In reactie op mijn recent blogbericht met als titel
"Een sociale zekerheid met vier pijlers, ook wel "sécurité sociale à la
flamande" waarin ik het had over het voorstel van NVA om een Vlaamse
kinderbijslag op te richten - een voorstel waar ook SP.a-kopstuk Frank
Vandenbroucke zich trouwens kan in terugvinden - ontving ik van mevrouw Valerie
Jadoul (FGTB) een verwijzing naar twee adviezen van de Raad van
State, afdeling wetgeving.
Het eerste advies gaat over een
voorstel van decreet houdende invoering van een algemene gezinsbijslagregeling
op Vlaams niveau (Parl. St. Vl. Parl. 1999-2000, nr. 355-2), het
tweede advies gaat dan weer over een gelijkaardig voorstel van
decreet tot invoering van een bijzondere tegemoetkoming voor kinderen (Parl. St.
Vl. Parl. 1999-2000, nr. 393-2). In beide adviezen geeft de Raad te kennen dat
Vlaanderen de nodige bevoegdheid mist.
De argumentatie sluit aan bij hetgeen ik in mijn
eerder blogbericht stelde. De Raad zegt meer bepaald:
"Anders dan de regeling in verband met de
zorgverzekering, is de voorgestelde regeling nauw verbonden met de federale
regeling inzake gezinsbijslagen. (... ) (H)et (...) blijkt dat de voorgestelde
regeling bedoeld is om aanvullend te zijn ten opzichte van de federale regeling.
De voorgestelde regeling komt er immers op neer dat het bedrag van de
uitkeringen "van dezelfde aard", toegekend krachtens een Belgische, een
buitenlandse of een internationale regeling, wordt aangevuld met het bedrag van
een door de Vlaamse Gemeenschap toegekende bijslag, om het aldus op te trekken
tot een bedrag bepaald door de Vlaamse regering. (...) Aldus moet aangenomen
worden dat de voorgestelde regeling in feite in haar geheel neerkomt op een
aanvulling van de federale regeling inzake gezinsbijslagen. Het gaat aldus om
een wijziging van de federale regels in verband met de sociale zekerheid.
De gemeenschappen zijn daarvoor echter niet
bevoegd."
Volgens de Raad wordt die interpretatie ook bevestigd
door de parlementaire voorbereiding van de BWHI van 8 augustus 1980, die de
bevoegdheidsregels vastlegt. Naar aanloop van die bijzondere wet werd vanuit
Vlaamse hoek verschillende malen de vraag gesteld of het voor de Gemeenschappen
mogelijk zou zijn een aanvullende kinderbijslag in te voeren. Daarop werd steeds
ontkennend geantwoord. Joëlle Milquet heeft de "non!" dus duidelijk niet
uitgevonden.
NVDR Joëlle Milquets verzet tegen
een hogere Vlaamse kinderbijslag verantwoordt ze door het principe dat elk kind in België recht heeft op een gelijke
ondersteuning.
1 ) Dat het systeem met de gewesten en gemeenschappen nu eenmaal een "realiteit" is, dat weten we. Oorlog is ook een realiteit, maar mogen we daarom niet voor vrede zijn?
2 ) Dat men de "klok niet kan terugdraaien"
is een zwak argument. Immers, West- en Oost-Duitsland zijn (in 1990)
ook herenigd (om één voorbeeld te geven). Voorts zou het maar erg zijn
indien foute beslissingen niet ongedaan konden worden gemaakt. Indien
zo, dan zouden miljoenen nu nog leven onder het juk van dictaturen, van
extreem-links of extreem-rechts. Of ga maar eens aan de Noord-Koreanen
vertellen dat het huidige totalitarisme niet meer kan opheffen omdat
men ... de klok niet kan terugdraaien.
3 ) Voorts is het ook erg ambigu om enerzijds te zeggen "men kan de
klok niet terugdraaien" en anderzijds te verkondigen dat men voor herfederaliseringen is. Een herfederalisering is immers, institutioneel gezien, een terugkeer naar het verleden. M.a.w.: wie pleit voor herfederaliseringen pleit voor het terugdraaien van "de klok".
4) Ander argument voor het huidige federalisme: het unitarisme zou niet werken.
Nochtans zijn zowel het Vlaamse als het Waalse gewest unitair in hun
structuren. Het Brussels gewest is zelfs unitair en tweetalig. De
meerderheid van de staten op deze wereld zijn zelfs unitair. Ook hoort
men "dat het unitarisme op Belgisch niveau" niet zou werken.
Dat is je reinste demagogie, immers: het Brussels tweetalig parlement
toont aan dat men voor 1 miljoen mensen een unitair en tweetalig
bestuur kan hebben. En voor 10 miljoen Belgen zou dit onmogelijk zijn?
Soms hoort men zeggen dat het unitaire België leidde tot de zgn. "wafelijzerpolitiek".
Dit is niet correct. De zgn. wafelijzerpolitiek ontstond pas omdat er
(hybride) gewesten en gemeenschappen in de schoot van de eenheidsstaat
afgebakend werden. Immers, waar geen territoria afgebakend worden, kan
geen wafelijzerpolitiek bestaan.
Anderen hebben het weer over de zgn. "onderdrukking v.h. Nederlands"
in het unitaire België. Welnu, de stemming van de taalwetten gebeurde
in een unitaire context. De afbakening van de taalgrens (1962-1963)
gebeurde binnen het unitaire België. Sterker nog, de grootste sucessen
van de culturele Vlaamse Beweging (stemming eerste taalwet 1873,
gelijkheidswet 1898, taalgebieden 1921/1932) werden behaald binnen een
unitaire context.
Bovendien is er gewoonweg geen enkel verband tussen een unitaire
staat en een bedreiging voor het Nederlands. Als er morgen opnieuw een
unitair België opgericht wordt, blijven taalgrens en taalwetten gewoon
behouden. Het tegendeel van bovenstaande bewering is zelfs waar. Het huidige taalfederalistische systeem is een bedreiging voor het Nederlands.
Het polariserend karakter ervan leidt naar separatisme (en dus naar
méér verfransing, bv. in Brussel, in de Rand, gedwongen ratificatie
minderhedennverdrag). En zelfs indien het niet tot separatisme komt,
wordt aan de Nederlandse taal een enorme imago-schade toegebracht
(associatie met VB, extreem-rechts, extremistische maatregelen zoals de
"Vlaamse wooncode" enz.).
5) Hier en daar wordt ook gezegd: "het federalisme heeft België gered".
Om deze bewering te ontkrachten volstaat het volgende vraag te stellen.
Wanneer stond de eenheid van België het meeste onder druk? In 1965 of
in 2009? Men kan toch niet in alle redelijkheid stellen dat een
systeem dat aanvankelijk louter door de Volksunie en het Rassemblement
Wallon gepromoot werd "België heeft gered"?
Dat dit federalisme niet pacificerend werkt, dat het tegendeel waar
is, hebben de gebeurtenissen gedurende de voorbije jaren op afdoende
wijze aangetoond.
6) Evenzeer is het toch onder verstandige mensen onkies om te beweren dat "het federalisme een burgeroorlog heeft vermeden".
De Belgen leven sedert 1430 in een min of meer hechte
sociaal-economische/politieke ruimte en in al die tijd is er nooit één
druppel bloed gevloeid omwille van een communautaire kwestie! Ook bij
deze bewering is weer het tegendeel waar, het huidige polariserende
systeem dat systematisch (owv zijn aard zelf) taalgroepen tegen elkaar
opzet brengt een burgeroorlog of geweld oneindig veel dichterbij dan
ooit tevoren.
7) En dan is er nog de dooddoener dat "centralisme" ongewenst is. Nochtans is een unitaire staat niet per definitie centralistisch en kan zelfs een deelstaat centraliserend werken. Nederland is het perfecte voorbeeld van een unitaire en gedecentraliseerde staat.
Men kan natuurlijk ook opteren voor een provinciaal federalisme.
Andere meertalige staten (Canada, Zwitserland, India) werken allemaal
met minstens zes entiteiten.
Hoe
dan ook, wie dit taalfederalisme verdedigt, verdedigt ipso facto het
geïnstitutionaliseerd bestaan van een tweede natiestaat '("Vlaanderen')
op hetzelfde territorium dan de Belgische natiestaat. Wie, met andere
woorden het huidige federalisme verdedigt, is voor een concurrentiële
positie tussen twee natiestaten en erkent minstens impliciet een tegenstelling tussen "Vlaanderen" en België! Graag zou ik enkele echte voordelen van het huidige Belgische federalisme horen.
Voor de goede orde: bovenstaande beschouwingen dienen niet opgevat te
worden als een pleidooi tegen een federalistishe staatsvorm (er zijn
voldoende goedwerkende federale staten op de wereld ... en ze hebben
zonder uitzondering karakteristieken die België op institutioneel vlak
niét heeft, ie meerpoligheid, federale partijen, niet-nationalistische
deelstaten, normenhiërarchie, eengemaakt buitenlands beleid ...enz.)
Johan Demol,
de Brusselse lijsttrekker van Vlaams Belang, heeft ontslag genomen uit
het partijbestuur. Er is geen hoop meer op een toekomst voor de partij,
zegt hij in een interview met Humo. 'De boodschap van de partij is niet
aantrekkelijk meer, en iedereen wordt versmacht in de machtsstructuren.'
Demol,
die ruim tien jaar geleden als ex-commissaris werd binnengehaald, zegt
wel lid van de partij te willen blijven, 'tenzij ze me straks expliciet
komen zeggen dat ik eruit moet. Het laat me eerlijk gezegd totaal koud.'
Hij vreest dat de partij niets zal leren uit de verkiezingsnederlaag.
Kopstukken Filip Dewinter, Frank Vanhecke en Gerolf Annemans weten
volgens Demol dat de partij moet veranderen om te overleven, 'maar ze
beseffen nog veel beter dat ze hun positie daarmee aan het wankelen
zouden brengen. En dus verandert er niks.' Ook voorzitter Bruno
Valkeniers zou verandering onvoldoende steunen.
Binnen het bestuur voelde Demol zich geïsoleerd, zegt hij in het
interview. 'Misschien zit er in het partijbestuur links en rechts wel
iemand die hetzelfde denkt als ik, maar ze zijn bijzonder dun gezaaid
en vooral: ze zullen nooit op durven te staan.'
Dat de partij ook in Brussel sterk verloor, verbaast de oud-politieman
niet. 'De partijtop pleit voor één groot Brussels bestuur en verder
moet Brussel vooral een stad zijn zoals alle andere. Dat is een
rampzalig uitgangspunt, maar men luistert aan de top liever niet naar
de basis.'
* vrijdag 19 juni 2009 * Bron:
belga * Auteur: BELGA
BRUSSEL -
SLP bestaat binnen enkele weken
alleen nog uit Geert Lambert en een halftijdse medewerker. Het dagelijks bestuur
van de sociaal-liberale partij heeft na het teleurstellende verkiezingsresultaat
beslist om het personeel op straat te zetten. In september wordt alles
herbekeken.
Tot nu werkten op het hoofdkwartier in de Brusselse
Woeringenstraat drie personeelsleden. Met voorzitter Geert Lambert in de Senaat
en de twee overblijvende Vlaamse parlementsleden Dirk De Cock en Els Van Weert
beschikte SLP daarnaast over nog een reeks medewerkers. Aangezien SLP er op 7
juni niet in slaagde om over de kiesdrempel te wippen, verloor de partij echter
ook de medewerkers in de Vlaamse assemblee.
Het dagelijks bestuur van de
linksliberalen besliste echter om al het personeel te ontslaan. In totaal
verliezen zeven medewerkers hun baan. Het gaat dus om de drie personen die op
het partijsecretariaat werken en vier medewerkers uit het Vlaams parlement en de
Senaat. Lambert behoudt in de Hoge Vergadering wel zijn persoonlijke
medewerker.
De partij wil volgens woordvoerder Johan Van Rooy, die zelf
ook op zoek mag naar een andere job, de handen vrij hebben om in september uit
te maken welke richting ze inslaat.
Bart Maddens sprak afgelopen woensdag op deze pagina's over 'de onstuitbare opgang van het Vlaams-nationalisme' (DS 10 juni).
