zo spelen alle echte problemen van de huidige wereld zich op globale schaal af. Denken we in dat opzicht maar aan de verwoestijning, de opwarming van de aarde, de schaarste van bepaalde goederen zoals drinkbaar water, het globale terrorisme, de proliferatie van nucleaire wapens enz. Al deze problemen overstijgen niet alleen de huidige landsgrenzen, maar zelfs de Europese ruimte. In dat opzicht is het streven naar nieuwe soevereine staten zelfs volledig anachronistisch, ja, zelfs absurd.

    Kleine landen neigen naar meer homogeniteit, schrijft de auteur. Is dat wel zo? Is het viertalige Zwitserland homogener dan het officieel eentalige China? Zwitserland is bovendien nog groter dan België. Alles is dus erg relatief. Is homogeniteit – wat men daar ook onder moge verstaan – bovendien wel wenselijk? Zoja, waarom dan de Europese eenmaking of de stichting van het nieuwe, multiculturele en meertalige Zuid-Afrika? Is het niet interessanter om vele culturen en visies binnen één staatkundige koepel te verenigen? Overigens zijn kleine en homogene landen als concept zelfs niet haalbaar. In de Europese Unie zijn er maar twee eentalige staten: Ijsland en Portugal. Alle staten zijn multireligieus. Ook al zouden al die landen op taalbasis desintegreren, dan nog zouden de zogezegde "etnische problemen" blijven bestaan. In ex-Joegoslavië reproduceert het Joegoslavisch "probleem" zich nu in elke oude deelrepubliek. Elk Europees land heeft autochtone en allochtone (vaak islamitische) minderheden.  Nederland heeft de Friezen en Limburgers, Spanje heeft Basken en Catalanen, Bosnië zit met een lappendeken van religies. Een onafhankelijk Vlaanderen zou overigens nog méér rechten aan Franstalige inwoners moeten toekennen – door een verplichte ratificatie van het zgn. Minderhedenverdrag – dan vandaag, hoe paradoxaal dat ook moge klinken.

    Kleine landen zijn, zo heet het voorts, makkelijker om te besturen. Dit is wellicht waar. Maar dictaturen zijn zelfs nog makkelijker om te besturen en toch is deze staatsvorm de slechtst denkbare. Bovendien biedt kleinschaligheid zelfs geen garantie voor goed bestuur. Deze stelling is overvloedig bewezen door de conflicten in Noord-Ierland, Bosnië en Israël.

    Rachman verwijst tenslotte naar onafhankelijkheidsstreven als een fantastische marketingtruc. Toerisme en welvaart zou ons te beurt vallen. Alsof een eengebleven Tsjechoslovakije ook maar één toerist minder zou gehad hebben. Niemand, vervolgt de auteur, bekommerde zich om de Baltische staten, maar nu ze onafhankelijk zijn, genieten ze van een identiteit, een imago en buitenlandse investeringen. Welk imago heeft Letland eigenlijk? Weet de auteur dat in die "homogene" staat maar 59% Letten leven? De rest van de bevolking bestaat uit minderheden, zoals (Wit)Russen, Polen of Oekraïners. De toegenomen investeringen in de Baltische staten, hebben overigens niets te maken met hun onafhankelijkheid en nieuw verworven kleinschaligheid, maar alles met de implosie van het communisme. Dat een open markt van honderden miljoenen meer investeringen aantrekt, toont het Chinese "markt-socialisme" aan. Overigens waren de Baltische landen onafhankelijk en zijn ze in 1940 door de USSR gewoonweg geanexeerd. Dat ze nu hun identiteit in zekere zin herbeleven, komt omdat de oude bezetter weg is. Het herenigde Berlijn trekt overigens oneindig meer toeristen dan het oude West-Berlijn, laat staan Oost-Berlijn. Was de eenmaking van Duitsland dan een slechte zaak?

    Tot slot nog dit. We léven nota bene in een klein land, derhalve zou het voor taalnationalisten onzinnig moeten zijn om zich op dit soort schrijfsels te beroepen teneinde hun ouderwetse ideologie toch nog op de één of andere manier te kunnen slijten. België is voor de taalnationalisten waarschijnlijk te groot... Waarom ze hun eigen theorie niet doortrekken en ervoor ijveren om de Belgische gewesten en gemeenschappen op te splitsen in nog kleinere entiteiten zoals provincies, arrondissementen, of desnoods graafschappen en vorstendommen – nu we ons toch in de romantiek van 1302 bevinden – is eerder onduidelijk. De stadstaat Antwerpen, het Monaco van het noorden? Als de nationalisten logisch waren, zouden ze die idee zeer genegen moeten zijn...

    Bruno Yammine

    10-01-2008, 18:13 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (1)


    05-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ON SE MOQUE DE NOUS

    ON SE MOQUE DE NOUS

    Avec consternation j'ai pris acte des propos de Monsieur Moureaux. Ce dernier prône le confédéralisme comme une alternative viable au séparatisme. Notons que monsieur Moureaux est non seulement une figure importante dans le Parti Socialiste, mais qu'il est aussi Ministre d'Etat et qu'il figure, en cette capacité, dans le Conseil de la Couronne. Ce n'est donc pas n'importe qui, qui dit n'importe quoi. Ceci étant dit, il convient de rappeler que le confédéralisme sans un séparatisme préalable est – d'un point de vue juridique – une situation impossible. Il faut donc d'abord que soit les communautés, soit les régions belges deviennent indépendantes. Car une confédération est une association libre d'Etats souverains qui décident ce qu'ils veulent encore faire ensemble. Le confédéralisme s'inscrit donc dans la logique post-séparatiste. D'abord on scinde le pays et, après on signe une feuille de papier qui ne vaut l'encre sur laquelle elle est écrite. Car ce contrat peut être déchirée d'une façon unilatérale à chaque instant. Il suffit qu'un Etat confédéré veut rompre tous les liens. Monsieur Moureaux veut donc commencer sa soi-disante lutte anti-sécessionniste par scinder le Royaume. Qu'est-il devenu de la doctrine socialiste qui dit qu'il faut « unir les travailleurs » ?

    Cependant le séparatisme (et donc le confédéralisme) n'est que le souhait d'une infime minorité des Belges, selon une enquête menée par ce journal et De Standaard. Malheureusement la grande majorité, tant au Nord qu'au Sud n'est pas écoutée. Sur les ondes de la RTBF le même Monsieur Moureaux déclarait, il y a quelques semaines, de ne pas être en faveur d'un référendum sur le futur de l'Etat. Sans doute, cette option serait au détriment des régionalistes et des nationalistes linguistiques, raison pour laquelle elle est rejetée. A en réfléchir quand on discutera l'avenir du pays – comme d'habitude – derrière les coulisses. On entend beaucoup sur le "déplorable" fossé entre les Belges et leurs politiques. Mais heureusement le fossé entre le citoyen et (la plupart) de nos représentants est grande.  Car  la volonté citoyenne n'est  non seulement pas reflétée par ceux qui devraient nous représenter. Pire: On se moque de nous.

