Een stressvolle week, alhoewel dat op Erasmus wel met een
korreltje zout genomen mag worden. Onze spionne in Leuven, Heleen dus, bracht
ons het nieuws dat we voor het einde van de week een thesis gekozen moesten
hebben. Nathalie, momenteel Chileense ziekenhuizen aan het verblijden met haar
aanwezigheid, kreeg geen toelating om met mij Peru te bezoeken. Onze huisbaas
begon een sms-offensief waarin hij duidelijk maakte onmiddellijk met ons drie
rond te tafel te willen zitten, wat zeer vreemd is want halverwege de maand
valt er geen huur te innen en zien we hem normaal dus niet. Uiteindelijk kwam
alles op zijn pootjes terecht, en maar goed ook.
Thomas en ik besloten een tweedaags bezoekje te brengen aan
Ronda, wat de echte Andalusische ziel zou moeten zijn, althans volgens de
trotter.
We namen zaterdagnamiddag de bus en deden onze intrede in
hostal Biarritz. We liepen wat rond in het stadje en keken s avonds de voetbal
in een lokale bar vol Britten. De volgende ochtend op tijd op, en we begonnen
aan een afdaling in de vallei, om via een grote toer terug in Ronda uit te
komen. Je moet heel wat loslopende honden zien te ontwijken, en dat was
waarschijnlijk een van de redenen waarom de toer uiteindelijk groter was dan
voorzien. Een poging tot liften leverde niks op, dus stapten we te voet terug. s
Nammidags slenterden we rond in het stadje en erbuiten, voortdurend genietend
van de mooie uitzichten. Ronda is inderdaad een bijzonder plekje, maar meer dan
een dag hoef je er niet te verblijven. Dus zondagavond wilden we de bus terug
nemen, maar hadden Erasmus-gewijs geen flauw benul van de uurwisseling, en
misten de bus volledig. Gelukkig was er nog één bus terug erna, en kwamen we s
avonds terug in Sevilla aan.
Over enkele dagen vertrek ik dan richting Zuid-Amerika voor
een bezoek aan Nathalie. De Semana Sancta laat ik aan mijn neus voor bij gaan,
maar naar het schijnt is die daar ook de moeite. Hasta luego, tíos!
Aankomst in Barcelona rond middernacht na een korte
vuelingvlucht vanuit Sevilla. We vonden vrij snel Jan zijn kot, waar Kasper en
Hans al toegekomen waren. We dronken en praatten wat bij, sliepen uit en
trokken de volgende dag Barcelona in. Via Eixample richting het park van Gaudi,
namiddag de Ramlas en in de vroege avond begonnen we al te koken. Jan zorgde
voor een paella van formaat. Later op de avond bezochten we een barretje in de
buurt, waar we eerst amper binnen konden op onze sneakers, en waar we even
later vriendelijk gevraagd werden de zaak te verlaten.
Quote of the day: K.V.
uit T., terwijl iedereen naar zijn verschillende sokken staarde: Zeg mannen,
zijn jullie ook al gestopt met sokken te sorteren na het wassen?
Vrijdag begaven we ons naar Montjuic, alwaar Jan een
voetbalpartijtje georganiseerd had tegen andere Erasmussers uit Barcelona.
Zoals het goede Belgen beaamt, gingen we zwaar op onze doos en besloten we dan
maar ons langs de kant te zetten en wat biertjes te drinken. Later bezochten we
verder Montjuic, en met de metro snelden we nog naar la Sagrada Familia, alvorens weer
thuis bij Jan te komen. Die avond maakten Thomas en ik twee tortillas, met
wisselend succes. s Avonds naar het Dansatorio ( aka Hansatorio Vomatorio),
zowat Jans huisdiscotheek en voorwaar een keet zoals we er in Sevilla nog geen
zijn tegengekomen.
Quote of the day and the day after: J.P. uit M.,
na een vraag over het Picassomuseum: Fuck culture.
Zaterdag deed iedereen zijn ding een beetje. Kasper ging wat
fotos trekken in de stad. Thomas, Hans en ik bezochten Casa Mila en de Sagrada
Familia. Jan sliep uit en deed de afwas. Uiteindelijk kwamen we in de namiddag
allemaal samen op de playa, die wel mooi is, maar toch ook vreemd aandoet
wetende dat het strand er 20 jaar geleden gewoon kunstmatig is aangelegd op
oude fabrieksterreinen. In de vroege avond wees Jan ons de weg naar een
champaneria, vergelijkbaar met een Andalusische tapasbar, maar dan één waar je
goedkope schuimwijn kan krijgen bij je hapjes. Erg aangenaam, en we ontdekten
voor het eerst een stukje Spanje in de grootstad. Kasper maakte later nog een
lekkere spaghetti klaar. We kregen telefoon van Julian, mijn Sevillaanse
kotgenoot, die een nachtje in Barcelona verbleef alvorens de Pyreneeën in te
trekken en gezamenlijk gingen we wat drinken in een reusachtige bar, zo groot
als een voetbalveld. Na heel wat discussie besloten we ook die avond nog op de
lappen te gaan, en Jan gidste ons naar wederom naar een aangename boîte.
Quote of the day
before: J.P. uit M., nadat T.D. uit T. even liet weten een dutje te willen
doen: Ja dat is de moeite niet meer hoor, we gaan beginnen indrinken.
Zondag vertrok iedereen moe en tevreden weer terug naar zijn
thuishaven, of dat nu Lissabon, Madrid of Sevilla was.
Met Nathalie eerst een dagje in Malaga verbleven. Wat, eens
je in het centrum bent, echt een aangenaam havenstadje is. Daarna richting
Granada doorgereisd. Ook een parel, maar heel anders als Sevilla. Veel
studentikozer, alternatiever en met een grotere Arabische invloed. Het was
opmerkelijk dat je door één stad in Andalusië te bezoeken, waarschijnlijk meer
bijleert over de geschiedenis van de Arabieren dan door heel Marokko te
bezoeken. Het is jammer om te zien dat er zoveel moois staat in Marokko, maar dat
het zo slecht onderhouden is en aangeboden dat het maar op weinig interesse kan
rekenen.
Na Granada bleef Nathalie nog twee dagen in Sevilla en
diezelfde week nog landden mijn ouders, zus en grootmoeder. Het was een weekend
vol highlights-bezoeken, lekkere ontbijten en avondmalen, veel zeveren en
bijpraten en een uitstekend concert van Yann Tiersen.
Afgelopen week dan terug de klaslokalen ingekropen en wat
beginnen bij te werken. Donderdag nog een examen taekwondo afgelegd. Geleerd
dat er op kreten als hap-tsi-juni-kata-ho blijkbaar ook bewegingen horen te
volgen. Dewelke waren mij nooit geheel duidelijk. En Thomas evenmin. Het zal
aan ons gebrekkig Koreaans liggen. Maar het was weer eens een leuke bedoening
om als buitenlander tussen te zitten en te ondergaan.
Tijdens het weekend wat achterstallige taken afgewerkt en
met Thomas en zijn kotgenoot Jonny, aka Jimmy (een Spanjaard met zo een naam
kan alleen uit Cádiz komen) en zijn vriendengroep nog een keer uitgeweest.