Ik vraag me nog steeds af of N-VA wel zoveel stemmen heeft gekregen
vanwege hun Vlaams-nationalistisch programma. Maar waar ik helemaal
niet mee akkoord kan gaan is zijn uitspraak dat 'als we ook de stemmen
voor SLP (1,1 %) en LDD (7,6 %) meetellen, we aan een nooit geziene
monsterscore van 37,1 % komen voor uitgesproken flamingantische
partijen'.
SLP en LDD pleiten inderdaad voor een
confederaal België, maar wie denkt dat die partijen daarom het grootste
deel van hun stemmen hebben gehaald, dwaalt. SLP heeft zich vooral
geprofileerd als een nieuwe, progressieve, sociaal-liberale partij, en
niet als de voortzetting van de Volksunie. En LDD zal zeker geen
stemmen gehaald hebben om haar confederalisme, maar wel om haar
anti-establishmentaanvallen en de figuur van Dedecker.
Ik
ben het dus absoluut niet eens met de stelling dat het
Vlaams-nationalisme de verkiezingswinnaar is. Volgens dezelfde logica
kun je ook stellen dat het liberalisme gewonnen heeft. Immers, Open VLD
(15 %), LDD (7,6 %), SLP (1,1 %) en Respect (0,1%) halen samen 23,8 %
van de stemmen.
Jefrey Van der Straeten student politieke wetenschappen UGent
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN CONFEDERALISME EN FEDERALISME?
In België worden de termen confederalisme en federalisme vaak
door en onder elkaar gebruikt. Nochtans duiden ze op een fundamenteel
VERSCHILLENDE staatsvisie. Het gaat dus niet om wat nuances, het gaat
om enorme verschillen.
Laten we eerst confederalisme definiëren. Wat betekent deze term?
1) Een confederatie is een bond van onafhankelijke staten die volledig vrijwillig toetreden tot deze entiteit
2) Om een confederatie te creëren heb je dus onafhankelijke staten
nodig. In België betekent dit dus (minstens) een onafhankelijk
Vlaanderen en een onafhankelijk Wallonië. Met andere woorden: je hebt
dus eerst separatisme nodig om een confederatie in te richten. (lees
ook: http://www.reddesolidariteit.be/opinie/Lemmensea.php)
3) Een confederatie kent geen Grondwet, maar wordt gevestigd door een verdrag dat onder het internationale recht valt.
4) De lidstaten van een confederatie bepalen samen wat ze
gemeenschappelijk willen doen. Vaak zijn deze bevoegdheden zeer beperkt
(de munt, defensie, buitenlandse zaken)
5) De parlementen van de lidstaten verkiezen het confederale parlement
Vandaag bestaat er op de hele wereld geen enkele confederatie, ook niet Zwitserland (sedert 1848 een federatie).
Nu we deze vijf punten kennen, is het mogelijk om de verschillen met
een federatie af te lijnen. In wat verschilt een federatie van een
confederatie?
1) Een federatie is een staat, samengesteld uit deelstaten. Deze
deelstaten ontlenen hun bestaan, hun middelen en bevoegdheden aan de
federale Grondwet.
2) Een federatie bestaat niet uit onafhankelijke staten.
3) Een federatie kent een Grondwet en is niet bij verdrag samengesteld.
De VSA waren van 1776 tot 1787 een confederatie. Dit systeem bleek
onwerkbaar, vandaar de wijziging.
4) De federatie bepaalt wat de deelstaten mogen door (d.m.v. de Grondwetgever)
5) De burgers van de federatie verkiezingen een Kamer van het
Parlement, de deelstaten verkiezingen de andere (in Duitsland bv de
Bundestag en Bundesrat, in de VSA het house of representatives en de
Senaat).
Slotsom: een confederatie is dus geen "voortgezette" vorm van
federalisme, het is er het tegengestelde van (de deelstaten, niet de
burgers zijn eerste dragers van het recht) Elke confederatie die ooit
heeft bestaan is ofwel definitief uiteengevallen ofwel geëvolueerd naar
een sterke federatie. In België kan een confederatie enkel maar tot
stand komen door eerst de huidige deelstaten onafhankelijk te
verklaren. Zodus is in België confederalisme een voortgezette vorm van
separatisme.
Geef gerust commentaar, kritiek of aanvullingen op deze notitie!
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Peeters: "Geen intentie om provincies af te schaffen" (bron: HLN)
Vlaams
informateur Kris Peeters (CD&V) heeft vandaag een gesprek gehad met
de vijf Vlaamse provinciegouverneurs. Na afloop van de vergadering
benadrukte Peeters dat het niet de bedoeling was om te bekijken hoe de
provincies afgeschaft kunnen worden. Wel is besproken hoe de provincies
efficiënter en effectiever kunnen werken en beter kunnen samenwerken
met het Vlaamse Gewest enerzijds en de gemeenten anderzijds.
Afschaffing
Het is de eerste keer dat de provinciegouverneurs betrokken worden bij de gesprekken voor de formatie van een Vlaamse regering. Peeters
sprak achteraf van "een rijke vergadering". De afschaffing van de
provincies was volgens Peeters niet de inzet van de vergadering. In
Franstalig België heeft Ecolo de afschaffing van de provincies wel op
de agenda geplaatst.
De vergadering ging vooral over de
toekomstige werking van de provincies, met name over de manier waarop
de provincies efficiënter en effectiever kunnen werken. (belga/ep)
Les syndicats annoncent une « réaction dampleur » si on touche à linstitution
On la écrit dans Le Soir
de jeudi : à linitiative dEcolo, les échanges politiques du moment
portent notamment sur le sort des provinces wallonnes. Les verts
réclament leur peau. Ils jugent linstitution « obsolète »
depuis que le législateur a créé les régions et les communautés. Et les
provinces concentrent à peu près tout ce quils détestent : « Cest
un lieu opaque, qui sert surtout à recaser le personnel politique dont
les partis ne savent plus que faire. Cest aussi le paradis du
multi-cumul. » Ecolo disposant depuis dimanche du poids que lon
sait, lappel à démanteler loutil provincial ne résonne plus dans le
vide. Et si les partenaires restent discrets sur le contenu de leurs
conversations, on sait que CDH, MR et PS se sont (au moins) dits
ouverts à une « réflexion » sur le sujet. Cette réflexion
pouvant pour Ecolo et le CDH semble-t-il, conduire à leffacement
progressif de linstitution et au déplacement des compétences
provinciales (et du personnel qui va avec) vers, selon les cas, la
Région, la Communauté ou des « communautés de communes. »
Sil est engagé, le chantier sera énorme « Laffaire de plusieurs années », admet-on
chez Ecolo. Mais les verts trouveront du monde dans leur chemin. Avec
le CDH, il a bien été convenu que le personnel serait épargné. Mais
ceci nempêche pas le personnel de sinquiéter. Et parlant dune seule
voix, jeudi, les syndicats CGSP, CSC et CGSLB ont fait savoir que « lon ne supprimera pas les provinces sans réaction dampleur du personnel. » Ils font valoir que les « services publics ne sont pas un problème. Ils sont au contraire une partie de la solution à la résolution de la crise. »Paul-Emile Mottard, le président de lAssociation des provinces wallonnes, estime que linstitution «
rend une foule de services que les autres pouvoirs ne rendent pas,
faute de moyens je songe ici aux communes ou faute de connaître le
terrain je songe à la Région, à la Communauté ou lEtat. Et nous, le
terrain, on le connaît. » Pour autant, Mottard se dit preneur dun débat sur les missions de la province.
« Daccord pour confier à dautres les prérogatives que nous avons en
matière de logement, de culte ou de tutelle sur les communes, par
exemple. De là à supprimer un outil utile »
Depuis la réforme institutionnelle de 1992, la Belgique compte dix provinces au lieu de neuf le Brabant sest découplé en un
Brabant flamand et un Brabant wallon. Les provinces wallonnes (Brabant
wallon, Namur, Luxembourg, Liège, Hainaut) emploient 21.000 personnes,
dont 9.500 enseignants.
Après le CDH
et le MR, cest le PS, ce jeudi, qui sera reçu « en audience » par Ecolo. Forts
de leur succès électoral, les verts, plus que jamais, « testent » les autres
partis, un à un, sur une série de leurs priorités (environnement, bonne
gouvernance, politique scolaire, etc.).
Que se dit-il dans ces rencontres
au sommet ? Malgré des consignes de silence de part et dautre, on a appris que
le souhait écologiste de supprimer les institutions provinciales (en tout cas
en Wallonie) ne fait plus peur au CDH, au nom de la simplification des niveaux
de pouvoir. La disparition des provinces est-elle donc annoncée ? On nen est
pas encore là et le processus sera long car il nécessite de modifier la
Constitution, compétence fédérale, évidemment. Mais la mort lente semble
sannoncer car le but est de dépouiller progressivement les compétences
provinciales, au profit des communes ou de la Région.
Après le CDH, Ecolo teste le MR
et le PS
Après une
grosse journée de discussions avec le CDH, Ecolo a entamé les palabres,
mercredi soir, avec le MR. Exactement comme avec les centristes, les verts ont
« testé » les réformateurs sur une série de leurs priorités en matière denvironnement,
bonne gouvernance et « solidarités » (thème couvrant le social, lécole,
lemploi, etc.).
Conduite par Didier Reynders, la
délégation MR alignait Charles Michel, Pierre-Yves Jeholet, Armand De Decker et
Olivier Maingain. Entamée à 18 h, la réunion sest achevée vers 22 h 30. Rien
na filtré de lentrevue. Sinon quelle a été « constructive, surtout dans
le domaine de léthique et la gouvernance. »
Ce jeudi, Ecolo rencontrera le
PS. Parallèlement, le CDH, de son côté, rencontrera ce jeudi le PS et le MR
pour se livrer à un travail plus ou moins analogue à celui quEcolo lui a
imposé quelles priorités pour cette législature ?
Passons sur les querelles dego
(chacun, hier, se donnant la posture de celui qui invite, posture évidemment
plus gratifiante que celle du convoqué). Le fait est que le PS éprouve de plus
en plus de mal à cacher son agacement à lendroit dEcolo et quil simpatiente
de rappeler que, comme premier parti wallon, cest à lui de former les
majorités en tout cas pour la Région wallonne et la Communauté française. Le
PS simpatiente ? « À 72 heures des élections, nous avons pas mal avancé, dit-on
côté Ecolo. On a vu deux partis. Et avant la fin de la semaine, on aura vu
tout le monde. Aux régionales de 2004, Elio Di Rupo était formateur. Et il a
fallu attendre deux semaines deux semaines après le scrutin ! avant quil
dise avec quel parti il allait négocier » Fermons la parenthèse.
Ecologistes et centristes se retrouvent
vendredi. « Pour faire le point », annonce-t-on. Cest-à-dire,
concrètement ? « Pour boucler la boucle »
Officiellement, on naura rien de
plus clair
En réalité, lobjet de cette
nouvelle rencontre CDH-Ecolo varie selon les sources. Côté centriste, on fait
savoir que Javaux et Milquet devraient y désigner le parti avec lequel ils
souhaitent engager les négociations gouvernementales. Pour Ecolo, il nest pas
question de ça. « On a fait un travail sur les priorités, destiné à nous
éclairer sur ce quil est possible de faire avec chacun des trois autres
partis. Vendredi, on revoit le CDH pour un travail de synthèse. Point. Le PS
est premier parti en Wallonie et, à ce titre, il est le parti-formateur. Et
au MR à prendre linitiative à Bruxelles »
Au fait, que retenir des
discussions CDH-Ecolo qui ont eu lieu mardi soir et mercredi en journée ? En
dépit dune sévère consigne de silence, on a appris que le souhait dEcolo de
supprimer les provinces (wallonnes) ne cabre plus le CDH. On sait celui-ci fort
attaché à linstitution. Mais on lui aurait fait admettre quun double souci de
clarté et de rationalisation pouvait justifier sa mise à mort. Mais une mise à
mort lente, cest dit. Laffaire imposerait en effet de modifier la
Constitution prérogative fédérale. Si les francophones veulent rayer leurs
provinces de la carte, il faudra laccord des Flamands et, techniquement,
lopération prendra du temps.