    05-01-2008, 19:23 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    15-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ENKELE BEGRIPPEN KRITISCH ONDERZOCHT

     

    Het Belgische politieke debat wordt verziekt door een aantal – bijzonder hardnekkige – mythes en clichés. Vaak wordt de mythe of een begrip (het “politiek huwelijk”, de “meerwaarde”, de “kennis van een andere bevolkingsgroep”) echter een “pseudo-waarheid” wanneer ze maar vaak genoeg herhaald wordt door politici en pers. Nochtans heeft elk gezond debat nood aan welomlijnde definities, aan een kader waarbinnen het democratische gesprek plaats kan vinden. Met een democratisch gesprek probeer ik het onderscheid te maken tussen een debat dat in een Parlement plaatsvindt enerzijds en de diplomatieke besluitvorming tussen staten en deelstaten (zonder normenhiërarchie) anderzijds. Het eerste resulteert in (geamendeerde) wetten en gaat uit van een orgaan (de regering) dat ten val kan worden gebracht. In het tweede geval gaat het om overlegcomités (niet-sanctioneerbaar) die samenwerkingsakkoorden (niet-amendeerbaar) afsluiten.  Deze bijdrage is een bescheiden poging om wat orde op zaken te stellen in het bijzonder slordige denken dat taalnationalisten ons voorschotelen.

     

    • Over het begrip “meerwaarde”

     

    Men hoort vaak zeggen dat België “geen meerwaarde” biedt aan Vlaanderen. Hoe men meerwaarde definieert, vertelt men er bewust niet bij. Er is dan ook geen exacte definitie mogelijk van “meerwaarde”, tenminste niet in de politieke zin van het woord. Wanneer taalnationalisten het begrip meerwaarde hanteren lijken ze hoogstens te suggereren dat een entiteit maar nuttig is wanneer een andere entiteit “iets” opbrengt voor eerstgenoemde. Maar  net omdat de precieze definitie van meerwaarde ontbreekt wordt het een containerbegrip. Wat verwacht men dat een staat opbrengt aan een regio? Geld, macht, aanzien, culturele rijkdom, grootsheid? Men zou toch kunnen verwachten dat mensen die voortdurend de mond vol hebben van de “meerwaarde” van België (die in hun ogen ontbreekt) deze parameters opsommen en erbij vertellen hoe ze die precies berekenen.

     

    De discussie wordt echter op een gevaarlijk punt gebracht wanneer degene die zich verzet tegen de nationalistische redenering probeert aan te tonen dat België wel een “meerwaarde” heeft. Hij zal dan willen aantonen dat België weldegelijk een “meerwaarde” inhoudt voor Vlaanderen. Er kan in dat opzicht verwezen worden naar het minimaliseren van de geldstroom tussen het noorden en het zuiden, naar de Belgische instellingen, naar de “ondeelbare” Belgische economie ... Maar wat als de geldstroom nu toch groot is, wat als de Belgische instellingen niet performant zijn, wat als voor bedrijven een grens meer of minder niet uitmaakt? Mag men dan besluiten dat België geen “meerwaarde” inhoudt voor Vlaanderen? Hier heeft degene die zich wil verzetten tegen het nationalistische gedachtegoed de cruciale fout gemaakt zich op dezelfde golflengte te zetten dan zijn tegenstrever. Beter ware het hem te vragen wat hij nu precies bedoelt met die “meerwaarde”. Al gauw zou dan blijken dat het een niet definieerbaar begrip is, dat zich buiten de sfeer van het logische begeeft. Staten bestaan immers niet omdat ze aan regio’s een “meerwaarde” bieden, maar wel omdat de burgers willen dat ze op een goede, ethische en deugdelijke wijze willen bestuurd worden[1]. Als het omgekeerde waar zou zijn, d.i. als staten of supranationale verbanden zouden bestaan omdat ze aan de deelgebieden een “meerwaarde” bieden, dan moeten dringend nieuwe vragen gesteld worden. Interessante vragen zouden dan kunnen zijn welke “meerwaarde” het Vlaams Gewest biedt aan de provincie Antwerpen of welke “meerwaarde” armere Europese lidstaten bieden aan de rijkere.

     

    Natuurlijk schuilt er in het schermen met vage begrippen als meerwaarde ook een soort van revanchistisch gevoelen. Vooral langs Vlaams-nationalistische kant wordt de idee van een Belgische staat nog steeds ongenuanceerd geïdentificeerd met een eentalig, francofoon “Belgique à papa”. Zulke geluiden hoorde men n.a.v. de Mars voor de Eenheid van België (d.d. 18 nov.) van verschillende krantenredacteurs[2]. Wat bedoelt men met "Belgique à papa"? Heeft men het over een eentalig Franse staat of een staat waar elke Franstalige Belg overal in het Frans terecht kan? Zoja, dan verwijst men naar de situatie zoals die in de 19de eeuw op vele niveaus (zoals in het onderwijs of het leger) lange tijd bestond. Allicht zijn er sommige Franstalige extremisten die graag zo'n situatie opnieuw zouden willen. Maar zij vormen een kleine minderheid en zijn in werkelijkheid niet aan België, maar wel aan "de francofonie" gehecht. Maar men kan het begrip "Belgique à papa" ook breder interpreteren. In dat geval gaat het om het streven naar een cultuurhomogene staat. Vraag is dan of we vandaag niet in twee "Belgique à papa's" – Vlaanderen en Wallonië – leven.

     

    Nationalisten in beide entiteiten  wensen "eigen" wetten, regeringen, parlementen, ziekenfondsen, sportbonden enz. Het gaat niet om beter of ethischer bestuur, enkel om de eigenheid ervan. Dit is niet toekomstgericht, in een eenwordend Europa en in een tijdperk van globalisering. Binnen de Europese Unie worden 23 talen erkend. Het willen oprichten van meertalige organisaties en media binnen België kadert volledig in de Europese gedachte. Dat economische harmonie en solidariteit geldt voor alle staten, ook voor meertalige, maakt niet alleen deel uit van het Verdrag van Rome dat de EEG oprichtte, maar werd in de maand oktober 2007 voor wat België betreft ook nog eens bevestigd door Barroso, voorzitter van de Europese Commissie[3]. Het streven naar eenheid in verscheidenheid in het kader van een verenigd België in een verenigde Benelux binnen een eengemaakt meertalig Europa is allerminst reactionair maar net zéér toekomstgericht. Het is ook diametraal tegengesteld aan de opvattingen die onze huidige generatie politici heeft over de toekomst van ons land. Zij leven in het "Flandre à papa" en het "Wallonie à papa". Daarom ontbreekt het hen aan elke zweem van staatsmanschap.

     

    Waarom wordt niet over troeven gesproken? Een goed werkend België is een troef voor zijn inwoners. Het lijkt er de nationalistische krachten echter niet om te doen om België beter te laten werken, maar wel om door steeds meer splitsingen de al zo complexe staatsstructuur nog ingewikkelder, duurder en onwerkbaarder te maken. Achteraf zal men dan zeggen “België werkt niet”, terwijl men eigenlijk bedoelt dat de door henzelf geschapen instellingen niet werken. De vraag is maar of men met of men met dit kortzichtige Vlaams- en francofoon nationalisme dat zich beperkt tot het verschaffen van voorrechten aan mensen die het geluk hebben eenzelfde moedertaal te spreken iets toekomstgericht kan bereiken. Deze ideologieën hebben ondertussen al zoveel schade aangericht dat ze niet alleen België onwerkbaar maken – hetgeen hun bedoeling is – maar ook de Benelux ten dienste willen stellen van de Belgische deelstaten. Waar de samenbundeling van krachten tussen België, Nederland en Luxemburg een enorme troef zouden kunnen zijn op Europees gebied wordt precies het tegengestelde actief nagestreefd. Een Benelux-Unie van soevereine taalregio’s. Hoe deze twee oogmerken verzoend moeten worden, is niet duidelijk. Toekomstgericht denken betekent dat men mentaal in staat moet zijn enerzijds de kortzichtige – en vaak louter economische-gerichte – theoriëen van “meerwaarden” moet verlaten en de deur moet openen naar de troeven van een veeltalige staat.  Een staat die, in de schoot van een federalistische Benelux, ontdaan moet worden van het retrograde “Wallonie à papa”, “Flandre à papa”, van separatisme en van francofoon imperialisme. Wellicht is het opgeven van dit duaal denkkader een denkoefening die de meeste politici in dit land al niet meer willen of kunnen maken.