Woensdag trekken we naar Barcelona. Kasper komt ook van
Lissabon en Hans komt toe uit Madrid. Jeanke staat klaar om gastheer te spelen.
Hem kennende, en zijn auberge español-achtige verhalen opvangende, zal zijn
rondleiding dan ook hoogstwaarschijnlijk beperkt blijven tot een uitgebreide kennismaking
met het nachtleven aldaar. De rest zullen we zelf moeten bezoeken. Olé!
Een ontbijtje kregen we op het dakterras, met een mooi
uitzicht over de stad. We bezochten een paleis en koranschool, maar het mooiste
was toch weer de medina. Elke keer opnieuw je ogen uitkijken, totdat je
verdwaald bent. Prachtig toch.
In de vooravond namen afscheid. Ik vertrok naar het station,
klaar voor een wedren tot in Malaga, waar Nathalie de volgende dag zou landen
om 16.00 uur. Thomas besloot nog twee dagen in Marakesh te blijven, de stad nog
wat te bezoeken en een excursie naar het Atlasgebergte te ondernemen. Voor een
diepsneeuwverhaal op sneakers, leest u zijn blog maar eens.
Mijn terugtreinreis was een leuke bedoening. Ik kwam terecht in
een coupé met een fransoos die terugkeerde van een bezoek aan de Berberstammen,
een professor economie aan de unief van Casablanca en een Italiaan die rondtrok
met een Marokkaan die in Italië woonde. Toen bleek dat die laatste nog drie
jaar illegaal in Nederland verbleven had, en dus een aardig woordje Nederlands
kon klappen werd het helemaal te gek. We hebben uren zitten zeveren in een
massa talen, waarbij iedereen voortdurend tolk speelde voor iedereen. Zij
stapten echter af in Casablanca, waarna de fransoos en ik overbleven,
knikkebollend tot onze aankomst s ochtends in Tanger. Vandaar moest ik echter
terug zien te geraken naar Ceuta, omdat ik een heen- en terug ticket gekocht
had voor de boot.Een slechte zet zo
bleek. Eerst met een bus via Tetuan naar een stadje juist voor Ceuta. Dan van
daar met een taxi collectivo tot aan de grens. Daar weer heel de controle
doorlopen. Dan een bus nemen tot aan de boten. De boot missen en wachten op de
volgende. En uiteindelijk in Algeciras aankomen en de bus nemen naar Malaga. Twee
uur te laat, maar het werd me vergeven.
Met veel enthousiasme en niet gehinderd door een degelijke
voorbereiding, stonden we zondagochtend op in Fez. Gewoontegetrouw waren we
overdreven hard aan het lachen met alledaagse kleinigheden, toen de baas van de
jeugdherberg, in traditionele outfit, zonder kloppen of iets onze kamer
binnenstormde om te vragen wat er aan de hand was. Ik weet niet wat hij in
hemelsnaam verwachtte aan te treffen buiten twee halfwakkere- en aangeklede
kerels, en ik wil het ook niet weten, maar onze verbaasde gezichten waren genoeg
om hem, nog een verontschuldiging mompelend, te laten afdruipen.
Na het ontbijt vertrokken we richting de medina. Een
Marokkaanse medina is letterlijk het oude stadscentrum. In praktijk buiten een
labyrint van straatjes en steegjes, winkels en verkopers, gejoel en gekrijs,
kleuren en geuren een plek waarin je niet wil verdwalen en het uiteindelijk,
onherroepelijk en keer op keer doet. Je kan er alleen maar aan leren wennen. De
hele dag dwaalden we door de straatjes en onderhandelden we zonder veel intentie
te kopen. We beluisterden een CD-venter zijn kraam om uiteindelijk een M3P
aan te schaffen. Kregen een lederen rugzak van 50 naar 20 , om uiteindelijk
uit te leggen dat we hem niet echt nodig hebben. (Dat was minder eenvoudig als
het klinkt, zowel het afdingen als het uitleggen achteraf.) Beklommen een dakterras en genoten van het
uitzicht. Kochten baboushen, of hoe het ook klinkt of geschreven word, bij wat
met stip de slechtste verkoper ooit moet geweest zijn. Sprak alleen Arabisch
maar kon lachen in verschillende talen. Wij gelukkig ook.
Werden uitgescholden als we weer eens een valse gids
weigerden. Verdwaalden zwaar in de buitenwijken, totdat we niets anders konden
dan een klein goedlachs manneke in vertrouwen te nemen, en hij ons ook daadwerkelijk
terug naar het centrum bracht. Ik gaf hem een dirham en hij begon te brullen
dat hij er 10 wou. I gave him the finger, figuurlijk dan, en we kozen het
hazenpad.
Het was een heel intense dag, spannend ook wel, en er waren
niet zo veel toeristen daar in Fez. Op een sporadische bus na die dan en masse,
cameras op schouderhoogte, en met een officiële gids de medina doorbeukt. Wat
in niets te vergelijken is met hoe wij het deden. Even staan om een foto te
trekken betekende bijna ogenblikkelijk een aanklampende bedelaar die geld
geroken had, een gids die zijn diensten aanbood, of een dealer die zijn waren
prijsde, en dat kostte je dan weer een poos om er vanaf te geraken. Dat er op
zondag geen politiecontrole was in de medina, zoals we achteraf te horen
kregen, zal ook wel meegespeeld hebben.
Volgende ochtend pakten we ons boeltje en vertrokken naar
Mequinez. De tweede van de vier Marokkaanse keizersteden (Fez, Mequinez,
Marakesh en Rabat). Mequinez was kleiner, nog minder toeristisch en had
cultureel-architecturaal iets meer te bieden. Alhoewel dat een groot woord is in
Marokko. We bezochten verschillende oude paleizen en een mausoleum, betaalden
als toeristen wederom te veel voor een maaltijd, maar veel stelde het allemaal niet voor.
Alhoewel je dat ook in perspectief moet plaatsen. Je moet als stad al heel wat
te bieden hebben om twee kerels die Sevilla gewend zijn te kunnen verbazen. De
overdekte markt was echter wel de moeite, en erg fotogeniek zonder
eerdervermelde consequenties. We dachten na over wat we de komende dagen gingen
doen, en besloten de volgende ochtend vroeg de bus te nemen naar Marakesh.
