zaterdag
13 september 2014xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Lizarra/Estella
Los Arcos 22 km
Het mag gezegd worden: Willy blijft me moreel
steunen. Hij staat s morgens samen met
mij op om me uit te wuiven. Daarna gaat
hij wel opnieuw naar bed om nog rustig door te slapen. Om 6.30u verliet ik deze morgen de
camping. Alles is dan nog pikdonker. Met een lampje op mn hoofd ben ik terug naar
de camino getrokken. De stad Estella was
nog zeer stil. Alleen pelgrims zijn
reeds in beweging. Mijn eerste babbel
was met een Frans koppel uit de buurt van Bordeaux. Zij deden elk jaar mee met de marathon van de
Medoc. Dit is een loopwedstrijd van
wijnkasteel naar wijnkasteel, met heel veel wijn-degustaties. De deelnemers zijn verkleed. t Moet een carnavaleske bedoening zijn. Zij vertelden me dit omdat we ook aan een
wijnkraantje kwamen bij het Monastereo de Santa la Real. Een wijnboer had er niets beter op gevonden
twee kraantjes te voorzien voor de pelgrims: eentje met water, eentje met
wijn! Een leuke stopplaats. Plots zie ik mn (enkel) Portugees sprekende
Braziliaan terug. t Was een hartelijke
ontmoeting met een warme knuffel, ook al konden we bijna geen woorden
uitwisselen.
Ook Jille en Jacky, de twee dames van mn eerste dag zag
ik terug. Het doet zo goed mensen terug
te ontmoeten.
Intussen wandel je steeds verder door prachtige golvende
velden. Hoe dichter tegen de middag, hoe
warmer de zonnestralen branden.
In het dorpje Azqueta had ik een zeer merkwaardige
ontmoeting met een plaatselijke man. Hij
kon geen andere taal dan het Spaans.
Gelukkig waren op dat moment 2 vrouwen bij me (Spaanse en Estlandse). We mochten mee naar zijn huisje, kregen een
speciale stempel van hem (trouwens iedere avond moeten we ergens een stempel
bemachtigen in ons stempelboekje om onze Credential te verkrijgen in
Compostela), en hij troonde ons mee naar een steen waarop het symbool van
Compostela staat (zelfde als zn stempel).
Hij praatte honderduit. De twee
andere vrouwen bleven nog een hele tijd bij hem, ik trok verder! Ik denk zelfs
dat Arnout Hauben diezelfde man ook ontmoet heeft toen hij de Camino
volgde.
We hadden geluk, rond de middag vonden we een beetje
schaduw en wat banken om te picknicken.
Op de knapzak van de dame naast me zag ik het woord Zuid-Afrika
staan. Inderdaad, wij spraken samen in
het Nederlands-(Zuid)Afrikaans.
Aangekomen in Los Arcos zocht ik de Aubergue die gerund
wordt door het genootschap van de Vlamingen.
Edward en Fons verwelkomden me heel hartelijk. Ze vertelden me dat er weinig Vlamingen
tussen de 13000 pelgrims per jaar (in hun aubergue alleen) zitten. Ik was er dus één van!
Met een Duitse kamergenoot Paola trok ik nog even de stad
in om wat inkopen te doen. Op een
gezellig pleintje at ik een verfrissend slaatje (met Jille en Jacky)
s Avonds om 20.00u. was er een mis met op het einde een
zegening voor alle pelgrims. Iedereen
kreeg in zijn taal het gebed voor de Pelgrim mee. De kathedraal was binnenin PRACHTIG! Op foto kun je die pracht en praal niet
weergeven!
Om 21u. was het bedtijd.
Deze nacht sliepen Willy en ik dus weer apart.







|