     

    • Onbekenden in een contractuele staat

     

    “We kennen elkaar niet meer”. Deze bewering stoelt op het foutieve uitgangspunt dat België een soort contract is tussen Vlamingen en Walen. Deze zouden elkaar gedurende een bepaalde periode “gekend” hebben, maar nu niet meer en daarom moeten we het land maar splitsen. Het meest problematische van deze bewering ligt hem in de betekenis van het begrip “kennen”. Wanneer “kenden” Vlamingen en Walen elkaar? Wat bedoelt men met “kennen”? Hoeveel mensen kent iemand in zijn stad, in zijn provincie, arrondissement, streek, land? Hoeveel West-Vlamingen “kent” een Oost-Vlaming? De kennis van een persoon nodig is niet nodig om met die persoon een samenleving te vormen. Wat wél belangrijk is, is dat elke burger dezelfde wetten naleeft. Dat iedereen iedereen kent is volstrekt utopisch. Dat moedertaal een betere kennis of een beter begrip van de andere inhoudt is hoogst betwistbaar. Als personen dezelfde taal kennen, betekent dit nog niet dat ze inhoudelijk dezelfde argumenten gebruiken. Wederom zitten we met een uiterst vage en suggestieve begripsomschrijving waarmee men alle kanten uit kan. Belangrijker is dat diegene die deze bewering uit een bepaald doel heeft. Hij of zij wil een bepaald beeld scheppen van een homogene samenleving waarin het bestaan van een “Vlaamse” of “Waalse” volksaard (gereduceerd tot een taalverschil). tot een soort rimpelloze maatschappij zouden leiden. En waar komt die mentaliteit beter tot zijn recht dan in de soevereine natiestaat? Of, in een moderner jasje: “Meer Vlaanderen (Wallonië)” leidt tot een beter bestuur”.

     

    Het loont overigens ook de moeite om in te gaan op dat zogenaamde “contract”. België afschilderen als een “huwelijk” tussen Vlamingen en Walen, een huwelijk dat nu spaakt loopt, klinkt erg modieus. Helaas doen zij die zulke beweringen uiten niet de minste moeite om onze nationale geschiedenis uit te pluizen. Indien ze hiervoor eens de moeite namen, dan zouden ze ontdekken dat de taalgrens in méér dan 1000 jaar geen politieke grens geweest is. Historisch gezien hebben Luik en Henegouwen, of Vlaanderen en Brabant weinig met elkaar te maken. Tot de 15de eeuw voerden vorstendommen zelfs oorlogen met elkaar uit. Toen de Bourgondiërs en later de Habsburgers in de periode 1430-1549 de Nederlanden tot een bondsstaat verenigden (Limburg en Luik daargelaten) speelde taal geen enkele rol. Vlaanderen en Wallonië zijn niet alleen neocreaties van België – en niet vice-versa –, sterker nog de term “België” zelf verwijst naar veel meer dan zijn huidig grondgebied. Ook na de scheiding in de Nederlanden (definitief in 1648 (op de hereniging van 1815-1830 na) werd de term “Belgium”, “Belgica” enz. in Zuid én Noord gebruikt, teneinde te wijzen op het collectief verleden. Zo sprak men nog ten tijde van de Oostenrijkse Nederlanden over “Belgica Regium” (Zuid-Nederland) versus “Belgica foederatum” (Noord-Nederland). Omdat men van het Franse Pays-Bas moeilijker in een adjectief kon maken, sprak men van “Belgiques” en in het Nederlands van “Nederlandsch” en soms ook van “Belgisch”. Een mooi voorbeeld hiervan is de term “Etats Belgiques Unis”/”Verenigde Nederlanse Staten” ten tijde van de Brabantse Revolutie (1789). Door de invloed van de Franse taal in het Zuiden heeft dit adjectief zich “gesubstantiveerd”, waardoor de naam België ontstond.

     

    • Verschillen: een scheidingsgrond?

     

    Een zeer vaak gehoord dogma is: “we verschillen te veel”. Wie echter aandachtig de formulering herleest stuit op drie fundamentele bedenkingen. Ten eerste: wat bedoelt men met Vlaanderen en Wallonië? Spreekt men over de Gemeenschappen of over de Gewesten? Als men het heeft over de Gemeenschappen, wat dan met het Brussels Gewest waar beide Gemeenschappen elkaar overlappen? Gaat men dit ook splitsen? En quid met de Duitstalige Gemeenschap? Als het anderzijds gaat over de Gewesten, waarom spreekt men dan niet over het Brussels Gewest? Het antwoord lijkt duidelijk: als uitgangspunt een binaire – en dus nationalistische – visie van wat België is, vooropstellen. Alsof de realiteit tot zo’n banaal simplisme gereduceerd kan worden. Ten tweede: Spreekt men over de politici of over de bevolking? Indien men het over politici heeft, kan men zich afvragen wat het probleem is met meningsverschillen tussen Frans- en Nederlandstaligen. Meningsverschillen bestaan tussen alle partijen. Overigens zijn er ook verschillen tussen allochtonen en autochtonen, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, Limburg en de Westhoek enz. Ten derde: Is het niet zo dat een maatschappij die zichzelf democratisch noemt poogt om te gaan met verschillen door middel van dialoog, ook op politiek vlak? Sinds wanneer houden verschillen – ook grote – een scheidingsgrond in? Het is net omdàt er verschillen bestaan, op economisch vlak bijvoorbeeld, dat men méér interpersonele én structurele solidariteit moet nastreven (dat laatste is in ons a-federaal kader nauwelijks mogelijk). Door het voortdurend dramatiseren van steeds weer dezelfde verschillen toont het nationalisme zich als een onverdraagzame ideologie. Met de Walen – of Vlamingen – moet immers niet gedialogeerd worden, de anderen moeten niet overtuigd worden. Het gaat erom eigen instellingen en macht te verwerven, zich af te scheuren van of territorium te verwerven op de tegenstander. Niet de argumenten van de “Walen” (of “Vlamingen”) worden bestreden, wel de personen zelf.

     

    Nationalistische politici zullen zich niet alleen vergenoegen om verschillen vast te stellen, ze zullen er steeds blijven bijzoeken en desnoods zelf uitvinden. Je kan het zo gek niet bedenken of het gebeurt in ons land. Wanneer we naar het weerbericht kijken spreekt men over “Vlaanderen” en de Ardennen. Lokale zaken worden geregionaliseerd (de Antwerpse haven wordt een Vlaamse haven) en nationale zaken worden ook door het taalkundig raamwerk getrokken (de Belgische werkloosheid wordt “Vlaamse, Waalse en Brusselse” werkloosheid). Deze mentale dualisering waaraan elke inwoner van dit land bijna dagelijks onderhevig is, moet niet onderschat worden. Voor taalregionalisten is het immers belangrijk om voor hun polariserend vertoog makkelijk te kunnen teruggrijpen naar een gebanaliseerd referentiekader.

     

    • Niet te klein, maar wel kleingeestig?

