Een ontbijtje kregen we op het dakterras, met een mooi
uitzicht over de stad. We bezochten een paleis en koranschool, maar het mooiste
was toch weer de medina. Elke keer opnieuw je ogen uitkijken, totdat je
verdwaald bent. Prachtig toch.
In de vooravond namen afscheid. Ik vertrok naar het station,
klaar voor een wedren tot in Malaga, waar Nathalie de volgende dag zou landen
om 16.00 uur. Thomas besloot nog twee dagen in Marakesh te blijven, de stad nog
wat te bezoeken en een excursie naar het Atlasgebergte te ondernemen. Voor een
diepsneeuwverhaal op sneakers, leest u zijn blog maar eens.
Mijn terugtreinreis was een leuke bedoening. Ik kwam terecht in
een coupé met een fransoos die terugkeerde van een bezoek aan de Berberstammen,
een professor economie aan de unief van Casablanca en een Italiaan die rondtrok
met een Marokkaan die in Italië woonde. Toen bleek dat die laatste nog drie
jaar illegaal in Nederland verbleven had, en dus een aardig woordje Nederlands
kon klappen werd het helemaal te gek. We hebben uren zitten zeveren in een
massa talen, waarbij iedereen voortdurend tolk speelde voor iedereen. Zij
stapten echter af in Casablanca, waarna de fransoos en ik overbleven,
knikkebollend tot onze aankomst s ochtends in Tanger. Vandaar moest ik echter
terug zien te geraken naar Ceuta, omdat ik een heen- en terug ticket gekocht
had voor de boot.Een slechte zet zo
bleek. Eerst met een bus via Tetuan naar een stadje juist voor Ceuta. Dan van
daar met een taxi collectivo tot aan de grens. Daar weer heel de controle
doorlopen. Dan een bus nemen tot aan de boten. De boot missen en wachten op de
volgende. En uiteindelijk in Algeciras aankomen en de bus nemen naar Malaga. Twee
uur te laat, maar het werd me vergeven.
Met veel enthousiasme en niet gehinderd door een degelijke
voorbereiding, stonden we zondagochtend op in Fez. Gewoontegetrouw waren we
overdreven hard aan het lachen met alledaagse kleinigheden, toen de baas van de
jeugdherberg, in traditionele outfit, zonder kloppen of iets onze kamer
binnenstormde om te vragen wat er aan de hand was. Ik weet niet wat hij in
hemelsnaam verwachtte aan te treffen buiten twee halfwakkere- en aangeklede
kerels, en ik wil het ook niet weten, maar onze verbaasde gezichten waren genoeg
om hem, nog een verontschuldiging mompelend, te laten afdruipen.
Na het ontbijt vertrokken we richting de medina. Een
Marokkaanse medina is letterlijk het oude stadscentrum. In praktijk buiten een
labyrint van straatjes en steegjes, winkels en verkopers, gejoel en gekrijs,
kleuren en geuren een plek waarin je niet wil verdwalen en het uiteindelijk,
onherroepelijk en keer op keer doet. Je kan er alleen maar aan leren wennen. De
hele dag dwaalden we door de straatjes en onderhandelden we zonder veel intentie
te kopen. We beluisterden een CD-venter zijn kraam om uiteindelijk een M3P
aan te schaffen. Kregen een lederen rugzak van 50 naar 20 , om uiteindelijk
uit te leggen dat we hem niet echt nodig hebben. (Dat was minder eenvoudig als
het klinkt, zowel het afdingen als het uitleggen achteraf.) Beklommen een dakterras en genoten van het
uitzicht. Kochten baboushen, of hoe het ook klinkt of geschreven word, bij wat
met stip de slechtste verkoper ooit moet geweest zijn. Sprak alleen Arabisch
maar kon lachen in verschillende talen. Wij gelukkig ook.
Werden uitgescholden als we weer eens een valse gids
weigerden. Verdwaalden zwaar in de buitenwijken, totdat we niets anders konden
dan een klein goedlachs manneke in vertrouwen te nemen, en hij ons ook daadwerkelijk
terug naar het centrum bracht. Ik gaf hem een dirham en hij begon te brullen
dat hij er 10 wou. I gave him the finger, figuurlijk dan, en we kozen het
hazenpad.
Het was een heel intense dag, spannend ook wel, en er waren
niet zo veel toeristen daar in Fez. Op een sporadische bus na die dan en masse,
cameras op schouderhoogte, en met een officiële gids de medina doorbeukt. Wat
in niets te vergelijken is met hoe wij het deden. Even staan om een foto te
trekken betekende bijna ogenblikkelijk een aanklampende bedelaar die geld
geroken had, een gids die zijn diensten aanbood, of een dealer die zijn waren
prijsde, en dat kostte je dan weer een poos om er vanaf te geraken. Dat er op
zondag geen politiecontrole was in de medina, zoals we achteraf te horen
kregen, zal ook wel meegespeeld hebben.
Volgende ochtend pakten we ons boeltje en vertrokken naar
Mequinez. De tweede van de vier Marokkaanse keizersteden (Fez, Mequinez,
Marakesh en Rabat). Mequinez was kleiner, nog minder toeristisch en had
cultureel-architecturaal iets meer te bieden. Alhoewel dat een groot woord is in
Marokko. We bezochten verschillende oude paleizen en een mausoleum, betaalden
als toeristen wederom te veel voor een maaltijd, maar veel stelde het allemaal niet voor.
Alhoewel je dat ook in perspectief moet plaatsen. Je moet als stad al heel wat
te bieden hebben om twee kerels die Sevilla gewend zijn te kunnen verbazen. De
overdekte markt was echter wel de moeite, en erg fotogeniek zonder
eerdervermelde consequenties. We dachten na over wat we de komende dagen gingen
doen, en besloten de volgende ochtend vroeg de bus te nemen naar Marakesh.
De dichtstbijzijnde busmaatschappij lag nog in het centrum
en we besloten daar gebruik van te maken. Rond zes uur s ochtends waren we
alweer op weg. Eerst nog wat geklooid om geld af te halen, want verschillende
automaten weigerden dienst of bleken onbereikbaar. (Als het portaal 1 vierkante meter
groot is en daarin ligt een bedelaar te slapen, dan is het niet opportuun om
half over hem hangend enkele Marokkaanse-bedelaars-jaarlonen uit de automaat
te halen). De taxi die we erna namen, vroeg ons letterlijk waarom we als
toeristen niet met de grote CTM busmaatschappij reisden.Een teken aan de wand, zo zou blijken. Maar
wat wisten wij beter. In het busstation was veel bedrijvigheid zo vroeg op de
ochtend, vooral van mensen die je op weg proberen te helpen. En daarvoor dan
ook wat geld eisen. Toen we uiteindelijk de bus in stapten en neerploften om
nog wat te slapen, stormde er een kerel de bus in, recht naar ons toe. Hij had
ons de bus aangewezen en daarna mijn bagage aangenomen om in de koffer te
leggen. Ik had hem twee dirham gegeven, 20 cent, en hij eiste er twintig,
ronduit belachelijk veel voor zijn verdienste. Zelfs in belgië zou ik dat niet
geven. De bagageverantwoordelijke stond er lachend bij en zei dat zulk een
dienst betaald moest worden. We konden weinig kanten uit, zaten neer en zij
stonden boven ons, en een scène opzetten voor twee euro is het ook niet waard,
zeker niet als je nog negen uur in die bus moet zitten. We gaven hem beiden nog
wat meer, zowat tussen de twee bedragen in, en hij vertrok. De bus liep vol met
Marokkanen van alle slag en soort, en wij waren uiteindelijk de enige
toeristen, in tegenstelling met de rit naar Fez met CTM, waarbij de bus bestond
uit toeristen en rijkere Marokkanen. De bus stopte in elk klein stadje, waarbij
er mensen op en weer afsprongen, en langzaamaan wen je aan je omgeving en val
je in slaap. Totdat de baby langs je de burka van zijn moeder begint onder te
kotsen en een zure lucht de achtersteven van de bus vult. Of totdat je moet
plassen en de chauffeur je toestemming geeft en tien seconden later begint te
toeteren dat hij wil vertrekken. Of totdat je langer stopt, en bananen en water
wil kopen en de prijs vraagt. Je ziet ze denken en verzinnen, een prijs zeggen
die niet veel is maar veel te veel voor daar in het Marrokaanse platteland. Je
zegt het en ze kijken weg en zeggen dat het de prijs is. Je zit negen uur op de
bus zonder eten en hebt hun diensten nodig en betaalt dus. Maar uiteindelijk nog redelijk
op tijd in Marakesh.
We stapten uit en begonnen naar het centrum te wandelen,
ondertussen de ene westerse familie of toeristengroep kruisend. Het was een
fijn gevoel en een teleurstelling tegelijkertijd. We konden doordat iemand
gecanceld had een prachtig pension bemachtigen, liepen nog even over Djemel
Fnah of hoe het prachtige plein ook mag heten, en kropen vroeg in bed.