Het stormde als nooit tevoren gisterenavond. Ik liep prompt
het terras op om fotos te nemen van mijn straathoek in deze omstandigheden,
inclusief het nooit verdwijnende water in de straten. Mijn kotgenoten en ik
zijn er rotsvast van overtuigd dat alle zogezegde afwateringssystemen in
Sevilla fake zijn, en gewoon bestaan uit een putje van een meter dat nergens op
uitkomt en een deksel met no8do erop. Hilariteit echter bij Claudio, die opmerkte: Youre so used to Spain
that youre taking pictures when it starts raining. Zijn opmerking was zoals altijd weer
raak. Ik kan me niet herinneren dat ik in België ooit met mijn camera naar
buiten liep om de regen te fotograferen. In elk geval,door de kans van 1 op
3000 die men heeft om te sterven door de bliksem, besloot ik wijselijk niet
meer naar school te gaan en nog eens mijn blog up te daten.
Na de Feria, die ondertussen al een drietal weken geleden
afliep, begon de school opnieuw. Rekening houdend met het feit dat de week voor
de Feria het 4e jaar op schoolreis was, en ik dáárvoor in Peru zat,
een hele poos geleden dus dat deze Belg de Escuela Superior de Ingenieros nog
visiteerde. Er werd redelijk wat gestudeerd die week, een jazz-concertje op
Alameda meegemonen, de gitaar van Julian nog eens ter hande genomen, en terug
genoten van mijn stad. Met als hoogtepunt de donderdagavond.
Sevilla-Osasuna, de terugmatch van de halve finale van de
UEFA-cup. Aangezien Europese finales altijd op neutraal terrein gespeeld worden,
is de terugmatch van een halve finale zowat de spannendste voetbalstrijd die je
als thuissupporter kan meemaken. Om het stadium Sanchez-Pizjuan in te geraken
moest je een reusachtige botellón van Sevilla- supporters door, en terwijl de
tribunes zich tot de nok vulden, was het ronduit genieten van gezang en sfeer
alom. Sevilla moest een 0-1 achterstand goed maken, en deed dat met verve.
Zoals immer voluit ten aanval, en na een ietwat aarzelend begin, werd de 1-0 al
snel tegen de netten geprikt. De 2-0 volgde in de tweede helft en Osasuna, dat
zicht tot dan tot verdedigen had beperkt, moest uit zijn pijp komen. Het
leverde nog spannende minuten op, maar de verdiende zege kwam niet meer in
gevaar. Sevilla geplaatst voor de finale dus. Sanchez-Pizjuan werd gek. Spaans
gek. Sevillaans gek. De eerste fans stormden het veld op, achternagezeten door
stewards, die al snel concludeerden dat tegen zo een overmacht van zegevierende
Sevillanen weinig te beginnen valt. Ik overtuigde Thomas min of meer de
omheining over, en even later stonden ook wij op de middenstip van el campo,
met tienduizenden rond ons in de tribunes, die Sevillaanse hymnes aan het
zingen waren. Betoverend gevoel. Onze appearance was maar van korte duur, de
security voerde een nieuwe raid uit om het veld te heroveren, iedereen als
hazen ervan door en als apen terug die hekken naar omhoog, en dan verder zingen
uiteraard. We raakten elkaar kwijt in het gewoel en zagen elkaar later terug
buiten het stadium. Met beider ogen als schoteltjes en boquiabierto, zoals dat
hier heet.
Wederom een drukke schoolweek verder vertrokken we
vrijdagmiddag naar Madrid. Hans, de laatste van het Erasmus-sextet aan
Belgische burgies dat uit Leuven vertrok en die we nog niet bezocht hadden,
heette ons welkom in zijn stulp. Die avond hadden we afgesproken met enkele
Madrileensen die we ontmoet hadden tijdens onze tweede week in Sevilla, oftewel
op de beruchte haciënda-fiësta 1. Niet dat er zo veel contact gehouden was,
maar ze hadden toen beloofd ons te zullen rond leiden als we zouden komen en
daar hield ik ze dus aan. We spraken af in Cats, genoten van enkele goede
punk-bands, gevolgd door een saxofonist die soleerde op electrobeats, en later
trokken we verder naar een ander clubje waar we de avond afsloten. De volgende
ochtend vroeg op en na een korte trip door het centrum de bus in naar Toledo.
Een aangenaam stadje dat echter erg hoog gelegen is, en de beklimming ervan met
een kater is af te raden. We genoten van de highlights, kochten wat marsepein
(de plaatselijke specialiteit) en keerden s avonds weder naar Madrid. Ook daar
slenterden we nog wat door, om uiteindelijk weer bij Hans zijn kot aan te
komen. Die avond keken we gezamenlijk naar Auberge Español, een film over het
wonderbaarlijke concept genaamd Erasmus. Was aangenaam en bevreemdend tegelijk
om die film te zien op wat ongeveer het einde van ons jaar hier is. Balen als
een stekker bij de scène waarin het personage terug bij zijn thuis zit en zijn
biefstuk aansnijdt aan de keukentafel. Misschien moet je het wel meemaken om
het te begrijpen.
Wat niet wegneemt dat het een week later bijzonder plezierig
was om mijn ouders nog eens terug te zien. Had er niet veel bij stilgestaan op
voorhand maar heb er wel van genoten. Ze hadden nog een gevolg aan kennissen en
familieleden mee, en s avonds werd er dus weer lekker Bourgondisch gedaan hier
in Sevilla. Vrijdagavond gaf Thomas zijn verjaardagsfeestje samen met zijn
Italiaanse kotgenoot, voor wie het een afscheidsfeestje was. Zaterdagavond gaf
Julian hier het zijne. Een drukke bedoening dus afgelopen weekend.
Nu ondertussen al in mijn laatste lesweek. Gisteren Thomas
verjaardag gevierd. Rustig gekookt en een filmke gaan kijken. We wilden van het
begin van het jaar al eens gaan naar de bioscoop die films toont in de originele
taal en met een Castellaanse ondertiteling. Was er nooit van gekomen maar kan
dus nu ook al weer van het to-do lijstje geschrapt worden.
Volgende week lopen de lessen af en beginnen de examens. Ook
hier achter de boeken kruipen dus, alhoewel mijn programma wat lichter is als
het eerste semester.
Tot zover de up-date. De regen stopte toen ik mijn tekst beëindigde,
en met het rotsvast Erasmusvertrouwen dat het weer de komende drie weken weer stralend zouden
zijn, ging ik avondeten. Nos vemos!