     

    Nationalisten zeggen vaak dat Vlaanderen “niet te klein” is om een lidstaat te zijn van de EU. Hieruit volgt dan weer volgende redenering: Waarom zouden Vlamingen niet kunnen wat Slovenen, Tsjechen, Slovaken, Letten, Denen ... wel kunnen? Hier verwart men, bewust, een mogelijkheidsvoorwaarde met een argument. Natuurlijk is Vlaanderen niet “te klein” (=een mogelijkheidsvoorwaarde) om onafhankelijk te zijn. Limburg ook niet. Maar België is ook niet te klein om een staat te zijn, evenmin als de Benelux te klein is om een motor te zijn van de Europese Unie. Het is daarentegen volkomen onduidelijk waarom kleinschaligheid een reden zou moeten zijn tot onafhankelijkheid. Met de glimlach zou men kunnen stellen dat voor separatisten België, een land van een zakdoek groot, met zijn 10 miljoen inwoners, wellicht een mastodont is. Als kleinschaligheid zou leiden tot een beter bestuur kan men zich trouwens terecht afvragen waarom secessie dan moet verleend worden aan ineengeknutselde taalregio’s en niet gericht is op provincies, arrondissementen en en steden. Die zijn nog kleiner.

     

    Het antwoord van sommige Franstalige politici die zich dan als “goede Belgen” voorstellen is minstens even erg dan het nationalisme waarmee zij worden geconfronteerd. Het francofone front “Wallonië-Brussel”, een soort zielige versie van België waarin Franstalige landgenoten geacht worden zich te laven aan de bron van de Franse beschaving is werkelijk een ultiem zwaktebod. Wie imperialisme – zoals de inlijving van Vlaamse gemeenten bij een vergroot Franstalig Brussel/Wallonië – als antwoord biedt op nationalisme getuigt van een kleingeestigheid die zijn weerga niet kent. Hoe kan men voorhouden dat men én het goed voorheeft met alle Belgen en tegelijk de prioriteit hebben om de Franstalige belangen (wat die ook moge zijn) te verdedigen? Die stellingen zijn al even irrationeel als het spreken over een Belgische confederatie die dan een waarachtig federalisme zou verfijnen. Dit Vlaams- en francofoon-nationalisme wordt door buitenlandse journalisten niet begrepen. Dat is normaal want zij zijn niet in staat om zich in deze tijd noch te kunnen verplaatsen in een laat 18de eeuws romantisme dat misschien een vermakelijk tijdverdrijf biedt voor zij die geacht worden ons te besturen, maar de gewone burger niets bijbrengt.

     

    • Confederalisme is een dubbel separatisme

     

    Om “mensen gerust te stellen” zeggen politici weleens: “wij zijn geen separatisten, maar confederalisten”. Welbeschouwd steunt deze bewering op een dubbel bedrog.

     

    Allereerst dient opgemerkt te worden dat het omvormen van België tot een confederatie slechts kan door een splitsing van het land in twee of meer delen. Deze onafhankelijke entiteiten gaan dan op basis van een contract (geen Grondwet: een confederatie is een statenbond maar geen staat) na wat ze nog samen willen doen. Dat contract is niet alleen uiterst vrijblijvend, maar ook ten allen tijde opzegbaar door elkeen van de participerende staten. Met andere woorden: confederalisme is een verder doorgedreven vorm van separatisme. Een confederale structuur situeert zich in een post-secessionistisch tijdvak.

     

    Maar er is meer. Los van het feit dat deze confederale structuur er enkel maar komen kan door het opdoeken van een staat is de confederatie zelf steeds een overgangsfase. De confederatie kan evolueren naar een federatie (Zwitserland, VSA, Duitsland). Welnu, als onze confederalisten wérkelijk geen separatisten zijn die in fine twee volledig soevereine staten wensen (die niéts meer met elkaar te maken hebben) waarom pleiten ze dan niet meteen voor een sterke federatie? Waarom zo’n confederale wachtkamer? De reden dat ze ronduit kiezen voor confederalisme en federalisme ostentatief afwijzen, onthult meteen ook hun ware bedoelingen. Zij streven immers een statenbond na als een overgangsfase, waara alle banden tussen Vlaanderen en Wallonië moeiteloos en definitief doorbroken kunnen worden. Eerder gebeurde zoiets in rest-Joegoslavië, in het G.O.S. of in Oostenrijk-Hongarije. Jammer toch dat geen enkele journalist of opiniemaker eens peilt waar onze politici uiteindelijk met de staat naartoe wilen. Zou het antwoord op een doorgedreven vraagstelling misschien net iets te onthullend zijn?



    [1] Volgens een zuiver economische benadering zou Zuid-Italië een minwaarde inhouden voor Noord-Italië, Wales voor Engeland en Oost-Duitsland voor West-Duitsland. Omdat de breuklijn daar niet samenvalt met een “etnische” lijn, pleit echter (vrijwel) niemand voor een afsplitsing van Noord-Italië (de Lega Nord is hier een uitzondering), Engeland of West-Duitsland.

    [2] Onder andere Paul Geudens van de Gazet van Antwerpen.

    [3] "Ik hoop sterk dat België en de drie regio's, Vlaanderen, Wallonië en Brussel, onderling hun niveau van solidariteit blijven behouden. Dat is van het allergrootste belang, ook voor Europa. Wij pleiten in de Europese Commissie voortdurend voor solidariteit in de Europese Unie. Het zou dus een contradictie zijn als we niet zouden pleiten voor solidariteit tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel op Belgisch niveau." (De Standaard, 5.10.07).

    15-12-2007, 14:39 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (1)


    07-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TAALFEDERALISME

    TAALFEDERALISME

    Voor de verkiezingen merkte eminent politoloog Kris Deschouwer in deze krant op: "Maar ondanks alle kritiek die je op het systeem kan hebben, werkt het Belgische federalisme redelijk goed. Dit land is veel stabieler dan het ooit geweest is" (DS 21.04.07)". Het zijn woorden die vandaag – op zijn zachtst gezegd – niet erg geloofwaardig meer klinken.

    Het probleem is dat een dualistisch federalisme, het systeem dat we de facto in België vandaag kennen, eenvoudigweg niet kàn werken. Steeds weer worden immers twee antagonistische polen gecreëerd en versterkt die de hele staat onderhandelen of, beter gezegd, verder uitkleden. Eens men de deur heeft opengezet naar niet-taalgebonden splitsingen, d.i. vanaf 1980, kan alles gesplitst worden. Men kan binnen de "logica" van het taalfederalisme niet stellen dat het milieubeleid wél gesplitst mag worden, maar de sociale zekerheid niet.

    In die zin is een partij als de N-VA geen aberratie binnen ons "federaal" bestel, maar wel de meest consequente uitloper ervan. Als men ervan uitgaat dat het criterium taal inderdaad de basis vormt om een staat op in te richten, kan men perfect stellen dat het meertalige België moet ophouden te bestaan. De vraag is echter waarom bevoegdheden die niets te maken hebben met taal – zoals energie, de huurwetgeving of economie – uitgerekend op taalbasis moeten gesplitst worden. Ongetwijfeld zijn er verschillen tussen taalgebieden, maar die bestaan ook tussen steden, arrondissementen en provincies. De EU bewijst dat verschillen geen reden tot scheiding, maar net tot intensieve én meertalige samenwerking vormen. Daarom ook zijn vele Europese waarnemers zo bezorgd over de taalnationalistische beweging die in ons land de Europese principes zonder schroom op de helling zet.  Wordt het niet tijd om ons eindelijk te beraden over een niet-nationalistische visie op België waarin taalneutrale entiteiten, zoals de provincies, een voorname rol bekleden? Het zou de Europese en internationale geloofwaardigheid van België, die nu op het spel staat, zeker ten goede komen. Wellicht zal het ook het humeur van de Belgen, die nu al bijna 6 maanden deze deprimerende regeringsvorming moeten aanzien, opkrikken.