De dichtstbijzijnde busmaatschappij lag nog in het centrum
en we besloten daar gebruik van te maken. Rond zes uur s ochtends waren we
alweer op weg. Eerst nog wat geklooid om geld af te halen, want verschillende
automaten weigerden dienst of bleken onbereikbaar. (Als het portaal 1 vierkante meter
groot is en daarin ligt een bedelaar te slapen, dan is het niet opportuun om
half over hem hangend enkele Marokkaanse-bedelaars-jaarlonen uit de automaat
te halen). De taxi die we erna namen, vroeg ons letterlijk waarom we als
toeristen niet met de grote CTM busmaatschappij reisden.Een teken aan de wand, zo zou blijken. Maar
wat wisten wij beter. In het busstation was veel bedrijvigheid zo vroeg op de
ochtend, vooral van mensen die je op weg proberen te helpen. En daarvoor dan
ook wat geld eisen. Toen we uiteindelijk de bus in stapten en neerploften om
nog wat te slapen, stormde er een kerel de bus in, recht naar ons toe. Hij had
ons de bus aangewezen en daarna mijn bagage aangenomen om in de koffer te
leggen. Ik had hem twee dirham gegeven, 20 cent, en hij eiste er twintig,
ronduit belachelijk veel voor zijn verdienste. Zelfs in belgië zou ik dat niet
geven. De bagageverantwoordelijke stond er lachend bij en zei dat zulk een
dienst betaald moest worden. We konden weinig kanten uit, zaten neer en zij
stonden boven ons, en een scène opzetten voor twee euro is het ook niet waard,
zeker niet als je nog negen uur in die bus moet zitten. We gaven hem beiden nog
wat meer, zowat tussen de twee bedragen in, en hij vertrok. De bus liep vol met
Marokkanen van alle slag en soort, en wij waren uiteindelijk de enige
toeristen, in tegenstelling met de rit naar Fez met CTM, waarbij de bus bestond
uit toeristen en rijkere Marokkanen. De bus stopte in elk klein stadje, waarbij
er mensen op en weer afsprongen, en langzaamaan wen je aan je omgeving en val
je in slaap. Totdat de baby langs je de burka van zijn moeder begint onder te
kotsen en een zure lucht de achtersteven van de bus vult. Of totdat je moet
plassen en de chauffeur je toestemming geeft en tien seconden later begint te
toeteren dat hij wil vertrekken. Of totdat je langer stopt, en bananen en water
wil kopen en de prijs vraagt. Je ziet ze denken en verzinnen, een prijs zeggen
die niet veel is maar veel te veel voor daar in het Marrokaanse platteland. Je
zegt het en ze kijken weg en zeggen dat het de prijs is. Je zit negen uur op de
bus zonder eten en hebt hun diensten nodig en betaalt dus. Maar uiteindelijk nog redelijk
op tijd in Marakesh.
We stapten uit en begonnen naar het centrum te wandelen,
ondertussen de ene westerse familie of toeristengroep kruisend. Het was een
fijn gevoel en een teleurstelling tegelijkertijd. We konden doordat iemand
gecanceld had een prachtig pension bemachtigen, liepen nog even over Djemel
Fnah of hoe het prachtige plein ook mag heten, en kropen vroeg in bed.
Amigos mios. Het tweede semester heeft zijn start niet
gemist. De eerste week nog boekenvretend doorgebracht omdat ik vrijdag een
laatste examen moest afleggen. Daarna de neuzen zuidwaarts gericht. Eerste
halte: Cádiz. Alwaar de nacht moest doorgebracht worden alvorens naar Marruecos
af te zakken. Logies: afwezig. Verslag van een bewogen avond-nacht-dag-avond.
19.00: In Sevilla nemen Thomas en ik de trein naar Cádiz.
Die zit al behoorlijk van met feestneuzen en ander carnavalliefhebbend volk.
Een plaats wordt echter vlot bemachtigd. 21.00: Aankomst in Cádiz. Bagage plaatsen we in lockers aan
het station. Eerste contact met plaatselijke bevolking is vrij ontnuchterend.
Carnaval wordt traditioneel pas de zaterdag gevierd. Vrijdag valt er niet veel
te beleven. 21.30: Ir de tapas en even nadenken. Het leek ons al vrij
snel onmogelijk dat er in Andalusië niet gevierd zou worden de avond voor de
eigenlijke feestdag. Kwestie van je streek een beetje te kennen. Vraag was
gewoon: waar in deze stad? 22.00: Start operatie: volg feestneuzen. We bevonden ons
ongeveer op het centrale plein, en al gauw werden we gepasseerd door een pater,
hand in hand met een prostituee. Niet dat ik zo een carnavalspecialist ben,
maar in katholiek Spanje gebeurt dit enkel dan. We schoten direct in actie, bleven
voortdurend enkele tientallen meters achterop, en na een wirwar van straatjes
kwamen we uit op Plaza Nueva, tegenover het theater van Cádiz. 23.00: Plaza Nueva stroomt vol. Enkele youngsters vertellen
ons dat er in het theater een massa beroemdheden verzameld zijn om een of
andere show bij te wonen. Maar het blijkt al snel dat het échte feest zich
buiten af gaat spelen. 00.00: Met un litro in de hand positioneren we ons ergens
boven op de trappen van een centraal gebouw. Mooi overzicht. Het plein stroomt
vol. Cádiz ontwaakt. En begint te feesten 01.00: Onze bieren zijn op, het socializen is begonnen en al
gauw worden de glazen weer gevuld door vriendelijke buurmannen- of vrouwen. En
wederom gevuld. En wederom Het bottelon-syndroom. 03.00: Uw verslaggevers oogjes, al open van s ochtends
vroeg om zijn examen dat hij diezelfde dag nog had te kunnen nakijken, vallen
even dicht. En openen weer. De massa roert zich en begint te zingen. Vlakbij
staat een trommelaar, en op de verschillende ritmes die hij laat horen
weerklinken korte liedjes uit duizenden kelen, als in een voetbalstadion. We
kijken met open mond en van de eerste rij toe. Even later zingen we mee alsof
we hier al jaren wonen. 04.00: De regen valt opeens met bakken uit de lucht, maar
niemand lijkt het zich aan te trekken. Wij zitten verscholen onder het afdak
van het gebouw. 04.30:De regen houdt
aan en de mensen beginnen af te druipen. Het echte feest is immers morgen pas. 05.00: We beginnen aan een terugtocht door de stad. Thomas
gidst, want hij was al eerder in Cádiz geweest. Thomas verdwaalt, en met hem ik
ook. 05.20: We komen uit aan een overdekte markt, waar men bezig
is de vis-en vleeswaren voor de volgende ochtend uit te stallen. 05.45: We komen terug min of meer in het centrum terecht.
Vinden een openstaande churroskraam. Churros is een soort van gefrituurd
deegwaar, niet vergelijkbaar met kebab, maar met dezelfde doelstelling:
nachtelijke honger stillen. 06.15: Bagage terug uit de lockers van het treinstation
gehaald en richting busstation. 06.45: Bus naar Algeciras, de Spaanse haven bij uitstek voor
Marokko. Even rust. 08.00: We worden beiden wakker: waar zijn we?! Toch niet te
ver? Thomas haast zicht naar de buschauffeur die ons geruststelt: nog maar in
Tarifa. 09.00: Aankomst Algeciras. We besluiten door te gaan en
begeven ons naar de haven. 10.00: Vertrek naar Ceuta, de Spaanse enclave op Marokkaans
grondgebied. 10.40: Aankomst Ceuta. We wisselen onze euros voor dirhams,
proberen al te wennen aan het afwimpelen van aanklampende Marokkanen, en
vetrekken naar de grens. 11.00 : Oversteken van de grens in Ceuta. Hallucinant
gewoon. Alles en iedereen stapt uit de bus, en begint aan een wandeling door
een grote artificiële grenspost. Na een tweehonderd meter worden de paspoorten
gecontroleerd. Daarna kom je aan in Marokko. 11.20: We wandelen Marokko binnen en voor ons doemt een
blauwe zee op van tien tot vijftien jaar oude Mercedessen. Er zijn immers geen
bus-of treinverbindingen tot in Ceuta vanuit Marokko. Vanaf hier moet je tot de
eerstvolgende stad met de taxi collectivo. 11.45: We kruipen in zon Mercedes met een moslima en een
Spaans-marrokaanse. Na een goed half uur bereiken we Tetuan, een van de eerste grote
steden aan noordkust van Marokko. 12.30: De eerste bussen voor Fez, de stad waar we die dag wilden
geraken, vertrekken pas rond twee uur plaatselijke tijd. We hebben dus nog even
nadat de klok een uur is teruggezet. We lopen het stadscentrum in onze eerste gedachten
worden wederom bevestigd: dit is echt Afrika. We doen ons te goed aan een sandwich
in een van de lokale broodjesbars, genieten voor het eerst van de Marokkaanse keuken,
en trekken de ogen open bij het betreden van de plaatselijke medina. 14.00: We vertrekken naar Fez. Een busrit met CTM, een van
de betere busmaatschappijen. s Avonds komen we aan in Fez, wandelen naar de
jeugdherberg, installeren ons en gaan nog iets eten. Het lijkt alsof er de
afgelopen 24 uur een week gepasseerd is. De ochtend van de dag ervoor nog een
examen aan het maken, wat later in Noord-Afrika. En de reis moet nog beginnen.
