Camiño de Santiago
Foto

Foto

Inhoud blog
  • trip van zond. 11 okt. naar km "0" Finisterre.
  • Trip van 10 okt.: Muxia > Finisterre afstand 29 km.
  • Compostela 8 & 9/10
  • Trip van woensdag 7 oktober met aankomst in Compostella ( nog 19 km te gaan tot Compostella).
  • Trip van 6 okt.: Arzua > O Pedrouzo (19km / nog 20 km te gaan).

    Foto's
  • Mijn foto's

  • Archief per week
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015


    Blog als favoriet !


    Doe wat liefde je gebiedt,
    Ga je hart verpanden
    In mijn leven en mijn lied,
    Draag ik jou op handen
    Uit "Carmina Burana"
    12-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.trip van zond. 11 okt. naar km "0" Finisterre.

    Uiteraard deed ik een valling op in het rotweer tijdens de trip van gisteren van Muxia naar Finesterre.
    Inez, de Portugese slaapboxgenote leende mij gisterenavond haar neusdruppels, en nam mij daarna mee naar beneden voor een warme grog.
    Met de in de keuken achtergelaten flessen wijn, sterke drank en van alles wat, kan men gemakkelijk een zaakje beginnen.
    Ik had de indruk dat ze uit voorzorg zelf aardig wat grog binnenspeelde, in alle geval deed de grog mij deugd en was een Portugees-Spaans onderonsje op gang gekomen. Inez is afkomstig uit een dorpje grenzend aan Porto. Een kloeke 50-tiger. Ze tripte vanaf haar dorp naar Finisterre, toch wel een eindje. De camino doet zij in deeltjes en dit was haar eindtrip voor dit jaar, overmorgen reist ze met de bus terug huiswaarts. Tijdens haar beperkt aantal verlofdagen doet ze veel aan wandelreizen, ze leeft alleen, een gezin vormen ziet ze niet zitten, een lief voor een nacht dat wel.
    Ze is kinesiste in een ziekenhuis in Porto. Jammer, voor mij is een hoofdvalling niet geholpen met een goeie massage grapte ze, dus bleef het maar bij hete grog en neusdruppels (voor 1 nacht?).
    Ik weet niet hoeveel en wat er in de snappsfles zat, maar ik voelde mijn hoofd lichter worden, en zei dat ik morgenvroeg naar km 0 en de "phare" zou gaan om in de namiddag met de bus terug te reizen naar Compostella.
    Het werd de nacht van in en uit het bed en van vele papieren zakdoekjes. Gelukkig heeft Inez er geen last van gehad, de 2 andere bedjes bleven onbeslapen.
    Iets na negen ben ik- zijn wij- want Inez vroeg om mee te kunnen gaan -de 3 laatste kilometers- naar de vuurtoren en km 0 gaan afleggen. Het was opgehouden met regenen maar het bleef toch nog zwaar bewolkt. Bijna een uurtje later stonden we dan aan km 0, of moet ik zeggen is dat alles, is dat dan km 0, en is dat dan de veelbesproken vuurtoren, dat trekt van verre zelfs niet op een vuurtoren, het is begod gewoon een gebouw, met een lichtkoepeltje op. Geen meters hoge toren zoals ik mij voorstelde. En waar is de plek waar ze de kledij verbranden of moet ik weeral zeggen "werden"? Niks van dat alles. Zelfs een duik in zee is er niet mogelijk met de metershoge rotsen en afwezigheid van een strand. Het is bovendien levensgevaarlijk om er te geraken. Twee chinezen probeerden achter een muurtje vuurkestook te houden, voor ze het beseften stond er een toezichter naast hen, "no fuego por favor!"
    Is het dan helemaal een legende geweest?
    Het enige dat er volgens mij van aan is, is dat de born van km 0 juist is, 30m verder is er alleen nog de woeste oceaan.
    Inez begreep mijn ontgoocheling, zelf had ze er gisteren ook meer van verwacht.
    In de namiddag gingen ook onze wegen uit elkaar na een heel warme knuffel, adieu en gezwaai.

    Allemaal de groetjes, daaag en tot dinsdag dan ben ik na 2340km en 96 dagen op de camino naar Compostella te hebben getript, terug thuis en geloof mij, met heel veel genoegen.
    Als een ander mens? Als een beter mens? Dan moet ik hem misschien nog eens overdoen !!


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van 10 okt.: Muxia > Finisterre afstand 29 km.

    Het goot pijpenstelen wanneer ik vanochtend om 6 uur op de bus naar Muxia stond te wachten. Ik twijfelde om door te gaan, van dat rotweer heb ik een broertje dood.
    Toch maar gaan naar het einde van de wereld, daar gaat ge trouwens maar 1 keer naartoe.
    Bus op tijd! Anderhalf uur bussen met aankomst in Muxia, een uithoek van de wereld, wie stuurt daar nu een kat naartoe? Laat staan een ondertussen nat geworden watergeus.
    De trip, veel foto's trekken, vergeet het, het giet. De caminopijltjes hoe goed ze ook zijn aangebracht, liggen deels verstopt onder de modderige brei, mijn schoenen zien er lief uit, de voeten soppen erin. Krrrup, krrup, krrup elke verzompte stap steeds weer dat akelig geluid.
    Ik hoor een Spaanse toevallige kennis gisterenavond nog zeggen -se necesitan para su realizacion 6 o 7 horas. Godver waar ben ik mee begonnen? Aan Xurarantes na goed 5 km stond het wenen van "altereuzze" dichter bij dan wat anders. Bovendien was de enige 'Bar' nog gesloten ook.
    Doortrekken dan maar tot km 9 in Guisamonde , toch nog een schuw barreke open. Naar een pelgrim kijken ze al jaren niet meer op, ze zijn dat rare volkje gewoon, ze leerden ermee en ervan leven. Toch effen uit de ooghoeken mij getaxeerd, wanneer ik in 't spaans vroeg of ik in de goede richting liep.
    Lires, Padris, ik zat al over de helft, en toch had ik soms in de verte nog zicht op de berghoogte van Muxia, ik liep in een baai naar Finesterre toe.
    Het rotweer kalmeerde wat, maar ik was drijfnat. Cruz da Rapadoira km 22, en dan de faubourg van Finesterre - San Martinjo de Duio of toch zoiets, het einde van een waterige dag komt eraan. Maar wat erook aankomt is een dikke kopvalling, dat ernog bij voor mijn terugreis op dinsdag.
    Gelukkig had ik geboekt in een nieuwe en supermoderne albuerge. Diego had zopas nog een Portugese vrouw onthaald met warme choco, en er was nog meer dan genoeg over. Later zal blijken dat de Portugese mijn cabinegenoot is. Maar een warme douche en daarna een pelgrimsmenu te bikken in het restaurantje rechtover de " Albuerge Oceanus" dat gaat voor alles.
    Lieve mensen een uitgeregend waterkieken sluit zijn voorlaatste verslagje af. Daarna volgen over enkele dagen de afsluiters en....... dan zit de camino erop.
    Ik hoop van harte dat jullie er iets aan hadden.
    Ik deed mijn best om u op een oprechte en onverbloemde wijze te onderhouden. Maar ik deed in geen geval de waarheid geweld aan, dat was ook mijn voornemen vooraf.
    Inmiddels een goede nacht gewenst en daaag van Théo


