Ik ben Maarten
Ik ben een man en woon in Brussel (België) en mijn beroep is redacteur.
Ik ben geboren op 02/12/1975 en ben nu dus 48 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Uitgaan, lezen, roddelen, op reis gaan, zwemmen, niksen, stroelen, lekker eten, fietsen, een stad beleven.
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
THE MAN WITH THE PLAN
Maarten it is!
23-11-2006
Willekeurig 10
Wat moet ik bezoeken in Madrid? De vraag is mij al meermaals gesteld. Het antwoord is al dikwijls gegeven: alles en niets.
Mijn appreciatie voor bepaalde plekken is vaak zeer persoonlijk gekleurd. Waar ik wegdroom, valt een ander in slaap. En omgekeerd. Puur uit heimwee (nu al) en uit altruïsme geef ik toch 10 tips.
De foto's zijn gerat van andere sites. Want zo mooi zou ik ze nooit kunnen nemen. De volgorde is willekeurig en beperkt tot openbare plaatsen (lees: gratis).
Ahí está , ahí está viendo pasar el tiempo la Puerta de Alcalá. Ana Belen had het niet mooier kunnen zingen. Altijd monumentaal, immer prachtig. Puur graniet uit de 18e eeuw in het midden van de Plaza de la Independencia.
Haaks op mijn afkeer voor natuur en stilte staat mijn crush op het Retiro-park. Altijd monumentaal, immer bruisend. Zo moet een park zijn. Waar iedereen rondhangt en niemand iets zinnigs doet. Behalve de waarzeggers. En de drugsdealers.
Gran Via is de Broadway van Madrid. Las ik. Altijd monumentaal, immer druk. Een straat die 's nachts nog mooier is dan bij dag. Een boulevard die de naam waardig is. File 24/24. 100% genieten.
Openbaar vervoer kan ook leuk zijn. Madrid heeft het meest uitgebreide netwerk dat ik ooit al mogen aanschouwen heb. Het station van Atocha is niet alleen praktisch maar vooral onvergetelijk. Altijd monumentaal, immer wonderbaarlijk. Architect Alberto del Palacio kreeg de hulp van vriendje Eiffel en dat valt er aan te merken. De botanische tuin in het station is zowaar een cadeautje dat je er gratis bijkrijgt.
Wie naar het Louvre gaat voor de Mona Lisa, moet in Madrid naar de Guernica. Er zijn nu eenmaal schilderijen die je toch éénmaal in je leven moet gezien hebben. Voelen is geen optie. Het hangt in het Centro de Arte Reina Sofia en doet zelfs de grootste cultuurbarbaar opleven. Altijd monumentaal, immer fascinerend. Nog meer dan het Prado en het Thyssen Bornimisza doet dit museum iets met een mens. Al was het maar door die toffe liften. En gratis op zaterdag.
Rommel kan je overal kopen. Maar het is zoveel gezelliger als je daarna kan blijven ronddolen in La Latina, een buurt waar je de beste tapas-barretjes en de leukste wijnkroegen hebt. Altijd zat, immer chaotisch. De rommelmarkt El Rastro (elke zondag) mag dan wel een excuus zijn, maar één van de betere in zijn soort.
Een ganse wijk. Wat begon als een homoghetto is de laatste 20 jaar uitgegroeid tot één van de hipste wijken van Madrid. Altijd levendig, immer uitdagend. Chueca! Winkels, restaurants, bars, koffieshops en vooral heel veel mannen. En vrouwen die op mannen lijken. Elke medaille heeft zijn keerzijde. De straatjes zijn zo smal dat ik opschrik wanneer er een auto passeert. En dat gebeurt veel, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Het viel me weer op. Wat ik vroeger één grote bunker vond is nu één van mijn favoriete gebouwen van Madrid. Naast Het Palacio Real en zijn buur de Almudena-kathedraal kan je niet kijken. Altijd monumentaal, immer statisch. Binnenin is er weinig te zien maar de buitenkant doet je even denken aan een prins op het witte paard. Een heel groot paard.
Een goed boek en een blikje Mahou. Meer heeft een mens niet nodig om gelukkig te zijn. En wil het nu niet lukken dat de Plaza de España daar de perfecte locatie voor is. Uren heb ik er versleten. Don Quijote waakte over mij, met achter hem de innemende Torre de Madrid (de Madrileense versie van de Boerentoren). Altijd monumentaal, immer iets te beleven. De ideale plek om half-uur-durende vriendschappen te sluiten.