    07-12-2007, 18:56 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    21-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CONFEDERALISME

    CONFEDERALISME

    Het opiniestuk van Professor Vilrokx (DS 16.11) bewijst nog maar eens dat het in onze debatcultuur blijkbaar onnodig is om begrippen te definiëren. Zo kant de Professor zich enerzijds tegen nationalisme en separatisme, maar pleit hij anderzijds wel voor confederalisme. Nochtans is confederalisme een contractuele verbintenis tussen twee onafhankelijke staten. Men kan dus niet én tegen Vlaams (of Waals) separatisme  zijn én voor confederalisme. Integendeel, de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voorts dient opgemerkt dat alle confederale constructies uit het verleden hetzij uiteenvielen (Joegoslavië, Oostenrijk-Hongarije), hetzij evolueerden naar sterke, centripetale federaties (Duitsland, VSA). Een statenbond is dus maar een fragiel overgangsstadium. Als de auteur werkelijk tegen separatisme is, waarom pleit hij dan niet voor een sterk federalisme? Elk confederalisme dat de geschiedenis heeft overleefd, mondde immers in deze staatsvorm uit.

    21-11-2007, 18:10 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (2)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BETER BESTUUR?

    BETER BESTUUR ?

    Op de vraag waarom onze staat nu zo nodig moet hervormd worden, antwoorden politici steevast dat het tot een beter bestuur zal leiden. Nochtans geldt bij verdere bevoegdheidsoverdrachten naar de gewesten of gemeenschappen slechts dat het bestuur "eigen" zal zijn. Wat niet duidelijk is, is de vraag waarom meer "eigen" bevoegdheden een beter, socialer, ethischer, humaner of rationeler bestuur zou impliceren. Het federaliseringsproces dat nu al meer dan een kwarteeuw duurt heeft zeker niets van dit alles opgeleverd, integendeel. Menig burger begrijpt niets van ons institutioneel kluwen. Tot wat gebetonneerde tegenstellingen leiden, bewijzen onze politici nu al bijna een half jaar met verve. Waarom moet men alles zo ingewikkeld maken, terwijl voor zo'n klein landje één regering toch volstaat?

    21-11-2007, 18:07 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (2)


    18-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TIENDUIZENDEN OP STRAAT VOOR BELGISCHE EENHEID
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    18-11-2007, 22:39 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (1)


    17-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BELGEN ALLER PROVINCIES, VERENIGT U!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    17-11-2007, 18:06 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (2)


    15-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TAALPERIKELEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tout ce qui est excessif est insignifiant wist Talleyrand in de 19de eeuw al. Ja, taalwetten zijn belangrijk en de overheid heeft de plicht mensen niet te discrimineren op basis van moedertaal. In bijlage een document van de Vl-Brabantse Gouverneur aangaande de niet benoeming van een burgemeester in de faciliteitengemeenten. (Klikken op afbeelding om te vergroten).

    Sans commentaire!

    15-11-2007, 22:24 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    13-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.POLITIEKE WIL

    POLITIEKE WIL

    Kris Deschouwer en Philippe Van Parijs houden in De Standaard ("Volgende keer nog erger", DS 6.11.07) nogmaals een pleidooi voor een nationale kieskring. Volgens de professoren zou zo'n kieskring, voor 15 Kamerleden, ertoe aanzetten dat er méér rekening wordt gehouden door politici van de ene taalgroep met het andere landsdeel. Volgens mij maken ze een inschattingsfout. Immers, in een systeem waarin 9 Nederlandstalige Kamerleden en 6 Franstalige Kamerleden nationaal worden verkozen, bestaat er geen enkele reden waarom nationalistische politici een andere retoriek zouden hanteren. Het aantal nationale Kamerleden per taalgroep ligt toch al vast. Mensen als Leterme, Vanhecke, Moureaux of Maingain beschikken over voldoende stemmen in hun taalgroep om zelfs in een nationale kieskring verkozen te worden. Zij zullen dus geen iota veranderen aan hun onvriendelijkheden tegenover anderstaligen. Is een nationale kieskring daarom nutteloos? Integendeel. Enkel mag er geen enkele vorm van pariteit in bestaan, zodat het er echt op aankomt de meeste stemmen in héél België te behalen. Dit gezegd zijnde, is het utopisch om te denken dat het louter bestaan van een federale kiesomschrijving een "nationale dynamiek" op gang zal brengen. Daarvoor blijft het voorgeschoven aantal zetels te beperkt. Waar het op aankomt, is dat staatsmannen politieke verantwoordelijkheid opnemen om onze Belgische meertalige democratie te doen werken. Zonder politieke wil is elke hervorming tot falen gedoemd.

    13-11-2007, 01:43 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Regards sur la crise

    Depuis quelques mois, notre pays vit une des crises politiques les plus profondes depuis sa création (il y a 177 années déjà). Il est clair que plusieurs facteurs jouent un rôle important : la radicalisation des soi-disant « partis flamands », l’extrémisme des petits partis nationalistes (FDF/N-VA), notre structure étatique polarisante qui incite à la formation de deux fronts antagonistes, les différences socio-économiques du Nord et du Sud de la Belgique bien exploitées par les nationalistes etc.

    Pourtant un sondage des journaux Le Standaard/Le Soir (10/11.11.2007) révèle qu’en « Flandre » - quelle que soit la signification de ce terme – 87% des gens ne souhaitent pas la fin du pays. Seulement un peu plus qu’un néerlandophone sur trois souhaite, toujours selon ce même sondage, que l’Etat fédéral soit davantage détricoté. Face aux exigences nationalistes, aux querelles communautaires, aux propos pessimistes (« le pays ne marche plus »), voire fatalistes, racistes, incendiaires ou même apocalyptiques (« la fin de la Belgique est inévitable ») des médias, les Belges tiennent leur sang-froid admirable. Ils peuvent en être fiers, car l’Histoire récente a sans doute prouvé jusqu’où un nationalisme excitant et fascisant peut mener. Les ruines de l’ex-Yougoslavie, les bombes et massacres en Corse, en Espagne, en Chéchénie, en Irlande du Nord en sont les tristes témoins.

    Hélas, le pacifisme belge n’est pas sans prix. Les Belges se laissent terroriser, opprimer et ridiculiser par les politiciens du Nord et du Sud qui devraient les représenter. On peut se demander si le citoyen ordinaire comprend vraiment la portée d’une « réforme de l’Etat » ou le soi-disant problème de Bruxelles-Hal-Vilvorde. Probablement neuf sur dix n’en savent pas grand-chose. Est-ce leur faute ? On est tenté de répondre négativement à cette question. Le fait que le Belge soit, en général, peu intéressé à la politique est un phénomène assez complexe qui mérite de l’étude.

    Premièrement, il faut constater que les médias rendent chaque débat sérieux, c.-à.-d. portant sur le fond des choses, impossible. Il n’y a que les (con)fédéralistes et séparatistes qui ont droit à la parole. Mais, si important que ce facteur puisse être, il n’explique pas tout. Dès le Moyen Age, la démocratie dans nos régions a évolué à partir des principautés et non – comme en France, Angleterre ou (plus tard) aux Pays-Bas – grâce à l’interaction d’un Souverain et d’un Parlement. Dans d’autres pays qui ont connu une pareille évolution - pensons aux riches villes autonomes médiévales de l’Italie comme Florence -, cette tradition s’est transformée à l’heure actuelle en un certain souhait d’autonomie (par exemple, la « Lega Nord » en Italie). En Belgique, le courant autonomiste ou séparatiste, au niveau de la population bien entendu, est marginal, en dépit de grandes campagnes anti-belges de certains partis politiques, surtout au Nord du pays, et l’indoctrination nationaliste d’une certaine presse qui a même réussi à régionaliser la météo. Toutefois, on peut voir dans ces nationalismes flamand et wallon le reflet d’un « esprit de clocher ». « Petit pays, petit esprit », comme disent certains.