    11-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Compostela 8 & 9/10
    Sinds mijn aankomst gisteren 7/10, ben ik vandaag eventjes bekomen van de indrukwekkende sfeer op het Kathedraalsplein.
    Pas gisterenavond op de slaapkamer kwamen de emoties naar boven. Een terugkoppeling naar de reden van de camino, een terugblik op hoogte en laagtepunten en geslaagde en andere momenten, het losweken uit de draaikolk van persoonlijke herinneringen en gebeurtenissen.
    Flitsen uit het leven zeg maar.
    Vandaag donderdag 8/10 , een overvolle werkdag.
    Liliane’s gevraagde tot uitvoering brengen, aanschuiven in de lange rij voor het in orde brengen van de formaliteiten voor de credential. Uitzien voor een vliegtuigticket en voor de busdienst naar het vliegplein. Een wasautomaat opsporen voor het wassen en drogen van de kledij, de regeling en het uitwerken voor de afrondingstrip Muxia > Finisterre.
    Het werd een en al rondlopen tot laat in de namiddag, en nog juist op tijd om een peloton militairen met ransel, in forsige mars op het plein nat in 't zweet te zien toekomen. Het enige wat ik kon vernemen was dat ze 30 km aflegden in 6u militaire cadans inbegrepen 3 rustpauzes van telkens 10', indrukwekkend! Hier en daar, zag ik enkele bekende gezichten op souvenirs tocht alsook een Schotse vriend Christopher Mlean, van in Sarria. Samen zijn we een koffie met een kwakske gaan drinken, mijn Engels is wel gedurfder geworden, enfin ik deed mijn best.
    Vrijdag 9 oktober, alles was op een paar details na geregeld, zelfs de bustrip naar Muxia met vertrek om 6u25 op de Plaza de Galicia.
    Vanaf Muxia zal ik dan de laatste trip (28km) van mijn camino afwerken , naar 'kilometer 0' tot in Finisterre, alsook naar de phare. De zonsondergang zien en kijken wat er van waar is van het verbranden van kledij?
    's Avonds tijdens de speciale pelgrimsdienst met als attractie het zwierend wierrookvat , zag ik de CM/Ziekenzorg-pelgrimsgroep met Katleen en Adriaan, en ook onze vriend (blinde) Lucien en zijn begeleiders Yves en Delfine en nog verschillende anderen terug. Het was alsof we afgesproken hadden want we zaten allemaal zo goed als bij elkaar op de eerste 3, 4 rijen.
    De CM-groep moet morgenvroeg al om 4u30 opstaan, begrijpelijk dat zij op deze heerlijke avond niet mee op een terrasje konden komen bijzitten. Met 7 zijn we dan een paar pintjes gaan drinken als afscheid.
    Morgenvroeg ook is het voor mij vroeg opstaan voor de bus naar Muxia en daarna de trip naar het "einde van de wereld" naar Finisterre.
    Ik zal nog wel terug geraken zeker?
    In afwachting daarvan, mijn beste groetjes en daaag van Théo.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van woensdag 7 oktober met aankomst in Compostella ( nog 19 km te gaan tot Compostella).

    Het weer ziet er stukken beter uit, de afstand lekker te doen, het uur van vertrek om 8u. ideaal en de goesting om de "tour de Compostella" af te ronden groot, dus volle bak er tegen aan dan maar.
    Kilometer na kilometer zag ik de afstand kleiner worden, onderweg was het een grote drukte en een vrolijke woensdag, iedereen heeft oog voor de bornen die nu om de 500m staan opgesteld. Zingende groepjes, mankende pelgrims, iedereen hield er de vaart in Compostella we komen eraan, we zijn er bijna.
    De laatste dorpjes San Anton, Amena, dan de prul van een -alto de Barreiro- een niemendalletje, San Piao, Villamajor, San Marcos en de Monte do Goso dat uitzicht geeft op Compostella, we zijn er omzeggens.
    Nog een laatste drink in een onooglijk cafeetje en een half uurtje later staan we aan de poort van de apostelstad.
    't Is afgelopen, nu nog naar de Kathedraal, zoeken was echt niet nodig, alleen de pelgrimsstroom blijven volgen volstond.
    En daar staat ze dan een reus van een gebouw en gij dan op de trappen als een niemanddalletje voor de open toegangspoort.
    Feitelijk weet ge niet meer waarom ge daar staat want het momentum overvalt u. Vreugde, uitgelatenheid, elkaar omhelzende pelgrims, iedereen feliciteert iedereen. Een aandoenlijk schouwspel op het vollopende plein, van overal blijven pelgrims toekomen. Die van vandaag en die van gisteren en ook die van voorheen om te zien of er geen vrienden of kennissen zijn aangekomen, om te vragen of ge ze niet gezien hebt of misschien wel die of die, ge weet wel ...... Mensen, mensen, mensen toch, bleef het maar doorgaan. Ik zag ook verschillende van mijn ontmoetingen terug waaronder Ann en Rik Beelen uit Moorslede, Rik en Ann liep ik tegen het lijf op 12/9 in Santo Domingo. Zij vertrokken bij hun thuis via Rijsel dacht ik, sinds onze kennismaking is inmiddels 1 maand verlopen, de wereld van de pelgrims is elkaar op de weg steeds weer kruisen, of voorlopen. Dus nu op de foto, Ann was fotograaf van dienst. Ze allemaal opnoemen wie ik opnieuw zag, omhelsde, mee afsprak voor na de pelgrimsdienst is onbegonnen werk, als daar maar geen koppijn van komt vanavond.
    Morgen is het niet meer zo vroeg opstaan, werk aan de winkel, de kledij wassen, de Compostella gaan afhalen, vast en zeker bijpraten met woensdag, op de middag naar de misviering met uitvoering van het aan Liliane beloofde en na de middag naar het plein om te zien of er kennissen zijn geland.
    Compostella is uitgetript, rest nu nog "Fistera" en Muxia.
    Landen en belanden doe ik vast en zeker ook op tijd tussen de lakens, waarschijnlijk jullie ook, dus slaap lekker, tot kortelings en daaag van Théo


    10-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van 6 okt.: Arzua > O Pedrouzo (19km / nog 20 km te gaan).
    Stilaan loopt mijn camino naar zijn einde toe. Afgelopen! Ik voel het niet echt zo aan, wel mijn botten beginnen het moe te worden, ik niet nog niet echt, of maak ik mezelf wat wijs. Vannacht was het wel keet in de albergue, 'n feestje zeg maar, een damesfiesta. Ze zijn sterk in de meerderheid, een paar gehuwde stelletjes of misschien wel koppeltjes, zongen en dansten dat het een lieve lust was. Heidense dansen misschien wel, in alle geval ze trokken er hun niet veel van aan dat Engels gezelschap, zelfs in short en enkelen bij gemis daarvan in onderbroek. Zo rond 23u vond de uitbater het wel welletjes en kon ik nog eventjes de nog te maken tekst in mijn agenda noteren. Overtypen zal dan achteraf wel gebeuren. De tripdag zelf was wel niet de spannendste, het werd aftellen onder een bewolkte hemel en uitkijken naar de bornen. 35km te gaan, nog 33km, 30, 25 en op 19km van Compostella begon het wat te slabakken, ik trok nog door tot het bijna-einde van de stad, maar toen kreeg ik er schoon genoeg van. De albergues was ik in mijn overmoed voorbij, dus dan maar een van de laatst overblijvende pensionnetjes. Gelukkig met nog een paar kamers vrij en vooral ook met pelgrimsmenu vanaf 19 uur.
    Deze keer geen in slip of boxersbroekje dansende grieten. Maar wel enkele oudgedienden op de camino, we hadden het over het rotweer van de laatste dagen en over de vooruitzichten bij de aankomst in Compostella. Jimmy, wist te vertellen dat de albergues steeds stampvol zitten, hij deed Compostela al 2 keer aan. Een keer met vertrek uit Porto, en vorig jaar met vertrek uit Coruna. Dit jaar begon hij Villafranca, hij tript graag in Spanje, maar het ontbreekt hem aan verlof. Hij is smoor op de ambiance, de nieuwe gezichten het avontuur en de stadsdrukte in Compostella. Hein Smolders uit Enschede echter is het trippen moe en hoopt van zo snel mogelijk met de lijnbus van Eurolines terug te reizen. Hein vertrok op 26 augustus in St Jean PdP., veel afgezien heeft hij, blaren op zijn voeten, tendinitis, twee keer onder de luizen gezeten.
    Natuurlijk heeft hij die niet opgelopen in een albergue, maar wel in een schuur waar hij zijn tentje had opgesteld. Na de 2de keer heeft hij zijn tentje in een albergue achtergelaten, ach Hein dat had ge beter moeten weten. Paul-Marie vertrok uit Pau volgde niet echt de tracé en tript via Arzua mee naar O Pedrouzo. Hij vond zijn camino saai en feitelijk mislukt. De doorsteek buiten de camino's is naar zijn zeggen geen pretje. Te slapen vinden een zo goed als onbegonnen werk, was aangewezen op kerkjes als er al een priester was, of jongere mensen als ze een plaatsje hadden.
    Zo heeft hij meermaals in een garage geslapen of in een achter gelegen gebouw tot in een washok toe. Nu kan hij tenminste een woordje plaatsen en in een bed slapen.