Tot slot pure kitch. De Faro van Moncloa vloekt enorm met de mooie poort. Maar het zicht is adembenemend. Ik ben ondanks alles een fan van verzichten. En zeker in het midden van een studentenbuurt. Want zo ben ik, altijd monumentaal, immer vooruitkijkend!
1.50. en klaarwakker. Op zich geen verrassing. Mijn gemiddelde bedtijd bedroeg de laatste dagen 6 uur. Met uitschieters.
Je zal wel moe zijn... Nope.
10 dagen Madrid hebben me deugd gedaan. Ik heb me sinds mensheugnis niet meer zo relaxed gevoeld.
Na 30 jaar (nog een weekje toch) weet ik eindelijk wat een jongeman van stand tot rust brengt. Niets moeten moeten. Zelfs al leidt dit tot een zeer onrustig bestaan.
Zet me een maand op een tropisch eiland naast een palmboom en mijn nagels worden mijn favoriete dagschotel. Geef me huisje in de Ardennen en ik fret mijn volledige kas op. Laat me door een heuvelachtig landschap trekken en ik eet mijn reisgenoten op.
Maar geef me Madrid en de hemeldeuren gaan open. Goed nieuws voor die reisgenoten van hierboven.
Ik ben verliefd op Madrid. En Madrid ook een beetje op mij. Hoop ik stiekem. Ik heb al 10 jaar een lat-relatie met Madrid.
De ingrediënten van de laaste 10 dagen vormen op het eerste zicht een bizarre maar niet te min bruisende cocktail.
Neem een blaadje en noteer! Amigos, Cacique, chorizo, el Polana en el Cool, la prensa rosa, la puerta de Alcala en het Reina Sofia. Ben je nog mee? Ik ga verder. Un bocadillo de tortilla, chocolate con churros, el Dilirio, el Why Not, ligar en el metro de Madrid. Operacion Triunfo, Gran Hermano en Alla tu! En om het af te leren: Jesus Vazquez, Alaska en La Pantoja.
Voor een uitgebreidere handleiding bij dit recept moet je me maar eens een mailtje sturen. Want uiteindelijk is het waanzinnige van Madrid dat er iedereen wel aan zijn trekken komt. Op alle gebied. Ik dus ook.
Ik ben verliefd op Madrid. En waar het hart van vol is, loopt de blog van over.
De volgende dagen zal je hier enkele bedenkingen en/of feiten en/of aanraders krijgen over de stad van de beer en de aardbeiboom. Toch zal het niet over voetbal gaan. Ik moet aan mijn reputatie denken.
Fasten your seat belts voor uitgaanstips, Spaanse roddels, culinaire hoogstandjes en plat leedvermaak. Business as usual dus op deze blog. Inderdaad vrienden en vijanden, the man with the plan is back and he's in full force! Hasta pronto!
Ik weiger Madrid vakantie te noemen. Bezoek er monumenten noch musea. Een strand is er zelfs niet.
Vakantie is immers ontdekken. En Madrid ken ik al, op mijn duimpje. Eigenlijk is het wel een rare uitdrukking. Hadden ze nu echt geen langere vinger in petto?
Ik ga op vriendenbezoek.
Justine en Kim keren weer. Ik keer ook weer. Naar Madrid!
Het zal hier de volgende dagen dus iets kalmer worden. Maar dat zal ik wel overleven.
Creativiteit is een mooi ding. Maar niet tussen 13 en 22 november. De volgende 10 dagen zijn er mooiere katjes te geselen. Que viva la vida!
Thuis heb ik nog een ansichtkaart Waarop een kerk een kar met paard Een slagerij J. van der Ven Een kroeg, een juffrouw op de fiets Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets Maar het is waar ik geboren ben Dit dorp, ik weet nog hoe het was De boerenkind'ren in de klas Een kar die ratelt op de keien Het raadhuis met een pomp ervoor Een zandweg tussen koren door Het vee, de boerderijen
* Het dorp - Wim Sonneveld
Olen is mijn dorp. Mijn letterlijke heimat.
Nochtans heb ik de ganse kempen doorkruist. Ooit.