Ceci posé, que veut-on ? On parle
de « progressivement » dépouiller les provinces de leurs compétences. Parallèlement,
on créerait des « groupements de communes. » Ceux-ci hériteraient dune partie
des attributions provinciales, lautre partie reviendrait à la Région wallonne
ou à la Communauté française. « Un chantier énorme énorme ! », confie
un écologiste. Si tout reste à faire, à préciser (le nombre de groupements de
communes ? leur statut ? quelles compétences confier à qui ? ), on a fixé deux
balises : a. la disparition de létage provincial ne pourra signifier
leffacement des services quil rend (mais simplement leur déplacement vers un
autre niveau de pouvoir) ; b. on ne touchera pas à un cheveu des fonctionnaires
provinciaux ils seront réaffectés.
Voilà donc un acquis de la
palabre Ecolo-CDH. Il reste à voir si MR et PS pourraient embrayer. Côté MR, on
répond : « Pas de tabou ni sur les provinces, ni sur la question du cumul
entre mandat parlementaire et une fonction déchevin ou de bourgmestre. » On
notera quen novembre 2008, en congrès, Reynders a ouvert une brèche en
proposant que les provinces ne fassent plus lobjet délections distinctes et
que leurs assemblées soient composées délus communaux. Reste un PS peut-être
pas si rétif que ça. Pour une raison évidente au moins : il sait que la
disparition des provinces est un « must » écologiste et que sy opposer
pourrait signifier pour lui un ticket pour le banc de lopposition. Alors
: RIP ?
Persbericht
http://www.cdenv-vlaamsparlement.be/nieuws_detail.php?id=562 23-08-2002 Beginselverklaring van de Boetfortgroep.
Een
christen-democratische toekomst voor Vlaanderen: confederalisme
Het
CD&V-congres van Kortrijk is een belangrijke stap in het streven naar
volwaardig Vlaams zelfbestuur.De grootste politieke partij uit het Vlaams Parlement heeft op dat
congres immers een duidelijke keuze voor confederalisme gemaakt.
Omdat
een parlementair debat over de institutionele toekomst van Vlaanderen momenteel
onmogelijk blijkt, heeft CD&V op 8 juni ll. een Vlaamse Conferentie
georganiseerd: specialisten en maatschappelijke actoren werden gehoord over hun
verwachtingen t.a.v. de verdere institutionele ontwikkeling van Vlaanderen. Tot
besluit van deze Vlaamse Conferentie werd door de initiatiefnemers ervan het
voorstel gedaan tot de oprichting van een Vlaamse Conventie over de toekomst van
Vlaanderen. De doelstellingen van deze
Vlaamse Conventie zijn dubbel: enerzijds een Manifest voor Vlaanderen uitwerken
en anderzijds standpunten en voorstellen ontwikkelen voor een Vlaamse inbreng in
de Europese Conventie. Op 20 juni ll. werd door Vlaams Volksvertegenwoordiger
Luc Van den Brande een ontwerp van Manifest voor Vlaanderen voorgesteld, waarin
de essentiële bouwstenen worden aangegeven voor de verdere opbouw van de
politieke instellingen van Vlaanderen.
De
keuze van CD&V voor confederalisme is het logisch gevolg van een aantal
maatschappelijk ontwikkelingen.De
voorbije decennia is immers duidelijk geworden dat Vlaanderen en Wallonië een
eigen en verschillende visie ontwikkelen inzake beleid en bestuur.Maatschappelijke problemen stellen zich anders in Vlaanderen dan in
Wallonië.Ook de voorgestelde
oplossingen verschillen.Als antwoord
hierop hebben Vlaanderen
en Wallonië instellingen, bevoegdheden en middelen gekregen om op een aantal
terreinen een eigen beleid te voeren.
Maar
dit proces is niet ten einde.We stellen
immers vast dat niettegenstaande de diverse staatshervormingen de huidige bevoegdheidsregels
onvoldoende transparant en duidelijk zijn.Ze
staan vaak een efficiënt bestuur in de weg of maken het onmogelijk.
De
mensen willen meer duidelijkheid in de organisatie van onze staat.Hoe vaak valt het immers niet voor dat problemen
niet echt opgelost geraken omdat bij nader inzien blijkt dat de bevoegdheid over
verschillende niveaus verspreid is.
Wij
gaan uit van de democratie van de verbondenheid.
Het is vanuit dit uitgangspunt dat wij de politieke structuren dicht bij
de mensen willen brengen en ervoor zorgen dat ze duidelijk en eenvoudig zijn.
Het
is dan ook vanuit dit uitgangspunt dat wij een keuze voor confederalisme maken,
vertrekkende vanuit het éénvoudig vertrekpunt: laat ons samen kijken wat we
samen willen doen.
In
onze visie moeten de bevoegdheden in eerste instantie bij de twee deelstaten
liggen. Zij beslissen, in onderling overleg en met wederzijdse instemming, welke
bevoegdheden, op welke wijze en door welke instellingen op het Belgisch niveau
worden uitgeoefend.
Wij
kiezen daarbij prioritair voor de gemeente en de gemeenschap. Vlaanderen moet
voor ons het belangrijkste beleidsniveau worden. Dankzij een gemeenschappelijke
taal, cultuur en geschiedenis kunnen we hiervan het makkelijkst een warme thuis
maken.
Vanuit
een grensoverschrijdende verbondenheid en omwille van de menselijke zekerheid
kiezen wij ook voor een objectieve, doorzichtige en omkeerbare solidariteit
tussen de deelstaten, volgens de juiste criteria en met de juiste
verrechtvaardiging.
Wij
kiezen ook voor meer Vlaanderen in Europa. Vlaanderen moetzelf een volwaardige rol kunnen spelen in de Europese Unie en andere
internationale instellingen.
Wij
kiezen dan ook resoluut voor méér Vlaanderen, voor volwaardige fiscale,
economische en sociale autonomie. Ons uitgangspunt is het Vlaams belang en dus
het belang van de mensen, dat gediend is met een efficiënt, nabij en
democratisch bestuur.
Een
standvastige christen-democratische actie- en drukkingsgroep voor Vlaanderen
Om
dit Vlaams project uit te werken, heeft zich op initiatief van enkele jongeren
een groep gevormd. Deze
groep, die op geregelde tijdstippen samenkomt en bestaat uit lokale, provinciale
en nationale mandatarissen en partijverantwoordelijken, ziet voor zichzelf een
drieledige opdracht weggelegd:
zij
wil een actiegroep zijn die in overleg met de Vlaamse Beweging op een
constructieve en verantwoordelijke wijze bouwt aan een autonomer Vlaanderen;
zij
wil een drukkingsgroep zijn om vanuit CD&V en doorheen alle standpunten
die zij inneemt, dit confederalisme vorm te geven;
zij
wil, met het oog op het algemeen Vlaams belang, permanent de dialoog aangaan
met het maatschappelijk middenveld in Vlaanderen.
Concreet
wil deze groep
in
debat treden vanuit CD&V;
via
de parlementaire actie en buitenparlementaire actie van CD&V vorm geven
aan het project Vlaanderen;
studiedagen
organiseren;
via
publicaties haar activiteiten kenbaar maken.
De
initiatiefnemers van de Boetfortgroep
-Luc Van den Brande
-Johan Sauwens
-Wouter Beke
-Ludwig Caluwé
-Brigitte Grouwels
-Servais Verherstraeten
-Helga De Baets
-Cathy Berx
-Danny Geerts
-Frank Judo
-Kris Declercq
-Jozef
Ostyn
-Michael Voordeckers
-Huub Broers
-Koen Palinckx
-Filip Van Gilbergen
-Caroline Deiteren
-Anne Sobrie
-Jan Walraet
-Peter Poulussen
-Raf De Backer
-Steve Ronse
-Steven
Morrens
Beginselverklaring
van de Boetfortgroep
De
Boetfortgroep:
1.wenst vanuit een christen-democratische visie het belang van Vlaanderen
en al haar inwoners te verdedigen;
2.beklemtoont dat er in onze
samenleving nood is aan meer burger-, gemeenschaps- en
verantwoordelijkheidszin;
3.wenst te bouwen aan een nieuw
positief Vlaams samenlevingsmodel, gebaseerd op de verbondenheid tussen mensen;
4.benadrukt dat op staatsniveau
Vlaanderen de ambitie moet uitstralen om de Vlamingen geborgenheid te bieden
en de verbondenheid zichtbaar te maken;
5.streeft ernaar ook in
Europees perspectief de Vlaamse identiteit meer herkenbaar en complexloos
zichtbaar te maken;
6.kiest voor méér Vlaanderen in
Europa en in de wereld. Vlaanderen moet herkenbaar aanwezig zijn in de Europese
besluitvorming en vanuit de eigen bevoegdheden internationaal zijn
verantwoordelijkheid opnemen voor wereldvrede, solidariteit en
sociaal-economische gelijke kansen;
7.verdedigt resoluut de Vlaamse
belangen in permanent overleg met het maatschappelijke en sociaal-economisch
middenveld;
8.kiest dan ook voor méér
Vlaanderen, voor volwaardige fiscale, economische en sociale autonomie;
9.eist verdere stappen in de
staatshervorming met als uiteindelijk doel het realiseren van het confederaal
programma, dit wil zeggen dat Vlaanderen en Wallonië in onderling overleg en
met wederzijdse instemming bepalen welke bevoegdheden, op welke wijze en door
welke instellingen op het Belgisch niveau worden uitgeoefend;
10.nodigt alle Vlamingen uit om op basis van deze doelstellingen een front
te vormen in een gemeenschappelijk streven naar meer Vlaams zelfbestuur.
Enkele
concrete voorstellen voor volgende stappen naar een confederaal model:
Ons
uitgangspunt is dat het zwaartepunt van bevoegdheden bij de twee deelstaten moet
komen te liggen en dat de Belgische overheid alleen een beperkt aantal
bevoegdheden zal uitoefenen.
Dit
betekent dat de deelstaten op korte termijn:
* volwaardige fiscale en
sociaal-economische autonomie verwerven. Zij moeten alleszins de bevoegdheid
krijgen over:
·
het volledige gezins- en gezondheidsbeleid;
·
alle aspecten van het werkgelegenheidsbeleid;
·
eigen middelen, volgens het principe van de
fiscale autonomie waarbij het beleidsniveau dat verantwoordelijk is voor de
uitgaven ook verantwoordelijk is voor de inkomsten. De basis hiervan wordt
gevormd door de meest democratische van de belastingen: de personenbelasting.
Tevens moeten de deelstaten ook de bevoegdheid krijgen voor kortingen op
de vennootschapsbelasting;
* bevoegd worden voor:
·
de organisatie van justitie;
·
belangrijke aspecten van het
mobiliteitsbeleid;
·
het volledige wetenschapsbeleid;
·
aspecten van de verkeersreglementering.
Bij
de eerstvolgende grondwetswijziging moeten de voorwaarden gecreëerd worden
om het zwaartepunt bij institutionele hervormingen bij de deelstaten te
leggen en hen terzake ook initiatiefrecht te geven. Een materie wordt dan
slechts Belgisch als de twee deelstaten ermee instemmen.
Wanneer
de deelstaten het niet eens raken over de gewenste
bevoegdheidsverdeling, mag dit niet leiden tot een patstelling waarvan de
burger het slachtoffer dreigt te worden. Conform het subsidiariteitsbeginsel
dient een bevoegdheid in dat geval uitgeoefend te worden op het dichtst
mogelijke niveau, zijnde dat van de deelstaten.
Wij
willen ook dat Vlaanderen een herkenbare stem krijgt in alle Europese
instellingen voor bevoegdheden die het als deelstaat heeft. De rechtstreekse
toegang tot het Hof van Justitie en de Europese rechtbanken is daarbij
noodzakelijk.
Een
bijzonder statuut voor de tweetalige hoofdstad Brussel
Wij
kiezen voor een staatsmodel met Vlaanderen en de
Franstalige deelstaat als enige twee deelstaten, met een speciaal statuut voor
de tweetalige hoofdstad Brussel en een geëigende autonomie voor het Duitstalige
gebied.