    Slapen zal ik alvast goed doen want de wijn smaakte. Morgen staat de laatste trip op de agenda tot in Compostella. Ik ga rustig mijn laatste trip afwerken en wel zien hoe het verder op mij afkomt.
    Afkomen, ja nog zoiets dat ik niet lang ga uitstellen. Drie maanden op stap, het is wel een tijdje, maar de tijd vloog voorbij, ik realiseer mij wel dat het einde ervan op mij afkomt, of ben ik nu aan het ontwaken, komende uit een ongelooflijk droom?
    Dus vlug mijn ogen terug toe, dat ik het nog eventjes mag verder beleven. Allemaal mijn beste groetjes en daaag van Théo


    09-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van 5 okt.: Melide > Arzua (14km / nog 37 km te gaan).
    Regen, regen en nog maar verder regenen, met windvlagen dat het niet mooi is om in rond te 'geudderen'. De pelgrims hebben het hard te verduren momenteel.
    Hard te verduren heeft ook de pelgrimsgroep uit Limburg. Ik kwam ze op de camino tegen in een soort 'camino-berengueta' in Castaneda, zeg maar voor een sanitaire stop en om eventjes op adem te komen bij een warme tas koffie of choco.
    Het betreft hier een C.M- project, een proefproject van de Christelijke Mutualiteit afdeling /ziekenzorg -Limburg.
    Katleen Hoogmartens gaf graag wat toelichtingen over deze caminotocht met een groep vrijwillige helpers en mensen/patiënten met een beperking, waaronder 2 rolstoel patiënten.
    Een primeur zeg maar, met deskundige bijstand van Adriaan Gilis en nog enkele doorwinterde caminaars alsook een staf van vrijwilligers, waaronder een verpleegster.
    Ze vertrokken een dikke week geleden met vliegtuig en busreis naar Sarria, om vanaf daar aan kilometerpaal 100 te starten met hun pelgrimstocht. Dagelijks worden 10 tot een twaalftal kilometers getript tot aan hun volgende rust en overnachtingsplaats. De dag voordien doet een klein busje de wegverkenning, om de moeilijke passages vooraf in kaart te brengen.
    Spontane helpers om een duwtje mee te geven of zelfs over te nemen, zijn er bij zeggen van Adriaan met hopen. Iedereen wil mee helpen.
    Technische mankementen, ja wat wilt ge, de camino vergt heel veel zowel van de pelgrims, laat staan van de begeleiders en van het materieel en van de rolstoelen in het bijzonder.
    Aankomen willen en zullen ze wel moeten op vrijdag, hun lijnvlucht naar België vertrekt zaterdag.
    Limburgers, een ras dat er niet onder te krijgen is, straffe gasten allemaal. Wie "hun" belevenissen wil lezen, kan hiervoor terecht op google: pelgrimstocht ziekenzorg CM Limburg. OF bij: katleen.hoogmartens@CM.be Dat ze er fier en volle bak leute hebben moet ge hun niet vragen, moe vergeet het, straks pakken ze de lange helling aan, maar eerst nog een stukske amandeltaart. Het geheim is opgelost.
    Limburg boven, maar ik moet ook verder.
    Vandaag zal het maar tot in Arzua worden, Limburg stal mijn hart, maar pakte mijn tijd .
    Morgen zal het hopelijk beter weer worden en dan trip ik van Arzua tot in het 19km verder gelegen 'O Pedrouzo' met alleen de -Alto de Santa Irene- onderweg.
    Allemaal de groetjes en daaag van Théo.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Camino a Santiago (Op weg naar Santiago) - 21 –
    Dat op zichzelf gekeerde, terend op een haast fundamentalistische beleving van de Roomse godsdienst, heeft Spanje veel nadelen bezorgd.

    De Katholieke Koningen (Isabel en Fernando) hadden de Paus als het ware beloofd, om politie-agent te spelen en in hun land en in hun koloniën voor puurheid te zorgen.

    Zodra Luther dan zijn bedenkingen publiceerde en het Protestantisme (protesteren) er aan kwam, raakten hun opvolgers (Keizer Karel en Filips II) verwikkeld in de grote godsdienstoorlogen, die haast twee eeuwen zouden duren. Alle rijkdommen, die uit de Amerikaanse koloniën kwamen, werden er voor gebruikt.

    Intussen hadden de Habsburgers zich in Spanje gevestigd. Maximiliaan van Oostenrijk was gehuwd met Maria van Boergondië en hun zoon Filips de Schone huwde met Juana de Castilia (later Johanna de Krankzinnige genoemd). Deze kregen als zoon o.a. Karel (later Keizer Karel). Deze huwde Maria van Portugal en kregen o.a. als kind de latere Filips II. Dit was nog een grotere godsdienstfanaat dan zijn ouders en grootouders. Door deze huwelijken waren de Habsburgers soeverein over een enorm Rijk : de Nederlanden, Bourgondië, Oostenrijk-Hongarije, Spanje, Milaan, Amerikaanse koloniën … Overal moest het Katholicisme primeren, goedschiks of kwaadschiks. De Inquisitie waakte!

    Terug naar onze pelgrims. Wie gaat er nu toch in ’s hemelsnaam zo ver, zo alleen ter bedevaart? Het kan iedereen zijn. Het kan u ook overkomen. Het is het gevolg van een onuitgesproken drang, om een tijdje aan de zijlijn te gaan staan, om eens even goed naar zichzelf te kijken, om zijn “vensters even te luchten”, om terug met zichzelf in het reine te komen…

    Sommige mensen zeggen soms : “Ik ga een “sabbatjaar” nemen. Ik wil er even tussen uit. Ik moet me even herbronnen. Ik weet het even niet meer. Dat kan voldoende motivatie zijn, om op weg te gaan. Het moet daarom niet zo lang duren. Men kan er een korte trip van maken, vertrekken in Vezelay of per fiets gaan…

    Een mooie afsluiter ligt verscholen in het volgende gezegde : “Caminante, no hay camino, el camino se hace al andar!” (Reiziger, er is geen weg, de weg wordt gemaakt door hem te gaan”). De zo vele dagen, de zo vele kilometers alleen, de vele tijd dat je met jezelf alleen bent, korte gesprekken met gelijkgestemden… bewerken, dat je in jezelf leert kijken, dat je stilaan dingen begrijpt, ze een plaats geeft in de rangorden van je leven en een oplossing vindt voor de vragen, die je je onbewust stelde. Je komt terug als een ander mens. Als iemand, die zelf begrepen heeft.

    Fons Wierinckx


    08-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van zondag 4 okt.: Ventas de Naron > Palas de Rei >> Melide (22km / nog te gaan= 51km).
    Als er iets deze trip domineerde, dan is het wel de gutsende regen en de ijzige wind. Deze nacht stormde het, terrasstoelen en van alles wat vloog in het rond. Niets liet gisterenavond vermoeden, dat de stormwind en regen vannacht en vandaag lelijk huis zouden houden. Er zat vanochtend dan ook onrust in het peletonnetje pelgrims dat al om 7u30 klaar stond, om de laatste kilometers van de camino aan te vatten, zo ook bij mij. Zoals de meesten onder hen verkoos ik om wat af te wachten. De opeenvolgende dorpjes liggen maar een goeie 4km uit elkaar, zeggen 1 uurtje flink doorstappen, maar wel ver genoeg uiteen om kletsnat te worden. Echt niet mijn dada. Tijdens die radeloosheid is een pelgrim op zijn terugreis naar huis, doorweekt tot en met de albergue komen binnenstappen. Hij vertrok vanochtend uit Palas de Rei en is op zijn terugreis. Thierry Henri vertrok op Camino vanuit zijn woonplaats in het Zwitserse Geneve, 3 dagen geleden begonnen hij aan de terugreis vanuit Compostela en tript nu, naar het Franse -Saint Jean PdPr-. om vanaf daar per trein naar hem thuis door te reizen.
    Palas del Rei ligt op onze triproute van vandaag, zelf wil ik trippen tot in Melide, 'n dikke 50 km van Compostela. In afwachting van een opklaring dan maar een babbel met Thierry. Na zijn aankomst in Compostela trok Thierry verder naar Finistere en Muxia. Muxia nooit van gehoord!
    Thierry legde uit, Muxia maakt deel uit van de zuidelijke variant met de "Notre Dame de la Barca" het heeft te maken met de nordic en de angelsaksen -pelgrims, die per boot aanmeerden in de "puerto de Muxia".
    Finistere is werd vroegerbeschouwd als het einde van de wereld, vandaar km 0 bij, "croix de la cote de la mort" aan de "phare".
    Verder is daar volgens Thierry niet meer te zien, geen verbranding, geen uitgelaten pelgrims, niks, nul de botte. Volgens Thierry is het geschiedenis geworden, geen vuurke stook van kledij of van schoenen of wat ook. Iets waarvan alleen nog gesproken wordt.
    Ik stelde het reeds vroeger, de camino, de pelgrimstocht om welke reden ook is aan het eroderen, het magische ervan in verval, maar wel in stand gehouden en te houden met (veel) Europees geld. Het is nu een ijverige steden- en dorpenloop met veelal om ter eerst in een auberge. Met nog geen 10% aanwezige pelgrims in de dagelijkse avondmis en zegening.
    Wat nu nog telt is " the stamp, le cachet, de stempel" voor de credential, anders gelooft niemand nadien dat ge op pelgrimstocht zijt geweest, per vliegtuig? Per trein? Per georganiseerde busreis? Per autobus? Of per fiets? OF te voet al dan niet met een ezeltje of hondje, zoals er toch nog vele respectabelen zijn.
    Uiteindelijk heb ik dan toch rond 9u30 de trip aangevat, regen of niet het kon mij geen lor schelen. In Melite had ik er schoon genoeg van, zeg maar de buik ervan vol. De eerste de beste albergue werd er mijn droogplaats. 's Avonds ben ik met 2 Spaanse lotgenoten - Gill en Rafa- uit Barcelona "pulpo" gaan eten. Levend het kokend water in en klaargemaakt volgens de wijze van de streek. Feitelijk was het wel lekker, maar de wijn man toch, die smaakte overheerlijk, dat wel.
    Morgen? Ja morgen, geven ze geen weersverandering. Wat zal het worden? - Que sera,sera - Ofwel kletsnat tot in Arzua, halfnat tot Calzada of nog droog genoeg tot in Boavista?
    Allemaal de beste groetjes en daaag van Théo