In Herentals geboren, even in Lint gezeten met mijn pamper, naar Geel verhuisd en dan in Noorderwijk beland. En toen was ik 7. Van Noorderwijk naar Olen, van Olen naar Morkhoven, van Morkhoven terug naar Noorderwijk. En toen was ik 18.
Ik heb geen band met Lint, Geel, Noorderwijk of Morkhoven. Olen is een ander verhaal.
Op de unief in Brussel werd Olen bij elke vermelding onmiddelijk gekaderd. Van de Ven! (dankzij de cadeaubonnen in het Rad van Fortuin) De potten van Olen! (dankzij de legende) De boeren van Olen! (voor de joligen in mijn vriendenkring)
Olen was voor mij toch net iets meer. De rijksbasisschool van Olen. De bakker, de beenhouwer, het benzinestation, de kruidenier, de kapster en de cafés. De frituur van mijn oom, de bloemenwinkel van mijn tante. Mijn familie in Olen. Moemoe van Olen.
Moemoe van Olen werd gisteren begraven. Op 10 minuutjes van Van de Ven. Op een steenworp van de potten van Olen. Zo hoort het ook.
Gisteren werd er een belangrijk stukje Olen begraven. Voor mij toch. De potten hebben een beetje van hun glans verloren.
Bij moemoe stonden 7 potten op de kast. Van groot naar klein. De Olense versie van Matroesjka-popjes.
Ik ben geen jongen van materiële herinneringen. Hou wel een hoop rommel bij maar daar heb ik een ander excuus voor. Een degelijk fotoarchief behoort niet bij die rommel. Daar ben ik dan weer te nonchalant in.
Maar nu staan die 7 potten, van groot naar klein, op mijn salontafel. Olen is in Brussel gearriveerd. Samen met alle herinneringen aan Moemoe van Olen. Want zoals ik al zei, ze is maar op een steenworp verwijderd van de Potten van Olen.
Vraag me niet waarom maar ik ben geabonneerd op de Bart Smit-nieuwsbrief. Tot vandaag. Ik ga me uitschrijven. Nu niet dat ik me geroepen voel om een roze Playstation te kopen. Maar daar gaat het niet om.
Sinds de invoering van het homohuwelijk krijg ik regelmatig de vraag of ik ooit zou trouwen. Natuurlijk niet. Ik kan geen ringen verdragen. Maar ik vind het wel een fijn gevoel te weten dat ik zou kunnen huwen. Als een hetero nee mag zeggen, wil ik ook wel ja kunnen zeggen. En het dan zeker niet doen.
En wil ik dus ook een roze Playstation kunnen kopen. Maar dat mag dus niet. Enkel voor meisjes. Ik voel mijn oude Barbie-complex weer opkomen.
Zouden er kerels zijn die met een leugentje aan de toonbank staan? 't Is voor mijn zusje mijnheer!
Ik wil een petitie opstarten. Want soms is het gewoon fijn om een relnicht te zijn.
Een wijs doch lelijk man wees me er ooit op dat iedereen dingen uit zijn jeugd overromantiseert (als dat woord bestaat?). Doe de test zei de afstotelijke maar intelligente kerel.
"Bekijk een film uit je jeugdjaren met de nodige neutraliteit en oordeel zelf." De opdracht was duidelijk. De gevolgen zouden drastisch kunnen zijn. Verbrijzelde nostalgie, permante schade aan tienerdromen.
Vandaag was het Dirty Dancing op VT4. Een film uit '87. Ik was toen een mannetje met een plannetje van 12 jaar.
Nu wil ik hier niet beweren dat ik in die woelige jaren '80 menig vuile dans uitgevoerd heb, maar die film was toch een mijlpaal. Fame (1980) en Flashdance (1983) kwamen net iets te vroeg. Toen zat ik nog in mijn Gremlins-, Goonies en Ghostbustersperiode. Dirty Dancing luidde een nieuw tijdperk in. Dirty Dancing was voor een 12-jarige toen wat Heisse Heidi aus die Bergen was voor zijn vader. Sex, passie en romantiek. De nummers uit de film kende ik vanbuiten. Met hongerige ogen keek ik naar een meisje zoals naar de wind en had ik de tijd van mijn leven.
Na Dirty Dancing was er geen weg meer terug. Kinderfilms waren afgeschreven. Maartentje werd Maarten.
2006. 19 jaar later. Ik weet niet of die lelijke maar clevere opdonder gelijk heeft. Hoe kan ik nu neutraal naar die film kijken. Oordelen is veroordelen en dat doe ik niet met tedere herinneringen.