Dag allemaal. Wederom een poos geleden. Hier zit ik ongeveer
halverwege mijn examenperiode, die met negen stuks toch wel kan tellen me
dunkt. Maar de moeilijkste vakken liggen normaal gezien alweer achter de rug.
En de hoop op geen kleerscheuren nog steeds overeind. De gebruikelijke chaos
bereikte hier een hoogtepunt. Nog practicas en taken voor tijdens de examens of
juist ervoor, examenroosters met uren afhankelijk van waar je je examenrooster
leest, s ochtends aankomen en horen dat het s namiddags doorgaat, Telkens je
denkt, nu heb ik het toch wel gehad, nu verschiet ik van niks meer, bedenken ze
weer iets nieuws. Het houdt ons beiden bezig.
Het verschil met Leuven is soms groot en soms niet. Over het
algemeen zijn de cursussen dunner, maar ligt het accent veel meer op vanbuiten
leren, niet direct my cup of tea, maar evenmin onoverkomelijk. Wat het meeste
tegensteekt tijdens de examens is de eenzaamheid. De gemiddelde Erasmusstudent
komt hier voor een vak of drie, waarvan de uitslag hem hoegenaamd niet
interesseert. De gemiddelde Spanjaard bekijkt zijn uurrooster en schrapt wat
hem slecht uitkomt. Ze doen er dan ook gemakkelijk een jaar of acht over om
ingenieur te worden. Helaas biedt Leuven niet echt deze twee opties aan, dus is
het toch nog studeren, een beetje op je eentje. Of een citytripje maken in
September, wat me minder aanspreekt. Maar goed, het blijft minder leren en het zou ook echt té schoon zijn anders.
Mijn examenperiode loopt trouwens tot een stuk in de tweede
semester, waardoor ik me genoodzaakt zal zien iets later enkele lesvrije weken
in te lassen. Het Afrikaanse continent, Granada, Cadiz Carnaval, is slecht een
greep uit wat me nog te wachten staat. Men zou van minder vrolijk worden. Een
temperatuurtje van 22 graden bijvoorbeeld. Om maar iets op te noemen.
Buenas. De laatste weken zijn voorbij gevlogen. Naar school gaan, in het cafetaria gaan eten, een koffietje drinken op het grasveld, studeren, filmpje zien, koken, de stad in, Maandagmiddag zit ik standaard in het cafetaria met een stel Duitsers, en de laatste keer blikte iedereen even terug op de afgelopen drie maanden, alvorens naar huis te gaan met kerstmis. Het is ontzettend snel gegaan, maar toch lijken de eerste herinneringen erg ver weg. Het voelt tegelijk alsof ik er al veel langer zit, zo gewoon ben ik alles beginnen te vinden. En zo ongewoon lijken de herinneringen aan mezelf worstelend door de eerste dagen, een kot zoekend, weinig begrijpend, echt trying to make a living.
Mijn eerste practicum bijvoorbeeld. Terwijl ik zorgeloos wat meewandel met studenten en prof, met een blik van interessant, zeg wordt ik bruusk gewaar dat ik te maken heb met een practicum van de erge soort. Dat wil zeggen niet gewoon verplicht aanwezig zijn en luisterend bakkes opzetten, maar écht thuis werken achteraf. Daarbij, voegt de prof eraan toe, moet je werken in groepjes van drie. Qué putada. Grond zinkt al weg onder mijn voeten. Dit was een practicum van een les waar ik alleen tussen vijftig Spanjaarden zit, dus veel volk kende ik daar absoluut niet. Ik zag mezelf al alleen proberend dat op te lossen, maar ik besluit toch maar een standaard beuk jezelf in in een vriendengroep poging te wagen. Hoe gaat zoiets te werk? Elke keer hetzelfde. Terwijl iedereen naar buiten stapt, vertraag je je tempo tot dat van een groepje naast je, draai je je om en stel je een stomme vraag over de leerstof. Dit doe je best in gebrekkig spaans, zodat ze direct doorhebben dat je stomme vragen stelt omdat je hier nieuw bent. Doe je dat in vloeiend spaans, dan denken ze dat je een stomme vraag stelt omdat je in hun vriendengroep wilt beuken, wat je dus beter niet laat uitschijnen. Je krijgt een antwoord: Sí, No of No sé en telt tot twee. Tijdens die twee tellen kijk je de kat uit de boom of ze de vraag stellen: Van waar ben je? Stellen ze die vraag, dan heb je geluk, ze zijn geïnteresseerd, en misschien heb je hier wel wat vrienden in wording zitten, of wie weet zelfs practicapartners. Stellen ze die niet, pech gehad, je zegt dag en wandelt door.
Ik had pech. Versnelde mijn pas en liep verder. Juist aan de hoek hoor ik opeens He Tom!. Ik draai me om. Ja? Heb je al een practicumgroepje? Tuurlijk niet. (Denk je nu echt dat ik mijn tijd zou verdoen met stomme leerstofvragen als ik al een practicagroepje had?) Je kan bij ons, hoor. En hup, de hemel daalt op aarde neer, je wisselt gsm-nummers, spreekt af dat je elkaar nog in de klas ziet, en je weet het komende uur met je vreugde echt geen blijf. Het kan ontzettend snel gaan.
Dus vorige weken met Pablo en Concha, want zo heten mijn Samaritanen, afgesproken. Echt een toffe bedoening geweest. Eerst bij de een thuis, Pablo, tussen zijn vrienden, koffiekes drinken, later wat werken, en dan pintjes gaan pakken. In barretjes komen waar je nooit eerder geweest bent. (Later op de avond begon Pablo Concha zwaar te tunen, zodat ik vijfde-wiel-aan-de-wagen-gewijs voor het hazenpad koos. Maar dat neem je er allemaal bij.)Later dan bij Concha de practicas afgemaakt. Jammer eigenlijk, heb me echt goed geamuseerd telkens.