Dit
betekent dat:
Brussel
omwille van zijn opdracht als
tweetalig gebied en hoofdstad van Vlaanderen, België en Europa
vanzelfsprekend een geëigend statuut moet hebben waarbij de autonomie
m.b.t. de lokale materies behouden blijft en zijn hoofdstedelijke rol verder
wordt uitgebouwd. Dit statuut is van een andere aard als dat van de
deelstaten. De Brussels Hoofdstedelijke Raad oefent verder de gewestelijke
bevoegdheden uit die hem worden toegewezen door de deelstaten alsook de
provincie -, agglomeratie - en gemeentebevoegdheden;
de
bevoegdheid van de twee
deelstaten zich uitstrekt over Brussel waar eigen instellingen opdrachten
kunnen vervullen voor de deelstaten. Deze instellingen fungeren ook als
instrumenten van
ontmoeting en samenwerking, geënt op de specificiteit van Brussel. De
gelijke behandeling van alle Vlamingen van binnen of buiten Brussel en van
de andere Brusselaars die dit wensen, is hierbij het uitgangspunt;
de
inwoners van de
hoofdstad, die hiervoor kiezen, net als alle andere Vlamingen, volwaardig
mee de toekomst van de Vlaamse deelstaat bepalen;
de
Belgische overheid en de
deelstaten ter vrijwaring van de internationale en Europese rol en de
hoofdstedelijke functie van Brussel beslissingen van de hoofdstedelijke
instellingen kunnen evoceren. Hiertoe nemen zij tevens in gezamenlijk
overleg mee de financiële verantwoordelijkheid;
de
bepalingen inzake de werking van de taalgroepen in
de Brusselse instellingen
ongedaan worden gemaakt;
wij
ook de splitsing van het
kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde willen (met een gewaarborgde
vertegenwoordiging van de Vlamingen in het kiesarrondissement Brussel) voor
de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers alsook van het
gerechtelijk arrondissement (overeenkomstig het CD&V-wetsvoorstel
terzake). De integriteit van het Nederlandse taalgebied en de versterking
van de band tussen Vlaams Brussel en de rest van Vlaanderen zijn daarbij
onze uitgangspunten.
De verkiezingen van 2009 waren vooral
verkiezingen zonder zin. Op het moment van dit schrijven was het niet bekend wie
won, wie de minister-presidenten voor de vele deelregeringen die ons landje
rijk is mocht leveren. Het is ook niet duidelijk wie in het kluwen van
deelparlementen een paar zetels wint of verliest. Het maakt ook volkomen geen
verschil uit, want een wezenlijk verschil tussen de partijen is er nu eenmaal
niet.
Zeggen dat de jongste verkiezingscampagne een
wansmakelijk toneel was, is een understatement. Als de partijen al iets te
zeggen zouden hebben, dan is het al onmogelijk om het fatsoenlijk te formuleren.
Probeer maar eens een ingewikkelde problematiek uit te leggen in een oneliner
van een halve minuut.Nee, voor
genuanceerde politiek is er in België geen plaats meer. Wel is er plaats voor
de meest platvoerse praktijken: het zoeken naar schandalen, het persoonlijk
vernederen van de tegenstander of erger nog van hele bevolkingsgroepen. Dat
nationalistische partijen zoiets doen is normaal. We moeten niet verwachten
van de N-VA, het Vlaams Belang of het FDF plots de belangen van alle burgers,
ongeacht hun taalgroep, willen dienen.
Zorgwekkend wordt het wanneer alle partijen,
ten noorden én ten zuiden van de taalgrens niet langer christen-democratisch,
liberaal, socialistisch, ecologistisch enz., maar in de eerste plaats
nationalistisch zijn. Iedereen is zogezegd tegen het Vlaams Belang, maar
iedereen volgt tenminste ten dele de partij waar het haar bestaansreden
(Vlaamse onafhankelijkheid) betreft. De talloze staatshervormingen met hun
bevoegdheidsherverdelingen hebben inderdaad niet veel meer overgelaten van de
centrale staat. Natuurlijk ligt het in de aard zelf van de bestaande,
traditionele formaties om het belang van hun gemeenschap te laten primeren op
het nationaal belang. Ze zijn immers op taalbasis gesplitst. Niet alleen de
partijen trouwens, ook de media, de sportbonden, beroepsorganisaties en ga zo
maar door. Ons polariserende anti-federalisme ontwikkelt bovendien een eigen,
tweeledige dynamiek die nog meer splitsingen zogezegd rechtvaardigt. Daarbij
helpen de openbare (?) media natuurlijk ook nog een handje. Probeer maar eens
te kijken naar VRT of naar VTM zonder dat het woord Vlaanderen om de twee
minuten valt.
Kortom, België is een land waarin men er niet
voor hoeft terug te deinzen om zichzelf nationalist te noemen. En dat na alle
ongeluk die deze ideologie ons continent ja, de wereld zelfs berokkend
heeft.Het toppunt is dan nog dat onze
brave, maar helaas apolitieke (een oud zeer), burgers de mening van de politici
die geacht worden hun te vertegenwoordigen niet delen. Elk serieus onderzoek
wijst uit dat het separatisme, ondanks jarenlange propaganda, een marginale
stroming blijft. Propaganda die trouwens met het geld van de belastingsbetaler
betaald wordt. Want economische crisis of niet, de gevestigde partijen zitten
er warmpjes bij.
De economische crisis krachtdadig aanpakken is
ook onmogelijk in ons pervers systeem met zijn bevoegdheidsoverlappingen, en
conflicten. De federale overheid moet de derde grootste staatsschuld ter
wereld immers alleen dragen (327% van het BNP en een Gross External Debt van
1,618 triljoen, bron: CNBC). Ze heeft niet eens genoeg geld om haar
kerntaken te vervullen. Niet dat dat geld er niet is, enkel het zit bij de
(overbodige) deelstaten. Met dank aan de financieringswet, o.a. tot stand
gebracht door ene Guy Verhofstadt. Deze ex-Premier presteert het om boekjes te
schrijven over een eengemaakt federaal Europa, terwijl zijn partij (OPEN VLD)
splitst wat er te splitsen valt in België. Een eengemaakt Europees crisisplan
tussen 27 lidstaten en 23 erkende taalgroepen, dat kan wel. Een eengemaakt
Belgisch arbeidsmarktbeleid kan blijkbaar niet. Begrijpe wie begrijpe kan.
Het is in feite vermakelijk om te zien hoe de
extreme nationalisten zich volledig vastrijden in hun eigen contradicties.
Duizenden N-VA affiches verkondigden meerVlaanderen=minder crisis.
Allicht is het de N-VA ontgaan dat de economische crisis mondiale dimensies
heeft. Het Vlaams Belang schreeuwde uit dat het ONS (grote letters) land is. Ze
doelen op het Vlaams gewest, waar Franse bedrijven en banken het mooie weer
maken. Dàt dat mogelijk is, komt omdat de ideologie van het V.B. die in alle
partijen sluimert de Belgische overheid tot een zwakke prooi heeft herleid.
In Frankrijk primeert wel de Raison dEtat. Als morgen België zou
uiteenvallen dan wordt Vlaanderen overigens volledig geliquideerd. Het zal
Brussel en de Rand ten eeuwigen dage verliezen. En dat is dan nog een best-case
scenario. Vlaanderen wordt in dat geval hoe dan ook een Europese paria, met
Frankrijk ante portas, uit de Europese Unie en met Franstalige
minderheden aan wie het buitensporige rechten zal moeten verlenen. De huidige
Vlaamse Beweging is een anti-Vlaamse Beweging, ze is de objectieve bondgenoot
van Frankrijk. Enkel: ze weet het nog niet.
Zo mogelijk nog zieliger dan het bont
allegaartje aan judocoaches, navelstaarders en fils à papa die s lands
noorden rijk is, zijn de politici in Romaans België. Daar is nu het
belangrijkste doel om de Vlaams-nationalisten in pathetiek te overtreffen door
de creatie van een staatkundig conglomeraat Wallonie-Bruxelles. En dat
met, jawel, nog een parlement annex regering erbij. Ondergetekende kreeg een
pamflet van het CDH onder ogen waarin men in de naam van de eenheid van België
pleitte voor een renforcement de lunité des francophones. Er mocht
ook een staatshervorming komen op voorwaarde quelle assure le maintien de
lEtat belge. Een Belgisch karkas dus, ontdaan van alle waardigheid.
Waardigheid die in de ordinaire scheldtirades tussen Franstalige socialisten
en liberalen ook ver te zoeken was. En wat was de inzet? De grootste worden,
met andere woorden: de màcht.
Wel, aan zon onetisch schouwspel hoeven wij
niet mee te doen. Wij moeten geen deel uitmaken van, noch ons spiegelen aan
politici die ons land ten gronde richten. In een land van 30,500 vierkante
kilometer aan interne Kleinstaaterei doen: kan het nog dwazer? Enkel
binnen een groter, wervend project dat definitief breekt met onze
stammentwisten die - zoals Minister van Staat Mark Eyskens het eens zegde een
gebrek aan beschaving verraden, kan alles opnieuw zin krijgen. Die zin ligt
besloten in ruimere gehelen. België, de Benelux, een échte Europese federatie. Het is de keuze van grootsheid tegenover
de waanbeelden van de petits esprits. De inwoners van België verdienen
het niet om in zielige staatjes te worden opgedeeld. Ja, we weten het, de
Vlaams-nationalisten spiegelen zich graag aan de Bretoenen, Basken, Catalanen,
Tsjechen, Slovenen enz. Een minderwaardigheidscomplex is deze lieden dan ook
niet vreemd. Soms vraagt men zich af hoe men over honderd jaar over dit belachelijke
en vernederende schouwspel zal oordelen.
Ondertussen cirkelt vandaag een Belg in een
ruimtestation boven de aarde. Frank De Winne, brigade-generaal en burggraaf
(wie kan zeggen dat dié titel gestolen is?) kan de twee polen tegelijk zien.
Met de huidige ruimtevaarttechnologie is het mogelijk om in anderhalf uur
rondom de aarde te draaien. Welk belang zou Brussel-Halle-Vilvoorde hebben,
gezien vanuit een raam boven onze planeet? De vraag stellen is ze beantwoorden...
Patricia Ceysens: 'Toen ik de markten deed tijdens de
campagne, verontschuldigden buitenlanders zich omdat ze buitenlanders waren.
Dat is toch niet normaal meer?' Eric de Mildt
BRUSSEL - INTERVIEW Patricia Ceysens, Vlaamse minister van Economie (Open
VLD) 'De nationalistische kijk en de taalsymbolenstrijd van de N-VA jagen
buitenlandse investeerders weg', waarschuwt minister Ceysens. 'Dat is nefast.
Veertig procent van de Vlaamse banen komt voort uit buitenlandse
investeringen.'
Van
onze redactrice
De sfeer is bedrukt op het kabinet van de Vlaamse minister van
Economie. De Open VLD likt haar wonden na de bijna vijf procentpunt verlies van
zondag.
Toch is Patricia Ceysens, ondanks de nederlaag, niet van plan om te
zwijgen. 'Niemand is blijkbaar bezig met de sense of urgency waarin de
Vlaamse economie verkeert. Het perfide aan de uitslag van de verkiezingen is
dat de economie helemaal wordt ondergesneeuwd door het communautaire.
Wij zijn niet aan zet, onze slechte uitslag noopt tot uiterste
bescheidenheid. Toch wil ik een boodschap kwijt. Net
voor de verkiezingen bracht een rapport van Ernst & Young aan het licht dat
buitenlandse investeerders steeds meer afhaken voor Vlaanderen. Het alarmerende
is dat dit niet door de economische crisis komt. Neen, die investeerders geven
de politieke problemen aan als dé reden voor hun twijfel over Vlaanderen. Dat
feit zou overal een hoofdpunt moeten zijn. Maar in de plaats daarvan dreigt
alles nu weer over een communautaire symbolenstrijd te gaan.'
U trekt aan de alarmbel?