    Quoi qu’il en soit, tant que la Belgique était gouvernée de façon responsable – de 1830 jusqu’aux années 70 du 20ième siècle, le désintérêt des Belges par rapport à la politique importait peu. Ce n’est qu’à partir du moment où une certaine nouvelle classe politique nationaliste, tant au Nord qu’au Sud de la frontière linguistique a commencé a fédéraliser (lire : détruire) le pays que la gestion du pays est devenue problématique et aujourd’hui assez catastrophique. Les poignardeurs de la démocratie, soutenus par une extrême droite nationaliste qui a le vent en poupe depuis une vingtaine d’années – partout en Europe d’ailleurs – sont les responsables principaux de cette évolution néfaste. Une autre cause est le fédéralisme bipolaire avec une Flandre et une Wallonie artificielles que ces extrémistes ont pu installer, voire imposer, à l’aide d’un grand nombre de politiciens opportunistes et/ou naïfs. Personne ne semble les arrêter car les médias ne voient pas les problèmes ou refusent de les voir, ce qui est évidemment gravissime. On a même l’impression qu’à l’étranger on est plus inquiet sur l’avenir de notre pays qu’ici.

    Y a-t-il, hormis les facteurs cités, encore des raisons pour expliquer cette passivité belge ? Est-ce que c’est à cause du climat maussade qui ne rend pas évident les débats publics ? Le Belge, vit-il dans un pays trop petit pour afficher à haute voix son patriotisme et l’amour de ses institutions et libertés ? Est-ce que cette méfiance de tout pouvoir central date de la période espagnole (16ième siècle) ?

    Il est en tout cas clair que (au plus tard) depuis 1648, les territoires belges ont subi le joug de nombre de dictateurs, soit sous forme despotique, soit au nom des « vertus » républicaines. Les révolutionnaires français qui ont – en vain – essayé pendant leur occupation de la Belgique entre 1794 et 1814 de détruire chaque liberté acquise et qui ont même essayé d’éradiquer les langues régionales néerlandophones (contrairement à l’Etat belge) portent sans doute une lourde responsabilité.

    Ajoutons à tout ceci aussi l’influence importante de l’Eglise Catholique, jusqu’aux années 60 du 20ième siècle qui a renforcé l’idée que le citoyen doit simplement subir son rôle sur terre et ne pas trop mettre en question l’ordre établi. Ceci n’est qu’un constat en ne doit pas être interprété comme une critique à l’égard de l’Eglise qui avait, et qui a toujours d’ailleurs, ses mérites au sein de la société belge, européenne et mondiale. Ce ne sont certainement pas les idées chrétiennes dont l’amour de son prochain qui devraient rendre la vie des Belges plus difficile. Peut-être que monsieur Leterme (un politicien soi-disant « chrétien ») a oublié ce passage crucial du Nouveau Testament?

    On aimerait en tout cas bien voir un vrai débat sur l’avenir de notre pays. Un débat où séparatistes, confédéralistes (il n’y a pas vraiment de différence), fédéralistes et unitaristes sont représentés. Car ce n’est pas parce que les Belges se désintéressent de la politique à cause de leur passé et mémoire collective qu’il faut les traiter comme des moutons dociles. Si les politiciens traditionnels ne le comprennent pas enfin, ils seront ostracisés en masse, y compris les partis francophones qui ont attisé les discussions communautaires depuis des décennies et qui défendent bec et ongle le fédéralisme bipolaire. Même le plus paisible citoyen ne restera pas éternellement passif face aux querelles politiques.

    13-11-2007, 01:42 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    30-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitstekend stuk van VRT-journaliste

    Onderstaand stuk is van de hand van VRT-journaliste K. Cools. Zéér de moeite waard om te lezen.
    http://multiblog.vrt.be/kathleencools/

    Ondertussen in Wallonië

    29 / 10 / 2007

    'Ondertussen in Wallonië'. Ik heb net gekeken naar Panorama. En ondertussen zit ik in Wallonië. Het is warempel een ontroerende combinatie: ik kijk naar een ijzersterke reportage van mijn Vlaamse collega's over onze franstalige landgenoten. Genietend van 'n paar snipperdagen in Malmédy, in een vakantiehuisje, vlakbij een lieflijke watermolen uit de 14de eeuw.

    De riem moest dringend even worden afgelegd, na al die weken geraas over Vlamingen en franstaligen, en nog zoveel weken te gaan. En benijd u me niet te veel. Die riem ligt er niet lang af. De komende dagen zal ik heen en weer pendelen tussen de VRT, Leuven en Malmédy. Dat is doenbaar. Het is tenslotte het buitenland niet.

    Paarden/chevaux

    Maar gunt u me nog even de euforie van een paar vrije dagen, niet ver van het drielandenpunt, en van de hoogste plek van België. Jawel: Bélgië. Terwijl ik dit allemaal zit neer te tikken, speelt nichtje Sophie met mijn jongste dochter Emma. Sophie is bezeten van des chevaux, maar heeft het hier wijselijk over paarden, terwijl Emma al eens' à table!' probeert.

    Sophie woont in Luik en ondermeer aan haar spenderen wij Vlamingen 2,5 euro per dag. Zoals een Luikenaar zei in Panorama: elke dag 'n pintje van een Vlaming voor een Waal. Van haar willen de Bart De Wevers van deze wereld scheiden. Zij is de luie potverteerder, zo'n kleine arrogante Madame Non in de dop.

    Een beetje ontroerd

    Melig, zegt u? Ja, dat zal wel. Ik ben 'n beetje in een melige stemming na die paar dagen hier. Of noem het, toch maar weer: 'n beetje ontroerd. En weet u hoe dat komt? Hier in de buurt van Malmédy heb ik niet één Belgische vlag gezien, tenzij aan een officiële stok, ter nagedachtenis van oorlogsveteranen. Ik zag wél heel veel goed geluimde franstaligen, die ons hartelijk begroeten op elke wandeling. Ik zag overal bordjes in de drie landstalen.

    En ik zag en hoorde overal Vlamingen, die frisse lucht kwamen opdoen in een landschap, dat nergens in Vlaanderen z'n gelijke kent. Hier in ons dorpje is de bakkerin een Duitstalige, door liefde en huwelijk bekeerd tot de Waalse flank. Op amper een kilometer van 'ons' huis heeft een Nederlander twee jaar geleden een brouwerijtje met herberg uit de grond gestampt. De handel floreert, tot groot genot van de autochtonen. We kwamen ze tegen in het cafeetje, vanavond. Een mix van Waalse en Duitstalige huwelijken. Ze spraken ons dapper toe in hun beste Vlaams.

    Zoveel clichés, zoveel arrogantie

    We zaten daar, bij een vers gebrouwen Blanche. En ik schaamde me. Ik schaamde me voor zoveel clichés en koppigheid en domheid. Voor zoveel verbale krachtpatserij. Voor zoveel arrogantie. Aan beide uitersten van de onderhandelingstafel in Brussel. Mag ik ook eens arrogant klinken. Kunnen we de slogans achter ons laten en dan eindelijk eens overgaan tot goed bestuur? En bestaat er nog zoiets ouderwets als: politieke verantwoordelijkheid opnemen?