Silvia? Yes Micky? How do you call your loverboy? * Ik smolt weer weg
The night we met I knew I needed you so And if I had the chance I'd never let you go * Ik kreeg het nog warmer
Now with passion in our eyes There's no way we could disguise it Secretely So we take each other's hand 'Caus we seem to understand the urgency * en dan de traantjes van geluk omdat de lift was gelukt
Mijn teddybeer moest er ook aan geloven. Wacko werd de lucht ingelift. Soms heeft alleen wonen zo zijn voordelen.
Die spuuglelijke mens woont waarschijnlijk ook nog alleen. Maar hij is wel een intellectueel. Al is het natuurlijk wel gemakkelijk om intelligente praat te vertellen die niemand kan verifiëren. Ik toch niet.
Ik zat even vast. Na vorig berichtje zou eender welk onderwerp wel een beetje banaal klinken.
Het was dan ook een vrij raar weekend. Vrijdagavond naar het theater, zaterdag in Antwerpen rondgehangen en zondag in Walibi gezeten. Denken is doen zegt men. Maar in dit geval is doen soms niet moeten denken.
Laat ik dan maar meteen het banaalste onderwerp eruit pikken. Shoppen! Vriendin K en ik hebben geshopt. Winkelen moet men ons niet leren.
Actieplannen worden opgesteld. Welke stad? Antwerpen Waarom? 't Is eens iets anders. Wat? Alles wat los en vast zit.
K. wist me te vertellen dat de tekenen gunstig waren. Door de aanhoudende hitte zouden de wintercollecties floppen en zijn de winkelaars verplicht om kortingen in te voeren. Joepie zeggen we dan en enkele kleine zelfstandigen naderen weer net iets meer het bankroet.
Uit puur praktische overwegingen zaten we zaterdag rond 1 uur op de trein. Weer viel het me op hoe vuil het Centraal Station van Brussel er wel niet bijligt. En weer viel het me op hoe tergend traag die trein van Brussel naar Antwerpen rijdt. Antwerpen Centraal blijft wel mooi. Of is weer mooi. Het weer was mooi, dat kan ook weer helpen. Ook dat viel me op.
Wij zijn perfect op elkaar ingespeeld als het op winkelen aankomt. Sommige ketens doen we niet, dat is een stilzwijgend akkoord. Sorry voor het personeel van C&A, Springfield, Celio en Cool Cat.
Bij H&M, Mexx, Matinique en Esprit zijn de rituelen afgelijnd. Binnen, ieder naar zijn afdeling, en de eerste die rond is zoekt de andere. En dan naar de volgende deur. Effciënt heet dat dan.
In een iets kleinere winkel in de buurt van de Kammenstraat botste ik op een zak. In Flair zouden ze 'm beschrijven als een trendy bag. En er een bon bij steken.
Het principe had ik al bij A. gezien. Je koopt de hoofdtas (de head bag) en dan kan je verschillende flappen kopen (de side flaps). En dat aan 50%. Had volgens mij niets met het weer te maken. Ook dat was me opgevallen.
Nu ligt ie hier. In een zetel. Ik zou niet weten wat ik erin moet steken. Of wanneer ik 'm zou dragen. Maar ik heb 'm. Ook dat is shoppen. En zo staat er een kleine zelfstandige weer iets verder van het bankroet.
Hardnekkige gewoontes. Ze zijn moeilijk uit te roeien.
Drinken! Roken! Vettig eten! Laat uitgaan! Een combinatie van de vorige 4! Ik zou mijn biecht voor 2018 nu al grotendeels kunnen proclameren. Mocht ik dan wel biechten. En mocht een haan eieren leggen.
En toch... Ik ben fier op mezelf. Al jaren ging ik met de auto werken. Negen kilometer vrijheid die me zeer dierbaar waren.
15 minuten langer slapen was mijn excuus. Ik rij ook graag met de wagen in Brussel. Nu nog.
Maar nu stap ik elke morgen naar mijn metrohalte. Stap ik over op de bus. Of op de tram. Lees mijn boek. Begluur ik iedereen.
We moeten daar eerlijk in zijn. Het openbare vervoer is de mobiele variant van terrassen. Wat heeft die aan? Wat kraamt dat takkewijf uit?