Patricia Ceysens: 'Absoluut. Mijn kiesgebied Halle-Vilvoorde
is zeer geliefd bij investeerders wegens de luchthaven en de nabijheid van
Brussel. Weet u wie daar de verkiezingen heeft gewonnen? Mensen die alles te
winnen hebben bij polarisatie. Hoe meer affiches de N-VA en de Union des
Francophones van elkaar verscheuren, hoe beter voor elkaar. Voor de
Demesmaekers (De N-VA van Mark Demesmaeker, lijsttrekker voor de N-VA in dat
kiesgebied, werd de grootste partij in Halle, red.) van deze wereld is dat
leuk om stemmen te ronselen. Een haat-boodschap is
zoveel gemakkelijker.'
'Maar dat gaat ten koste van jobs. Mijn boodschap voor meer
investeringen uit het buitenland zou veel moeilijker verkopen, als ik ermee op
de markt van Halle zou gaan staan. Dat verhaal is nu eenmaal een stuk
genuanceerder. Een boodschap tegen de Franstaligen slaat natuurlijk veel meer
aan.'[Commentaar: die laatste zin is
natuurlijk onzin]
Waarom gaat dat ten koste van banen?
'Omdat de buitenlandse investeerders
schrikken van de communautaire agenda. Ze hebben schrik van het nationalisme
van de N-VA en die polarisatie. Buitenlandse investeringen zijn vandaag goed
voor vier op de tien banen in Vlaanderen. Als we onze werkzaamheidsgraad op
peil willen houden, of willen laten stijgen, kunnen we die investeerders dus
beter koesteren.'
'In Halle-Vilvoorde zijn er verschillende gemeenten waar men aan
een onthaalloket voor buitenlandse investeerders weigert om die mensen in een
andere taal dan het Nederlands te woord te staan. Aan die loketten in de
Rand hangen bordjes uit: hier spreekt men Nederlands! Waar zijn we dan mee
bezig? En als het van de N-VA afhangt, zal het nog meer van dat zijn.'
'Ik hou mijn hart vast. We kunnen het ons nu niet permitteren om
weer maandenlang in instabiliteit te verkeren.'
Uw partij wil nu toch ook een communautaire hervorming. Waarom
schuift een eventuele instabiliteit nu in de schoenen van de N-VA?
'Wij willen absoluut een staatshervorming. Die is ook nodig. Meer
bevoegdheid over fiscaliteit en de arbeidsmarkt is echt nodig om een beter
economisch beleid te kunnen voeren op maat van Vlaanderen. Maar wij kiezen voor
een dialoogformule en stappen niet in een verrottingsstrategie. Toen ik de
markten deed tijdens de campagne, verontschuldigden buitenlanders zich omdat ze
buitenlanders waren. Dat is toch niet normaal meer?'[Haha! OPEN VLD is ook nationalistisch en dààr knelt nu net
het schoentje]
Sluit u dan een coalitie met de N-VA uit?
'Wij hebben vandaag geen veto's of eisen te stellen over
coalities. Open VLD moet zich zeer onthecht en bescheiden opstellen na zo'n
uitslag. Het is nu niet aan ons. We kijken uit naar een plan van Kris Peeters. Hij
moet nu keuzes maken.'
'Maar dat wil niet zeggen dat ik als minister van Economie niet
mag waarschuwen voor twee dingen. Eén: als we niet
taalhoffelijker worden tegenover buitenlandse investeerders, is dat faliekant
voor onze economie. Twee: Vlaanderen zal het alleen op zijn eilandje niet
redden. Dat Engels in het hoger onderwijs een taboe blijft voor sommige
partijen, begrijp ik niet. Daarmee snijden we in ons eigen vel. Als we willen
meedoen in de wereld op vlak van innovatie en onderzoek, moet Engels aan onze
universiteiten en hogescholen ook mogen. De N-VA wil dat niet.'
'En wat stelt men voor in de plaats? De uitbouw van een eigen
Vlaams sociale zekerheidssysteem, desnoods dubbelop. Dat zal veel meer gaan
kosten.'
U zegt: de N-VA is slecht voor de Vlaamse economie?
'Ja, zeker met hun taalgeladen agenda over Nederlands voor
buitenlandse investeerders en in ons hoger onderwijs. Afrit Vlaanderen
zou dan wel eens exit Vlaanderen kunnen betekenen.'
Nochtans vertoont het economische programma van de N-VA wel
meerdere gelijkenissen met dat van uw partij.
'Sommige van hun communautaire vragen zijn ook de onze.'[Commentaar: dàt is nu net het probleem]
Begrijpt u het ongeduld van de kiezer niet als het over het
communautaire gaat? Open VLD en andere partijen zeggen al zolang dat er
hervormingen moeten komen.
'Ja, maar elke staatshervorming uit het verleden heeft een lang
voorspel gehad. Die fiscale en arbeidsmarktbevoegdheden, die zullen er nu ook
wel moeten komen. [Commentaar: Dus de analyse van
de N-VA wordt onderschreven. We zijn toch braaf geweest, mijnheer Demesmaeker?] Maar dat men voor onze
economie intussen ook al eens begint met andere doorbraken, waar we de
Franstaligen niet voor nodig hebben. Wij hebben van Kris Peeters verkregen dat
taalhoffelijkheid ten opzichte van investeerders in de VIA-doelstellingen is
opgenomen, dat gebeurde overigens na het vertrek van Geert Bourgeois uit de
Vlaamse regering. Ook het Engels in het hoger onderwijs moet kunnen. Zonder
internationale context moeten we niet hopen op Vlaamse wereldspelers.'
Ziet u in CD&V een bondgenoot?
'We zullen zien wat Kris Peeters nu doet. Hij zal in deze dossiers
nu kleur moeten bekennen.'
Welke persoonlijke conclusies trekt u uit de slechte uitslag van
de partij?
'Het was niet goed natuurlijk. In Vlaams-Brabant behouden we onze
vier zetels, dat is een pluspunt. Qua voorkeurstemmen kom ik op de vierde
plaats te staan en als je de beruchte penetratiegraad aanhaalt, zelfs op twee. Ik
ben bijzonder blij dat ik twee nieuwe jonge vrouwen in het parlement kan
brengen in onze kieskring. Maar of ik nu minister blijf of iets anders ga doen,
dat is nu niet aan de orde. We hebben eerst wel andere
katten te geselen.'
David Sinardet maakt brandhout van de Vlaams-nationalistische mythe
DE FLAMINGANT VAN KONTICH bron: http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=J22B7M7F&word=sinardet
BRUGGEN BOUWEN
DAVE SINARDET Ik zag de bui zondagavond al hangen. Na de overwinning
van N-VA overstelpten Franstalige journalisten mij weer met vragen over
het separatistische Vlaanderen. Zeker omdat ze bij de N-VA-score ook
die van Vlaams Belang en LDD optellen (en ook maar meteen die van de
'confederalistische' CD&V) en zo aan een absoluut minimum van 35
procent separatisten raken. Een analyse die aansluit bij die van Filip
Dewinter: het separatisme was in Vlaanderen nog nooit zo sterk. De
meeste Vlaamse commentatoren gingen niet zo ver, maar hoorden toch ook
op zijn minst 'de roep om een staatshervorming' uit de stembusslag
opstijgen. En toch blijkt ook nu weer uit
inter-universitair kiezersonderzoek, uitgevoerd tijdens de campagne,
dat minder dan 10 procent van de Vlaamse kiezers om communautaire
redenen stemt. Het thema was in die campagne dan ook met een vergrootglas te zoeken.
En
goed, een kwantitatieve enquête naar stemmotieven is misschien een wat
bot instrument om naar de diepere gronden van de kiezer te peilen. Al
is het al stukken verfijnder dan een verkiezingsuitslag. Want hoe
iemand in het versnipperende Vlaamse partijlandschap nog hét signaal
van dé kiezer kunt ontwaren was mij zondag al een raadsel. Dat
werd het helemaal na een bezoek aan Kontich eergisteren. Journalist
Dirk Vanoverbeke van Le Soir had me naar de Antwerpse randgemeente
meegevraagd om uit te zoeken waarom 'dé Vlaming' voor N-VA koos (dat
deed hij in Kontich namelijk nogal massaal). We zouden nu maar eens de
proef op de som nemen in dit zwart-gele gebied. We lieten mensen
spontaan vertellen waarom ze voor een partij hadden gestemd.
En
ja, alvast op dinsdagmiddag in Kontich bleek er wel degelijk iets te
bestaan als een De Wever-effect. De vraag naar het waarom van een
N-VA-stem leidde telkens tot een opsomming van kwaliteiten van Bart,
zoals daar zijn sympathiek, grappig, geloofwaardig. Verwijzingen naar
De Slimste Mens waren niet van de lucht. Personalisering van de
politiek, Kontich weet er alles van.
[u]Dat kon niet gezegd
worden over de standpunten van N-VA. Of men er nu voor stemde of niet,
volstrekt niemand wist dat de partij voor een onafhankelijk Vlaanderen
staat. Sommigen schrokken toen we hen daarover inlichtten, enkelen
weigerden het zelfs te geloven. Zelfs dat de N-VA nogal 'Vlaams' kan
genoemd worden, was niet iedereen duidelijk.[/u]
De
zoektocht naar de communautair gemotiveerde kiezer bleek er één naar
een naald in een hooiberg. De wanhoop nabij, botsten we dan toch op
iemand botsten die spontaan Vlaamsgezind uit de hoek kwam. De keuze van
deze kleine zelfstandige was echter op Open VLD gevallen. Een militair
koos dan weer voor de liberalen omdat ze hem nog het meest
Belgischgezind leken. Eigenlijk is hij socialist, maar de SP.A was hem
te Vlaams - en bovendien te boegbeeldloos. Het de enige échte communautaire kiezer die ons pad kruiste.
Communautaire
vragen leidden zelden tot zeer duidelijke standpunten. Ja, De Wever
heeft gelijk, de Vlaams-Waalse transfers zijn een probleem. Maar nee,
de sociale zekerheid moet niet gesplitst worden. En de kinderbijslag
moet in Vlaanderen en Wallonië dezelfde blijven, een kind is een kind.
Van wie is dat een slogan? Milquet? Ah ja, Madame Non, het wordt toch
eens tijd dat die toegeeft, want we zijn dat gehakketak beu. Niet dat
ik iets tegen Franstalige politici heb. Of ik ervoor zou stemmen? Ja,
maar dan moeten ze wel een minimum Nederlands kunnen. Zoals Rudy
Demotte, daar zou ik wel op stemmen.
Een middagje
Kontich heeft uiteraard geen enkele wetenschappelijke pretentie, maar
doet wel verder nadenken over hoe we verkiezingen interpreteren. Elk
menselijk gedrag is bijzonder complex, zo ook stemgedrag. Het is
moeilijk te vatten in enquêtes en peilingen (al kunnen die ons zeer
veel bijleren als ze goed zijn uitgevoerd), laat staan in een
verkiezingsuitslag, hoe versnipperd die ook mag zijn. De Wetstraat en haar watchers interpreteren dé wil van dé kiezer vaak vanuit de eigen denkkaders. Ja,
een (intelligente) staatshervorming is nodig, maar dat betekent nog
niet dat dé kiezer daarom roept. Misschien moeten we maar eens een
uitgebreide kwalitatieve studie opzetten om zo via diepte-interviews de
zoektocht naar de soms ondoorgrondelijk lijkende wegen van de kiezers
verder te zetten.
Dave Sinardet is politicoloog aan de
Universiteit Antwerpen en professor aan de VUB en de
Facultés-Universitaires Saint-Louis. Bruggen bouwen verschijnt
tweewekelijks op donderdag.
Met dank aan communicatiewetenschapper Bob Vangeel voor deze heldere analyse
Ook in Vlaanderen grijpt de mediatization van de politiek in het rond. Een partij of een politicus die niet op gezette tijden in de media komt maakt geen schijn van kans tijdens kiescampagnes. De media bepaalt meer en meer de politieke agenda. Vanuit uiteenlopende hoeken van de samenleving komt hier reactie op. Bijzonder fel in zijn kritiek tegen politici die meededen aan TV-spelletjes om zich populair te maken was toenmalig voorzitter van de Nieuw-Vlaamse Alliantie, Geert Bourgeois. In 2002 zei hij in een interview met Gazet van Antwerpen over spelprogrammas: Ik heb die grens getrokken. Heel veel mensen vinden dat politici aan politiek moeten doen. En dat waarderen ze want ze menen dat politici zich niet populair moeten maken op andere manieren. Ik geloof nog steeds dat je aan politiek kan doen vanuit een overtuiging, mét een echte partij." Zijn kleine partij, die toen nog moest vechten om te overleven, ging hij echter wel promoten bij de Laatste Show, al greep hij de vermelding van dat feit om een een striemende tirade tegen de mediatisation te beginnen: "We hebben het niet gemakkelijk om in de media te komen. Ik had met mijn boek liever Ter Zake gehad. Nu ja, liever... met De Laatste Show bereik je natuurlijk een ander publiek. Ik heb er toch gemengde gevoelens aan overgehouden. Het is mijn genre niet. Het minder inhoudelijke ligt me niet. Maar wij cultiveren geen imago. Ik ga mij hier niet outen als iemand die drugs blowt of zo. Van die spectaculaire interviewtjes zal je niet hebben met mij. Daarnaast is er ook wat ik noem zo'n links-liberaal circuitje in de pers van ons kent ons. Op zich kan ik daar mee leven. De pers is vrij. Wat me wel stoort, is dat er minder ruimte is voor het inhoudelijke debat, de discussie in het parlement. Uiteindelijk komen alleen nog het incident, het accident, het sensationele, de frontale aanval, de clash in het nieuws."(Gazet van Antwerpen, 16/12/2002).
Bourgeois legde de politici van zijn partij een verbod op om aan spelprogrammas mee te doen. Ondertussen (nota: dit is geschreven voor zijn ontslag) is hij echter zelf Vlaams minister van media, en verantwoordelijk voor de VRT. Zijn opvolger als partijvoorzitter, Bart De Wever, is een graag geziene gast in spelprogrammas als De Slimste Mens ter Wereld en is ook regelmatig te gast in luchtige talkshows. Hij wordt wel eens een emopoliticus genoemd, en het verzet van de N-VA tegen de mediatization van de politiek lijkt dan ook verleden tijd. Volgens Mazzoleni en Schultz is de beste beschrijving voor de huidige situatie mediazation: een situatie waarin politieke instellingen meer en meer afhankelijk zijn van de massamedia, maar toch de beslissingsmacht over het politieke proces niet kwijt raakt (Mazzoleni, Schultz, 1999). Kepplinger onderzocht deze mediatization voor Duitsland in de periode 1951-1995. Zijn onderzoek toonde aan dat, hoewel de wetgevende activiteiten van de Bundestag gelijk waren gebleven, er momenteel veel meer informatie gegeven werd. Ook toonde hij aan de drie belangrijkste Duitse kranten vandaag nog ongeveer evenveel artikels publiceren op basis van gebeurtenissen of issues, maar veel meer artikel, maar veel meer artikels publiceren op basis van statements over die issues op gebeurtenissen, en dat daarbij artikels op basis van statements van politici veel meer voorkomen dan artikels op basis van statements van niet-politici. (Kepplinger, 2002).
Weinigen zullen ontkennen dat de N-VA een groot deel van haar electoraal succes te danken heeft aan de deelname van partijvoorzitter Bart De Wever in het VRT-programma "De Slimste Mens". Minder echter is geweten dat uitgerekend de N-VA op 28 april 2003 een deontologische code voorstelde waardoor het politici niet meer zouden mogen deelnemen aan spelletjesprogramma's. Ik citeer uit dit lezenswaardig document: "De N-VA stoort zich aan het optreden van diverse politici in TV-spelletjes. Wij hebben genoeg van de verkleutering van de politiek door parlementsleden die denken dat ze verkozen zijn om de plezante uit te hangen.". Tja, wie gelooft die mensen nog?"
Een journalist van Le Soir had mij meegevraagd op reportage. Doel: uitzoeken waarom 'vlaanderen' op N-VA stemde. En in het kanton Kontich werd N-VA de grootste met 21,6 % (nu bestaat dat kanton uit meer gemeenten dan Kontich, maar soit). Boeiend (en licht verontrustend), zo'n namiddagje zoeken naar de ondoorgrondelijke wegen van de kiezer.
Het bevestigde mijn overtuiging dat de wetstraat en zijn watchers dé stem van dé kiezer te veel vanuit eigen denkkaders interpreteert. En vooral veel te rationeel interpreteert. Geen één van de mensen die we spraken wist dat de N-VA een separatistische partij is. Velen, maar niet allemaal, wisten wel dat ze 'Vlaams' zijn, maar dat was daarom niet hun voornaamste beweegreden om erop te stemmen (ja, er is wel degelijk een De Wever-effect). De man van 'Le Soir' was ervan 'geschrokken'. Eindelijk geloven ze mij, de Franstalige journalisten aan wie ik al jaren probeer uit te leggen dat dé Vlaming niet elke ochtend de Vlaamse leeuw groet.
Wie de kiesresultaten aandachtig leest komt tot de volgende, opmerkelijke bevinding: de uitgesproken nationalistische partijen (t.t.z. bij wie de splitsing van België core-business is), winnen niet aan zetels, integendeel: ze verliezen er. In grafiek alle uitslagen van de Vlaamse raad/het Vlaams parlement sedert 1995. De bruine balk is het totaal aan nationalistische partijen (in zetels). De gele balk is het Vlaams Blok (Belang), paars de VU (N-VA) en rood Spirit (VL. PRO/SLP).
(Bron: Le Soir) Oser affronter le racisme linguistique
jeudi 04 juin 2009, 11:41
C'est un peu l'arroseur arrosé : en 2004, le Vlaams Belang avait fait annuler la loi anti-discrimination parce que la langue n'était pas mentionnée en tant que telle parmi les motifs de discriminations punissables. On a dû réécrire la loi et aujourd'hui la discrimination linguistique est reconnue pour la première fois par la Justice, au profit des francophones (ceux de Hal, privés de droit d'affichage de leurs listes). Les manifestants du Belang qui injuriaient les candidats francophones à Hal le 22 mai ne doivent pas apprécier.
Bien sûr, il ne s'agit que d'une décision en référé. Bien sûr, la cour d'appel pourrait ne pas suivre le même raisonnement. Il n'empêche, c'est une brèche qui a été ouverte par un juge (flamand) dans le contentieux communautaire, même s'il est difficile d'en mesurer toutes les conséquences. Jusqu'ici, les litiges contre certains règlements communaux ou régionaux jugés devant la chambre flamande du Conseil d'Etat n'ont jamais été favorables aux plaignants francophones qui s'estimaient discriminés en tant que francophones. Ici, c'est l'atteinte aux droits subjectifs, découlant de la Convention européenne des droits de l'homme, qui a fait l'objet de débat devant la justice. La distinction est essentielle car on touche ici aux droits fondamentaux. On ne peut pas écarter quelqu'un de l'accès au logement, à la propriété, au droit d'élire ou d'être élu en raison de son origine et de sa langue.
Les autorités flamandes avaient déjà reçu un avertissement en la matière avec le dernier rapport de la Commission européenne contre le racisme. Attention à la discrimination potentielle, disait le Conseil de l'Europe, à propos du « Wooncode ». En voici un autre. La discrimination linguistique, c'est le poil à gratter de notre système de lutte contre toute forme de ségrégation. Il n'y a toujours aucun organisme pour accompagner les plaintes des victimes potentielles alors que la loi le prévoit. Le sujet est trop sensible dans un pays miné par les tensions communautaires. Alors on fait le gros dos devant les chants (racistes) antiwallons. On détourne la tête quand des politiques incitent au rejet de l'autre communauté linguistique. Il faudra pourtant apprendre à faire face et à réagir.
Vandaag ontving ik een interessant briefje van de VZW B Plus. De jongens en meisjes van B Plus gaan er prat op voor een vernieuwd en federaal België te zijn. B Plus steunt echter Mevr. Isabelle VAN LAETHEMvan L.D.D. bij de komende verkiezingen. (http://bplus-acties-actions.skynetblogs.be/archive-month/2009-06 hier staat de volledige lijst, Isabelle V.L. staat bij Kandidaten die dicht bij de ideeën van BPlus aansluiten maar geen lid zijn)
Nou, dan is het altijd even nuttig om te gaan kijken wat die mevrouw te zeggen heeft. Ik citeer: http://forum.politics.be/showpost.php?p=3531429&postcount=4 VRAAG: "Wat denk jij, als voorzitter van JGV?" Isabelle VAN LAETHEM: "Jong Gezond Verstand ijvert zelf wel voor een zelfstandig Vlaanderen: Vlaanderen als onafhankelijke staat binnen een confederaal Europa."
Met confederalisten als Steven Vanackere, Ivo Belet, Rudi Demotte, Caroline Gennez enz. te steunen wordt het radicale nationalisme verder lippendiest bewezen.
Daarmee is, denk ik, alles gezegd over het nieuwste dieptepunt dat deze Belgischgezinde (sic) organisatie bereikt heeft.
Tenzij dit nog: met zulke vrienden, heb je geen vijanden meer nodig.
(Met veel dingen ben ik het niet eens, maar dit is wel een erg interessante tekst, bron: http://www.indymedia.be/node/24462)
Eric Corijn: "Een onafhankelijk Vlaanderen is een demagogische eis
Maaika Santana en Han Soete16 oktober 2007 14:47
BRUSSEL
-- Hoe moet het met Brussel als België splitst? En welke plaats heeft
onze hoofdstad in het hele debat over de staatshervorming? We vroegen
het aan Eric Corijn, cultuurfilosoof en professor aan de Vrije
Universiteit Brussel.
Wat denkt u van de huidige politieke strubbelingen?
Je kan dat bekijken op het niveau van de politique politicienne: de
man met de 800.000 voorkeurstemmen, de manoeuvres tussen Reynders en
Leterme die strijden om de macht. De fundamentele reden waarom het zo
moeilijk gaat is dat de politici zich bezondigden aan opbodpolitiek
tijdens de verkiezingen waarbij ze zich enkel tot de eigen achterban
hebben gericht zonder rekening te houden met haalbaarheid of een
mogelijk compromis. Daar betalen ze nu de prijs voor. In Vlaanderen
heeft dat ondermeer te maken met het algemene klimaat van verrechtsing
onder druk van het Vlaams Belang. Normaal draaien verkiezingen rond het
verleiden van de centrumkiezers. Deze keer speelde de echte strijd zich
af aan de rechterzijde: CD&V dat zich vastketende aan N-VA, die op
haar beurt na de splitsing van de Volksunie de rechterzijde probeert te
hergroeperen en de competitie met Lijst Dedecker die de rechtervleugel
is van de liberale pool. Nu hebben ze dus veel tijd nodig om dat opbod
te verzoenen met de echte systeembelangen.
Onderhuids spelen andere fenomenen mee. Er is sprake van een
generatiewissel. In tegenstelling tot Dehaene heeft Leterme nooit een
staatshervorming onderhandeld. Er is ook sprake van een uiteengroeien.
Niet dat de sociaal-economische netwerken uit elkaar groeien, maar het
vertoog doet dat wel. Je zit met een pers die niet meer over de
taalgrens kijkt. Media en politici gedragen zich echt
onverantwoordelijk. Hoe komt dat? Wat de laatste jaren echt veranderd
is, is het salonfähig worden van het Vlaams Belang. Het nationalistisch
etnocentrisch discours van het Belang is een aanvaardbaar alternatief
geworden waarover een normaal politiek debat mogelijk is. Een groot
deel van de ondernemers vreest nog altijd dat het VB aan de macht
nadelig zou zijn voor de internationale uitstraling, maar er is ook de
groep ondernemers van De Warande die een pleidooi houden voor de
Vlaamse onafhankelijkheid. Waarom doen ze dat? Zelfs de meest
dynamische sectoren van de Vlaamse economie staan onder druk van
internationale concurrentie. Hoe kan je je concurrentiepositie
handhaven in de huidige geglobaliseerde wereld? Door de kosten te
drukken. Door bijvoorbeeld een einde te maken aan de solidariteit met
armere streken. Op dat vlak kan je dit vergelijken met Noord-Italië dat
niet meer wil bijdragen voor Sicilië of Catalonië dat af wil van
Andalusië. Het nationalisme moet dan een sociaal-economisch project
dragen. In Vlaanderen waar de liberalen relatief sterker staan en de
socialisten zwakker, is er een draagvlak voor een politiek die de lonen
drukt en de sociale zekerheid afbouwt. Men wil territoriale structuren
creëren waar de krachtsverhoudingen makkelijker toelaten om een
bepaalde rechtse politiek door te voeren. De staatshervorming draait
niet enkel om Vlaanderen aan de Vlamingen en Wallonië aan de Walen. De
verschillende krachtsverhoudingen, de breuklijnen liggen verschillend
in de twee gebieden en de Vlamingen willen daar van af. Ze willen niet
enkel van de PS af wat betreft beheer maar ook wat betreft bijvoorbeeld
de verdediging van de sociaal zekerheid.
In die zin heeft Reynders gelijk als hij zegt dat het drukken van
de PS in de oppositie de grootste staatshervorming is. Reynders zegt
tegen de Vlaamse burgerij: Ik ben akkoord met jullie programma, daar
heb je dus geen onafhankelijkheid voor nodig. Laten we binnen België
werken aan een belastingsverlaging en het verhogen van de remgelden in
de gezondheidszorg. Dat is volgens mij de diepere reden dat er in
Vlaanderen al een akkoord is om de timing uit te stellen tot 2009, ná
de gewestelijke verkiezingen
Is België een opgedeeld land?
Ik daag Vlamingen en politici uit om territoria af te bakenen
waarop ze zelfstandige politieke instellingen kunnen denken. De
federale structuur van België is gebaseerd op het principe van
eentalige territoria, een principe dat trouwens door de mondialisering
steeds meer onder druk staat, maar goed... Brussel wordt daarin als een
probleem gezien. Het stadsgewest werd kunstmatig afgebakend binnen 19
gemeenten, die daarenboven bij de fusie van gemeenten onaangeroerd
bleven. In werkelijkheid spreken alle sociaal-geografische studies van
een economisch stadsgewest dat tussen de 35 en de 60 gemeenten omvat.
Een sociaal-economische ruimte waar 2,3 miljoen mensen wonen en 30 %
van de Belgische loontrekkenden verblijven. De rand hangt dus samen met
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en is alleen economisch onleefbaar.
Wat doe je dan bij een splitsing? Als derde gewest is Brussel te klein.
Wie Brussel klein wil houden en de rand bij Vlaanderen, moet het land
beter één houden. Onafhankelijkheid van Vlaanderen heeft een prijs: een
groot Brussel. Tenzij men natuurlijk de illusie blijft koesteren dat
een onafhankelijk Vlaanderen Brussel inhoudt. Ook een zelfstandig
Wallonië kan niet zonder Brussel. Beide gewesten hangen dus aan elkaar
door Brussel. Sociaal-economisch is er wel degelijk een Belgisch
netwerk en Brussel is daarbinnen geen probleem, maar een verknoping,
een poort tot de wereld.
Stel dat men zegt: ok, Vlaanderen neemt Brussel er bij want het
ligt op dat territorium. Allereerst moeten de Brusselaars daarmee
akkoord gaan. Je kan ze natuurlijk omkopen, zoals de Warande groep
voorstelt, met culturele autonomie, met het lokmiddel om met het rijke
Vlaanderen mee te gaan. Dat betekent dat de Brusselaars Vlamingen
worden en Vlaanderen voor de Franstalige minderheid onderwijs en
culturele instellingen voorziet. Ook in dat geval moet je de 19
gemeenten uitbreiden met de faciliteitengemeenten want om discriminatie
te vermijden moet je rekening houden met alle Franstalige Vlamingen.
Dan gaat men naar een constellatie waar men in bepaalde delen van dat
autonome Vlaanderen culturele rechten aan minderheden geeft, maar moet
dat dan niet in alle delen? Een eentalig land en dan Brussel opnemen
met uitstervende rechten voor dat miljoen, is niet leefbaar. Mijn
tweede argument is dus dat er geen enkel redelijk voorstel is van hoe
men Brussel eventueel in dat autonome Vlaanderen zou opnemen.
Ten derde, is dit wel mogelijk in huidige opvatting over
gemeenschappen? Het gaat volgens mij niet om gemeenschappen. Zoals de
Vlaamse gemeenschap in Brussel niet bestaat tenzij in het VGC en zoals
de Franstalige gemeenschap om verschillende culturen draait. Meer nog,
41% van de Brusselse huishoudens is taalgemengd. Tussen dit en 10 jaar
is de meerderheid van de Brusselse huishoudens meertalig. Dit culturele
vraagstuk los je niet op met de opdeling Vlaams of Franstalig. De druk
om meertalig onderwijs te voorzien bijvoorbeeld zal vergroten. De
huidige twee netten, Vlaams en Franstalig, komt hier dan niet aan
tegemoet. De normale socialisatie van die kinderen is dat ze ook op
school kunnen omgaan met verschillende taalsituaties, in plaats van ze
in een eentalig, nationalistisch hokje te steken. Deze minderheden zijn
niet nationaal of gemeenschapsgewijs te organiseren. Ze vragen
meertaligheid, gemengde culturen, hybriditeit. En zal men dan wel
meertalig net aanvaarden?
Dat alles stelt nog meer de Vlaamse eigenheid in vraag. De
basistrend van de mondialisering is net het weggaan van cultureel
homogene territoria. Stedelijke netwerken zijn volgens mij een
alternatief op het concept van landen die de wereld bedekken. Een land
wordt getekend op basis van een territoriale afbakening, met een
politieke structuur die het territorium alleen beheerst. Soevereiniteit
van het volk en dat volk is cultureel bepaald. Bij stedelijkheid wordt
de ruimte, de territorialiteit anders georganiseerd. In de huidige
wereld spelen steden een rol als knopen in een netwerk Financiële
transacties gebeuren via Londen, Tokyo en New York en die trekken zich
van de rest van de wereld niets aan in een dergelijke globalisering.
Dus het is niet alleen de Belgische regering of de nieuwe Vlaamse
regering die het buitenland betrekt, het is ook het netwerk dat
bijvoorbeeld vanuit Antwerpen bestaat rond de havens of vanuit Brussel
inzake NGOs en ontwikkelingshulp. Mondialisering is verstedelijking.
En de complexiteit van de stad staat dichter bij de complexiteit van de
nieuwe wereld dan een land.
Binnen de tien jaar is Antwerpen zoals Brussel nu, met een
belangrijke fractie anderstaligen en meervoudige culturele systemen. Nu
al is een meerderheid van de lagere school kinderen in de kernstad er
thuis anderstalig! Een stad reageert dan veel gevoeliger dan een land.
Een lokale schepen van cultuur heeft over het algemeen bijvoorbeeld een
veel stedelijker, multicultureler project dan een nationale minister
van cultuur. Je krijgt dus een heel andere vorm van territorialiteit.
In een zomerpraatprogramma op de televisie vroeg Arno zich af doelend
op de politici: Waar zijn ze mee bezig? En terecht heeft hij het over
de kleinsteedse perceptie, over Leterme die vanuit Ieper de wereld
bekijkt en nauwelijks Brussel ervaart. Er zijn nauwelijks
leidinggevende politici die in de stad, laat staan in de hoofdstad
wonen. Als ietwat psychologische verklaring voor de kwaliteit van de
onderhandelingen kunnen we erop wijzen dat deze politici vanuit hun
suburbane visie een heel provincialistische kijk ontwikkelen op
politiek of op maatschappelijke ordening.
Wat is de positie van Brussel dan in dit debat?
Als je de onderhandeling wilt voeren op het vlak van
bevoegdheidspakketten die andere sociaal-economische realiteiten kunnen
beheren, zou je eerder intergewestelijk moeten onderhandelen, met drie
in plaats van met twee. Dit is echter onmogelijk omdat de partijen
communautair, volgens natie, georganiseerd zijn. In het debat is
Brussel gewoon niet vertegenwoordigd. Als je Brussel echt integreert is
het discours van de twee gemeenschappen niet meer coherent. De
splitsing van België is volgens mij dus een demagogisch argument. Er is
geen enkel bediscussieerbaar scenario voor de opsplitsing van België.
Dat gaat over het behoud van elementair burgerlijk democratische
principes of regels. Als Vlaanderen Brussel wil hebben moet het voor
een meertalig Vlaanderen zijn en dan heeft De Wever nog niet gedaan met
werken! Ofwel moet Brussel uitgebreid worden tot een leefbaar gewest.
De werkelijkheid van de sociaal-economische culturele differentiëring
gaat eigenlijk niet tussen twee gemeenschappen, maar tussen drie
gewesten.
De media vertellen ons dat er 80 Vlaamse eisen zouden zijn, ik weet
niet of dat de eisen van alle Vlamingen zijn. In elk geval heeft men ze
ons nog nooit publiek voorgesteld. Maar dat gebeurt dan wel in naam van
alle Vlamingen. Dat gaat over technische zaken zoals de verkeersborden,
een aantal puur regionale zaken zoals een investering voor een
spoorweglijn van de haven van Antwerpen. Bevoegdheden herverdelen op
het aangepaste niveau, volgens het zogenaamde subsidiariteitprincipe is
een algemeen principe van goed bestuur. Stel dat je voor die hefbomen
bent waardoor de regios beter de mondiale concurrentie aankunnen, dan
is het echter helemaal niet zeker dat Vlaanderen daarvoor het beste
niveau is. Het zou wel eens kunnen dat de regio Antwerpen in Europa
beter kan concurreren of de Vlaamse ruit Antwerpen-Leuven-Brussel-Gent.
Dus als je die redenering begint in te voeren voor homogene
bevoegdheidspaketten voor de beste concurrentiepositie, dan is het
zelfs niet zeker dat de interne Vlaamse solidariteit overeind zal
blijven.
Dus u zegt dat de retoriek rond de Vlaamse onafhankelijkheid niet
meer van deze tijd is en niet past bij de ontwikkelingen op
wereldschaal of zelfs Belgisch niveau?
Het kapitalistisch wereldsysteem heeft zich vanaf de zestiende eeuw
ontwikkeld als een dynamische wereldmarkt. En in de negentiende eeuw is
men die wereld helemaal gaan organiseren in zogenaamde natiestaten.
Beide systemen hebben zich tot vandaag in een, weze het wankel,
evenwicht gehouden. Vandaag breekt de mondialisering het systeem van de
natiestaten.
De idee van de democratie, van de staatsmacht gelegitimeerd door
het volk, is verbonden geworden aan de idee van de natie, van een stuk
van de wereldbevolking gekenmerkt door een zekere culturele en sociale
identiteit. Om je politieke rechten te krijgen moet je lid zijn van de
club en die club wordt cultureel omschreven. De meest open opvatting op
de expressie van het volk is de Frans republikeinse: iedereen op het
grondgebied, bereid zich aan de wetten te onderwerpen, mag lid worden
van het volk. Een meer gesloten versie is de romantische visie die in
Duitsland is ontstaan: lid van het volk ben je door geboorte in een
particuliere cultuur, met een eigen taal, ene eigen geschiedenis. Niet
de eigenschappen van een menselijke universele cultuur tellen, maar die
van de particuliere cultuur van dat gebied. Een taal, een folklore, een
bepaalde volksmuziek, klederdracht. Die spanning tussen algemene
menselijkheid en particuliere menselijkheid die bestaat al lang en
zorgt voor een reële tweedracht in de organisatie. Organiseer je de
mensen volgens hun eigenheid of volgens hun universaliteit? Door
uitbreiding van de territoria en de Europese integratie, door
immigratie en grotere vermenging, door interne culturele differentiatie
in zeer verschillende leefstijlen, wordt de idee van de particuliere
identiteit om politieke rechten te grondvesten, steeds moeilijker te
handhaven. Dus moeten we verschuiven naar meer universele kenmerken die
het lidmaatschap van de groep onderbouwen, namelijk een aantal gedeelde
gedragsregels, los van de eigenheid. Niet welk geloof je hebt of welke
taal je spreekt zijn belangrijk, maar of je een aantal basisvoorwaarden
van democratisch omgaan met elkander onderschrijft. Die voorwaarden
vanuit diverse culturen ontwikkelen, dat zie je in de stad gebeuren. De
Brusselaars verenigen op basis van een gedeelde roots, van een gedeeld
verleden, is een illusoir project. We hebben geen gedeelde roots, ons
verleden is zeer verschillend. Je kan de Brusselaars alleen verenigen
op basis van een gedeelde toekomst. Die gedeelde toekomst is een
gedeelde visie, is een programma, zijn mogelijkheden, scenarios, de
toekomst is open. In die gedeelde toekomst kan je van Marokkaanse
afkomst zijn, Antwerpenaar of echte Marollien, maar je moet die
eigenaardigheid wel projecteren in eenzelfde sfeer. Dat is het
politieke toneel van de stad.
Welke concrete politieke werking kan hieruit voortvloeien?
Dit is de zwakte van de representatieve democratie. Deze
veronderstelt namelijk dat je gedurende een tijd tussen twee
verkiezingen en op een heel pakket dossiers een samenhang hebt en dus
mensen die in naam van stukken van de bevolking kunnen spreken. Dat is
wat de ideologie en de partij als uitdrukking van de ideologie kon
doen. Vandaag is die samenhang verloren. Mensen mandateren om gedurende
vijf jaar over alles in jou naam te spreken, is onmogelijk. Door de
sociale diversiteit, doordat de mensen meer geschoold zijn en omdat de
mensen zelf minder samenhangend zijn geworden. Men kan dus op het vlak
van de groenvoorziening in de wijk de groenen volgen en op vlak van de
sociale zekerheid de liberalen, zonder echte samenhang en zonder
representatie dus. Mensen zijn niet langer socialist op alle punten en
gedurende alle vijf jaar. Zelfs de vertegenwoordigers zelf niet. Om het
volk te vertegenwoordigen zul je het dus regelmatiger moeten gaan
vragen. Dat betekent consultaties tussenin. Dat betekent vooral een
participatiemodel voor een coproductie van het samenleven. De
samenleving moet daartoe geherpolitiseerd worden. De mensen moeten
leren om niet in hun positie van klant of als particuliere communauteit
te spreken, maar als burger. Je wordt niet als burger geboren. Een
burger is iemand die een positie inneemt in de discussie over de
algemene oplossing. Dit is dus ook een kritiek op de liberale visie
over burgerschap. Die positie moet je leren, dat is politiek spreken,
je integreren op dat niveau.
Een kritiek die ik ook in ons boek Populisme (Epo, 2006) aanhaal,
is dat als de politiek nu veel te ondoorzichtig wordt gehouden. Mochten
de media de politiek opvolgen zoals het voetbal dan zou het publiek
meer inzicht in het spel verwerven. Nu zijn het de actoren zelf van de
politiek die ook de commentaar leveren. Het gaat tussen journalisten en
politici. Alsof de trainer en de voetbalspelers de commentaar moeten
leveren bij de match. In de sportprogrammas komen experten aan het
woord, wordt de analyse gemaakt, het waarom van de match gezocht. Welk
systeem zit er achter, zijn ze defensief of offensief bezig? Hoe komt
het dat die goal niet gelukt is? De mensen verwerven inzicht in het
spel en kunnen zo een mening vormen. De politieke berichtgeving maakt
zelf deel uit van het spel. Er wordt niet gepoogd de mensen
inzichtelijk te ondersteunen. Het is geen debat over wat gebeurd daar
nu, over verschillende verklaringsmodellen. Pas dan kunnen we
discussiëren en krijg je inzichtelijke debatten en kunnen de mensen
kamp kiezen. Voor of tegen die maatregel is geen kamp kiezen, dat is
voor of tegen die ploeg zijn. Dat is niet inzien hoe het spel gespeeld
wordt.
Hoe ga je in deze discussie om met mensen die reageren door
bijvoorbeeld terug te grijpen naar een Belgische vlag? Kunstenaars die
zich uitspreken tegen dat separatisme en de afbraak van solidariteit?
La Belgique à papa bestaat niet meer. De basis daarvan was een
economie samengehouden door één holding namelijk de Société Générale,
die 30-40% van de Belgische economie controleerde en waar een bepaalde
elite, Franstalig en verbonden met het koningshuis, een belangrijke
macht in had. Die Société is nu verkocht en in Franse handen. Dat soort
België, zelfs nog los van de federalisering of culturele opsplitsing,
bestaat niet meer. Vandaag wordt de notie België gebruikt voor meer
samenhang en solidariteit tussen de delen. Er wordt ook wel door
kunstenaars naar iets anders verwezen: het Belgische arrangement of de
mengvorm, de voortdurende negotiatie van het verschil. En dat is als
intellectueel, voor het kunstmilieu een heel positieve omgeving. Als
kunstenaars België overstegen hebben, komt dat door de concentratie van
verschil en dynamiek. Als onze kunst internationaal erkend wordt is het
juist omdat ze zo creatief met verscheidenheid omgaat.
Wat denkt u dat de afloop zal zijn?
Ik denk niet dat de splitsing er zal komen. Als puntje bij paaltje
komt, gaan er concrete implicaties op tafel komen te liggen die nu
onduidelijk zijn. En dat gaat niet alleen over onoverbrugbare
meningsverschillen, maar ook over onoplosbare materiële problemen. Het
separatisme blijft maar coherent als het volledig eenzijdig vanuit één
positie wordt geregeld. Binnen de Belgische constructie blijft de
ambivalentie bestaan, namelijk: drie gewesten met twee grote
gemeenschappen. Want dit is een Belgische constructie met een netwerk
van zes regeringen naast de federale regering. Ofwel verdeel je echt de
bevoegdheden en krijg je tussen de gewesten concurrentie. Waarom zou
Brussel dan nog aanvaarden dat het Vlaamse gewest zijn onderwijs op het
territorium organiseert? 350.000 mensen komen elke dag werken in
Brussel. Ze betalen hun belastingen echter in de andere gewesten. Gaat
Brussel dat laten gebeuren zonder federaal herverdelingsmechanisme? Als
je hefbomen wil om beter te concurreren, dan moet je niet verwachten
dat de anderen die hefbomen niet gaan gebruiken. Concurrentie zorgt dus
niet enkel voor voordelen aan één kant. En trouwens: in de meeste
gevallen zorgt concurrentie voor sterke nadelen aan alle kanten.
Solidariteit en samenhang zijn veel rationeler. En interne solidariteit
en samenhang houden alleen stand als die principes ook extern bovenaan
staan.
Waarom
krijgt iemand als Eric Corijn niet meer aandacht in de media? Zijn
analyse is helder, constructief en toekomstgericht. Nu nog de burger
overtuigen dat het leven meer is dan splitsen alleen.
Nu
weet ik waarom Eric Corbijn niets, maar dan ook niets, voorstelt in
Vlaanderen. Maar, huppel de B.U.B. maar achterna. Volgens alle
peilingen stemt nu 40% van de Vlamingen voor partijen die Vlaamse
onafhankelijkheid in hun politiek programma hebben staan. Dit wil
zeggen dat Leterme's wanhoopspoging (Belgie hervormen om Belgie te
redden) ho-pe-loos mislukt is, dankzij de Franstalige houding die als
vanouds enkel getuigde van hun absolute minachting voor de Vlaamse
cultuur, hun ongebreidelde arrogantie en hun plat imperialisme. Niets,
maar dan ook niets, remt de groei van de Vlaamse
onafhankelijkheidsbeweging af. Gelukkig kennen een aantal Vlamingen (op
Eric Corbijn na, wel te verstaan) wel het verschil tussen solidariteit
en sociaal profetariaat. :)
Volgend bericht kreeg ik, via facebook, toegestuurd:
Geachte heer, ik heb uw pagina doorgenomen, alsook uw blog even
bekeken. Het lijkt of u voor een unitair land bent, maar vooral tegen
de Vlaamse wil voor spllitsing. De Franstalige provocaties,
anti-Vlaamse steekspelletjes en soms racistische houdingen vind ik hier
nergens terug. U toont nergens uw tegenstand wanneer het gaat
over bijvoorbeeld een facebook-groep over 'Vlamingen: "woekerend
ongedierte" ' en ook geen enkel commentaar, laat staan groepering tegen
het MR van Maingain en waar zij voor staan. Enkel de Vlaamse liberalen
worden door u aangevallen. Het zegt alles over hoe Unitair
België vandaag denkt, en trouwens altijd heeft gedacht. Alles voor de
Franstaligen, de beschuldigende vingers wijzen naar de Vlaming.
Welgemeende groeten, G.Jeger
Informatie over wat Maingain zei, gisteren : "FDF-voorzitter
Olivier Maingain wil een einde stellen aan de verdeling in taalgroepen
in het Brussels parlement. Dat zegt hij vandaag in La Derniere
Heure/Les Sports. Oververtegenwoordiging "Het heeft geen zin
het systeem van taalgroepen te behouden in het Brussels parlement, met
een Vlaamse oververtegenwoordiging", zegt Maingain. Volgens hem zullen
de Vlamingen binnen tien jaar nog maar 5 procent uitmaken van de
Brusselse bevolking." -------------------------------------------------------------------------
1. De wil tot splitsing van België gaat voornamelijk uit van Vlaamse nationalisten, uiteraard val ik hen dan ook het meeste aan 2. Dit neemt niet weg dat deze Vlaamse nationalisten niet zo machtig zouden zijn indien niet 50% van het werk geleverd zou worden door Waalse regionalisten en Franstalige nationalisten 3. Zodoende zijn Waals/Franstalige nationalisten de objectieve bondgenoten van Vlaams-nationalisten 4. In België zijn alle partijen die in het parlement zetelen in min of meerdere mate nationalistisch (ze zijn immers gesplitst op taalkundige basis) 5. M.b.t. de situatie rond Brussel e.d.m.: herstel gewoon de provincie Brabant, met behoud van de taalgrens en -wetten, waardoor meteen de kwestie BHV alsook de uitbreiding van Brussel van de baan is. Zo'n derde gewest als tussenoplossing werkt trouwens pacificerend, reden waarom het niet gewild is door nationalisten. Op termijn moeten de gewesten en gemeenschappen vervangen worden door provincies. . Voorts moet op elk niveau het principe één man=één stem gelden
Eén stap vooruit en drie achteruit !
Marnik, 17/10/2007 10:24
Dit is een van de verstandigste analyses die ik in dit verband gelezen heb.
En inderdaad het "Belgique à papa" is niet meer, het is vervangen door een "Flandre de papa" een "Wallonie à papa" en een "Bruxelle à papa".
Redenen om ons te verheugen zijn er daarom allerminst.
Bravo
Joachim, 17/10/2007 16:44
Indrukwekkend.
Glashelder
Koen Wouters, 08/11/2007 02:45
Waarom krijgt iemand als Eric Corijn niet meer aandacht in de media? Zijn analyse is helder, constructief en toekomstgericht. Nu nog de burger overtuigen dat het leven meer is dan splitsen alleen.
om je te bescheuren van het lachen :)))
dirk gonthier, 09/11/2008 08:43
Nu weet ik waarom Eric Corbijn niets, maar dan ook niets, voorstelt in Vlaanderen. Maar, huppel de B.U.B. maar achterna. Volgens alle peilingen stemt nu 40% van de Vlamingen voor partijen die Vlaamse onafhankelijkheid in hun politiek programma hebben staan. Dit wil zeggen dat Leterme's wanhoopspoging (Belgie hervormen om Belgie te redden) ho-pe-loos mislukt is, dankzij de Franstalige houding die als vanouds enkel getuigde van hun absolute minachting voor de Vlaamse cultuur, hun ongebreidelde arrogantie en hun plat imperialisme. Niets, maar dan ook niets, remt de groei van de Vlaamse onafhankelijkheidsbeweging af. Gelukkig kennen een aantal Vlamingen (op Eric Corbijn na, wel te verstaan) wel het verschil tussen solidariteit en sociaal profetariaat. :)