    Misschien moet het hele gezelschap er even tussenuit. Richting Ardennen. Tussen haakjes, niet alleen de Blanche hier is ongelooflijk lekker. Ook de Brune smaakt heerlijk. Het kan tenslotte niet altijd Westvleteren zijn.

    30-10-2007, 13:53 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    26-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BEDENKINGEN BIJ EEN CRISIS

    BEDENKINGEN BIJ EEN CRISIS

    Geen mens die gelooft dat er tegen Wapenstilstand (11 november dus) een nieuwe Regering zal zijn. Nochtans zullen dan 150 dagen verstreken zijn. Dat zou de langste periode van non-governo sedert 1830 zijn. Eigenlijk zou het zelfs de langste periode zijn sedert de Bourgondiërs dat er geen regering is voor de Zuidelijke Nederlanden/België. Zonder twijfel heeft meer dan één partij aan de onderhandelingstafel er ook geen baat bij dat er een nieuwe regering komt. En wanneer er één komt kunnen (crypto-)separatisten erop wijzen "hoe moeilijk het is in België een Regering te vormen".

    Men kan geen nationale, of federale, Regering vormen zonder mensen die denken aan het nationaal belang. Het is ten zeerste de vraag of die bij de huidige onderhandelaars te vinden zijn. Sommige politici suggereren een nationale kieskring, alle Belgen zouden dan (voor wat een deel van de Kamerzetels betreft tenminste) kunnen stemmen voor politici van Aarlen tot Oostende. Een lovenswaardig idee, maar onvoldoende. Er moet politieke wil zijn om over de taalgrenzen heen aan een gemeenschappelijk Belgisch project te werken.

    Onderstaand opiniestuk verscheen vandaag in DE STANDAARD en gaat omtrent dit idee.

    Dewael is duidelijk beschaamd: hij is bang om Belg te zijn. De goede lezer merkt dit op bij het lezen van zijn tekst. Hij verwijst er meermaals naar dat hij een goede Vlaming is, hij zit gevangen in de binaire kooi. Is het normaal dat 's Konings ministers - want dat is Dewael tot nader order - zich uitspreken voor het splitsen van bevoegdheden, al was het maar om een "goede" Vlaming te zijn? Deze mentale complexen moeten de Belgen kwijtraken.

    De "goede" stukken heb ik blauw aangeduid, de "slechte" in het rood.



    Immobilisme noch separatisme

    PLEIDOOI VOOR EEN FEDERALE KIESKRING

    Patrick Dewael: 'Aan kaakslagflamingantisme en slogans over het einde van de solidariteit hebben we nu niets.' mhb

    © Marc Herremans

    Een federale kieskring kan een manier zijn om het juiste evenwicht te vinden tussen verdere bevoegdheidsverdeling en een gezonde federatie, schrijft PATRICK DEWAEL . 'We mogen ons in kwesties als deze niet laten leiden door emotie. We mogen oude demonen niet de bovenhand laten nemen.'

    Naar aanleiding van de regeringsonderhandelingen is de invoering van een federale kieskring opnieuw actueel. Ik pleit al langer voor de invoering van een federale kiesomschrijving - ook lang vóór de verkiezingen van 10 juni 2007. Ik stel namelijk vast dat in België politici vaak populair worden door binnen hun eigen gemeenschap op kap van de andere gemeenschap te 'scoren'. Er zijn nog maar weinig politici die de moed hebben om zowel in het Noorden als in het Zuiden van het land dezelfde taal te spreken. Bij elke federale verkiezing wordt er wel over het muurtje van de taalgrens heen en weer geroepen. Dat leidt tot gescheiden ' campagnes, aparte verkiezingen en soms zelfs tot heel verschillende verkiezingsuitslagen. Dat is niet echt bevorderlijk voor het harmonieuze samenleven in ons land. We weten nu dat dit de communautaire onderhandelingen des te moeilijker maakt.

    Het voorstel van de federale kieskring is geen alleenstaand gegeven, het past in een globale visie op een nieuwe staatshervorming en de toekomst van ons land. Kernpunt in die visie is dat er een nieuw evenwicht moet komen tussen de autonomie van de deelstaten en de samenhang van de federatie. Een pleidooi dus voor een verdere regionalisering waardoor een ruim aantal bevoegdheden worden overgedragen aan gemeenschappen en gewesten omdat ze daar efficiënter kunnen uitgeoefend worden, maar ook voor de inbouw van een aantal 'federerende' elementen, zoals een federale kieskring. Federerende elementen die politici aan beide zijden van de taalgrens moeten aanzetten rekening te houden met de verzuchtingen van de andere taalgemeenschap. Daartoe zijn ook een aantal aanpassingen nodig op het vlak van de organisatie van onze instellingen, de verkiezingen (afschaffen van de opkomstplicht, het splitsen van het kiesarrondissement B-H-V, het samenvallen van alle verkiezingen, hervorming van de Senaat…), de bevoegdheidsverdelingen (het maken van homogene bevoegdheidspakketten, het subsidiariteitsbeginsel) en de financiering (grotere financiële en fiscale autonomie voor de regio's met het inbouwen van elementen van solidariteit).

    Laat dit duidelijk zijn. Ik blijf aan de onderhandelingstafel de Vlaamse eisen steunen, en dit op basis van de lijst die tussen de Vlaamse onderhandelingspartners op Hertoginnedal werd vastgelegd, in de geest van de resoluties van het Vlaams Parlement. Maar er is meer nodig. We hebben tegelijk behoefte aan elementen om de Federatie te versterken. Het invoeren van de federale kieskring is daar één van. Want kijken we bijvoorbeeld naar Duitsland, Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten van Amerika, dan kunnen we vaststellen dat er bijvoorbeeld een volwaardig Grondwettelijk Hof bestaat, een Senaat samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelstaten en een federale kieskring voor bepaalde verkiezingen, bijvoorbeeld voor de verkiezing van de president. (commentaar: Maar dat zijn meerpolige federaties!!!)

    In de Belgische federatie zijn, abstractie makend van een Grondwettelijk Hof, die elementen niet aanwezig. Nochtans zijn het juist die elementen die in federale landen als noodzakelijk voor de stabiliteit van het land beschouwd worden. Doordat die elementen ontbreken, kunnen de kiezers zich niet ten volle uitspreken over alle bestuurders op federaal niveau. Slechts een gedeelte van de kandidaten moet rekenschap afleggen voor het gevoerde beleid. Opdat het beleid van de federale regering legitiem zou zijn, moet het beoordeeld kunnen worden door het geheel van het Belgische kiezerskorps. De opsplitsing van de publieke opinie en van de electorale ruimte langs de grenzen van de taalgemeenschappen zet kandidaat-politici heel makkelijk aan om binnen de eigen taalgroep tegen elkaar op te bieden, waardoor een institutioneel compromis onmogelijk wordt. Niet alleen de legitimiteit, maar ook de efficiëntie van de besluitvorming lijdt dus onder de huidige organisatie van de federale staat.

    Dat kan ten dele opgelost worden door een federale kieskring in te voeren. Zo zou een aantal kamerzetels verkozen kunnen worden in een kieskring die het volledige kiesgebied van België omvat. Terwijl de overige zetels volgens de huidige provinciale kieskringen verkozen worden.

