Het regent zachtjes wanneer we in het station van Kortrijk op de trein stappen. Groot is dan ook onze verwondering wanneer na een half uur omgeroepen wordt dat " wegens weersomstandigheden er zeven minuten vertraging opgelopen is ". Het wordt dus weeraleens spurten in Brussel-Zuid. Blijkbaar zijn de weersomstandigheden in Walonië beter dan in Vlaanderen want we komen drie minuten voor de voorziene tijd aan in het station van Flawinne.
De wit-rood markeringen van het GR-pad zijn duidelijk overschilderd zodat het een poosje zoeken wordt naar een aanknopingspunt. Een lange steile klim brengt ons naar het gehucht Comogne waar we opeens drie Groteroutepaden belopen( de GR-125,126 en 412 ). We laten de ingangsdreef naar het kasteel des Quatre Seigneurs links liggen en richten onze schreden naar het bos.Ter hoogte van het kerkhof zien we links bij het kasteel een twintigtal geparkeerde wagens. Eigenaardig ! Iets verder ontmoeten we een dame met hond die ons vermoeden bevestigt. Verderop is er wegens jacht geen doorkomen aan dus moeten we op onze stappen terugkeren en de " gewone " baan naar Floriffoux nemen. We dalen af naar de Sambervallei tot bij het kasteel ( waar vroeger het water van de Samber tot aan de voet van het kasteel kwam, maar nu , gekanaliseerd een honderdtal meter teruggedrongen is.).
Bij de hoek van de kasteelmuur splitsen de drie GR-routes zich en wij dalen verder af tot bij de Samber die we over een grassig pad, stroomopwaarts volgen. Rechts een smalle bosstrook en links, aan de overzijde van het water, een industriegebied. Na zowat een uur, wanneer we onder de ijzeren spoorwegbrug door zijn verrijst hoog boven de Sambervallei , de in 1121 door de heilige Norbertus gstichte abdij van Floreffe.
We verlaten het water, gaan over de brug en beginnen de klim naar de abdij. Even over het binnenplein om dan bij de zuidpoort van de abdij een steile klim aan te vatten. Een klim waaraan schijnbaar geen einde komt.Ter hoogte van een imposante hoeve wordt het asfalt een begraasd pad dat eerst driekwart toer rond een weide maakt en ons dan een poos evenwijdig aan de N90 ( Namen -Charleroi ) doet lopen. Gelukkig wordt het geluid door een strook bos afgeschermd. In het open veld nemen we een bocht van 45 graden en beginnen een calvarietocht naar de calvariekapel op de top waar we een plateau met weids uitzicht cadeau krijgen. In het gehucht Trémouroux is het terug afdalen naar de Samber toe. Het gaat door het bos,langs een eenmanspad voorzien van een ijzeren borstwering, steil naar beneden tot in de straten van Franière waar we de trein opwachten die ons naar Namen brengt.
|