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van zat. 3 okt.: Ferreiros > Ventas de Naron (21km / nog te gaan 78km).
    Te gaan ? Stilaan begin ik de eindsprint. De kilometers bergop en bergaf, vals plat en plat, volgen elkaar in snel tempo op. Weet ge, het moeilijkste trippen is bergaf gaan, zij belasten de knieën en kuiten meer dan je lief is.
    Lief waren ook 3 zuid Koreanen Jill, Ino en Juliana, ze wonen in Condesa - Mexico, hun Spaans is vanzelfsprekend. Broer Jill en zijn oudere en Juliana de jongere zus. Broer Jill met fameuze "ampoules", Ino met tendinitis aan de rechter knie.
    Jill kon ik helpen met een daarvoor geschikte pleister, Ino gaf ik veiligheidshalve wat zalf om in te masseren. Veiligheidshalve ja, want ik vreesde oorpijn over te houden, mocht ik te hoog inwrijven. In alle geval waren ze blij met de geboden hulp. Wat mij opviel was dat ze de RR' in het Spaans -zeel goed uitspleken-.
    Vandaag was het een zeer mistige druilerige en koude dag, weinig volk op de camino en toch, prachtige beelden te zien.
    Iets dat mij al lang imponeerde waren de kapelachtige gebouwtjes op de erven voor de landbouwbedrijven. Mijn nieuwsgierigheid werd te groot, en ik stapte een erf op waar de boer wat aan keuteren was. Het zijn hokken waar mais in te drogen gelegd wordt, ik had het kunnen weten, boerke toch. De wind zorgt voor het drogingsproces, de gaatjes in de bakstenen beletten muizen ratten en vogels om er met de oogst vandoor te gaan.
    De mais dient om te vermalen tot bloem, en daarna om tot maisbrood te verwerken. Graan en tarwe worden minder verbouwd omwille van de mindere opbrengst.
    Luiz, vroeg me binnen voor een wat wij noemen - 'n drupke-, in dees geval een "licor de gerbes" tussen haakjes heel lekker spul, aan zijn vragen kwam omzeggens geen einde. Hoe we op het thema politiek zijn gekomen weet ik niet meer, maar Luiz vertrouwde mij toe, dat de ouders van Fidel en Raoul Castro nog in Sarria hebben gewoond. Ik liep door Sarria tijdens mijn trip van Samos naar Ferreiros, amper 1 dag geleden. Het huis staat er nog altijd en, een "prima" van Fidel en Raoul bewoont nog steeds het huis.
    Luiz zijn vrouw is er ondertussen komen bijzitten en bevestigde zijn woorden. Luiz heeft 8 koeibeesten, en deed zijn beklag dat zij slechts 18 eurocent de liter ontvangen. Het boerenprotest is zopas nog op TV geweest.
    Europa krijgt hier ook niet de beste beurt, waar wel trouwens?
    Bijna 1 uur bleef Luiz maar vragen en vragen, tot ik er hem op wees dat ik nog wat weg af te leggen had. Met zijn adios, buen camino en iets dat op mucho gusto trok, verliet ik het boerderijtje met twee wetenswaardigheden rijker. Rond halfvier dan vond ik het stappen welletjes en boekte in de eerste de beste tegengekomen albuerge in Ventas de Naron. En wie liep ik daar op het lijf? Juist de 3 Koreaantjes van "megikoo".
    Que quieres? Ik dacht te antwoorden Ino, maar bleef maar bij een "cafe con leche". Na het gebruikelijk douchen en orde brengen in de rugzak werd het tijd om een stukske te eten. Overdag eet ik niet graag tenzij fruit en nu ook noten en kastanjes die hier bij hopen te rapen liggen.
    Ik zat nog niet aan tafel voor de 'cena', of wie vroeg om bij aan te zitten? Juist, maar ook begrijpelijk. Waarschijnlijk is het voor hen moeilijker om contacten te leggen en te onderhouden. Ik vind het wel gezellige mensen, wat teruggetrokken en minder uitbundig, maar wel onderhoudend
    Al bij al vond ik het fijn, en kon zo ook nog wat Spaans bijwerken. Zij zijn vertrokken vanuit Pamplona.
    Maar toch wat moe en met het tekstje nog te maken, verontschuldigde ik mij om gaan te slapen.
    Nu, bijna 23uur, gaan de lichten uitgaan en morgen is het om 8u30 starten, een van de laatste trips naar Compostella. Hopelijk stop ik op km rond de 50, al dan niet met de Koreaantjes in Furelos of misschien wel in Melide.
    Zo, al mijn vurige en andere lezers, de beste groeten van Théo en daaag.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van vrijd. 2 okt.: Samos > Sarria >>> Ferreiros (26 km/ nog 97,5 km te gaan).
    't was rumoerig vannacht, de overwegend Engelse en Engelstaligen (Denen en Ieren) krijgen meer en meer het overwicht in de slaapzaal. Luidruchtigheid is hun sterkste vak, de hospitaliero is hun een paar keer tot stilte komen aanmanen. Pas wanneer hij kwaad ermee dreigde ze eruit te zetten werd het stil.
    Deze morgen om halfzes geneerde ik mij dan ook niet om het licht aan te steken en met voldoende lawaai mij rustig klaar te maken.
    Nog maar goed op pad langs de steenweg, zat er daar een man, voet omgeslagen, Engelstalig en volledig van zijn melk. Gelukkig had ik het nummer van de hospitaliero met nachtdienst bij, telefoonnummer dat ik steeds noteer bij aankomst in elke albergue. Een halfuurtje later had hij ons gevonden, en ontfermde hij zich over de ongelukkige.
    Natuurlijk heel wat tijd verloren en pas rond kwart na negen was ik zo goed als door het bijna tot op de draad versleten stadje Triacastela.
    Deze regio is echt achteruit gesteld, de assepoester van het Baskenland!
    Ik deed het verder kalmpjes aan, en genoot eens buiten 't stad ten volle van de boerenbuiten, de natuur en de bezienswaardigheden.
    In Barbadelo werd ik aangesproken door de plaatselijke kerkvader. Hij sprak met enige trots over zijn romaans kerkje dat in hetzelfde jaar als de basiliek van Compostella werd gebouwd, in 1101 meen ik begrepen te hebben. Ik kreeg er nog een prachtige stempel vd Diocesis de Lugo, bij in mijn credential.
    En dan doortrippen want ik wilde absouut de born van de laatste 100km voor Compostella in -A Brea- halen. Het lukte, uiteindelijk haalde ik ook Ferreiros, en boekte in een heel aardige albergue, bovendien uitgerust met een moderne wasmachine en droogkast. Ook dat probleem is hoognodig opgelost. Een tevreden pelgrim, die op 1 van zijn 2 oren kan gaan slapen.
    Morgen trip en tel ik dan verder af naar de eindkilometer, nog een goeie 5 trippen en dan zit het hoofddoel van mijn voetreis, de pelgrimstocht naar Compostella erop.
    Maar nu de slaapzak in, allemaal de beste en liefste groetjes en daaag van Théo.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van dond. 1 okt.: O Cebreiro/ Linares > Triacastela >> Samos ( 26km / 129 km to go).
    Hoe dichter ik bij het doel om, hoe meer ik er zin in krijg om door te gaan. Dit nomadenleven zint mij meer en meer, slapen, opstaan, 5- 6- 7 uur stappen onderwijl hier en daar een woordje plaatsen, op adem komen, douchen, eten en wat lanterfanten en graag ongeacht het uur terug het bedje in. In een slaapzaal, in een kamer met 6 of met 3, al dan niet gemengd, het maakt niets uit.
    Eens vroeg Liliane mij, wat gaat ge doen wanneer ik er niet meer ben? Mij vinden ze wel ergens langs een straatje of weg..... in Spanje was mijn antwoord. Fallido ... con mucho gusto. Mogelijk, maar inmiddels wil ik mijn dochters weerzien, mijn nog alles wat ik heb, en enkele van mijn vrienden, en Fons en de collega's die bij hem Spaans volgen. Volgend jaar ga ik terug op trektocht , opnieuw gaan trippen gedurende 1 maand. Graag dan vanaf Le Puy tot St.Jean. Vandaag tripte ik een goeie 27km, een reuze mooie trip, mogelijk de allermooiste vanaf mijn vertrek in St.Jean PdP.
    Alleen de heuvels en bergen afdalen lagen mij niet zo best. De rolkeien zijn heimelijk gevaarlijk, de afgrond soms op nog geen meterke, en ik overdrijf echt niet.
    Deze morgen passeerde ik wellicht een van de alleroudste kerkjes (13°e.) in Fonfria, zonder restauraties of wijzigingen, uniek.
    En dan de passages door die beminnelijke dorpjes, de tijd is hier echt blijven stilstaan. Een Suske en Wiske verhaal, met de teletijdmachine van professor Barabas naar de 18de eeuw geflitst. Met daarbij de opstijgende zuurzoete geur van de koeienstallen, de mesthopen en aalbeekjes, het gekabbel van de bergriviertjes. Een heel boeket met van alles, mooi, simpel en onovertroffen.
    Biduedo met zijn ocharme 5 huisjes, Triacastela met zijn meer dan 400 jaar oude kastanjeboom.
    Dwars door het enige en smalle dorpsstraatje van het schuwe Renche met zijn grote eikenbomen tot ik uiteindelijk in het grotere Samos aankom. Groter ja, door het oude imposante klooster, de -"Abedia de Samos- , ik ga er straks overnachten in een besproken kamer voor 10€ . Het merendeel van de pelgrims trekt erop af, omdat er een collectieve en "donatievo" slaapplaats is. Iedereen geeft er wat naar zijn willen en kunnen. Het principe stamt uit de tijd van ......
    De pelgrimsmenu is betalend 8€ : Galicische koolsoep met groenten en patat, afgekookt rundsvlees met worteltjes en erwten in de peul en frietjes, en als dessert een puntje amandeltaart.
    Wat mij opvalt er is in Baskenland nooit "cordero" schapenvlees valt te eten. Ik ben er verzot op, maar hier in noord Spanje grillen ze het vlees niet.
    Ander gegeven is, dat het Portugees zijn oorsprong zou vinden uit het Galliciaans. Anderzijds zou de Moorse invloed geen enkel gevolg hebben gehad in Galicië. Galicië overleeft overwegend van de landbouw en de visserij en is echt de allerarmste regio van Spanje. Begrijpelijk dan ook haar inzet voor onafhankelijkheid, al was het maar om van de zware "impuestos" belastingen af te komen. Volgens Xinto, de café uitbater waarmee ik aan een babbel toe kwam, doet het gouvernement niets om er verbetering in te brengen, vandaar de Baskische frustraties en het ongenoegen.
    Ik weet het niet, mijn naam is susse maar een ding weet ik, ik ga gaan slapen. Morgen trip ik van Samos naar Sarria (15 km)en waarschijnlijk nog een stukske verder, we zullen wel zien, wat de botten ervan denken.
    Vandaar dan allemaal mijn beste groeten en een daaag van Théo.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De camino a Santiago (Op weg naar Santiago) - 20 –
    Wat zullen we meenemen op onze lange tocht naar het verre bedevaartsoord? Laten we vooral afspreken, dat onze bagage niet te veel of te zwaar mag uitvallen.
    Het is eigenlijk allemaal ballast, die we heuvelop en –af moeten sleuren.

    Wat niet mag ontbreken? Veel moed, karakter en doorzettingsvermogen : je gaat niet zomaar eventjes “een wandelingetje in het park maken”! Zorg dat je bestand bent tegen meerdere uren stappen. Wen je aan het stappen in eenzaamheid. Schaf je goede kousen en schoenen aan. Leer je menu verdelen in verschillende “hapjes”, zodat je nooit met een zware maag zit.

    Neem een goede slaapzak mee. Er zullen niet altijd veel dekens zijn. Regenkledij, zonnecrème, spelden, oordopjes tegen het snurken (van de anderen), iets om je blaren te verzorgen, een klein zakje met de gangbare algemene farma, zeep voor de was van je kledij…

    Het is niet nodig om veel geld mee te nemen. Met je bankkaart kan je het wel aan.

    Spanje heeft ontzettend veel te danken aan “de Camino”! De afgelegen en afgesloten ligging van Spanje heeft altijd belet, dat er veel doorgang kwam, dat er veel mensen naartoe gingen. Het was ook geen “doorvoerland” voor de handel.

    Na de grote volksverhuizingen sloten de West-Goten hun grenzen, Karel De Grote plaatste er aan de Noordzijde nog een “stop” op! De Moren kwamen uit het Zuiden en het duurde acht honderd jaar voor de laatste weer weg was. Al die tijd waren alleen “mercenarios” welkom.

    Maar ook pelgrims, “peregrinos”! Santiago lag in het Noorden, dat vlug bevrijd werd. Dat kon dus bereikt worden zodra de “reconquista” op gang kwam. Deze honderdduizenden bedevaarders “sijpelden” het land in en onbewust lieten ze een spoor na van hun land, van hun cultuur. Zo hoorde Spanje toch iets van de buitenwereld.

    Heel de Middeleeuwen door werd Spanje genoemd als “País cerrado, pais negro”.
    Spanje “gesloten land, zwart land”. Het zwarte verwees naar de klerikale almacht, naar de Inquisitie, naar de brandstapels van de Kerkelijke rechtbanken…

    Een ander citaat, dat aan duidelijkheid geen gebrek lijdt zegt : “Achter de Pyreneeën” begint Afrika!

    Fons Wierinckx


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.El Camino de Santiago - 19 –
    De weg naar Santiago is zonder twijfel de oudste, de meest gevierde, de meest belopen bedevaartsweg van Europa. Het is daarenboven de enige, die de naam van Camino (de weg) draagt.

    De eerste pelgrims kwamen in de XI eeuw uit het thuisland Galicia en de buurtstaat Asturias, maar vrij snel kwamen ze ook uit verderaf gelegen streken, zodat het nodig werd om ook te gaan zorgen voor verblijfposten.

    Terzelfdertijd werd het ook nodig om de veiligheid van de reizigers te gaan waarborgen. Hier vinden we dan de steun, die gegeven werd door de grote abdijen.

    Er zijn vele wegen naar Santiago : vanuit Portugal, van het Noorden, van Valencia, van uit Italië, maar het is zeker de Camino Francés, die het best bekend is.
    Hij telt meer dan 100 opvangplaatsen (albergues, refugios) langsheen zijn verloop.
    Dit kunnen abdijen zijn, oude scholen, parochielokaaltjes, voormalige kloosters…
    Luxe hoef je nooit te verwachten, maar wat men altijd garandeert is een dak boven je hoofd en water om je te wassen. Het aantal opvangplaatsen is beperkt, wie eerst komt heeft plaats, de laatsten kunnen op de grond slapen!

    Wat de prijs betreft, men heeft lang getracht om het principe van de ‘vrije gift’ te bewaren, maar men is hier grotendeels van af gestapt. Toch blijven de prijzen redelijk. De openingsuren kunnen van streek tot streek wat variëren. Ze openen rond de middag en behalve bij ziekte of kwetsuur kan men er slechts één nacht verblijven.

    Iets wat voor de pelgrim wel aan te raden is, is dat hij beschikt over een “Credencial”.
    Dit is zijn identiteitskaart als bedevaarder. Ze zal steeds gevraagd worden in de “refugios” (de opvangplaatsen). Men kan dit aanvragen in het land van vertrek bij de voornaamste kerken. Op deze kaart worden de zegels geplaatst van de verschillende etappes en worden ze ook afgestempeld. Ze dient dan verder als bewijsstuk om het Certificaat te bekomen in Compostela. Dit wordt voorbehouden voor pelgrims, die minstens 100 km te voet hebben afgelegd of 200 per fiets.

    De meeste bedevaarders dragen “een schelp” en een stevige wandelstok. Dit maakt hen herkenbaar als “peregrino” (bedevaarder). Deze stok kan soms ook wat respect afdwingen van een loslopende hond.

    De Camino Francés kan men het hele jaar door belopen, maar de maanden Juli en Augustus leveren het minst aantal risicos qua klimaat.

    Fons Wierinckx


    01-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.El Camino de Santiago – Entramos en las huellas de los peregrinos. – 18 -
    Nadat de Katholieke Koningen de Moren uit Spanje verdreven hadden, konden ze werk maken van hun doel : het land echt één maken, met één koning, met één taal en met één godsdienst.

    Het land één maken leek op het eerste gezicht wel makkelijker, dan het zou blijken.
    De zo vele staatjes hadden zich wel goedschiks of gedwongen onder de scepter geplaatst van Isabel en Fernando, maar er waren zoveel verschillen tussen hen, qua levenswijze en gewoonterecht, dat er veel moest “geschipperd” worden. De enen hadden de Moren haast niet gekend, anderen waren er eeuwen mee geconfronteerd geweest. Dit eigen gewoonterecht noemde men “fueros”. Niet aan raken!

    Het Castilliaans (el Castellano) scheen het als éénheidstaal wel te halen, maar het Catalaans van Catalonië (Barcelona) zou altijd dwars blijven liggen. Het Baskisch blijft voor iedereen onbegrijpelijk en “el gallejo” en “el andaluz” zijn er ook nog.

    Ook moest het land veilig gemaakt worden. De tijd van rondtrekkende soldeniers en benden van allerlei twijfelachtig allooi moest worden afgesloten. Daartoe dienden de nieuwe landelijke “Hermandades”.

    Eénmaal het rustig geworden was, werd Santiago weer op het voorplan geschoven, niet om strijders aan te trekken voor de heilige oorlog tegen de ongelovigen, maar om bedevaarders, pelgrims…de kans te geven, om hun “religieuze dorst te lessen”.

    In de loop der geschiedenis hebben honderdduizenden mensen zich op weg begeven naar Compostella, om op die wijze “in het reine” te komen met de Kerk van Rome.

    Dank zij deze “peregrinos” werd Spanje, opgesloten in zichzelf achter de Pyreneeën en door zeeën en een Oceaan”, toch geraakt door andere culturen en visies. De vele gesprekken tussen bedevaarders met de dorpelingen langs de wegen, brachten nieuws van de “overkant”. “España se hizo peregrinando”!

    In de moderne tijd merken we evenwel, dat ook andere motieven aan de basis kunnen liggen van zulk een moeilijke opgave.
    Men kan naar Santiago gaan als prestige, als een toeristische tocht, om een belofte na te komen, die men deed in een periode waarin men het niet goed had, om een gunst af te smeken naar de toekomst, zelfs gewoon ook om zichzelf eens te bewijzen.

    Fons Wierinckx


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van 30 sept.: Vega de Valcarce > O Cebreiro ( 12km / 150,5km to go).
    Gisteren vergat ik de fietser uit Bordeaux te vernoemen die samen met zijn hond, de fietstocht onderneemt naar St.Jacques.
    De hond loopt telkens de trip deels, als hij moe wordt gaat hij gewoon liggen, en dan is het tijd om mee te reizen in het aanhangwagentje. Vriendelijk beestje, goedhartig baasje, die zijn hond niet wilde achterlaten al die tijd. Slapen doen ze altijd samen in een tentje, steeds krijgen ze we bij landbouwers een plaats, meestal in een schuur of bijgebouw. Knap.
    Deze ochtend tegen 7u, is Llena me komen wekken, ze zat naast me op 't bed, ik verschoot me, ik had niet direct het waar en wat door in de ontwakingsfaze. Llena zei dat het ontbijt klaar stond, en ik beter eerst kon komen ontbijten. De gedekte tafel stond gedekt voor twee, Kiko was nog niet op, die komt pas het bed uit rond 8u.
    Dus ontbijt voor twee, gebakken droge ham en tortilla met sneetjes geroosterde baguette. Heerlijk zo verwend worden. Ik zei het haar en ze bloosde. Kiko kwam zoals hij zei op de geur af, ja er was overschot meer dan voldoende. Kiko vroeg wie op bezoek kwam. Voor de tweede maal zag ik iemand rood aanslaan, maar deze keer niet blozen, Kiko knipoogde eens maar keek niet op, ik moet ervan grinniken en de ijspegel brak, zij grinnikte mee.
    De tijd van doorgaan was gekomen, een dikke knuffel van Kiko en de hoop van mij later nog eens te ontmoeten en nog een grotere van haar, meer hoefde dat niet te zijn, het was oprecht en hartelijk, het was volgens mij Galicisch.
    En dan de trip, andere "quelque chose". Ruitelan en dan Las Herrerias -no problemas-, maar dan begon het vagevuur als voorverwarmer, 't was meer dan kreften en puffen, achter elke haakse draai hoopte ik op een vlak stukje, ijdele hoop ja, de volgende bocht dan, weer noppes, en terug noppes en ...
    Regelmatig indelen hielp. Die eerste 6km tot in La Faba, was nog doenbaar, alhoewel ge mocht er niet bij gaan zitten, recht blijven was de boodschap. Mijn Waalse vriend Willy, stuurde mij gisteren nog 'n mail met een strategisch plan en raad. De eerste 6 km ik op aangeven van Willy, in iets meer dan 2 u. , vanaf dan werd de Sierra do Ranadoiro de onverbiddelijke baas. De overige 5,5km waren een tranendal, hoeveel leed ik er gezien heb valt niet te beschrijven, vrouwen die halfweg zaten te wenen, vrezend dat ze niet zouden boven geraken, mannen met beenkrampen tot en met, een oudere biker, die tegen alle weten in toch de voetweg nam, en zijn fiets met bagage en al tierend voortsleurde over de rotsige weg, dien hardleerse verdiend er feitelijk nog een kletsen bovenop.
    En er waren ook de keiharde afgetrainde kerels die zich niet gewonnen gaven of aflieten echte atleten. Zelf, verdeelde ik het tranendal in, eerst 200 pasjes klimmen, hartslag +/- 150 = 1 minuut blijven staan en zo verder. De laatste kilometer gutste het zweet van mijn lijf, 2 volle literflessen water en 3 u20' later had ik het 2de deel afgewerkt. De beenpezen voelden aan als gespannen kabels , de aders lagen als koorden op de kuiten, de dijen trilden , En dan komt ge leeggekropen boven na 5u20', om te vernemen dat alle 80 bedden volzet zijn. En dan ? Ja dan maar noodgedwongen naar het 3,2 km verder bergaf gelegen Linares met 40 bedden. Gelukkig nog op tijd en voor mij absoluut hoogtijd. Mijn benen trilden van de inspanningen.
    Bijna 2 volle uren bleef ik op het bed liggen om te recupereren. Meerdere anderen waren er erger aan toe. Wat zeggen ze? Als ge O Cebreira overwint pas dan krijgt ge een volle aflaat bij aankomst in Compostella. Het merendeel is nu al volledig afgelaten, wat rest er dan nog af te laten?
    Morgen trip ik dan relaxer met 3,2km minder te stappen op de teller, van Linares naar het 18km verder gelegen Triacastela, alhoewel relax? Met de Alto de San Roque en de Alto do Poio als hindernissen weet ge maar nooit! Morgenavond resten er nog 130 km af te leggen tot Compostella. Het aftellen is nu begonnen.
    Maar nu ga ik schaapjes tellen en dat zal niet zo veel tijd in beslag nemen of lang duren.
    Allemaal de beste groetjes en 'n en daaag van Théo.