    In tegenstelling tot wat sommigen beweren, beoogt dit voorstel helemaal niet de restauratie van het unitaire België, noch de oprichting van nationale politieke partijen. (commentaar: dit is zeer belangrijk want hij maakt het discussieerbaar!) Het beoogt wel een echte federale dynamiek op gang te brengen. Ik wil hierbij de zorg, die ik bij velen vaststel, verwoorden waarbij de entiteiten van onze federale staat, zonder al te veel tegengewicht, verder uit elkaar groeien. In een nationale kiesomschrijving zal een aantal politici wel meer aandacht moeten opbrengen voor de kiezers van de andere regio's. Ze zullen meer rekening moeten houden met de specifieke problemen van een regio, verantwoording afleggen voor hun beslissingen, onderling samenwerken en opletten voor irrealistische beloften. Zo wordt een federatie sterker en kunnen de federerende elementen zich voort ontwikkelen. Het ene is niet in tegenstrijd met het andere. We kunnen door het federerende element van de nationale kieskring een federaal model uitbouwen dat aangepast is aan de noden van onze tijd. Deze visie kiest voor immobilisme noch separatisme, maar voor vooruitgang in een geest van wederzijds respect en dialoog. Dat is echt federalisme, wat niet verzoenbaar is met separatisme.

    Een nieuwe staatshervorming is ten slotte geen doelstelling op zich, maar een middel om op het juiste beleidsniveau over de aangewezen hefbomen en instrumenten te beschikken. Op die manier kunnen we maatschappelijke problemen beter het hoofd bieden. We moeten ons daarbij laten leiden door objectieve feiten en concrete resultaten, niet door emotie. We mogen oude demonen niet de bovenhand laten nemen. Noch separatisme of de oude retoriek van het kaakslagflamingantisme, noch het immobilisme en de slogans van het einde van de solidariteit zullen ons land vooruit helpen.

    Patrick Dewael is vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Hij is onderhandelaar in het formatieberaad voor Open VLD



    26-10-2007, 19:57 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    24-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SPLITSING GEZONDHEIDSZORG

    SPLITSING GEZONDHEIDSZORG

    In DS van 23 oktober houdt Louis Ide (N-VA) een onsamenhangend betoog voor de splitsing van de Belgische gezondheidszorgen. Allereerst spreekt hij over een "regionalisering". Waarom heeft hij het dan over "Vlaanderen" en "Wallonië", waarmee hij vermoedelijk doelt op de twee grote gemeenschappen van dit land? Door dit slordig taalgebruik vermijdt de auteur te moeten spreken over de gevolgen van een communautarisering – want daarover gaat het – van de gezondheidszorg, bijvoorbeeld in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Hoe zo'n taalgebonden splitsing in het meertalige Brussel zal leiden tot de "administratieve vereenvouding", waarnaar de auteur verwijst, zal leiden, is hoogst onduidelijk.

    Moeten de Brusselaars volgens Ide soms een (volgens de EU niet-erkende) sub-nationaliteit aannemen? Ide spreekt uitsluitend over het feit dat het mogelijk is om de gezondheidszorg te splitsen. Waarom een "Vlaamse" of "Waalse" gezondheidszorg beter, kwaliteitsvoller of socialer zou zijn, vernemen we er niet bij. De grote uitgavenkloof tenslotte die er tussen het noorden en het zuiden zou bestaan zou is een erg zwak argument om een splitsing te bepleiten. Waarom zouden, zelfs grote, verschillen een scheidingsgrond inhouden? Toen het toenmalige Vlaams Blok wenste dat de sociale zekerheid moest gesplitst worden tussen allochtonen en autochtonen, spraken alle partijen van racisme. Waarom een splitsing op basis van moedertaal dat niet zou zijn, is hoogst onduidelijk.

    24-10-2007, 18:30 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    13-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Sicko" in België?

    Reacties op het bericht "Sicko in België" op Mediadoc...

    Hoe kunnen wij in godsnaam spreken over 'sicko' in België - een situatie die tot dusver gelukkig nog niet bestaat -, zonder rekening te houden met iets veel ergers dat ons te wachten staat: de splitsing van de sociale zekerheid en dus de totale en radicale verbreking van de solidariteit tussen de inwoners van dit -overigens schitterende - land? De splitsingseisen van onze (sic) Vlaamse onderhandelaars zijn de grootst mogelijke ramp voor de mensen die het moeilijker hebben in onze samenleving. Het zou nuttig zijn meer aandacht te besteden aan de schandelijke en bijna misdadige agenda der (Vlaams-)nationalisten. Wij moeten hen ter verantwoording roepen en hen zeggen dat solidariteit geen solidariteit is als die niet eens een taalgrens kan overschrijden. Het nationalistisch uitsluitingsdenken is simplistisch en zeer gevaarlijk.

    Bob Vangeel

    --------------------------------------------------------------------------------------------------------

    Bob heeft overschot van gelijk. Het verbreken van interpersonele solidariteitsbanden is de grootst mogelijke ramp die onze bevolking kan treffen. Ik wijs in dit verband gaarne op het verschil tussen onderhandelde "solidariteit", tussen deelstaten, zoals de Vlaams-nationalisten die willen en democratische solidariteit, afgedwongen in een federaal - of nationaal - Parlement. In het eerste geval is de "solidariteit" volledig eenzijdig én opzegbaar wanneer bijv. de armere deelstaat  (cq het Waals gewest) bepaalde Vlaamse politieke eisen niet wil inwilligen. Dit heeft niets te maken met democratie, maar alles met machtspolitiek die inderdaad uit het nationalisme zijn inspiratie put. Het Vlaams-nationalisme bestrijdt geen ideeën van mensen, maar wel mensen zelf. Het wil niet in een democratisch debat gaan met Franstalige Belgen, maar wel er zich van afscheuren. Dat Waalse zieken, zwakkeren, werklozen... enz... het slachtoffer  zullen zijn van deze egoïstische, etnocentrische politiek deert hen niet. Iedereen die aan politiek doet met enkel het doel een eigen (geen beter, socialer, ethischer...) bestuur na te streven, vertoont een ernstig beschavingsdeficit. Dit staat trouwens haaks op de doelstellingen van de (meertalige) EU die net armere streken wil helpen en verschillen wil harmoniseren, ook binnen staten (cf. uitspraken Barroso in D.S.).

    Bruno Yammine



    "Sicko in België"

    Lezersreactie op de filmbespreking van SICKO in Belgian DOC 194

      In reacties op de filmbespreking van "Sicko" van Michael Moore kregen we volgend citaat toegezonden, geput uit een editoriaal van Rik Van Cauwelaert in de Knack van 10 oktober 2007.

      "Vandaag betalen de Belgen gemiddeld nagenoeg 28% van de gezondheidszorg uit eigen portemonnee – de cijfers komen uit de gezondheidsindicatoren van de OESO. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ligt het cijfer nog hoger en betalen de Belgen, nog altijd de zwaarst belaste werknemers in Europa, nu al 33 % uit eigen zak. Ter vergelijking: en Fransman betaalt 24 %, een Duitser 22 %, een Zweed nauwelijks 15%.

      Sommige patiënten, langdurig zieken en ouderen, dragen in een aantal gevallen tot 45 % en meer van de kosten voor hun medische verzorging. Elke stijging van de gezondheidskosten treft uitgerekend die kwetsbare groepen."

    13-10-2007, 17:34 Geschreven door Bruno Yammine  
    Reageren (0)


    Foto

    Hoofdpunten blog bobvangeel
  • Verhofstadt III: proficiat!
  • Het heeft eventjes geduurd, ja...
  • VERHOFSTADT IS TERUG!
  • MARS OP BRUSSEL!
  • goe filmke over RON PAUL

    Zoeken in blog


    Zoeken met Google




    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    Belgische hart-vlaggen
  • Belgisch Hart-Coeur Belge (drapeaux-vlaggen)

  • Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs