maandag
13 oktober 2014xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Santiago
de Compostela Finisterre Muxia start terugweg
Om 9.30u., na de gebruikelijke ochtendrituelen (wassen
eten wat orde op zaken stellen in onze auto) en de afrekening bij de camping
trokken Willy en ik verder naar Finisterre.
Dit zou reeds in de Romeinse tijd Finis Terrae, het eind van de
wereld genoemd worden. Daar ergens zou
het graf van de H. Jacobus gevonden zijn.
Het weertje was ons weer niet zo gunstig gezind. Mistig, af en toe regen tijdens onze rit
ernaar toe. Het landschap was opnieuw
zoals mn laatste voettochten: veel bos, vooral die eucalyptusbomen,
berglandschap,
Langs de weg kwamen we een aantal supermarkten
tegen. We deden onze inkomen voor de
laatste dagen. Daar zagen we die
typische tietjeskaas liggen. We konden
het niet laten er eentje te kopen. Het
is een specialiteit van de regio. Het gaat om die Queixo-kaas, (vermeld op
donderdag 9 okt) maar dan in de vorm van een vrouwenborst!!!! Queixo Tetilla. Het verhaal erbij is terug te vinden in de kathedraal
van Compostela. Rond het beeld van St.
Jacob staan 4 profeten. Een ervan, de
profeet Daniel, lacht! Men beweerde dat
hij glimlacht omdat hij kijkt in de richting van een beeld met blote
borst. De kerkelijke overheid vond dit
zo gênant dat ze de bewuste boezem afvlakten!
De boeren uit de omgeving protesteerden op hun manier: ze bewerkten hun
kaas in de vorm van een vrouwenborst.
Tot op vandaag is dit te koop en zelfs een specialiteit geworden!
Op Finisterre liepen we tot het eind van de wereld. Daar vonden we de km-paal van de Camino met
0,00 km.
Bij de vuurtoren verbrandden de vroegere pelgrims hun
(stinkende) kledij. Blijkbaar steken
moderne pelgrims ook op vandaag nog een deel van hun kleren in brand, want
achter de vuurtoren troffen we kleine brandhaardjes aan.
Het kerkje, Iglesia de Santa Maria das Areas, op Finisterre
was gesloten. Toen ik terug naar de auto
liep (slechts 20 m) was ik kletsnat!
Zon hevige regenvlaag stortte op me neer. Het haventje, het strand, het stadje,
we
konden het niet bezoeken.
Dus trokken we verder naar ons laatste doel: Muxia. Volgens de legende zou de H. Maagd in een
stenen schip aan Jacobus verschenen zijn toen hij tijdens zijn missie-werk de
moed dreigde te verliezen. We reden de
totale route in regenweer. Bij het
uitstappen was het nog steeds van dadde en onze goesting om veel rond te lopen
begon weg te zinken. t Werd een zéér
kort bezoekje.
Onze bedoeling was dààr nog een nacht te blijven, maar we
vonden er niets aan. We vatten de
terugweg aan.
En eenmaal we dit beslist hadden, wilden we dan ook écht
naar huis. Diezelfde avond waren we reeds een heel eind opgeschoven langs de
noordkust van Spanje. t Was lastig
rijden voor Willy. De ganse tijd
kronkelde de weg, t landschap was er zeer bergachtig en t bleef maar
regenen. We sliepen een paar uur op een
wegparking ergens vóór Santander.







|