    30-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van dinsd. 29 sept. : Villafranca del Bierzo > Vega de Valcarce ( 19km / 162 km to go).
    Natuurlijk was Olga nog niet uit de veren om kwart voor 6, de petit déjeuner is pas voorzien om 7u30.
    Ik werd gewekt om iets na 5 door mijn kamergenoot, Horvan een Hongaar, ingenieur op een scheepsbouwwerf, ik weet niet meer waar. Een reus van een vent, 1m96 groot, het Spaans bedje was veel te klein voor hem en daardoor genoot hij een gestoorde nachtrust. Veel babbel hebben we niet gehad. Hij croste in de namiddag gans het stadje af op zoek naar bruikbaar fotomateriaal, ik deed mijn was en daarna samenkomst met Berry op het plein. Horvan had genoeg van het klooster en wilde zo rap mogelijk op stap.
    Nu mij niet gelaten, rond half acht, voor het krieken van de dag, stond ik al aan te schuiven voor de ochtendkoffie met boterkoeken en broodje confituur. Bij de uitschrijvingstafel lag er wel een berichtje op mijn naam van Olga 'vergeet de koffie in december niet!' samen met haar mailadres om de blog te kunnen volgen.
    En dan het vertrek bij opkomende dag met 6°C. En de markt in opbouw. Pereje, Trabadelo, Las Herrerias, La Portela de Valcarce en Vega de Valcarce en Ambasmetas de plaatsjes volgden elkaar zonder veel tralala op, heel kleine pueblootjes zonder veel omhaal, wel in een paar ervan met een pensionnetje en of terrasje, armtierige en ook heel wat leegstaande of vervallen huisjes. Het fotomateriaal liegt er niet om.
    Na mijn terugkeer maak ik er een volledig reisalbum van.
    En dan de aankomst in Vega de Valcarce. Het was wel effekes vragen naar het ouderlijk huis van Ester, haar zus Magdalena en vader Francisco. Ester had vergeten te zeggen dat haar vader door iedereen aangesproken wordt met "kiko" ik heb er geen andere schrijfwijze voor. Ik werd onmiddellijk beste maatjes met vader Kiko en hij was wat blij dat ik me uit de slag trok in zijn taal. Magdalena dat was andere koek, zij is de veel jongere zus van Ester, volgens Kiko is ze een echte furie wanneer ze lastig is, of haar zin niet krijgt. Llena is haar roepnaam, ze verschoot effekes als ik haar daarna zo aansprak om iets poeslief te vragen. Het sloeg aan, en het bazige bleef achterwege, waarna ik overschakelde in het Frans, ook dat waardeerde ze. Llena is zelfstandig boekhoudster in haar eenmanszaak, zoiets als een fiduciere. Bijna alle zelfstandigen van Vega zijn bij haar klant. Haar nicht heeft naast haar ouderlijk huis een door de pelgrims druk bezocht restaurant met bar. Kiko nodige mij mee uit voor een etentje in de zaak, van Imes, ik zei niet over de gepaste avondkledij te beschikken, hij ook niet, niemand niet want hier zijn de mensen zoals ze zijn, 'Galicianos'. Eens aan tafel viel er niet veel meer te -maren- , Ester moet wel royaal met lof omgesprongen hebben. Wat Galicië anders maakt dan de andere regio's dat is dat ze u meer fysisch aanraken en langer de hand op uw arm of schouder leggen als ze het tegen u of tegen een ander hebben.

    Ook iedereen komt ongevraagd aan tafel zitten of staan om een babbel te doen, zelfs al zijt ge aan 't eten, dat maakt niets uit. Vrouwen of mannen, het gelijkheidsbeginsel is hier van kracht. Echt wijndrinkers zijn het niet, daarvoor produceren ze er zelf te weinig van, maar bier lusten ze eens te meer, en dan hun muziek, Spaans zou ge denken, vergeet het. Het is zowat folkloristisch, gitaren met een soort fluit-doedelzak en bijna steeds hetzelfde wijsje of iets dat erop trekt.
    Ik bleef bij wijn, Kiko en Llena schakelden over op iets straffers, wanneer ik rond half tien kenbaar maakte om te gaan douchen en te slapen, werd ik bijna uitgelachen.
    Llena moet nog de kamer klaarmaken en handdoeken naar de badkamer brengen. Bij mijn afscheid van Kiko schalkte hij wat, maar ik hield me van krommen haas. Eens in de woning nam ik afscheid van Llena en zei dat ik haar een "femme agréable" vond. Haar neus krulde, en dat voor een furie. Mensen allemaal dat van gaan te slapen is inderdaad hoognodig, wat morgen staat de koninginnentrip op het menu.
    Twaalf kilometer klimwerk zonder onderbreking, met gedeelten tot 15%. Een hoogteverschil overwinnen van iets meer dan 700m. Ik doe mijn ogen nu toe en begin aan de afdaling naar het rijk van zalig slapen.
    Allemaal de beste groetjes, Hasta lluego en daaag van Théo.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trip van 28 sept.: Molinaseca > Cacabelos >> Villafranca del Bierzo. (28 km/ 180,5 km. to go)
    Ik ben smoor op Molinaseca, en geraak er feitelijk niet over uitgepraat, bovendien gaf Ester, de gouvernante en plaatsvervangster van de zieke eigenares (alzheimer) er nog een schepje bij. Ester spreekt vlot frans, dus daar valt mee te praten, bovendien was ik de enige aan tafel voor het avondeten dus ruimte zat voor vragen en een babbel, ik werd een en al oor, volgens Ester is de plaatsnaam afgeleid van -Molinos secos- korenmolen(s), en dat heeft te maken met de molens die opgesteld stonden langs de Rio Meruelo, een belangrijke bedrijfstak die gebruik maakte van de rivierversnellingen om de molens hun werk te laten doen, granen malen.
    Ter herdenking heeft hier jaarlijks op 17 augustus de "Fiesta del Agua" plaats. Nu leven de inwoners deels van het toerisme en van de bedevaarders en pelgrims. We zitten hier in 'Galicia', zowaar de armste van de 5 Baskische regio’s. Maar Molinaseca is een welstellende pueblo, de -fine fleur- van de regio woont hier, het is geen stad want daarvoor telt het te weinig inwoners. Ester is afkomstig van Vega de Valcarce, haar vader en zus Magdalena wonen er, vroeger was hij daar alcalde en eigenaar van een houtzagerij, nu leeft hij er een rustige oude dag sinds het overlijden van zijn 2de vrouw.
    Mocht het mij goed uitkomen dan kan ik er gerust gaan overnachten, ik zal er welgekomen zijn.
    Natuurlijk komt mij dat overmorgen goed uit voor de aanvang van de 12km lange klim met stukken tot 15% naar "O Cebreiro", een uitloper van de Sierra de Caldeiron. Ester gaf het telefoonnummer, voor moest het niet kunnen doorgaan.
    Vandaag dus de trip naar Cacabelos en verder naar Villafranca del Bierzo. Met oor voor de raad van Ester, telefoneerde ik vooraf naar het klooster Ave Fenix de Familia Jato en reserveerde er voor een tweepersoons kamer met douche. Er was nog plaats, wie mijn kamergenoot wordt zal ik wel zien.
    Anderzijds het voetpad naar Ponferrada en zo verder tot Camponaraya volgen maakt de trip bijna 6km korter dan de caminolussen volgen. Jammer voor het missen van de Tempeliersburcht juist voor Ponferrada, de stad sliep nog toen ik erdoor tripte. Van de tempeliers is geweten dat zij rond 1200 een Mariabeeld met kind vonden dat de Bisschop van Astorga in de 5° eeuw uit het heilige land meebracht.
    Ponferrado is de bestuurszetel van de comarca, en werd opgericht door de Romeinen. Zijn definitieve naam dankt de stad aan de Bisschop van Astorga die in 1080 opdracht gaf om 'n brug versterkt met ijzer te bouwen over de Rio Stil, vandaar de naam Ponteferrado.
    Dan maar naar Cacabelos, Molinaseca heeft er niets mee te maken, maar deze stad was in de 5de eeuw het bestuurscentrum van de Romeinse goudmijnen met een bijzondere winplaats Medulas.
    Of er vandaag nog goud te vinden is, ja maar het is economisch niet te verantwoorden om het te delven. Bovendien worden er geen concessies meer voor verleend. Jammer voor mij, er is hier voor opportunisten als ik geen toekomst weggelegd.
    't was om 11u45 wel wat vroeg om te stoppen, dus doorduwen naar Villafranca del Bierzo, naar het klooster waar ik reserveerde. Om 2u45 stond ik op het secretariaat en werd er gewoonweg aangesproken in keurig Vlaams, ik viel bijna op mijn gat. De hospitaliera is afkomstig van Nossegem, dat er nog bij een Vlaamse schoonheid, luisterend naar de naam Olga en nu gij.
    Na de uitwisseling van -hoe is't- en - van zover- , man toch. Nog wat lof erbij en ik zou gezegd hebben dat het was om haar te zien. 's Avonds had ik afspraak met Berry mijn vriend uit Zwolle en zijn maten een Schot Christopher Mc lean May en de Deen Mogens Trander, twee gezworen kameraden, van waar en hoe weet ik niet, maar we gingen het pelgrimsmenu gaan eten.
    Opzettelijk bestaat niet in de Camino, maar Olga kwam er onverwachts binnen, ik stelde haar voor aan het gezelschap en ze kon bijzitten. Wat kunnen mannen toch lief zijn zeg. Chris, Mogens en Berry verblijven in een andere locatie, was ik cavalier van dienst om naar het klooster terug te gaan. Vlak voor het klooster zijn we nog een koffie gaan drinken om bij te praten over Leuven en koetjes en kalfjes, buiten het sluitingsuur zijn we toegekomen, Olga heeft immers een poortsleutel. We spraken af om de volgende koffie in december te Leuven te zullen drinken en wisselden onze telefoonnummers uit. Olga op uw woord van... want ik vermeld het in de blog, op het woord van hospitaliera was haar antwoord, ja en die geloof ik, geloof mij. Allemaal de groetjes en ja ook die van Olga die voortaan ook volgt. Daaag van Théo


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.El Camino de Santiago – Entramos en las huellas de los peregrinos. – 18 -
    Nadat de Katholieke Koningen de Moren uit Spanje verdreven hadden, konden ze werk maken van hun doel : het land echt één maken, met één koning, met één taal en met één godsdienst.

