Ik loop al zo lang ik mij kan herinneren.
Uiteraard wou ik als snotneus eerst voetballen. Lang heeft dat echter niet geduurd. Al van bij de duiveltjes was duidelijk dat ik nauwelijks deftig tegen een bal kon sjotten, maar dat lopen mij goed afging.
De keuze was dan ook al vlug gemaakt en korte tijd later maakte ik de overstap naar de atletiekclub waar mijn vader ook lid was.
Aangezien mijn intrinsieke snelheid vrij goed was, kwam ik vrij vlug terecht bij de spurters. Met je spikes sprintjes trekken op de piste, bochten nemen op topsnelheid, het was een heerlijk gevoel.
Na enige tijd had ik echter het gevoel dat ik iets miste. Je kunt uiteraard maar sprints op topsnelheid lopen, als je tussendoor genoeg rust. Concreet betekende dit dat stretching, rusten en wandelen een groot aandeel uitmaakten van de trainingen. Vaak ging ik na de training naar huis zonder echt moe of verzadigd te zijn.
Na wat twijfelen maakte ik dan ook de overstap naar de afstandlopers, waar ik me ging toeleggen op de halve fond. Op de 800m vond ik de perfecte mix tussen snelheid en uithouding. Er werd nog altijd genoeg op snelheid getraind, maar ook lange duurlopen en pittige weerstandtrainingen stonden op het menu.
Vanaf toen had ik geen last meer van een onverzadigd gevoel. Na de trainingen was ik meestal zodanig afgepeigerd, dat de 4 km op de fiets naar huis een ware martelgang waren. Maar eenmaal thuis gekomen, was er niets zaliger dan mijn vermoeide spieren te laten bijkomen in een heet bad.
Op die manier heb ik de jeugdcategorieën afgesloten met een tijd op de 800m van net geen 2 minuten. Geen uitzonderlijke tijd, maar toch al behoorlijk snel.
Een paar maanden later ging het al veel minder snel. Ik zat op kot, en had mezelf wijsgemaakt dat ik onvoldoende tijd had om de trainingen te doen die nodig zijn om op competitie niveau te blijven. Aangezien ik zonder concreet doel vaak motivatieproblemen heb, werd al vlug totaal niet meer gelopen.
Gedurende twee jaar deed ik nauwelijks aan sport en het duurde dan ook niet lang vooraleer ik 12 kilogram meer woog dan mijn competitiegewicht van 73 kilogram (voor 1m91).
Toen ik bij het begin van mijn licenties besloot om terug wat meer aan sport te doen, was het kalf eigenlijk al verdronken. Het niveau dat ik vroeger haalde, was slechts een verre herinnering. Een vriend van me die ik vroeger tijdens de turnles op de Coopertest een pak slaag gaf, kon ik plotseling niet meer volgen.
De motivatie was dus bij momenten ver te zoeken, en telkens als het wat beter begon te gaan, waren de examens daar weer. Kortom, er werd niet regelmatig genoeg getraind om echt terug een aanvaardbaar niveau te halen.
Zo bleef ik nog een paar jaar blijven aanmodderen. Gek genoeg kwam de ommekeer er pas toen ik begon te werken, en eigenlijk veel minder vrije tijd had dan tijdens mijn studentenperiode.
Maar daar heb ik het wel nog een andere keer over.
11-03-2009, 00:00
Geschreven door Moondog 
|