Dinsdag is Paco hier gearriveerd. Die bracht een week van zijn vakantie door in Madrid bij Hans en bij ons in Sevilla. Nu zitten we allemaal samen op het vliegtuig naar Londen, om na een korte citytrip huiswaarts te keren. Ik had het ontzettend druk de afgelopen dagen met practicas en studeren voor een examen deze ochtend. Dus veel rondleiding heb ik niet kunnen geven. Maar dinsdag was wel de avond van ons kerstdiner. Een vijftiental vrienden uitgenodigd, de beste koks aan het werk gezet, en dan gesmuld van gevulde kalkoen met gebakken aardappeltjes en lekker salaatjes. Chris is een culinair fenomeen. Later dan de dessertjes tot ons genomen met een beker foërstangeböhle, fonetisch proberen te schrijven, of wat volgens de germinators the best thing in the world" is). We hebben het over een soort van cocktail van wijn waar je suiker in laat smelten door er rum over te gieten en dan aan te steken. Rond een uur of drie wel de policia aan de deur gekregen. Weet je wel hoe laat het is? Ja Weet je wat er in Spanje mogen gebeurt? Neen (Ik dacht echt iets speciaals of zo) Er wordt gewerkt Ah ja En dan rustig de zaken beginnen af te sluiten.
De politie was trouwens vorige week ook al uitgebreid aanwezig in ons appartement, wegens het overlijden van het oude dametje boven ons. Ik hoopte stiekem op een plekje in haar testament, wegens enkele keren haar boodschappen naar boven te hebben gedragen als ik haar tegenkwam in de trappenhal. Helaas, tot nu toe niks gehoord.
En dan nu, zoals vermeld, Ryanairgewijs naar Londen en later terug naar België. Of ik er naar uitkijk? Ja, zeker. Maar dan weer terug naar Sevilla. Ik moet het hier nog afmaken. Ik ben hier nog niet klaar.
Dag allemaal. Het heeft even geduurd, maar bij deze weer een resem nieuwtjes. Ook heb ik een tijdlang problemen gehad met het uploaden van fotos, maar ik denk dat ook dit euvel van de baan is.
Waar waren we gebleven. Ergens op het punt waar Lisboa een herinnering werd en Sevilla weer de realiteit, denk ik. Terug naar school dus maar. Sla de volgende paragraaf dan ook gerust over.
We kregen een bedrijfsbezoek voorgeschoteld naar de lokale planta solar in opbouw. Oftewel een lesje in zonne-energie. Bouw een toren van meer dan honderd meter hoog, hang er bovenaan een ketel in, zet in het veld er omheen, over kilometers verspreid, allemaal grote spiegels en laat die de zonnestralen op de ketel reflecteren. Doe de ketel vol olie en sluit hem aan op een turbine. In theorie genoeg om een derde van Sevilla van elektriciteit te voorzien. Fotos te zien via de link.
En de week erna mijn cumpleaños uiteraard. Even langs deze weg ook bedanken voor jullie mailtjes en berichtjes. Goed gevierd is er alleszins. Die donderdagavond met onze Spaanse vriendinnen op wandel, eerst een van de laatste? botellons gedaan, want dit weekend is het algeheel verbod van start gegaan, en dan naar de Aduana, een van de lokale discotheken voor het Spaanse volk. Thomas vleide zich achteraf netjes in onze zetel voor een korte slaap, want we werden al vroeg weer op school verwacht voor een bedrijfsbezoek in Cordoba. Amper twee seconden in de bus en al weer fijn aan het knorrend, waren we wederom het onderwerp om mee te lachen voor onze Spaanse medestudenten. Natuurlijk maakten we van deze gratis busrit gebruik om achteraf de stad Cordoba te bezoeken, voorwaar een pareltje. Veel rustiger en meer dorp dan Sevilla. s Avonds met de trein weer naar huis. Zondagavond had Thomas een verrassing voor me gepland, en die mocht er wel zijn. Voor het eerst naar een Hamman geweest in Sevilla, een overblijfsel van de Moorse bezetting. Warme baden, koude baden, stoombaden, zoutbaden, bubbelbaden en natuurlijk een massage om u tegen te zeggen. Waren we niet het enige niet-koppel geweest in een door kaarslicht omringde omgeving, we hadden ons nog meer op ons gemak gevoeld.
Het had heel wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk
konden we vrijdagmiddag vertrekken naar Portugal. Aan het stuur en tevens
eigenaar van de auto: Karin, nog niet helemaal overtuigd om mee te gaan, maar
al te ver heen om nog te kunnen weigeren. Maakten gretig gebruik van deze
opportuniteit: Thomas, Chris, Julian en ikzelf. Nu was dit wagentje veel te
klein voor ons maar de zon scheen hard en we waren optimistisch. Vier uur later
was het wagentje nog steeds te klein, de zon vervangen door regen en wij bezweet
en verkrampt, maar wel nog steeds optimistisch, en belangrijker, in Lissabon.
Kasper verwelkomde ons met een zelfbereide spaghetti. Zijn
huisvrouw Sandra was iets minder gastvrij, maar Thomas regalo (een pot met
olijven die al half gekraakt was door zijn allesvretende kotgenoot) brak heel
wat ijs. De Germanators installeerden zich in Kaspaars woonstee, en even later
vertrokken we naar Alesios casa, waar Thomas en ik zouden overnachten.
Een eerste zicht op Lisboa by night viel ons ten deel
tijdens de wandeling, en gaf een glimp van wat ons nog te wachten stond. Na een
gin-tonic en een onderlinge kennismaking, trokken we richting Barrio Alto. Dat
is waarlijk een prachtig doolhof van straatjes, met barretjes in alle geuren en
kleuren, in alle stijlen en genres. Je stapt gewoon ergens binnen, drinkt een
goedkoop biertje, en als het niet geweldig is, wandel je naar een ander,
ondertussen palaverend met iedereen die je maar tegen het lijf loopt. Maar
natuurlijk kwamen we ook naar Lisboa voor The Luxe, beter bekend als Kaspers
huisdiscotheek. Een boîte van drie verdiepingen, erg knap ingericht, met
terrassen en dakterrassen die uitkijken over de Taag en Lisboa. Het was de
volgende stop en tevens eindpunt, vanwaar we taxigewijs weer naar huis gebracht
werden.
Zaterdag bezochten we Lisboa centrum. We namen het trammetje
dat door de stad rijdt, wandelden van uitzichtpunt naar uitzichtpunt, verkenden
de grote winkelstraten in het centrum en doken zelfs een sessie wijnproeven binnen.
Later op de avond zetten we Chris aan het werk in de keuken, en liet hij
wederom zijn klasse zien, zodat we goed gevuld konden vertrekken naar een
concert in de buurt, wat Kasper geregeld had. Het speelde zich af in de
sporthal van een lokale school, dus qua uitzicht erg leuk, maar de muziek viel
eerlijk waar wat tegen. En laat nu dat meestal de reden zijn om naar een
concert te gaan. De blikken werden dus wederom naar Barrio Alto gericht, al
hadden we een hele beklimming nodig om er te geraken. Lisboa is voortdurend
bergop en bergaf. In Barrio Alto deden we nog enkele cafétjes aan, alvorens via
de lokale nachtbakker weer huiswaarts te keren. Ook zondag was het weer vroeg
dag. Het klooster en de toren van Belem stonden op het menu. Wondermooi,
allebei. En de lokale koekjes met geheim recept vielen ook best te pruimen. Maar
waar het zondag allemaal om bleek te draaien, was de surfsessie. Om drie uur
werden we verwacht aan de Atlantische oceaan, en de aanblik van al dat
aanrollend geweld deed de laatste grote bek wel degelijk verstommen. Dit ging
geen lachertje worden. De wetsuites werden aangetrokken (Tip om geen
belachelijk Thomas&Tom figuur te slaan in een surfkeet: de ritssluitingen
horen wel degelijk op je rug te zitten) en de boards uitgedeeld. Daarna
richting strand, waar de monitor meteen een spartaanse opwarming startte om de
kijklustige toeristen te plezieren. Nu dacht hij ook dat omdat hij meer
spierballen had dan de gemiddelde gorilla, wij afgebeuld moesten worden. Ik had
al een kramp in mijn beide tricepsen en kuit voordat ik het water in kon, en
was aan het zweten als een rund met mijn wetsuit in de zon. Maar de aanblik van
Chris, voor wie sport een vies en warming-up een onbekend woord is, was
werkelijk hilarisch. Die leek, echt waar, stervende op dat strand. Net toen we
ons geld al wilden terugvragen mochten we het water in. De golven waren
perfect, en het surfen lukte aardig, maar dat kwam waarschijnlijk omdat ik een
hele grote plank had. Elke keer ik rechtstond, moest ik echter mijn board
inruilen met iemand die een kleiner exemplaar en meer moeite had, en
uiteindelijk wat het meer golfworstelen dan surfen wat ik deed. Ook leuk, daar
niet van. Maar ongelooflijk uitputtend. Na een half uur heb je het beste echt
al gehad. Maar uit dat water wil je nooit. Uiteindelijk liep de sessie ten
eind, aten we iets en genoten van de ondergaande zon. Daarna weer richting
Sevilla, met opgeladen batterijen na een zalig weekendje.
Holá. Afgelopen weekend eens de cursussen ter zijde genomen, echter op een Andalusisch tempo wel te verstaan. Heb dan ook niet veel spektakel te vermelden. Zondagavond gaf Thomas een etentje voor enkele belgen en een colonne Italianen. Enkele Italianen bleken ziek, de rest gaf dan ook maar verstek. Net zo typisch Italiaans als het typisch Erasmus is. Maar een Belgische avond was ook eens leuk. Voor de rest kabbelt het leven hier voort, met routines die net zo dagelijks zijn als in België, maar heel de omkadering verschilt. Het weekend brengt echter nieuwe horizonten in het vizier. Verandering van lucht doet leven. We trekken naar Lisboa, alwaar Kasper ons zal gidsen en inwijden in de geheimen van het surfen. Veel vallen en opstaan, hebben we al vernomen. Chris komt ook mee, wat moet ie anders doen, en misschien hier en daar nog wel iemand. Hangt een beetje af van hoe we het gaan aanpakken, auto-of busgewijs. Met het Spaans gaat het ook de goede kant op. Ben van taktiek verandert. In plaats van Andalusisch te leren, probeer ik nu heel Andalusië normaal te laten praten. Ik heb hier toch een heel jaar. Hasta luego.
Gisteren met Thomas en Chris naar Casa Vieja geweest. Dat is een loods die bezet is door krakers. Elke woensdag projecteren ze daar politieke films. Ingang gratis, drank en toebehoren mag je meenemen. We kwamen iets te laat aan, en tussen de rasta's door kregen we "A Modern World" te zien, de klassieker van Charlie Chaplin over de industrialisatie. Later iets gaan drinken in Casa Paco, alwaar ze Belgisch gerstenat serveren. Stella en Leffe van de tap. Toch ook minder nieuws te melden. Vandaag gezamenlijk en vrij professioneel in het zak gezet op kot. De mannen van de gascontrole kwamen langs, iets wat elke vijf jaar moet gebeuren blijkbaar. Claudio laat ze binnen, ze controleren de boel en stellen een rekening op. Die is normaal voor de huisbaas, maar bij afwezigheid daarvan stellen zij voor of wij het betalen en dan betaalt de huisbaas het ons wel terug. Claudio heeft niet genoeg geld, komt bij mij vragen of ik iets kan voorschieten, ik denk dat we gas aan het aankopen zijn en schiet voor. Mannen vertrekken, ik vraag "watzgeburt", Claudio legt de boel uit, ik vind het een stinkende zaak en sms Antonio, de huisbaas. Even later sms terug. Controle is vorig jaar gebeurd en is betaald. Als iemand langskomt met een rekening moet ge die in het vervolg gewoon rechtstreeks naar mij sturen. Dus de drie Erasmussertjes weer fijn een loer gedraaid. Antonio betaalt niet want heeft de controle al betaald, werkmannen kunnen we niks maken want hebben hun jobke uitgevoerd "met onze toestemming". Is altijd wel even behoorlijk balen. Als je in een land komt waar je de gewoontes niet kent en de taal niet spreekt, ben je voortdurend verplicht andere mensen in vertrouwen te nemen als je iets wilt bereiken. Simpelweg omdat je zelf de kennis en de kunde er niet voor hebt. Het maakt je heel afhankelijk. Als het goed uitdraait, voel je je de koning te rijk en dolgelukkig over je situatie en over zoveel empathie van je medemens. Maar af en toe draait het slecht uit, en vervloek je je kinderlijke afhankelijkheid. Maar je kan gewoon niet anders. Je moet mensen in vertrouwen nemen. En al doende leer je bij. 't Zal niet opnieuw gebeuren.
In Sevilla valt er altijd wat te beleven. Vorige week zijn we naar Womex geweest, oftewel de World Music Exposicion. Vooral een plek waar platenlabels van over de hele wereld hun mannetjes naar toe sturen om te netwerken, zoals dat dan heet. s Avonds waren er concerten van bands van allerlei slag, verspreid over verschillende zalen en toegankelijk voor iedereen. Erg genoten van een Kaap-Verdisch en Portugees bandje, geshaked bij Patriarcas de la rumba, een bende gitanos bij elkaar, en een beetje in slaap gevallen bij een klassiek Turks ensemble. Deze week is er dan het festival de cine, waarbij je alternatieve films van heel Europa kan gaan kijken, ondertiteld in het Spaans. Verder loopt hier ook een biënnale van moderne kunst en begon vorige week het Andalusisch stripfestival. Afgelopen week ook met Nathalie naar een flamenco optreden gaan kijken. Erg toeristisch, maar wel de moeite. Het gitaarspel viel wat tegen in vergelijking met wat je soms op straat ziet, de stem was goed maar vooral het dansen was heel spectaculair. Erg intens en fysisch heel zwaar lijkt me. Check de fotos voor een kleine impressie.
Woensdagavond landde Nathalie, die hier een weekje komt verblijven. Donderdag bezochten we de stad, wat met een weertje dat langzaamaan weer Sevillaans werd, best wel aangenaam was. Omdat ook Claudio een gast had dit weekend, besloten we dat we redenen genoeg hadden om ons eerste feestje te geven, veelvuldig gekruid door de volgende ingrediënten.
Chris: Soort van halfreus (kop groter dan mij) die woont rond de Duits-Zwitserse grensstreek. Is hier voor een half jaar en heeft één vak te volgen, waarop hij dan niet eens hoeft te slagen. Vult zijn nachten met het verdubbelen van de omzet van de lokale Cruz Campo en ginbrouwerijen, vult zijn dagen met zijn roes uit te slapen en zijn schaarse lessen te missen. Komt the day after gewoonlijk rond 20.00 uur ons appartement binnen, waar hij halftijds verblijft, neemt de keuken over ( is een uitmuntende kok) of schuift zich gewoon bij aan tafel, grijnzend: This is my first meal of the day. Vult zijn schaarse vrije tijd met het lezen (en bestellen via amazon.com) van thrillers die zich afspelen in Thailand, het land waar hij een half jaar gewerkt en zijn hart aan verloren heeft.
De schone slaapster: meisje dat niemand echt kende, binnenkwam, een half uurtje rondliep en zich dan op de zetel neervleidde, alwaar ze de rest van de avond op bleef slapen, af en toe gewekt door de flits van een fototoestel.
Mijn bloedend voorhoofd: In een poging nog gauw een rolluik op ons terras te fiksen alvorens de gasten aankwamen, reikte Thomas mij vrij bruusk een soort van rolluikdeksel aan, dat mij recht tussen de ogen raakte. Tegelijkertijd belden de eerste gasten aan, zodat ik ze moest onthalen met een Sorry voor mijn bloedend voorhoofd, zet de drank maar in de frigo-achtige openingszin.
Yvonna: een vriendin van Claudio, ook uit Roemenië, momenteel studerend in Barcelona en voor een weekend bij ons op bezoek. Smeet vrij assertief dj Techno Thomas van zijn geprivilegieerde zitplaats aan de laptop, nam de boel naadloos over en kreeg prompt iedereen aan het dansen. Thomas probeerde even later een coup uit te voeren door een van zijn lievelingsschijven op te zetten, maar werd op luid boegeroep onthaald, waardoor de dj-rangorde vastgelegd werd.
Julian en Claudio: mijn kotgenoten. De eerste verwerkt in zijn dansstijl zijn jarenlange kung fu ervaring, wat een vrij grappig op en neer verend beeld oplevert. De tweede heeft een rijkelijk gevuld gamma aan betere en mindere MTV-moves, die zonder gêne ten toon gespreid worden. Zet mij ertussen en je hebt een hilarisch trio.
Valentina: onbekende Italiaanse die de keuken opeiste, en voor iedereen expressos en warme chocolademelk begon te maken, ondertussen luid declamerend tegen Thomas over de betere koffielanden.
Sangria: een lege acht liter fles water werd opengesneden en gevuld met Sangria en fruit, wat leuke momenten en blijvende plekken op de muur achterliet.
Als je met drie op een appartement zit, en er moet een rotklus gedaan worden, dan stel je die uit. Omdat niemand van de drie zin heeft om die klus uit te voeren terwijl de twee anderen er boven staan te grijnzen omdat ze eronder uit geraakt zijn. Heb je twee rotklussen, dan heb je ook twee opties. Verder uitstellen is een daarvan, tot je er drie hebt. Maar als je met twee urgente rotklussen zit, is het moeilijker. Dan moet je er een derde gaan verzinnen, zodat niemand eronder uit geraakt.
Ter zake.
De eerste rotklus was: de huisbaas bellen, Antonio genaamd. Een klein mollig kereltje, met een voortdurend ontstoken en dichtgeknepen oog. Kijkt sluw en listig, maar is sluwer en listiger dan hij kijkt. Spreekt verstaanbaar als hij wil dat wij hem verstaan, spreekt zwaar Andalusisch als hij wil dat wij hem niet verstaan. Zoals Claudio het al zei na dag één: Youve got big fish and small fish. And he might not be such a big fish, he sure knows that we are the small ones. Waarom zon gedrocht bellen? De nog steeds beschimmelde wasmachine natuurlijk. Na een aantal verwoede aanvallen met bleekwater, besloten we over te gaan tot het eindoffensief. We namen een handvol zorgvuldig geselecteerde boxershorten, en onder het motto it cant get worse than this smeten we ze erin. Een uurtje later dan het resultaat: de geur van een lentefris weiland, maar dan wel zon driehonderd meter verwijderd van de plaatselijke champignonkwekerij. Antonio maar bellen dan. Meteen mijn taak.
Tweede slachtoffer: Claudio. Rotklus: Een verstopte douche. Nu weet ik niet of iemand van jullie ooit een siffon heeft opengedraaid omdat die verstopt was, maar ik kan je verzekeren dat het goedje wat je eruit haalt harder stinkt dan tien Lerkeveldse Chinezen en je zwaarder doet trippen dan twaalf Amsterdamse junkies. En dat is misschien niet politiek correct, maar wel een understatement.
Als je ooit in deze situatie komt, ik wil zeggen een appartement met drie en twee urgente rotklussen, zorg dan niet dat je de derde bent, wiens rotklus bepaald wordt door de verbeelding van de twee anderen. En áls je ondanks mijn waarschuwen toch in deze situatie verzeild geraakt, zorg dan niet dat je je rotklus laat bepalen nadat de twee anderen hun rotklus uitgevoerd hebben en nog wat aan het nabalen zijn. Julian moet voor de rest van het jaar de mieren uitroeien die ons appartement binnenvallen met alle mogelijke middelen die hij kan bedenken én de hele flat waarschuwen als we eens een feestje gaan geven. Klussen waarvan je nog niet weet wanneer je ze moet doen, maar waarvan je weet dat je ze sowieso ooit zal moeten doen, zijn echt de ergste.
Nu bleek Claudio wel de rotzooit uit de douche te kunnen halen, maar loste dat het probleem niet op. Een reden te meer om Antonio te overtuigen ons te vereren met zijn bezoek. Zondag nam hij niet op, maandag meer geluk. En tot mijn grote verbazing vertelde hij er zelfs bij wanneer hij ging komen, en dat was een uurtje later. Verbazing alom in ons appartement. Twee uur later was hij daar, bekeek de wasmachine, opende ergens met een mes een achterpoortje ervan, haalde daar een beschimmelde filter uit en maakte hem proper, gaf ons twee namen van goede waspoeders en wasverzachters, en verzekerde ons dat het probleemopgelost was. Nu daar geloofden wij geen bal van, maar dat hij geen nieuwe wasmachine ging kopen, was dus wel duidelijk. Voor de douche ging hij later wel weer terugkomen met gereedschap, want ook hier wist hij precies waar het probleem zat, alhoewel hij het niet wilde vertellen. Fier als een gieter verliet hij even later weer ons appartement, trots als hij was over zoveel goed vakmanschap. Wij waren al tevreden dat hij deze keer zijn vrouw had thuisgelaten, een mormel dat voortdurend achter hem aan schurkt, ongevraagd gordijnen ophangt in ons appartement en andere er weer afhaalt, en ons dekens bezorgt waar je nog geen hond in te slapen legt. Maar het is en blijft nuestra casa, met zijn pluspuntjes en vele gebreken. En dat is een tof gevoel.
Weinig nieuws onder weinig zon hier in Sevilla. Aanhoudende regenbuien maakten er een rustig weekje van. Het doet je stil staan bij de routines die je op zo korte tijd al hebt opgebouwd. John Lennon zei ooit, geloof ik, "live is what happens while you're busy making other plans". En ik denk dat het wel klopt. Je arriveert hier, zoekt een woning, telefoneert de hele stad af, brengt de administratie in orde, komt mensen tegen, slaat praatjes, spreekt nog eens af, dwaalt rond, dwaalt veel rond, verdwaalt, gaat naar school, gaat niet naar school, vindt een appartement en uiteindelijk besef je op een moment dat je gedurende heel dat proces, heel dat plannen maken en bezig zijn, een sociaal netwerk hebt uitgebouwd en langzamaan gesetteld bent. En dat het allemaal de moeite waard is.
Olá ! Als de weergoden, patroonheiligen en professoren de handen in elkaar slaan, levert dat maar al te vaak een zinderend verlengd weekend op. Donderdag was het de feestdag van de Spaanse patroonheilige en werden we uitgenodigd door Elena en Inma om een dagje door te brengen op de playa. Met de auto vertrokken we naar Villa Real de Santa Antonio, een prachtig strandje juist over de grens, in Portugal. Helder water, weinig toeristen en het paradoxale gevoel om halverwege oktober ergens op een strand te liggen bakken, maakten er een aangenaam dagje van.
Vrijdag was brugdag en hield ik me vooral onledig met wat opruimen en rondwandelen in de buurt. s Avonds hielden we een bbq met de Duitsers op Chris zijn terras. Na een aantal glazen gintonic smeet ik het concept van het Weerwolvenspel op tafel. Ook Julian kende dit, en na een korte uitleg rolden we Schoravégewijs en zwaar discussiërend de nacht in. Ondanks het feit dat mijn grote bek er universeel voor blijkt te zorgen dat ik in de eerste rondes eruit vlieg, was het zeker en vast plezant.
De volgende dag werd ik wakker gebeld door mijn compañero, met de melding dat Kasper Vanlombeek himself, de surfing waves van Lissabon voor een weekend achter zich latende, nog slechts veertig minuten verwijderd was van Sevilla. In zijn kielzog, of beter gezegd op de achterbank van de huurauto, de Italiaan Allesi, de Vlaamse Dorien en de Duitse Laura. Thomas en ik stonden klaar om ze een warm onthaal te bieden. Zaterdag cruisden we een beetje door de stad, bekeken de highlights, deden wat terrasjes en wisselden Erasmuservaringen- en avonturen uit. s Avonds een klein bbq-tje en dan naar Calle Betis. Het leuke aan calle Betis is dat je er op elk moment een conversatie kan voeren over wat je maar wil, en dat dan met wie je maar wil. Nadat we eerst een gelukkige verjaardag hadden gezongen voor enkele chicas, Kasper tevergeefs probeerde te communiceren in het Portugees, en in een lokaal café een flamencoshow hadden bijgewoond, kwamen we even verderop een percussi-flamenco groepje tegen. Een dansende schoonheid, wat trommels voor de zwoele ritmes, en hopsake, daar stonden we allemaal te shaken, tot groot jolijt van de omstanders. Nog even een foto alsof we elkaar al tien jaar kenden, en dan verder naar Plaza Alfalfa. Hier botsten we op Elena, Inma en nog een bende Spanjaarden. Iedereen werd aan iedereen voorgesteld, er werd nog wat gedronken en dan kropen we met zijn twaalven in de twee autootjes van Elena en Inma en vertrokken naar een of andere discotheek. Achteraf gezien één van de betere die we hier al gedaan hebben, alleen jammer dat ik de naam niet meer weet. Daar komen we morgen dan wel weer achter.
Ik werd te laat wakker, nog vrij scheef van de nacht ervoor, douchte me en maakte mijn tas. Voor mijn tweede les te halen had ik nog wat tijd over, dus dronk ik een koffietje in de bar onder mijn appartement, alvorens te vertrekken naar mijn bushalte. De zon scheen weer onafgebroken, en tegen dat ik aankwam aan de halte, was zowel mijn gemoeds- als fysieke toestand al merkbaar verbeterd. Mijn blik dwaalde over de wachtenden, en bleef hangen op een Oosters uitziend heerschap met een ruiker bloemen in zijn hand. Nu moet ik wel erbij vertellen dat je niet vaak Chinezen met een ruiker bloemen tegenkomt in centraal-Andalucië. Ik besloot dus een gesprekje te starten, en toen we beiden elkaars stuntelig Spaans opmerkten, golfde het gesprek haast automatisch over in elkaars redenen van aanwezigheid hier in Sevilla. Ik vertelde mijn verhaal, maar luisterde geanimeerder naar het zijne, dat van een Amerikaan die in Spanje de vrouw van zijn leven tegenkwam, trouwde, en nu sporadisch in Amerika en Spanje woont. "La vida tiene muchas vueltas" herhaalde hij meermaals. Het leven neemt vele bochten. En je ziet ze zelden aankomen. We leuterden wat verder in de middagzon, over aanverwante thema's, en zoals dat dan gaat, komt de bus vroeg of laat, en ben je weer alleen, op weg naar een nieuwe wending.
Nadat we zowat allemaal een fiets bemachtigd hadden, de één al wat meer 'op zijn Leuvens' als de andere, besloten we om zaterdag een ritje te maken door de buitenwijken van Sevilla. Helaas sloeg bij mij het noodlot in de vorm van een geblokkeerd achterwiel toe, en was ik genoodzaakt de groep te verlaten vooraleer we in feite deftig vertrokken waren. Ik sleepte mijn fiets dan maar een halfuurtje door de straten van Los Remedios, voorwaar geen lachertje bij 35°, totdat ik een autogarage zag die open was. In mijn beste Spaans probeerde ik hier uit te leggen dat ik wat tools nodig had om mijn wiel terug correct te plaatsen, maar tot mijn verbazing kreeg ik de hulp van de garagist er gratis bij. Na enkele gezamelijke pogingen kwamen we echter tot de conclusie dat deze vélo niet meer te reanimeren viel. Ik heb hem dan maar aan een paal vastgemaakt, de bus naar het centrum genomen, en een namiddagje rondgedwaald. (In de wetenschap dat het in België erg slecht weer is momenteel, en de erasmuservaring mijn vermogen tot leedvermaak nog niet verminderd heeft, heb ik ook maar enkele van de Sevilla-fotootjes online gezet ;-)). Zaterdagavond hielden we een bbq op Thomas zijn dakterras. Prachtige locatie, lekkere maaltijd, alleen een buurman die waarschijnlijk ooit in zijn leven eens te lang op een bbq-rooster gelegen heeft en er permanente hersenbeschadiging aan over gehouden heeft. Je hoorde het kereltje voortdurend al mekkerend aankomen over zijn patio, en telkenmale begon hij in zigeunerspaans een betoog over zijn moeder, dochter en huisdieren wiens nachtrust verstoord werden door ons gepraat. We maakten hem duidelijk dat we er om 12 uur mee zouden stoppen, zoals de afspraak is in de buurt, en kregen uit dankbaarheid nog wat bloemblaadjes in een sigarettenkartonnetje naar boven gegooid. Later op de avond begaven we ons dan naar Calle Betis, een straat aan de oever van de Guadalquivir, bezaaid met cafés en terrasjes, en waar alles en iedereen zich aan de kaai zet en al drinkend en kletsend de nacht in duikt.