    Het land één maken leek op het eerste gezicht wel makkelijker, dan het zou blijken.
    De zo vele staatjes hadden zich wel goedschiks of gedwongen onder de scepter geplaatst van Isabel en Fernando, maar er waren zoveel verschillen tussen hen, qua levenswijze en gewoonterecht, dat er veel moest “geschipperd” worden. De enen hadden de Moren haast niet gekend, anderen waren er eeuwen mee geconfronteerd geweest. Dit eigen gewoonterecht noemde men “fueros”. Niet aan raken!

    Het Castilliaans (el Castellano) scheen het als eenheidstaal wel te halen, maar het Catalaans van Catalonië (Barcelona) zou altijd dwars blijven liggen. Het Baskisch blijft voor iedereen onbegrijpelijk en “el gallejo” en “el andaluz” zijn er ook nog.

    Ook moest het land veilig gemaakt worden. De tijd van rondtrekkende soldeniers en benden van allerlei twijfelachtig allooi moest worden afgesloten. Daartoe dienden de nieuwe landelijke “Hermandades”.

    Eenmaal het rustig geworden was, werd Santiago weer op het voorplan geschoven, niet om strijders aan te trekken voor de heilige oorlog tegen de ongelovigen, maar om bedevaarders, pelgrims…de kans te geven, om hun “religieuze dorst te lessen”.

    In de loop der geschiedenis hebben honderdduizenden mensen zich op weg begeven naar Compostella, om op die wijze “in het reine” te komen met de Kerk van Rome.

    Dank zij deze “peregrinos” werd Spanje, opgesloten in zichzelf achter de Pyreneeën en door zeeën en een Oceaan”, toch geraakt door andere culturen en visies. De vele gesprekken tussen bedevaarders met de dorpelingen langs de wegen, brachten nieuws van de “overkant”. “España se hizo peregrinando”!

    In de moderne tijd merken we evenwel, dat ook andere motieven aan de basis kunnen liggen van zulk een moeilijke opgave.
    Men kan naar Santiago gaan als prestige, als een toeristische tocht, om een belofte na te komen, die men deed in een periode waarin men het niet goed had, om een gunst af te smeken naar de toekomst, zelfs gewoon ook om zichzelf eens te bewijzen.

    Fons Wierinckx


    29-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rumbo a España - De val van Granada -17 –
    Op maandag 2 januari 1492 eindigde de bijna 800 jaar durende moslimaanwezigheid op het schiereiland.
    Recht over het Alhambra wachtte de Emir Boabdil de Spaanse koningen op en overhandigde hen de sleutels van de stad.
    Daarna vertrok hij samen met zijn moeder uit de stad, die een toevlucht geworden was van zo velen. Toen zij de heuvel afdaalden, draaide hij zich nog eens om en kreeg tranen in de ogen. Daarop sprak zijn moeder de tragische zin, die de geschiedenisboeken heeft gehaald : “Ween niet als een vrouw, voor iets wat ge als een man niet hebt kunnen behouden.”

    Heel de christelijke wereld had toegekeken hoe Santiago en het Kruis de halve maan uit Europa verjoegen. Er was weerwraak genomen voor het verlies van Constantino-pel in 1453.
    De Paus, die wist dat hij een sterk en één gemaakt én katoliek Spanje in de toekomst nog vaak zou nodig hebben schonk aan Isabel en Fernando de eretitel “Los Reyes Católicos” (de Katholieke Koningen).

    Voor de overwonnenen was er geen verplichting om het land te verlaten. Ze werden tweederangsburgers, moesten meer belasting betalen en in aparte wijken wonen. Wie zich wilde bekeren tot het christendom kon dat en ontsnapte aan de strafmaatregelen. Hij werd dan een “morisco”.

    De pracht van Granada, van zijn schitterende katedraal, van La Cartuja, het Alhambra, het zomerpaleis, de schitterende tuinen waren getuigen van een grote beschaving, geboren in een geest van wederzijds respect en verdraagzaamheid.

    Men kan zich natuurlijk de vraag stellen of Spanje er wel goed aan deed, om zoveel levens op te offeren en zoveel inspanningen van zijn bevolking te eisen om een beschaving te verdrijven, die er in geslaagd was om zulke wonderen te scheppen.
    Er zal wel een fundamentalistisch trekje meegespeeld hebben in de geest van Isabella en Ferdinando.

    Stellen we ons maar even voor, dat zij beiden zouden gekozen hebben voor de Islam, dan zou de loop van de geschiedenis er heel wat anders hebben uitgezien. Dan zou Columbus naar Amerika gezeild hebben onder de vlag van de “halve maan”!

    Fons Wierinckx


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rustdag op zondag 27 sept. In Molinaseca.
    Het is hier rustig genieten en bekomen in Molinaseca, waarschijnlijk het meest aardige plekje in het Baskenland, een plaats die mij echt aanspreekt, een plaats waar ik later hopelijk nog eens langs hoop te komen.
    Gisteren werd ik op weg naar deze pueblo aangereden door een mountainbiker. Gelukkig zonder veel erg, wat schaafsel aan het linker been, de elleboog en hand, meer bloed dan darmen, gelukkig bleef de knie gespaard.
    De zoveelste aanrijding in de camino met die bikers zonder fietsbel. Hen kan ik niets verwijten, een fietsbel is nergens in Europa verplicht. Maar in godsnaam hoe kan het dat naast alle technologische dure gadgets die ze meedragen op hun fiets ze geen bel hebben laten monteren?
    Kwaad ben ik wel op heel wat Europese en in Vlaanderen of in België verkozen regelneukers. Jongens doe er toch verdorie iets aan! Verplicht toch de fietsbel zoals het verplicht is tot en met de snorfietsen toe.
    Een groeiend probleem ook in de camino is het toeristisch misbruik .
    Horden Japanners, Amerikanen en zelfs Fransen, laten zich rustig tegen dollars en euro's per georganiseerde busreizen van enkele dagen van rustplaats naar rustplaats brengen, met credential voorzien van stempel(s)!!, afgeleverd door de reisorganisatie (s)in kwestie ??? Moeten dergelijke praktijken nog langer verzwegen worden?
    Wie gaat er in de fout? Wie levert er de credencials? Wie de stempels, de stamps ? Bij wie en waar loopt het fout? Waar is er sprake van corruptie?
    Volgens mij vraagt dit een ernstig onderzoek, wil men de geloofwaardigheid van de Camino van Compostella niet in vraag gaan stellen. Wat betekent nog in die context een credential?
    Ik liet me vertellen dat dit schandalige fenomeen zich de laatste 3 - 4 jaar voordoet. De namen van de betrokken organisaties zijn gekend. Natuurlijk brengt dit ongenoegen teweeg bij de pelgrims, want zij zijn eerder de dupe ervan. Bij aankomst van de echte pelgrims zijn de beste slaapplaatsen reeds ingenomen door de frauderende draaikonters.
    Voor mijn part mag alzo de camino naar Compostella in Saint Jean Pied de Port stoppen, want vanaf daar loopt het fout.
    Gaat deze vorm van oplichterij zo verder dan is er mogelijk kortelings geen plaats meer in de herberg voor de echte pelgrims. De toon is gezet, wie zingt nu verder?
    Gelukkig beleven de pelgrims nog hun aangename dagen onder elkaar, met waardige vriendschappen en broederlijkheid onder zondag, sluiten jeugd en oudere pelgrims hier beter bij elkaar aan. Ontstaan nieuwe stevige en echte vriendschappen.
    St. Jacobus gebruik uw staf en breng wijsheid in de hoofden van de vele Compostella Genootschappen die hun land vertegenwoordigen in Europa en de pelgrims dienen bij te staan.
    Deze slag in het gelaat verdienen de waardige pelgrims niet.
    Liever bleef ik in mijn luchtige stijl en hoop dat dit de enige keer is dat ik uit mijn krammen schiet maar trop is teveel en teveel is .....
    Morgen trip ik dan verder.
    Wel aan alleman mijn beste en oprechte groetjes en daaag van Théo.


    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs