 |
|
 |
Doe wat liefde je gebiedt, Ga je hart verpanden In mijn leven en mijn lied, Draag ik jou op handen |
Uit "Carmina Burana" |
 |
08-10-2015 |
Trip van vrijd. 2 okt.: Samos > Sarria >>> Ferreiros (26 km/ nog 97,5 km te gaan). |
't was rumoerig vannacht, de overwegend Engelse en Engelstaligen (Denen en Ieren) krijgen meer en meer het overwicht in de slaapzaal. Luidruchtigheid is hun sterkste vak, de hospitaliero is hun een paar keer tot stilte komen aanmanen. Pas wanneer hij kwaad ermee dreigde ze eruit te zetten werd het stil.
Deze morgen om halfzes geneerde ik mij dan ook niet om het licht aan te steken en met voldoende lawaai mij rustig klaar te maken.
Nog maar goed op pad langs de steenweg, zat er daar een man, voet omgeslagen, Engelstalig en volledig van zijn melk. Gelukkig had ik het nummer van de hospitaliero met nachtdienst bij, telefoonnummer dat ik steeds noteer bij aankomst in elke albergue. Een halfuurtje later had hij ons gevonden, en ontfermde hij zich over de ongelukkige.
Natuurlijk heel wat tijd verloren en pas rond kwart na negen was ik zo goed als door het bijna tot op de draad versleten stadje Triacastela.
Deze regio is echt achteruit gesteld, de assepoester van het Baskenland!
Ik deed het verder kalmpjes aan, en genoot eens buiten 't stad ten volle van de boerenbuiten, de natuur en de bezienswaardigheden.
In Barbadelo werd ik aangesproken door de plaatselijke kerkvader. Hij sprak met enige trots over zijn romaans kerkje dat in hetzelfde jaar als de basiliek van Compostella werd gebouwd, in 1101 meen ik begrepen te hebben. Ik kreeg er nog een prachtige stempel vd Diocesis de Lugo, bij in mijn credential.
En dan doortrippen want ik wilde absouut de born van de laatste 100km voor Compostella in -A Brea- halen. Het lukte, uiteindelijk haalde ik ook Ferreiros, en boekte in een heel aardige albergue, bovendien uitgerust met een moderne wasmachine en droogkast. Ook dat probleem is hoognodig opgelost. Een tevreden pelgrim, die op 1 van zijn 2 oren kan gaan slapen.
Morgen trip en tel ik dan verder af naar de eindkilometer, nog een goeie 5 trippen en dan zit het hoofddoel van mijn voetreis, de pelgrimstocht naar Compostella erop.
Maar nu de slaapzak in, allemaal de beste en liefste groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
Trip van dond. 1 okt.: O Cebreiro/ Linares > Triacastela >> Samos ( 26km / 129 km to go). |
Hoe dichter ik bij het doel om, hoe meer ik er zin in krijg om door te gaan. Dit nomadenleven zint mij meer en meer, slapen, opstaan, 5- 6- 7 uur stappen onderwijl hier en daar een woordje plaatsen, op adem komen, douchen, eten en wat lanterfanten en graag ongeacht het uur terug het bedje in. In een slaapzaal, in een kamer met 6 of met 3, al dan niet gemengd, het maakt niets uit.
Eens vroeg Liliane mij, wat gaat ge doen wanneer ik er niet meer ben? Mij vinden ze wel ergens langs een straatje of weg..... in Spanje was mijn antwoord. Fallido ... con mucho gusto. Mogelijk, maar inmiddels wil ik mijn dochters weerzien, mijn nog alles wat ik heb, en enkele van mijn vrienden, en Fons en de collega's die bij hem Spaans volgen. Volgend jaar ga ik terug op trektocht , opnieuw gaan trippen gedurende 1 maand. Graag dan vanaf Le Puy tot St.Jean.
Vandaag tripte ik een goeie 27km, een reuze mooie trip, mogelijk de allermooiste vanaf mijn vertrek in St.Jean PdP.
Alleen de heuvels en bergen afdalen lagen mij niet zo best. De rolkeien zijn heimelijk gevaarlijk, de afgrond soms op nog geen meterke, en ik overdrijf echt niet.
Deze morgen passeerde ik wellicht een van de alleroudste kerkjes (13°e.) in Fonfria, zonder restauraties of wijzigingen, uniek.
En dan de passages door die beminnelijke dorpjes, de tijd is hier echt blijven stilstaan. Een Suske en Wiske verhaal, met de teletijdmachine van professor Barabas naar de 18de eeuw geflitst. Met daarbij de opstijgende zuurzoete geur van de koeienstallen, de mesthopen en aalbeekjes, het gekabbel van de bergriviertjes. Een heel boeket met van alles, mooi, simpel en onovertroffen.
Biduedo met zijn ocharme 5 huisjes, Triacastela met zijn meer dan 400 jaar oude kastanjeboom.
Dwars door het enige en smalle dorpsstraatje van het schuwe Renche met zijn grote eikenbomen tot ik uiteindelijk in het grotere Samos aankom. Groter ja, door het oude imposante klooster, de -"Abedia de Samos- , ik ga er straks overnachten in een besproken kamer voor 10 . Het merendeel van de pelgrims trekt erop af, omdat er een collectieve en "donatievo" slaapplaats is. Iedereen geeft er wat naar zijn willen en kunnen. Het principe stamt uit de tijd van ......
De pelgrimsmenu is betalend 8 : Galicische koolsoep met groenten en patat, afgekookt rundsvlees met worteltjes en erwten in de peul en frietjes, en als dessert een puntje amandeltaart.
Wat mij opvalt er is in Baskenland nooit "cordero" schapenvlees valt te eten. Ik ben er verzot op, maar hier in noord Spanje grillen ze het vlees niet.
Ander gegeven is, dat het Portugees zijn oorsprong zou vinden uit het Galliciaans. Anderzijds zou de Moorse invloed geen enkel gevolg hebben gehad in Galicië. Galicië overleeft overwegend van de landbouw en de visserij en is echt de allerarmste regio van Spanje. Begrijpelijk dan ook haar inzet voor onafhankelijkheid, al was het maar om van de zware "impuestos" belastingen af te komen. Volgens Xinto, de café uitbater waarmee ik aan een babbel toe kwam, doet het gouvernement niets om er verbetering in te brengen, vandaar de Baskische frustraties en het ongenoegen.
Ik weet het niet, mijn naam is susse maar een ding weet ik, ik ga gaan slapen.
Morgen trip ik van Samos naar Sarria (15 km)en waarschijnlijk nog een stukske verder, we zullen wel zien, wat de botten ervan denken.
Vandaar dan allemaal mijn beste groeten en een daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
De camino a Santiago (Op weg naar Santiago) - 20 â |
Wat zullen we meenemen op onze lange tocht naar het verre bedevaartsoord?
Laten we vooral afspreken, dat onze bagage niet te veel of te zwaar mag uitvallen.
Het is eigenlijk allemaal ballast, die we heuvelop en af moeten sleuren.
Wat niet mag ontbreken? Veel moed, karakter en doorzettingsvermogen : je gaat niet zomaar eventjes een wandelingetje in het park maken! Zorg dat je bestand bent tegen meerdere uren stappen. Wen je aan het stappen in eenzaamheid. Schaf je goede kousen en schoenen aan. Leer je menu verdelen in verschillende hapjes, zodat je nooit met een zware maag zit.
Neem een goede slaapzak mee. Er zullen niet altijd veel dekens zijn. Regenkledij, zonnecrème, spelden, oordopjes tegen het snurken (van de anderen), iets om je blaren te verzorgen, een klein zakje met de gangbare algemene farma, zeep voor de was van je kledij
Het is niet nodig om veel geld mee te nemen. Met je bankkaart kan je het wel aan.
Spanje heeft ontzettend veel te danken aan de Camino! De afgelegen en afgesloten ligging van Spanje heeft altijd belet, dat er veel doorgang kwam, dat er veel mensen naartoe gingen. Het was ook geen doorvoerland voor de handel.
Na de grote volksverhuizingen sloten de West-Goten hun grenzen, Karel De Grote plaatste er aan de Noordzijde nog een stop op! De Moren kwamen uit het Zuiden en het duurde acht honderd jaar voor de laatste weer weg was. Al die tijd waren alleen mercenarios welkom.
Maar ook pelgrims, peregrinos! Santiago lag in het Noorden, dat vlug bevrijd werd. Dat kon dus bereikt worden zodra de reconquista op gang kwam.
Deze honderdduizenden bedevaarders sijpelden het land in en onbewust lieten ze een spoor na van hun land, van hun cultuur. Zo hoorde Spanje toch iets van de buitenwereld.
Heel de Middeleeuwen door werd Spanje genoemd als País cerrado, pais negro.
Spanje gesloten land, zwart land. Het zwarte verwees naar de klerikale almacht, naar de Inquisitie, naar de brandstapels van de Kerkelijke rechtbanken
Een ander citaat, dat aan duidelijkheid geen gebrek lijdt zegt : Achter de Pyreneeën begint Afrika!
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
|
El Camino de Santiago - 19 â |
De weg naar Santiago is zonder twijfel de oudste, de meest gevierde, de meest belopen bedevaartsweg van Europa. Het is daarenboven de enige, die de naam van Camino (de weg) draagt.
De eerste pelgrims kwamen in de XI eeuw uit het thuisland Galicia en de buurtstaat Asturias, maar vrij snel kwamen ze ook uit verderaf gelegen streken, zodat het nodig werd om ook te gaan zorgen voor verblijfposten.
Terzelfdertijd werd het ook nodig om de veiligheid van de reizigers te gaan waarborgen. Hier vinden we dan de steun, die gegeven werd door de grote abdijen.
Er zijn vele wegen naar Santiago : vanuit Portugal, van het Noorden, van Valencia, van uit Italië, maar het is zeker de Camino Francés, die het best bekend is.
Hij telt meer dan 100 opvangplaatsen (albergues, refugios) langsheen zijn verloop.
Dit kunnen abdijen zijn, oude scholen, parochielokaaltjes, voormalige kloosters
Luxe hoef je nooit te verwachten, maar wat men altijd garandeert is een dak boven je hoofd en water om je te wassen. Het aantal opvangplaatsen is beperkt, wie eerst komt heeft plaats, de laatsten kunnen op de grond slapen!
Wat de prijs betreft, men heeft lang getracht om het principe van de vrije gift te bewaren, maar men is hier grotendeels van af gestapt. Toch blijven de prijzen redelijk. De openingsuren kunnen van streek tot streek wat variëren. Ze openen rond de middag en behalve bij ziekte of kwetsuur kan men er slechts één nacht verblijven.
Iets wat voor de pelgrim wel aan te raden is, is dat hij beschikt over een Credencial.
Dit is zijn identiteitskaart als bedevaarder. Ze zal steeds gevraagd worden in de refugios (de opvangplaatsen). Men kan dit aanvragen in het land van vertrek bij de voornaamste kerken. Op deze kaart worden de zegels geplaatst van de verschillende etappes en worden ze ook afgestempeld. Ze dient dan verder als bewijsstuk om het Certificaat te bekomen in Compostela. Dit wordt voorbehouden voor pelgrims, die minstens 100 km te voet hebben afgelegd of 200 per fiets.
De meeste bedevaarders dragen een schelp en een stevige wandelstok. Dit maakt hen herkenbaar als peregrino (bedevaarder). Deze stok kan soms ook wat respect afdwingen van een loslopende hond.
De Camino Francés kan men het hele jaar door belopen, maar de maanden Juli en Augustus leveren het minst aantal risicos qua klimaat.
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
01-10-2015 |
El Camino de Santiago â Entramos en las huellas de los peregrinos. â 18 - |
Nadat de Katholieke Koningen de Moren uit Spanje verdreven hadden, konden ze werk maken van hun doel : het land echt één maken, met één koning, met één taal en met één godsdienst.
Het land één maken leek op het eerste gezicht wel makkelijker, dan het zou blijken.
De zo vele staatjes hadden zich wel goedschiks of gedwongen onder de scepter geplaatst van Isabel en Fernando, maar er waren zoveel verschillen tussen hen, qua levenswijze en gewoonterecht, dat er veel moest geschipperd worden. De enen hadden de Moren haast niet gekend, anderen waren er eeuwen mee geconfronteerd geweest. Dit eigen gewoonterecht noemde men fueros. Niet aan raken!
Het Castilliaans (el Castellano) scheen het als éénheidstaal wel te halen, maar het Catalaans van Catalonië (Barcelona) zou altijd dwars blijven liggen. Het Baskisch blijft voor iedereen onbegrijpelijk en el gallejo en el andaluz zijn er ook nog.
Ook moest het land veilig gemaakt worden. De tijd van rondtrekkende soldeniers en benden van allerlei twijfelachtig allooi moest worden afgesloten. Daartoe dienden de nieuwe landelijke Hermandades.
Eénmaal het rustig geworden was, werd Santiago weer op het voorplan geschoven, niet om strijders aan te trekken voor de heilige oorlog tegen de ongelovigen, maar om bedevaarders, pelgrims
de kans te geven, om hun religieuze dorst te lessen.
In de loop der geschiedenis hebben honderdduizenden mensen zich op weg begeven naar Compostella, om op die wijze in het reine te komen met de Kerk van Rome.
Dank zij deze peregrinos werd Spanje, opgesloten in zichzelf achter de Pyreneeën en door zeeën en een Oceaan, toch geraakt door andere culturen en visies. De vele gesprekken tussen bedevaarders met de dorpelingen langs de wegen, brachten nieuws van de overkant. España se hizo peregrinando!
In de moderne tijd merken we evenwel, dat ook andere motieven aan de basis kunnen liggen van zulk een moeilijke opgave.
Men kan naar Santiago gaan als prestige, als een toeristische tocht, om een belofte na te komen, die men deed in een periode waarin men het niet goed had, om een gunst af te smeken naar de toekomst, zelfs gewoon ook om zichzelf eens te bewijzen.
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
|
Trip van 30 sept.: Vega de Valcarce > O Cebreiro ( 12km / 150,5km to go). |
Gisteren vergat ik de fietser uit Bordeaux te vernoemen die samen met zijn hond, de fietstocht onderneemt naar St.Jacques.
De hond loopt telkens de trip deels, als hij moe wordt gaat hij gewoon liggen, en dan is het tijd om mee te reizen in het aanhangwagentje. Vriendelijk beestje, goedhartig baasje, die zijn hond niet wilde achterlaten al die tijd. Slapen doen ze altijd samen in een tentje, steeds krijgen ze we bij landbouwers een plaats, meestal in een schuur of bijgebouw. Knap.
Deze ochtend tegen 7u, is Llena me komen wekken, ze zat naast me op 't bed, ik verschoot me, ik had niet direct het waar en wat door in de ontwakingsfaze. Llena zei dat het ontbijt klaar stond, en ik beter eerst
kon komen ontbijten. De gedekte tafel stond gedekt voor twee, Kiko was nog niet op, die komt pas het bed uit rond 8u.
Dus ontbijt voor twee, gebakken droge ham en tortilla met sneetjes geroosterde baguette.
Heerlijk zo verwend worden. Ik zei het haar en ze bloosde. Kiko kwam zoals hij zei op de geur af, ja er was overschot meer dan voldoende. Kiko vroeg wie op bezoek kwam. Voor de tweede maal zag ik iemand rood aanslaan, maar deze keer niet blozen, Kiko knipoogde eens maar keek niet op, ik moet ervan grinniken en de ijspegel brak, zij grinnikte mee.
De tijd van doorgaan was gekomen, een dikke knuffel van Kiko en de hoop van mij later nog eens te ontmoeten en nog een grotere van haar, meer hoefde dat niet te zijn, het was oprecht en hartelijk, het was volgens mij Galicisch.
En dan de trip, andere "quelque chose". Ruitelan en dan Las Herrerias -no problemas-, maar dan begon het vagevuur als voorverwarmer, 't was meer dan kreften en puffen, achter elke haakse draai hoopte ik op een vlak stukje, ijdele hoop ja, de volgende bocht dan, weer noppes, en terug noppes en ...
Regelmatig indelen hielp. Die eerste 6km tot in La Faba, was nog doenbaar, alhoewel ge mocht er niet bij gaan zitten, recht blijven was de boodschap. Mijn Waalse vriend Willy, stuurde mij gisteren nog 'n mail met een strategisch plan en raad. De eerste 6 km ik op aangeven van Willy, in iets meer dan 2 u. , vanaf dan werd de Sierra do Ranadoiro de onverbiddelijke baas. De overige 5,5km waren een tranendal, hoeveel leed ik er gezien heb valt niet te beschrijven, vrouwen die halfweg zaten te wenen, vrezend dat ze niet zouden boven geraken, mannen met beenkrampen tot en met, een oudere biker, die tegen alle weten in toch de voetweg nam, en zijn fiets met bagage en al tierend voortsleurde over de rotsige weg, dien hardleerse verdiend er feitelijk nog een kletsen bovenop.
En er waren ook de keiharde afgetrainde kerels die zich niet gewonnen gaven of aflieten echte atleten. Zelf, verdeelde ik het tranendal in, eerst 200 pasjes klimmen, hartslag +/- 150 = 1 minuut blijven staan en zo verder. De laatste kilometer gutste het zweet van mijn lijf, 2 volle literflessen water en 3 u20' later had ik het 2de deel afgewerkt. De beenpezen voelden aan als gespannen kabels , de aders lagen als koorden op de kuiten, de dijen trilden , En dan komt ge leeggekropen boven na 5u20', om te vernemen dat alle 80 bedden volzet zijn. En dan ? Ja dan maar noodgedwongen naar het 3,2 km verder bergaf gelegen Linares met 40 bedden. Gelukkig nog op tijd en voor mij absoluut hoogtijd. Mijn benen trilden van de inspanningen.
Bijna 2 volle uren bleef ik op het bed liggen om te recupereren. Meerdere anderen waren er erger aan toe.
Wat zeggen ze? Als ge O Cebreira overwint pas dan krijgt ge een volle aflaat bij aankomst in Compostella.
Het merendeel is nu al volledig afgelaten, wat rest er dan nog af te laten?
Morgen trip ik dan relaxer met 3,2km minder te stappen op de teller, van Linares naar het 18km verder gelegen Triacastela, alhoewel relax? Met de Alto de San Roque en de Alto do Poio als hindernissen weet ge maar nooit!
Morgenavond resten er nog 130 km af te leggen tot Compostella. Het aftellen is nu begonnen.
Maar nu ga ik schaapjes tellen en dat zal niet zo veel tijd in beslag nemen of lang duren.
Allemaal de beste groetjes en 'n en daaag van Théo.
|
|
|
 |
30-09-2015 |
Trip van dinsd. 29 sept. : Villafranca del Bierzo > Vega de Valcarce ( 19km / 162 km to go). |
Natuurlijk was Olga nog niet uit de veren om kwart voor 6, de petit déjeuner is pas voorzien om 7u30.
Ik werd gewekt om iets na 5 door mijn kamergenoot, Horvan een Hongaar, ingenieur op een scheepsbouwwerf, ik weet niet meer waar. Een reus van een vent, 1m96 groot, het Spaans bedje was veel te klein voor hem en daardoor genoot hij een gestoorde nachtrust. Veel babbel hebben we niet gehad. Hij croste in de namiddag gans het stadje af op zoek naar bruikbaar fotomateriaal, ik deed mijn was en daarna samenkomst met Berry op het plein. Horvan had genoeg van het klooster en wilde zo rap mogelijk op stap.
Nu mij niet gelaten, rond half acht, voor het krieken van de dag, stond ik al aan te schuiven voor de ochtendkoffie met boterkoeken en broodje confituur.
Bij de uitschrijvingstafel lag er wel een berichtje op mijn naam van Olga 'vergeet de koffie in december niet!' samen met haar mailadres om de blog te kunnen volgen.
En dan het vertrek bij opkomende dag met 6°C. En de markt in opbouw. Pereje, Trabadelo, Las Herrerias, La Portela de Valcarce en Vega de Valcarce en Ambasmetas de plaatsjes volgden elkaar zonder veel tralala op, heel kleine pueblootjes zonder veel omhaal, wel in een paar ervan met een pensionnetje en of terrasje, armtierige en ook heel wat leegstaande of vervallen huisjes. Het fotomateriaal liegt er niet om.
Na mijn terugkeer maak ik er een volledig reisalbum van.
En dan de aankomst in Vega de Valcarce. Het was wel effekes vragen naar het ouderlijk huis van Ester, haar zus Magdalena en vader Francisco. Ester had vergeten te zeggen dat haar vader door iedereen aangesproken wordt met "kiko" ik heb er geen andere schrijfwijze voor. Ik werd onmiddellijk beste maatjes met vader Kiko en hij was wat blij dat ik me uit de slag trok in zijn taal. Magdalena dat was andere koek, zij is de veel jongere zus van Ester, volgens Kiko is ze een echte furie wanneer ze lastig is, of haar zin niet krijgt. Llena is haar roepnaam, ze verschoot effekes als ik haar daarna zo aansprak om iets poeslief te vragen. Het sloeg aan, en het bazige bleef achterwege, waarna ik overschakelde in het Frans, ook dat waardeerde ze. Llena is zelfstandig boekhoudster in haar eenmanszaak, zoiets als een fiduciere. Bijna alle zelfstandigen van Vega zijn bij haar klant. Haar nicht heeft naast haar ouderlijk huis een door de pelgrims druk bezocht restaurant met bar. Kiko nodige mij mee uit voor een etentje in de zaak, van Imes, ik zei niet over de gepaste avondkledij te beschikken, hij ook niet, niemand niet want hier zijn de mensen zoals ze zijn, 'Galicianos'. Eens aan tafel viel er niet veel meer te -maren- , Ester moet wel royaal met lof omgesprongen hebben. Wat Galicië anders maakt dan de andere regio's dat is dat ze u meer fysisch aanraken en langer de hand op uw arm of schouder leggen als ze het tegen u of tegen een ander hebben.
Ook iedereen komt ongevraagd aan tafel zitten of staan om een babbel te doen, zelfs al zijt ge aan 't eten, dat maakt niets uit. Vrouwen of mannen, het gelijkheidsbeginsel is hier van kracht. Echt wijndrinkers zijn het niet, daarvoor produceren ze er zelf te weinig van, maar bier lusten ze eens te meer, en dan hun muziek, Spaans zou ge denken, vergeet het. Het is zowat folkloristisch, gitaren met een soort fluit-doedelzak en bijna steeds hetzelfde wijsje of iets dat erop trekt.
Ik bleef bij wijn, Kiko en Llena schakelden over op iets straffers, wanneer ik rond half tien kenbaar maakte om te gaan douchen en te slapen, werd ik bijna uitgelachen.
Llena moet nog de kamer klaarmaken en handdoeken naar de badkamer brengen. Bij mijn afscheid van Kiko schalkte hij wat, maar ik hield me van krommen haas. Eens in de woning nam ik afscheid van Llena en zei dat ik haar een "femme agréable" vond. Haar neus krulde, en dat voor een furie.
Mensen allemaal dat van gaan te slapen is inderdaad hoognodig, wat morgen staat de koninginnentrip op het menu.
Twaalf kilometer klimwerk zonder onderbreking, met gedeelten tot 15%. Een hoogteverschil overwinnen van iets meer dan 700m. Ik doe mijn ogen nu toe en begin aan de afdaling naar het rijk van zalig slapen.
Allemaal de beste groetjes, Hasta lluego en daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
Trip van 28 sept.: Molinaseca > Cacabelos >> Villafranca del Bierzo. (28 km/ 180,5 km. to go) |
Ik ben smoor op Molinaseca, en geraak er feitelijk niet over uitgepraat, bovendien gaf Ester, de gouvernante en plaatsvervangster van de zieke eigenares (alzheimer) er nog een schepje bij. Ester spreekt vlot frans, dus daar valt mee te praten, bovendien was ik de enige aan tafel voor het avondeten dus ruimte zat voor vragen en een babbel, ik werd een en al oor, volgens Ester is de plaatsnaam afgeleid van -Molinos secos- korenmolen(s), en dat heeft te maken met de molens die opgesteld stonden langs de Rio Meruelo, een belangrijke bedrijfstak die gebruik maakte van de rivierversnellingen om de molens hun werk te laten doen, granen malen.
Ter herdenking heeft hier jaarlijks op 17 augustus de "Fiesta del Agua" plaats. Nu leven de inwoners deels van het toerisme en van de bedevaarders en pelgrims. We zitten hier in 'Galicia', zowaar de armste van de 5 Baskische regios. Maar Molinaseca is een welstellende pueblo, de -fine fleur- van de regio woont hier, het is geen stad want daarvoor telt het te weinig inwoners. Ester is afkomstig van Vega de Valcarce, haar vader en zus Magdalena wonen er, vroeger was hij daar alcalde en eigenaar van een houtzagerij, nu leeft hij er een rustige oude dag sinds het overlijden van zijn 2de vrouw.
Mocht het mij goed uitkomen dan kan ik er gerust gaan overnachten, ik zal er welgekomen zijn.
Natuurlijk komt mij dat overmorgen goed uit voor de aanvang van de 12km lange klim met stukken tot 15% naar "O Cebreiro", een uitloper van de Sierra de Caldeiron. Ester gaf het telefoonnummer, voor moest het niet kunnen doorgaan.
Vandaag dus de trip naar Cacabelos en verder naar Villafranca del Bierzo. Met oor voor de raad van Ester, telefoneerde ik vooraf naar het klooster Ave Fenix de Familia Jato en reserveerde er voor een tweepersoons kamer met douche. Er was nog plaats, wie mijn kamergenoot wordt zal ik wel zien.
Anderzijds het voetpad naar Ponferrada en zo verder tot Camponaraya volgen maakt de trip bijna 6km korter dan de caminolussen volgen.
Jammer voor het missen van de Tempeliersburcht juist voor Ponferrada, de stad sliep nog toen ik erdoor tripte. Van de tempeliers is geweten dat zij rond 1200 een Mariabeeld met kind vonden dat de Bisschop van Astorga in de 5° eeuw uit het heilige land meebracht.
Ponferrado is de bestuurszetel van de comarca, en werd opgericht door de Romeinen. Zijn definitieve naam dankt de stad aan de Bisschop van Astorga die in 1080 opdracht gaf om 'n brug versterkt met ijzer te bouwen over de Rio Stil, vandaar de naam Ponteferrado.
Dan maar naar Cacabelos, Molinaseca heeft er niets mee te maken, maar deze stad was in de 5de eeuw het bestuurscentrum van de Romeinse goudmijnen met een bijzondere winplaats Medulas.
Of er vandaag nog goud te vinden is, ja maar het is economisch niet te verantwoorden om het te delven. Bovendien worden er geen concessies meer voor verleend. Jammer voor mij, er is hier voor opportunisten als ik geen toekomst weggelegd.
't was om 11u45 wel wat vroeg om te stoppen, dus doorduwen naar Villafranca del Bierzo, naar het klooster waar ik reserveerde.
Om 2u45 stond ik op het secretariaat en werd er gewoonweg aangesproken in keurig Vlaams, ik viel bijna op mijn gat. De hospitaliera is afkomstig van Nossegem, dat er nog bij een Vlaamse schoonheid, luisterend naar de naam Olga en nu gij.
Na de uitwisseling van -hoe is't- en - van zover- , man toch. Nog wat lof erbij en ik zou gezegd hebben dat het was om haar te zien.
's Avonds had ik afspraak met Berry mijn vriend uit Zwolle en zijn maten een Schot Christopher Mc lean May en de Deen Mogens Trander, twee gezworen kameraden, van waar en hoe weet ik niet, maar we gingen het pelgrimsmenu gaan eten.
Opzettelijk bestaat niet in de Camino, maar Olga kwam er onverwachts binnen, ik stelde haar voor aan het gezelschap en ze kon bijzitten. Wat kunnen mannen toch lief zijn zeg. Chris, Mogens en Berry verblijven in een andere locatie, was ik cavalier van dienst om naar het klooster terug te gaan. Vlak voor het klooster zijn we nog een koffie gaan drinken om bij te praten over Leuven en koetjes en kalfjes, buiten het sluitingsuur zijn we toegekomen, Olga heeft immers een poortsleutel. We spraken af om de volgende koffie in december te Leuven te zullen drinken en wisselden onze telefoonnummers uit. Olga op uw woord van... want ik vermeld het in de blog, op het woord van hospitaliera was haar antwoord, ja en die geloof ik, geloof mij.
Allemaal de groetjes en ja ook die van Olga die voortaan ook volgt.
Daaag van Théo
|
|
|
 |
|
El Camino de Santiago â Entramos en las huellas de los peregrinos. â 18 - |
Nadat de Katholieke Koningen de Moren uit Spanje verdreven hadden, konden ze werk maken van hun doel : het land echt één maken, met één koning, met één taal en met één godsdienst.
Het land één maken leek op het eerste gezicht wel makkelijker, dan het zou blijken.
De zo vele staatjes hadden zich wel goedschiks of gedwongen onder de scepter geplaatst van Isabel en Fernando, maar er waren zoveel verschillen tussen hen, qua levenswijze en gewoonterecht, dat er veel moest geschipperd worden. De enen hadden de Moren haast niet gekend, anderen waren er eeuwen mee geconfronteerd geweest. Dit eigen gewoonterecht noemde men fueros. Niet aan raken!
Het Castilliaans (el Castellano) scheen het als eenheidstaal wel te halen, maar het Catalaans van Catalonië (Barcelona) zou altijd dwars blijven liggen. Het Baskisch blijft voor iedereen onbegrijpelijk en el gallejo en el andaluz zijn er ook nog.
Ook moest het land veilig gemaakt worden. De tijd van rondtrekkende soldeniers en benden van allerlei twijfelachtig allooi moest worden afgesloten. Daartoe dienden de nieuwe landelijke Hermandades.
Eenmaal het rustig geworden was, werd Santiago weer op het voorplan geschoven, niet om strijders aan te trekken voor de heilige oorlog tegen de ongelovigen, maar om bedevaarders, pelgrims
de kans te geven, om hun religieuze dorst te lessen.
In de loop der geschiedenis hebben honderdduizenden mensen zich op weg begeven naar Compostella, om op die wijze in het reine te komen met de Kerk van Rome.
Dank zij deze peregrinos werd Spanje, opgesloten in zichzelf achter de Pyreneeën en door zeeën en een Oceaan, toch geraakt door andere culturen en visies. De vele gesprekken tussen bedevaarders met de dorpelingen langs de wegen, brachten nieuws van de overkant. España se hizo peregrinando!
In de moderne tijd merken we evenwel, dat ook andere motieven aan de basis kunnen liggen van zulk een moeilijke opgave.
Men kan naar Santiago gaan als prestige, als een toeristische tocht, om een belofte na te komen, die men deed in een periode waarin men het niet goed had, om een gunst af te smeken naar de toekomst, zelfs gewoon ook om zichzelf eens te bewijzen.
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
29-09-2015 |
Rumbo a España - De val van Granada -17 â |
Op maandag 2 januari 1492 eindigde de bijna 800 jaar durende moslimaanwezigheid op het schiereiland.
Recht over het Alhambra wachtte de Emir Boabdil de Spaanse koningen op en overhandigde hen de sleutels van de stad.
Daarna vertrok hij samen met zijn moeder uit de stad, die een toevlucht geworden was van zo velen. Toen zij de heuvel afdaalden, draaide hij zich nog eens om en kreeg tranen in de ogen. Daarop sprak zijn moeder de tragische zin, die de geschiedenisboeken heeft gehaald : Ween niet als een vrouw, voor iets wat ge als een man niet hebt kunnen behouden.
Heel de christelijke wereld had toegekeken hoe Santiago en het Kruis de halve maan uit Europa verjoegen. Er was weerwraak genomen voor het verlies van Constantino-pel in 1453.
De Paus, die wist dat hij een sterk en één gemaakt én katoliek Spanje in de toekomst nog vaak zou nodig hebben schonk aan Isabel en Fernando de eretitel Los Reyes Católicos (de Katholieke Koningen).
Voor de overwonnenen was er geen verplichting om het land te verlaten. Ze werden tweederangsburgers, moesten meer belasting betalen en in aparte wijken wonen. Wie zich wilde bekeren tot het christendom kon dat en ontsnapte aan de strafmaatregelen. Hij werd dan een morisco.
De pracht van Granada, van zijn schitterende katedraal, van La Cartuja, het Alhambra, het zomerpaleis, de schitterende tuinen waren getuigen van een grote beschaving, geboren in een geest van wederzijds respect en verdraagzaamheid.
Men kan zich natuurlijk de vraag stellen of Spanje er wel goed aan deed, om zoveel levens op te offeren en zoveel inspanningen van zijn bevolking te eisen om een beschaving te verdrijven, die er in geslaagd was om zulke wonderen te scheppen.
Er zal wel een fundamentalistisch trekje meegespeeld hebben in de geest van Isabella en Ferdinando.
Stellen we ons maar even voor, dat zij beiden zouden gekozen hebben voor de Islam, dan zou de loop van de geschiedenis er heel wat anders hebben uitgezien.
Dan zou Columbus naar Amerika gezeild hebben onder de vlag van de halve maan!
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
|
Rustdag op zondag 27 sept. In Molinaseca. |
Het is hier rustig genieten en bekomen in Molinaseca, waarschijnlijk het meest aardige plekje in het Baskenland, een plaats die mij echt aanspreekt, een plaats waar ik later hopelijk nog eens langs hoop te komen.
Gisteren werd ik op weg naar deze pueblo aangereden door een mountainbiker. Gelukkig zonder veel erg, wat schaafsel aan het linker been, de elleboog en hand, meer bloed dan darmen, gelukkig bleef de knie gespaard.
De zoveelste aanrijding in de camino met die bikers zonder fietsbel. Hen kan ik niets verwijten, een fietsbel is nergens in Europa verplicht. Maar in godsnaam hoe kan het dat naast alle technologische dure gadgets die ze meedragen op hun fiets ze geen bel hebben laten monteren?
Kwaad ben ik wel op heel wat Europese en in Vlaanderen of in België verkozen regelneukers. Jongens doe er toch verdorie iets aan! Verplicht toch de fietsbel zoals het verplicht is tot en met de snorfietsen toe.
Een groeiend probleem ook in de camino is het toeristisch misbruik .
Horden Japanners, Amerikanen en zelfs Fransen, laten zich rustig tegen dollars en euro's per georganiseerde busreizen van enkele dagen van rustplaats naar rustplaats brengen, met credential voorzien van stempel(s)!!, afgeleverd door de reisorganisatie (s)in kwestie ??? Moeten dergelijke praktijken nog langer verzwegen worden?
Wie gaat er in de fout? Wie levert er de credencials? Wie de stempels, de stamps ? Bij wie en waar loopt het fout? Waar is er sprake van corruptie?
Volgens mij vraagt dit een ernstig onderzoek, wil men de geloofwaardigheid van de Camino van Compostella niet in vraag gaan stellen. Wat betekent nog in die context een credential?
Ik liet me vertellen dat dit schandalige fenomeen zich de laatste 3 - 4 jaar voordoet. De namen van de betrokken organisaties zijn gekend. Natuurlijk brengt dit ongenoegen teweeg bij de pelgrims, want zij zijn eerder de dupe ervan. Bij aankomst van de echte pelgrims zijn de beste slaapplaatsen reeds ingenomen door de frauderende draaikonters.
Voor mijn part mag alzo de camino naar Compostella in Saint Jean Pied de Port stoppen, want vanaf daar loopt het fout.
Gaat deze vorm van oplichterij zo verder dan is er mogelijk kortelings geen plaats meer in de herberg voor de echte pelgrims. De toon is gezet, wie zingt nu verder?
Gelukkig beleven de pelgrims nog hun aangename dagen onder elkaar, met waardige vriendschappen en broederlijkheid onder zondag, sluiten jeugd en oudere pelgrims hier beter bij elkaar aan. Ontstaan nieuwe stevige en echte vriendschappen.
St. Jacobus gebruik uw staf en breng wijsheid in de hoofden van de vele Compostella Genootschappen die hun land vertegenwoordigen in Europa en de pelgrims dienen bij te staan.
Deze slag in het gelaat verdienen de waardige pelgrims niet.
Liever bleef ik in mijn luchtige stijl en hoop dat dit de enige keer is dat ik uit mijn krammen schiet maar trop is teveel en teveel is .....
Morgen trip ik dan verder.
Wel aan alleman mijn beste en oprechte groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
27-09-2015 |
Rumbo a España - De laatste dagen van Granada - 16 - |
In 1482 voelden Isabella en Fernando de tijd rijp om Granada in te lijven. De geschiedenis zal deze laatste kruistocht vergelijken met de oorlog om Troje.
De Paus stelt veel geld beschikbaar, de ridders stromen weer toe, veel aflaten worden beloofd. Wie sneuvelde ging recht naar de hemel
waar horen we dat nog!
Granada vroeg hulp in heel N.Afrika, maar de vloot van Fernando beheerste de zee.
Het was de verdeeldheid in Granada zelf, die de oorzaak van hun verlies zou worden.
Aan Spaanse zijde wilden de vaak verdeelde edelen eindelijk bewijzen, dat Spanje een éénheid kon worden en vochten zij aan zij.
Als voorwendsel voor het begin van de oorlog verwees men naar de weigering van Granada om schatplicht te betalen.
De eerste Spaanse overwinningen verwekten verdeeldheid onder de Moren en de oude Emir wordt vervangen door zijn zoon Boabdil. Diens gezag wordt dan weer betwist door zijn broer, die zich eveneens laat uitroepen tot Emir.
Deze onderlinge verdeeldheid schept een net van intriges, waardoor de bevelvoering in de war loopt.
Het is een periode in Europa, waarin in quasi ieder land inwendige spanningen heersen tussen de naburige regios of stadsstaatjes. Nationale staten zijn er nog bijna niet.
Alleen Spanje wil een eenheid! Hier strijdt de Christenheid tegen de vijanden van de beschaving(!!)! De roem en het imago van het christelijke paar stijgen hemelhoog!
De Joden in Granada die gevangen worden, worden vrijgelaten. Dit levert aanzienlijke geldelijke steun op. Moskeeën worden kerken.
Stad na stad valt in katholieke handen : Ronda, Jaén, Malaga, Almería
Alleen de hoodstad Granada ontbreekt nog, maar Fernando en Isabel hebben geen haast.
Rondom de stad wordt alles platgebrand en men wil haar uithongeren.
Een paar kilometer buiten Granada bouwen ze een nieuwe stad, Santa Fé, (heilig geloof). Deze zou geïnspireerd zijn op het Bijbelse Jeruzalem en terzelfder tijd een voorbeeld vormen voor alle toekomstige nieuwe steden, die in Spanje of in de latere koloniën zouden verrijzen : vierkante pleinen, loodrecht kruisende straten, katedraal tegenover Stadhuis, Gran Plaza, Plaza de Armas
Nog even wachten en dan zal het doek vallen over haast acht eeuwen Moorse aanwezigheid in Spanje en in Europa.
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
|
Trip van 26 sept.: El Ganso > Cruz de Ferro >> Acebo >>> Riego de Ambros >>>> Molinaseca. |
Dag Maria-Dolores, mucho gracias.
't Was hier in uw zaak in El Ganso fijn vertoeven ook je gezelschap stelde ik waarderend op prijs en nog meer voor je inspanningen om mijn Spaans wat bij te schaven. Ik weet het, het was geen eenvoudige opdracht, maar Fons mijn leraar Spaans zal het zeker waarderen.
Dus vandaag begin ik aan mijn voorlaatste opdracht, het bezoek aan het reeds meermaals geciteerde "Cruz de Ferro".
Meer dan een symbolische plaats, het is een must voor pelgrims, heel wat pelgrims van de Camino del Norte lopen ervoor terug om er hun steentje te plaatsen.
"El Cruz de Ferro" is een ijzeren kruis op een 7m hoge houten paal die op de hoogvlakte van de -Monte Iroga- staat geplaatst. Het originele kruis ligt veiligheidshalve sinds 1976 in het "museo de los Caminos" van Astorga.
De oorsprong is tot op heden onduidelijk maar zeker is, en hier citeer ik pater Jean-Michel die ik tijdens de camino mocht ontmoeten, dat het een bakenkruis en of een herdenkingsmonument zou kunnen zijn. Volgens andere bronnen zou het een grensborn zijn, die geplaatst werd door de toenmalige koning Alfonso VI, die omstreeks 1103, het schonk aan een kluizenaar genaamd Gaucelmo.
Later en na het jarenlange verbod, toen het pelgrimeren terug werd toegelaten, leggen pelgrims op hun doortocht een kei aan de voet van het kruis.
De kei zou symbool staan voor het afzetten of zich ontdoen, van iets dat hun ziel en of geweten bezwaart. Het is ook zo dat kei moet zijn meegenomen vanaf de woonplaats.
Ik draag dan ook de kei mee sinds mijn vertrek thuis en hoop alzo, huiswaarts te kunnen keren in de overtuiging dat de kei bij de weging van mijn zonden, de weegschaal ten gunste van mijn goede daden doet overslaan.
Noteer dat ik wel een redelijke zware kei meenam, dit voor alle zekerheid.
Het verder verloop na het bezoek aan het kruis werd ook een kruis zoniet calvarie, Manjarin een krot van een albuerge zonder elektriciteit en wifi, het geplande Acebo volzet op een kamer van 55 na, Riego de Ambros vergeet het slechts 40 beddekes, volzet. Dus het werd tandenbijten zoals voor menige anderen tot in Molinaseca.
Resultaat 32km op de teller en uitgeteld na een trip met beklimming en iets meer dan 11uur stappen. Vandaag zondag, vertikte ik het dan ook om maar een voet te verzetten.
Uiteindelijk komt mij dat nog goed uit, want dit is hier voor mij de meest charmante plaats die ik ooit zag. Dit is mijn plek préféré, hier kom ik terug dat staat vast.
Morgen, trip ik van mijn droomplaats Molinaseca naar het 23km verder gelegen Cacabelos een vlak stuk, hopelijk een rustige wandeling via Ponferrada en nog enkele kleine dorpjes.
Met dat in het vooruitzicht ga ik nu rustig de avond in. Ester, de hospita zorgt inmiddels voor de was en enkele herstellingskes aan de kledij.
Allemaal een prettige zondag gewenst, de groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
Trip van vrijd. 25 sept.: Hospital de Orbigo > Astrorga >> El Ganso (29km/ 248 km to go) |
Vandaag, wil ik de afgelopen 11 maanden en de jaren ervoor, eens rustig gedenken en in mezelf overlopen. Zeg maar een hoogmis houden tijdens deze matige trip naar El Ganso.
El Ganso is de laatste rustplaats voor pelgrims voor de stad Rabanal, maar wel wat te ver gegrepen om daar naartoe te trippen. Het maakt niets uit, want morgen kom ik er toch voorbij tijdens de trip naar de "Cruz de Ferro", een bijzonder moment om er mijn van thuis meegenomen steentje achter te laten, en op de hoop van miljoenen anderen steentjes bij te plaatsen.
Inmiddels trip ik verder via Santibanjez en San Justo naar het op 870m hoogte gelegen Astorga.
Reeds vroeger had ik van hem horen vertellen, maar in Astorga liep ik hem pardoes op het lijf, de Italiaan die de Camino zwijgzaam steeds slapend onder de blote hemel, blootvoets aflegt!
Een boetedoening? Een belofte? Een andere reden?
Bij een -buen camino hombre- keken we elkaar begrijpend aan, ik nodigde hem gelijktijdig uit voor een drankje ,het lukte hij ging erop in. Ik stelde mij voor, vertelde hem dat ik vanuit België op 9 juli vertrokken ben en Frankrijk doorliep via Vezelay naar St. Jean, en zo de camino frances volgde tot hier enz. om hopelijk te kunnen eindigen in Compostella voor het uiteindelijke doel van deze lange reisweg. Het klikte, hij werd spraakzaam. Sergey is zijn naam, spreekt redelijk vlot frans, is 67j. en is afkomstig uit Polen, woont sinds 26 jaar in het Italiaanse Cuneo waar hij tot zijn pensionering al die tijd werkte als -chauffeur de maître- in een grote bank. Hij beloofde de camino blootvoets en armtierig te zullen afleggen als zijn vrouw zou herstellen van een zware kankerbehandeling. De operatie en de herstelling lukten wonderwel , volgens hem een echt mirakel, vandaar het inlossen van zijn belofte. Ik vroeg hem discreet of het klopt dat hij geen gebruik maat van slaapplaatsen voor pelgrims. - de hemel is mijn dak, fonteintjes mijn wasbak, en het heldere bergwater mijn bad, god schonk het ons om er gebruik van te maken was het antwoord. Het gesprek eindigde bijna even plots als het begon, maar met een Italiaans "bueno camino Theo" en een buen camino Sergey, zette hij barrevoets zijn camino verder en ik de mijne op weg naar El Ganso. Het gesprek is wel een tijdje blijven nazinderen, maar er viel nog wel een heel eind te stappen langs de kronkelweg die de St. Jacobs-weg is, een weg van pueblo naar pueblo, van pueblo naar ciudad en zo verder.
Twee dorpjes en drie uren verder kwam ik dan toe in El Ganso, een dorpje of ten minste wat daar van de 18de -eeuwse constructies van overblijft, maar de "hosteria El Merendo" is zoals Willy ze omschreven had, een pareltje voor pelegrino's met een heerlijk avondmaal er bovenop, dat allemaal voor 18. Mucho gracias Maria-Dolores, te quiero.
Morgen trip ik verder richting Rabanal del Camino op 1150m. en zo naar mijn voorlaatste doel de "Cruz de Ferro" op 1505 m. hoogte om hopelijk in Acebo af te kunnen klokken.
Ondertussen heerlijke groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
Rumbo a España - Isabel y Fernando - wachten⦠- 15 - |
In afwachting van de finale aanval op Granada wachtten er andere meer dringende maatregelen. Er moesten nu nationale wetten uitgevaardigd worden.
Men besloot Granada nog wat te laten sudderen mits een hoge belasting te betalen.
We spraken al over de plattelandspolitie en de Inquisitie, maar het koningspaar wilde verder gaan. Zij wilden de onafhankelijkheid van de clerus sterk inperken.
Rome diende ook steeds meer macht af te staan aan Spanje voor wat betreft de benoeming van kardinalen en aartsbisschoppen. De vele wantoestanden aan het Pauselijke Hof hadden het morele gezag van Rome zeker geen goed gedaan. Daarenboven had de Paus de koningen van de katholieke landen nodig, om hem te helpen in zijn strijd tegen de oprukkende Turken in de Middellandse Zee.
Ridders en mercenarios hadden gedurende de vele oorlogsjaren haast de vrije hand gehad om initiatieven te nemen op gewelddaden en rooftochten. Dit wordt volledig aan banden gelegd. Enkele grote kemphanen worden verplicht zich openlijk te verzoenen.
Al deze maatregelen versterkten het politieke en morele gezag van de koning. De lage adel en het gewone volk waren de nieuwe maatregelen zeer gunstig gezind.
Laten we ook eens even kijken, naar wat er te voorschijn gekomen was na de verovering van Córdoba en Sevilla. Hierdoor waren grote delen van Andalusië in Spaanse handen gevallen. Hieruit bleek, dat er een mogelijkheid bestond om de drie grote godsdiensten : katholicisme, jodendom en islam te laten samenleven tot ieders voordeel. Hier bestond een grote onderliggende verdraagzaamheid.
In het Spaans spreekt men van convivencia : convivir : samenleven) en tolerancia.
Nog zichtbaarder was de hoge bloei van beschaving, die er heerste : kunsten, muziek, bouw- en schilderkunst, land- en tuinbouw dankzij vernuftige irrigatietechnieken, de vele badhuizen, de moskeeën, de culinaire verfijndheid dank zij de vele kruiden
alles wees op een hoge graad van beschaving.
Nu nog, zoveel eeuwen later, vergapen duizenden toeristen zich nog steeds aan de vele schitterende bouwwerken. In Sevilla : de Torre de Oro, la Cartuja, la Giralda, het Real Alcazar
; in Córdoba : het museo de las Tres Culturas, la Mezquita, waar men voor Keizer Karel een katedraal middenin had gebouwd
tot zijn grote verontwaardiging.
Fons Wierinckx
|
|
|
 |
|
Trip van 24 sept.: Leon > Villadangos de Paramo >> Hospital de Orbigo (32km / 273km to go). |
Het was geweten onder pelgrims dat Leon niet op een, twee, drie te verlaten is. Dus overdacht ik 2 scenarios, het 1ste: vertrekken bij de opkomende klaarte en de camino-pijltjes vanaf de kathedraal volgen, maar die zijn in de wirwar van nauwe straatjes en steegjes nauwelijks te zien, ofwel: 2) vertrekken om 6u en pico, dwars door 't stad via de 'puente del Rio Bernesga', zo naar de van voetpaden voorziene N120 tot ter hoogte van de afslag naar de 'Aeropuerto de Leon'. Daar ben ik dan al 8,5km op stap en hangt de klaarte reeds in de lucht. Ik verkoos optie 2, temeer daar ik een vroege vogel ben en wel eentje met veel vlieguren.
De berekening klopte ongeveer, want om 8u30 en met 9°C op de thermometer stond ik in La Virgen del Camino voor de stedelijke Albuerge, dus graag koffie-time en geen bezwaar van de hospitaliero.
Na de koffie en ontbijt, volgden de dorpjes Valverde de la Virgen en San Miguel elkaar probleemloos op, om daarna nog voor de middag aan te komen in het stadje Villadango del Paramo. Tijdens de laatste kilometers krijg ik nog 2 compagnons voor een blabla met Denen, "uitebrruite met tuite" echt ik deed mijn best, maar het vlotte niet echt met die gasten. Ons wederzijds Engels trok op niets, Frans en Spaans was eenrichtingsverkeer.
Dus naar Villadango dan maar, stad is wel veel gezegd voor een uithoek, een boerengat, waar buiten wat winkels ook een station is en er was vandaag ook marktdag. De Denen naar de markt voor fruit en ik naar het enige terrasje met zon en uitzicht op de markt. Binnen de kortste keren zat het er vol met Japanse gasten en meiden, pelgrims dat was duidelijk, maar voor mij eigenaardig, er klopt hier iets niet!
Intussen was Berry ook mee komen aanzitten voor de schaft, brood met kaas en hesp van Leon, banaan wat droge pruimen en cafe con leche. Berry was intussen aan de praat met de 2 Japanse tafelgenoten, ik volgde niet echt het gesprek met horten en stoten en vertrok. Later zou blijken dat ik veel miste.
Ik kon er terug tegen voor de resterende 14km naar Villares de Orbiga. Het werden er slechts 12 tot in Hospital de Orbigo, het eerste deel van de naam nodigde mij uit om ermee te stoppen. Ik was aan verzorging en aan de "aseo" toe zoniet......,
De eerste de beste Albuerge binnen, de inkom viel mee de rest was een en al fiasco. Op voorhand een kijkje gaan nemen kan nergens, per slot komt ge voor een plek, een matras in een zaal van 20 of 30 of meer stapelbedden en daarmee uit.
Maar in deze situatie kun je je zelfs niet eens tussen de bedden uitkleden, laat staan in het donker aankleden of ge zit ongewild aan iemands billen.
Gelukkig trof ik er mijn 2 oud kennissen het Koreaans koppeltje uit Amerika terug, schatten van mensen, die wat blij waren met het stapelbed naast het mijne.
En dan het bad- en WC -gebruik, 't was file voor die 2 Wcs met lavabo en de 2 mini douche-eenheden. Vergeet het, ik kruip er niet bij, stel je voor je laat de zeep vallen en dan? Ik mag er niet aan denken.
Waar ik wel aan denk is aan de trip van morgen de 25ste sept. met 29km voor de boeg van Hospital de Ortega naar Astorga en verder naar El Ganso, ik reserveerde er reeds een week geleden op aanraden van Willy mijn Waalse tripvriend die inmiddels St. Jacques nadert. Volgens hem is dit adres de allerbeste Albuerge die hij tegenkwam in Baskenpays.
Vandaar dan ook de zwaardere trippen indeling.
Weet ge, Theophile gaat Theodore spelen, vandaar dan ook mijn allerbeste groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
25-09-2015 |
Wat rondtoeren in Leon op 23 september. |
Vandaag zalig niet trippen, het is al een tijdje geleden en de leest moet er eens af. Van uitslapen was echter geen sprake, iedereen om 8u30 buiten is de huisregel, gelukkig krijg uitzonderlijk een 2de opeenvolgende overnachting en, mag ik de rugzak in bewaring plaatsen in het kantoor van Pedro.
De totaal afgelegde afstand zal er wel iets mee te maken hebben zeker.
Kuierend in het donker op het Kerkplein waar de wekelijkse groentemarkt in opbouw is, de eerste klanten zijn in de koffieshop, nog warme croissants met café con leche, onderwijl wat afwezig naar de samenvatting van de match van Real kijkend. Ik ben al jaren fan van den Barca, dus die van Madrid kunnen het schudden, maar zo te zien speelden ze wel goed en bij mij, is just, just.
De klaarte komt erdoor, de eerste oude vrouwtjes met zwarte hoofddoek slenteren de kraampjes af.
-Leon s' eveille-. Ik fluit het wijsje zo goed als het kan, alleen roept het niet dezelfde beelden op, als het Parijse origineel ervan, maar toch, enkele caminaars draaien zich om en wuiven, 't zullen fransen zijn zeker. Echt rare kwasten lopen hier ook rond, met mauve blauwe en roosrode en goudgele mechen in hun onverzorgde lange haardos, met afgezabberde lippenstift en een slonzige garderobe. Het nachtleven heeft bij hen sporen nagelaten. Discotheken of danscafés zijn echter tot mijn verbazing nergens waar te nemen.
Druk bezig zijn echter de sterk op hun benen staande ochtendlijke pelgrims, die zich groeperen en wegenkaarten raadplegen, voor het zoeken naar de kortste weg om de stad met zijn 5 arrondissementen en wirwar van straatjes te kunnen verlaten.
Geen klein bier, want Leon is een fameuze grote stad, een mooie stad, met indrukwekkende Avenida's, verbonden door straatjes, en nog meer smalle pittoreske steegjes, soms niet eens 3m breed. De vele groene plekjes en parkjes en indrukwekkende pleinen met monumenten en bronzen beeldhouwwerken geven de stad groot aanzien.
Verder op de dag staan bezoeken op de verlanglijst. De Kathedraal van Leon, een gotische droom, waarvan de oorsprong terug gaat naar de X° eeuw.
Ordonjo II, koning van Leon schonk zijn paleis, gebouwd op de romeinse thermen, weg om er de 1ste kathedraal van Leon op te bouwen. In 1065 herbouwde de bisschop Pelagio II, de eerder door de Arabier -al Mansour verwoeste kerkenbouw in de Romaanse stijl. In de 12° en 13° eeuw, met de steun van de laatste koning van Leon - Alphonse IX° werd het Spaans-Gotische karakter aangebracht, dat zowel de bouw van de Cathedraal van Reims als die van Chartres en Amiens tot voorbeeld dienden.
Vandaag heeft de Kathedraal buiten zijn spirituele activiteiten een meer dan christelijk cultureel geïnspireerde functie.
Naast dit merkwaardige en unieke gebouw heeft Leon, de toeristen nog wat meer en moois te bieden. Maar vergeet ook niet de zovele lekkernijen, en snoeperijwinkeltjes. Leon heeft mijn hart echt gestolen. Als het kan, kom ik nog eens terug om er verder te genieten. Ondertussen allemaal veel zoete dromen alsook de
groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
23-09-2015 |
WOENSDAG 23 september: rustdagje in Leon. |
Wie dacht aan uitslapen die kon het vergeten, om 8uur diende iedereen de zaal verlaten te hebben. Geen nood vanaf 5uur was het slapen met de ogen open. Hier en daar begonnen vroege vogels, het toilet-en de douchezaal te gebruiken. Mijn boven slaapster donderde naar beneden, gelukkig zonder erg, maar wel met een pijnlijke schouder als gevolg. Ik ben dan ook maar opgestaan, toilet gehouden en de rugzak gemaakt. Pedro was al volop in de weer en ik kon de rugzak in zijn bureel achterlaten.
Buiten was het nog donker en de vroege wandeling door de stad was heerlijk. Fris, deugddoend en genietend van de zovele aroma's die een Spaanse grootstad rijk is.
Op het plein voor de kathedraal waren marktkramers luidruchtig zoals alleen zij dat kunnen, in de weer om hun kramen op te stellen.
Allemaal fruit en groeten, snoep, deegwaren en charcuterie kramen.
Een vraagje hier, een babbeltje ginder waren verrijkend maar ook lonend, want ik kreeg er regelmatig wat te proeven. Aardig kramersvolkje, in de weer om hun waar zo uitnodigend mogelijk op te stellen. Vanaf de eerste klaarte kwamen handelaars hun vooraf opgegeven bestelling afhalen. Tot halfnedinsis autogebruik in de autoluwe straatjes, avenida's en pleinen toegelaten, voor de leveringen van handelswaren of wat ook. Daarna vergeet het, de -guardia civil- is er onverbiddelijk en tegenmorren hoort er echt niet bij.
Leon verbaast mij door zijn schoonheid, zijn zovele heerlijke en zonnige terrasjes, tapas bars, winkels maar in tegenstelling tot wat kan gedacht worden heel weinige restaurants. Dus tapas proeven dan maar.
Tot morgen en de beste groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
Trip van dinsdag 22 sept. : Mansilla de las Mulas >> Leon ( 19km) - to go> 302km |
Vroeg vertrekken was de boodschap, Leon is niet alleen een doortochttrip, maar ook een door vele toeristen aangesproken pleisterplaats. Bespreken van een hotelkamer vergeet het, hier is het de regel van vraag en aanbod die het schoon weer maakt. Dan maar een vol uurtje aanschuiven voor een matrasplekje in de -dormitorio- van het Monasterio de las Benedictinos, met verplicht kapelbezoek voor de pelgrimszegen, in bed om 22u. en alle lichten uit, zijn de geldende regels, te nemen of te laten.
Een pensionkamer elders met verplicht ontbijt kost algauw 59 + 4 voor het pelgrimsontbijt (vanaf 8u30). Pelgrims zijn echter geen slaapkoppen, vroeg opstaan en vertrekken en onderweg niet treuzelen, maakt het verschil voor het hebben van een slaapplek in de volgende aankomstplaats.
En dan de trip van vandaag, saai die rechte caminoweg, er valt weinig op te beleven, bueno camino, ..... tambien, 't maakt feitelijk weinig uit wie en naar waar de voetstappen leiden, het is een automatisme geworden, bijna een reflex.
En dan toekomen in Leon vroeg na de middag rond kwart voor 1u., een verademing, de voetgangersbrug over, nu nog een paar km door de grootstad laveren aankomen op het plein voor de -ajuntamienta- (het stadhuis) recht naar het centro tourismo voor de stempel en het stadplan en direct naar de best genoteerde albergue.
Ik kreeg het tegen de regels in gedaan om te mogen verlengen voor 1 nacht, de rugzak mocht overdag in het bureel van Pedro de hospitaliero in bewaring blijven staan.
's Avonds ben ik bij een groepje Franse pelgrims uit de regio Lion (toeval in plaatsnaam) mee gaan tafelen in het pelgrimsgebouw.
|
|
|
 |
22-09-2015 |
Trip van maandag 21 sept.: El Burgo Ranero/Berciano >> Mansillas de la Mulas. (afst. 19 km) to go = 306 km. |
Gisterenavond ben ik wel ontsnapt aan een doop. In het hostal Rural waar ik in extremis nog een slaapplek kreeg, lagen verschillende van mijn vrienden.
Halvelings kreeg ik weet dat ze 's avonds een geintje, zeg maar een doopfeest, gingen regelen, voor het overschrijden van de 2000ste afgelegde km.
In laatste instantie heb ik met de gastheer een regeling kunnen treffen, zodat ik ongestoord kon gaan slapen. Natuurlijk lagen ze deze morgen op vinkenslag in de douche. Mijn hoofd werd vettig ingewreven met confituur en suikerpoeder,
op zich niet zo erg als het overgieten met een kom water in het bed.
Zo, vandaag stapte ik ergens tijdens de trip de 2000ste kilometer. Nooit zou het in mij zijn opgekomen om een dergelijke afstand al trippend af te leggen, laat staan het aan te kunnen. Ik besef stilaan dat de camino naar Compostella nu ook binnen mijn bereik ligt. De resterende 300 km kilometers zal ik dan ook rustig en zonder risicos afmalen. Morgen trip ik rustig naar de hoofdstad van de Provincie Castillo en Leon, waar ik een rustdag ga inlassen om deze historische stad te bezoeken.
Historisch is ook de plaats waar ik vandaag ben in toegekomen, de toenmalige koning van de provincie richtte er in de 12de eeuw, de 1ste aankomst- en rustplaats in voor de pelgrims op de Camino Frances. De pelgrims kregen er toegang via een gewelfde poort. De resten van de pelgrimspoort staan er nog steeds, de functie ervan is gebleven. Hier en daar sieren resten van de forteleza nog steeds 'Mansilla de las Mulas'. De vertaling ervan zou verwijzen naar het soort van zadel bij muilezeltjes, die het goud uit de plaatselijke goudmijn vervoerden.
Noteer dat we inmiddels nog steeds trippen op een hoogte van meer dan 800m .
Morgen is het ietsje hoger gelegen Leon het eindpunt van de trip met hopelijk heel wat bijkomende informatie en weetjes. Ondertussen gaan we het tekstje afsluiten bij gebrek aan wetenswaardigheden en pelgrimsnieuws, tenzij dat het peloton van pelgrims stilaan begint uit te dunnen.
Tendinitis, blaren, pijnlijke kuiten, opgelegde rust en vermoeidheid beginnen kuis te houden in het dagelijks peloton.
En nu op tijd naar de slaapzak en morgen opnieuw afspraak met de schoenen.
Allemaal de beste groetjes en daaag van Théo.
|
|
|
 |
|
 |
|
 |