- 19 april 2009: Run Oostende - 43min10s - 10 mei 2009: Dwars door Brugge - 1u04min13s - 31 mei 2009: 20km van Brussel - 1u38m42 - 20 september 2009: Marathon van Berlijn
Zoeken in blog
Moondog loopt de marathon van Berlijn
22-03-2009
Karakter
Ik vind van mezelf dat ik veel karakter heb tijdens het lopen. Proberen nog dieper te gaan, als het al overal pijn doet, blijven gaan als elke vezel in je lijf ermee wil stoppen, ik heb er nooit echt problemen mee gehad.
Toen ik nog competitie deed, hadden we op zondagmorgen vaak een weerstandtraining op het programma staan: na een duurloop van 7,5km, een tiental keer een nijdige helling naar boven spurten met minimale rust tussen elke spurt. Het overkwam mij regelmatig dat ik na de tiende sprint zoveel van mezelf had gevergd, dat ik ongelofelijk mottig werd. Na verloop van tijd kende ik echter het patroon: het was hopen dat ik zo vlug mogelijk wat gal kon overgeven, en nadien ging het wel terug. Na afloop was ik ook super tevreden, want ik wist dat ik goed had getraind.
Om maar te zeggen dat karakter op korte termijn niet echt een probleem is.
Karakter tonen op langere termijn is echter andere koek. Als het uiteindelijke doel nog vrij veraf is, dan is het in bepaalde omstandigheden zo verleidelijk om bepaalde zaken die nodig zijn om het doel te bereiken achterwege te laten. Ik denk dan aan trainen, minder chips en andere rommel eten, etc.
Gisteren was weer één van die dagen. Ik had een lange duurloop gepland (hartslag niet boven 165/min - hetgeen betekent dat je loop met de rem op).
Afgelopen week had ik echter opnieuw zeer lange dagen gemaakt op het werk en te weinig geslapen. Bovendien kwam onze aannemer zaterdagmorgen om 8u een aantal zaken afwerken in ons appartement. Lang uitslapen was dus niet aan de orde, en bovendien moest er hier en daar worden meegeholpen.
Toen ze tegen 15u30 vertrokken waren, hebben ik me in de zetel gelegd om naar Milaan-San Remo te kijken (wat een sprint van die Cavendish!) en na aankomst brak het moment aan dat ik me zou moeten klaarmaken om te gaan lopen.
Ik was echter hondsmoe en de zin om uit mijn zetel te komen was zeer ver te zoeken.
Veel heeft het dus niet gescheeld of ik toonde weer eens geen karakter. Wat heeft me dan "gered"? Simpel: het mooie weer. Het was gisteren een prachige lentedag, en dat heeft me er toe doen besluiten om toch maar te vertrekken.
Al na de eerste meters was ik blij dat ik het had opgebracht, want de benen voelden lekker aan, en het is uiteindelijk een zeer leuke trip geworden. Nadien was ik dan ook echt blij dat ik karakter had getoond en gaan lopen was.
Was het gisteren echter grijs en bewolkt geweest, wees maar zeker dat ik mijn zetel niet was uitgekomen...
Sinds we met kantoor verhuisd zijn, beschikken we eindelijk over douches.
Aangezien ik tijdens de week weinig vrij tijd heb, heb ik dus een cunning plan uitgedokterd om toch twee maal op weekdagen te kunnen trainen.
Concreet betekent dit dat ik (meestal) op woensdagmorgen naar kantoor ga met de tram en mijn loopgerief in een zak meeneem. 's Avonds loop ik dan via het park van Woluwe naar huis. De volgende morgen loop ik terug naar kantoor, waar ik me douche en mijn kostuum terug aantrek.
Ik pas dit systeem nu toe sinds januari, en ik ben er eigenlijk zeer tevreden van.
Het enige nadeel is dat ik 's morgens vaak nog vrij vermoeide benen heb. Meestal zit er inderdaad nauwelijks 12u tussen beide trainingen.
Zo ben ik dus ook gisteren naar huis gelopen vanop kantoor, goed voor een extensieve duurloop van 10 km in 49min en 17s (gem. hartslag 168/min). De benen voelden zeer goed aan, en ik had echt het gevoel dat ik dit tempo nog wel een paar kilometer kon volhouden. Ook op de gevreesde helling van de Tervurenlaan had ik mijn tempo mooi kunnen aanhouden zonder dat mijn hartslag al te veel steeg.
Deze morgen waren de benen relatief goed gerecupereerd, maar ik voelde toch de training van gisteren. Ik heb uiteindelijk 6 km gelopen (extensieve duur).
De douche op kantoor deed deugd en om 9u zat ik fris en wel voor mijn pc voor wat weer een lange werkdag beloofd te zijn...
De zon schijnt hier in Brussel, en dus kriebelt het enorm om te gaan lopen!
Gelukkig heb ik twee trainingen in het vooruitzicht: vanavond loop ik van kantoor via het park van Woluwe naar huis, goed voor een 10-tal kilometer. Morgenochtend gaat het in omgekeerde richting terug naar kantoor (een 6-tal kilometer).
Het klinkt misschien vreemd, maar soms is de zin en de wetenschap dat je straks gaat lopen nog fijner dan het lopen op zich. Het helpt me in elk geval om (te) drukke dagen op kantoor door te komen met een glimlach op het gezicht...
Volgende week maandag heb ik een afspraak voor een lactaattest bij BLITS, het Brussels Labo voor Inspanning en Topsport van de VUB.
Mijn vorige lactaattest dateert van anderhalf jaar geleden en ik moet eerlijk zeggen, ik ben wel benieuwd naar het resultaat. Op grond van mijn trainingen van de laatste weken, zou het resultaat een pak beter moeten zijn dan vorige keer. We zullen zien...
Aangezien ik sinds januari echter vooral op lange (< 165 hartslag/min) en extensieve (165-175 hartslag/min) duurlopen heb getraind, leek het me nog eens een goed idee om een intensieve duurloop in te lassen, kwestie van mijn lichaam (spieren maar vooral ademhaling) voor te bereiden op de weerstandstraining die me te wachten staat.
Ik ben deze morgen dus 10 km gaan lopen in het Zoniënwoud. De Brusselaars zullen ongetwijfeld dit mooie parcours met vertrek aan het ADEPS kennen. Toffe kronkelende bospaadjes, van zacht glooiend tot nijdig omhoog. Kortom een even leuk als veeleisend parcours!
De benen voelden zeer goed aan, maar zoals verwacht had de ademhaling wat problemen om het tempo te volgen.
Ik heb er uiteindelijk 45min40s overgedaan met een gemiddelde hartslag van 179/min en een maximale hartslag van 190/min.
Ik ben dus - vooral op het einde - vrij diep geweest, maar het belangrijkste is dat ik nadien zeer vlot recupereerde. Een paar minuten na de aankomst was mijn hartslag al gezakt naar 120/min. Nadien heb ik nog goed gestretcht en een beetje losgelopen.
Al met al was het een goede training en in vergelijking met maart vorig jaar is de conditie in elk geval veel beter.
Dat opent dus perspectieven voor mijn eerste grote doel van dit jaar: de 20km van Brussel.
Uiteraard wou ik als snotneus eerst voetballen. Lang heeft dat echter niet geduurd. Al van bij de duiveltjes was duidelijk dat ik nauwelijks deftig tegen een bal kon sjotten, maar dat lopen mij goed afging.
De keuze was dan ook al vlug gemaakt en korte tijd later maakte ik de overstap naar de atletiekclub waar mijn vader ook lid was.
Aangezien mijn intrinsieke snelheid vrij goed was, kwam ik vrij vlug terecht bij de spurters. Met je spikes sprintjes trekken op de piste, bochten nemen op topsnelheid, het was een heerlijk gevoel.
Na enige tijd had ik echter het gevoel dat ik iets miste. Je kunt uiteraard maar sprints op topsnelheid lopen, als je tussendoor genoeg rust. Concreet betekende dit dat stretching, rusten en wandelen een groot aandeel uitmaakten van de trainingen. Vaak ging ik na de training naar huis zonder echt moe of verzadigd te zijn.
Na wat twijfelen maakte ik dan ook de overstap naar de afstandlopers, waar ik me ging toeleggen op de halve fond. Op de 800m vond ik de perfecte mix tussen snelheid en uithouding. Er werd nog altijd genoeg op snelheid getraind, maar ook lange duurlopen en pittige weerstandtrainingen stonden op het menu.
Vanaf toen had ik geen last meer van een onverzadigd gevoel. Na de trainingen was ik meestal zodanig afgepeigerd, dat de 4 km op de fiets naar huis een ware martelgang waren. Maar eenmaal thuis gekomen, was er niets zaliger dan mijn vermoeide spieren te laten bijkomen in een heet bad.
Op die manier heb ik de jeugdcategorieën afgesloten met een tijd op de 800m van net geen 2 minuten. Geen uitzonderlijke tijd, maar toch al behoorlijk snel.
Een paar maanden later ging het al veel minder snel. Ik zat op kot, en had mezelf wijsgemaakt dat ik onvoldoende tijd had om de trainingen te doen die nodig zijn om op competitie niveau te blijven. Aangezien ik zonder concreet doel vaak motivatieproblemen heb, werd al vlug totaal niet meer gelopen.
Gedurende twee jaar deed ik nauwelijks aan sport en het duurde dan ook niet lang vooraleer ik 12 kilogram meer woog dan mijn competitiegewicht van 73 kilogram (voor 1m91).
Toen ik bij het begin van mijn licenties besloot om terug wat meer aan sport te doen, was het kalf eigenlijk al verdronken. Het niveau dat ik vroeger haalde, was slechts een verre herinnering. Een vriend van me die ik vroeger tijdens de turnles op de Coopertest een pak slaag gaf, kon ik plotseling niet meer volgen.
De motivatie was dus bij momenten ver te zoeken, en telkens als het wat beter begon te gaan, waren de examens daar weer. Kortom, er werd niet regelmatig genoeg getraind om echt terug een aanvaardbaar niveau te halen.
Zo bleef ik nog een paar jaar blijven aanmodderen. Gek genoeg kwam de ommekeer er pas toen ik begon te werken, en eigenlijk veel minder vrije tijd had dan tijdens mijn studentenperiode.
Maar daar heb ik het wel nog een andere keer over.
Op 20 september 2009 loop ik mijn eerste marathon: de marathon van Berlijn!
Haile Gebresellasie liep er vorig jaar een nieuw wereldrecord: 2u03min59s, maar zelf houd ik het iets bescheidener...
In de komende maanden ga ik hier regelmatig berichten posten in verband met mijn voorbereiding op de marathon van Berlijn.
Uiteraard over mijn trainingen en de progressie die ik maak, maar evenzeer over het gelukzalig gevoel van een vermoeid lichaam na een goede training of de pijn als het minder gaat.
Over de verleiding om lui binnen in de zetel voor de tv te blijven hangen en het plezier van het lopen in de regen