Vanavond zat ik bijna alleen in mijn wagon. Ik miste mijn levende "Leven zoals het is: metro". Maar toen gebeurde er iets magisch. Een zigeuner, denk ik toch, stapte op en zong een lied. Een warme gloed schoot door mijn lijf en leden.
Ik volgde mijn motto: aimé, c'est payé! 2 euro. Voor een balade die door merg en been ging. Mocht ik de kerel kunnen downloaden, zou ie al op mijn harde schijf staan.
2 euro's die ik uitgespaard heb aan benzine. 2 euro's die ik kon gebruiken om te roken, om te drinken, vettig te eten en daarna laat uit te gaan.
Reality-tv is nog nooit zo beangstigend geweest stond op de kaft. De trigger werkte. Het boek mocht mee naar huis van de bib.
Nu is het uit. En het is niet in mijn bad beland. Wat op zich al een wonder is.
Nochtans zat ik weer helemaal mee in het verhaal. Het is zo onwaarschijnlijk dat het soms weer geloofwaardig werd.
Want stel je voor. Big brother op een eiland. Bij de eerste show valt de ganse crew dood. Een kwaadaardig brein neemt de leiding over. De kijkers mogen stemmen. Elke dag valt er één iemand af. Die wordt nu niet van het eiland verbannen. Hij sterft. Aan een zeer dodelijk virus. De overblijvende kandidaten krijgen een serum dat hen tot de volgende ronde in leven houdt.
Dit is een korte samenvatting van de eerste 10 bladzijden. En dus komen er nog 278.
Het drukte mij als kijker met de neus op de realiteit. Wanneer zou je als kijker afhaken? Waneer wint het fatsoen het van nieuwsgierigheid en sensatie? Zou ik meestemmen op iemand de dood in te jagen?
Ik heb het boek in een ruk uitgelezen. Dat is geen goed teken.
Hoeveel mensen uit Big Brother heb ik al willen afschieten? Wat zou ik doen met die etter Eric uit Paradise Hotel? Kijken is kiezen. Betty zou natuurlijk blijven leven. Ik denk dat Betty dit boek ook goed zou vinden.
Met een half oog volg ik Just the two of us. Op VTM. Saai. Een andere omschrijving schiet me momenteel niet te binnen.
Dat is Doodshow absoluut niet. Reality-tv is immers nog nooit zo beangstigend geweest.
On est tout de même dans le quartier branché de Bruxelles. Zei Kostuumpje tegen Bontjasje.
Branché is relatief in de Dansaertstraat. 100 meter verder is er geen Strelli-boetiek maar een telefoonshop en een onhygiënische snackbar.
Om de hoek is er het Klein Kasteeltje. Met op elke hoek een groepje asielzoekers. Ze staan ergens op te wachten. Voor een bus hebben ze geen geld dus het zal wel op het ware geluk zijn. Papieren en een job. Ook al goed.
Maar ik sta dus samen met Kostuumpje en Bontjasje voor de deur van den Archiduc. Bontjasje belt, de deur gaat open.
Mijn afspraakje zit in de hoek aan de raam. Zonder bontjasje, en ik zonder kostuum.
Toch heb ik een hemd aan. Omdat een t-shirt vloekt bij het decor. Vind ik. De majesteuze inkomsluis. De art deco-inrichting. Volgens de boekjes, want wat ken ik daarvan. Een balkon. Pilaren tot aan het dak. En een jaren '30-barretje.
Ik ben een boerenjongen (van Olen) en daar hoort normaal een pintje bij. Een riek, een tractor, een pastoor en een puntzak met frieten.
Maar in den Archiduc wordt ook deze boer een man van stand. Olivier B. Bommel revisited. Bij mijn hemd hoort geen pintje, maar een whisky cola.
En nog één, en nog één, en nog één, en nog één, ...
Na het afscheid stond ik in de Dansaertstraat. En wou nog even uitwaaien. Het kanaal lonkte. En daar stonden ze nog steeds. Op elke hoek een groepje.
Ik had waarschijnlijk voor meer euro's aan whisky gezopen dan dat zij de laatste maand euro's in hun handen gehad hadden. Een sigaretje? Geen probleem. Al was het maar uit zelfbehoud. En omdat ik weet hoe lekker het kan smaken. Zeker na de nodige whiskies.
5 minuutjes later stond deze heer van stand aan een pleintje. Te kotsen. In een hemd. Enkele studenten die passeerden lachten me uit. De uitdrukking in je hemd staan werd me ineens vrij duidelijk.
Van branché naar troublé naar bourré op enkele uren. Het was een fijne avond.
* Café Bar Archiduc, Dansaertstraat 6, Brussel * Klein Kasteeltje, 9e Linielaan 27, Brussel * Place de Ninove, Brussel (2e struik links)
Picture this. Een lichtstelling op een feestje. Ongeveer 3 meter hoog. Van op een respectabele afstand zien we haar hangen. Ondersteboven, bengelend boven de dansvloer. Haar voeten rond een ijzeren staaf geklemd.
Dat kan maar één iemand zijn. Tanja Dexters!
That's why we love her. Zei K. Ik had het niet beter kunnen zeggen.
Ik ben fan van diva's. Geef mij maar een strekewijf, een hooghartige babe of een arrogante naaldhakkerige bitch.
De schoonheid van een vrouw zit 'm vaak in de attitude.
Soms drijft het lot me in de armen van een diva. In mijn jonge leven ben ik er al enkelen tegengekomen.
Toch eindig ik uiteindelijk altijd met gemengde gevoelens.
In Olen bleek diva en fotomodel A uiteindelijk een zeer bescheiden meisje te zijn die later een frituur opende. Op de VUB viel een diva en studentenleidster K door de mand en bleek een ordinair drankorgel te zijn.
Toen ik begon te werken kwam ik contact met dé superdiva. Een strekewijf, een hooghartige babe op leeftijd en een arrogante (soms naaldhakkerige) bitch. Haar reputatie stond als een huis. Ik was fan, en wou het graag allemaal geloven.
Na enkele maanden besefte ik dat ik me weer vergist had. Maar daarom niet in negatieve zin. Zelden zo'n intelligente, integere en grappige vrouw ontmoet. Maar toch nog met net dat tikkeltje arrogantie en babegehalte.
Ze bestaat dan toch. De ideale diva. Zelfs zonder make-up, en zonder naaldhakken. Want het zit 'm in de attitude.
En toch zit ik nu weer met gemengde gevoelens. Want mama-diva heeft het nest verlaten, en dit jong tjirpt even iets triester. Maar dit jong blijft wel fan. Ook dat is een attitude!
Nu ik in eigen land niet meer veilig ben (zie Vijanden hieronder) moet ik op reis. Of misschien heb ik gewoon zin in vakantie. Kan ook wel.
Ik heb dit jaar al enkele weken vrijaf genomen op het werk. Steeds bleef ik thuis. Met wilde plannen voor grote schoonmaakbeurten en hevige partouzes. Ik heb toen geen borstel vastgehad en iets anders nog minder.
Vakantie is geen vakantie als je niet op reis gaat. Mij moet je er niet meer van overtuigen.
De laatste weken van mijn vakantiesaldo moeten dus nuttig gebruikt worden. En liefst nuttig in een andere taal. En dus koos ik voor util.
Het zal voor de meesten geen verrassing zijn. The man with the plan haalt weer zijn plannetje van Madrid boven.
Van 13 tot 22 november zal deze muchacho niet thuis zijn. Mijn corazon loopt al warm.
Het reisverslag zal je hier wel kunnen vinden. Zwaar gecensureerd, want sommige dingen wil een mens gewoon niet weten, of geweten hebben. Ook dat is Madrid.
Laten we wel wezen. Enkel kleurloze mensen hebben geen voor- en tegenstanders. Daar heb ik me al lang bij neergelegd.
Ik ben er nog niet uit welke kleur ik vertegenwoordig. Roos op mijn best, zwartgallig als ik heel moe ben. Op weekdagen durf ik wel eens een ganse regenboog uitstralen.
Maar terug naar mijn verhaal. Ik heb een vijand. Help!
Op de middelbare school was ik allemans vriend. En dat is behoorlijk vermoeiend. Nooit zoveel verjaardagsfeestjes afgelopen als toen. Eigenlijk was het ook behoorlijk duur.
Sinds enkele jaren ben ik selectiever. En krijgen alleen echte vrienden nog cadeautjes. Veel goedkoper, en minder vermoeiend.
Maar nu heb ik dus een vijand. Help!
Nadat enkele maanden geleden het dak van mijn wagen op een nacht werd toegetakeld was ik er nog niet van overtuigd. De willekeur van het lot, de grillen van het toeval. Vorige week trof ik één van mijn autobanden plat aan. Ergens ingereden leek me een plausibele verklaring. Mijnheer Midas oordeelde er anders over. Messteken.
Een afgesloten garage onder het gebouw waarin je niet zomaar binnenkan. Steeds maar één auto verminkt, en dan nog wel het kleinste van het wagenpark.
De conclusie is pijnlijk. Ik heb een vijand. Waarschijnlijk iemand die in mijn gebouw woont. Misschien iemand die deze blog leest. Misschien iemand die geen cadeautje heeft gekregen voor zijn verjaardag.
De politie, mijn vriend, vroeg me vandaag of ik vijanden had. Ik zette me, nam een slok van mijn glas en begonnen te vertellen: "Op de middelbare school was ik allemans vriend..." Het onderzoek is nu geopend.
Wie het ook moge wezen: mijn excuses voor wat ik ooit zou misdaan hebben. En blijf alsjeblief van mijn remmen af.
"Tom Lanoye heeft met groot komisch talent een scherpe en lucide hedendaagse roman geschreven." VRT-nieuws.net
Ik vind Tom Lanoye een fijne man. Zelfs al ben je het er niet mee eens, dan nog heeft ie het maar gezegd. Dat is op zich al bijzonder.
Zijn vorig werk heb ik zeer graag gelezen. Zijn wereld was mijn wereld. Zijn land mijn land. Herkenbaarheid is altijd een pluspunt, vraag maar aan je spiegelbeeld.
Dat was nu wel even wennen. Het ik-personage heeft evenveel met mij gemeen als Vanessa Chinitor of premier Gyurcsany van Hongarije. En zijn wereld is mijn wereld niet. Zijn land is wel mijn land.
Als een schrijver in de ik-vorm schrijft denk je aan hem. Ik toch. Zeker bij Lanoye. Dat is zeer bevreemdend wanneer je dit boek leest. Want ik moge hopen dat Lanoye niet op het hoofdpersonage lijkt. Niet dat ik ooit bij hem op de koffie moet. En ook niet bij het hoofdpersonage.
Maarten heet het hoofdpersonage. Zowaar een overeenkomst.
Ik kreeg de kriebels van dit boek. Zo weinig hoop, zo weinig gelukzalige momenten. En dat voor een Maarten.
Scherp en lucide, en niet te vergeten hedendaags. Akkoord! Grote komische momenten heb ik in dit boek echter niet ontwaard. Ik vind het beangstigend. Dat er achter een van de deuren waar ik elke dag passeer, misschien een eenzame Maarten zit. Treurend om wat is geweest. Dat er misschien ook achter een deur waar ik passeer, een levendige Afrikaanse Tamara staat.
Maarten en Tamara, wat een combinatie.
Achter elke vluchteling schuilt een verhaal dat je niet wil lezen. Omdat het zo gruwelijk is. Het verhaal van Tamara kreeg ik niet te lezen in dit boek. En nu ben ik dus nieuwsgierig.
Toen ik daarnet in de GB rondwandelde, zag ik Tamara. Of haar zus. Zo'n pronte negerin die je meteen met een waterkruik kunt voorstellen. Ik lachte onbedoeld, en zij lachte terug.
Bijna had ik haar aangesproken. En gevraagd naar haar verhaal.
Maar dat doet een mens niet. Daarom doe ik haar nu maar de groetjes. Ik geef er haar meteen een waarschuwing bij. Die suikerwafels van Nr 1 zijn niet te eten.
5 jaar geleden waren sommige mensen nog verbaasd toen ze met een sigaret zagen. Nochtans rookte ik toen al enkele jaren. Nu troggelen diezelfde verbaasde kerels zonder scrupules een sigaret af.
Volgend jaar vier ik mijn jubileum als roker. Om niet te choqueren zal ik er maar geen jaartal opplakken.
Nicotinepleisters, pillen, hypnose, cursussen,... Waarom zou ik niet stoppen met roken in 2006.
Het antwoord moge simpel zijn. Ik rook graag.
Het mag dan een verslaving heten, toch zie ik het vooral als een genotsmiddel. Niets zo deugddoend als een trekje na 2 uur cinema.
Die twee uren waren vrij snel voorbijgevlogen. Met "Thank you for smoking".
Het verhaal was voorspelbaar dus genietbaar. De cast degelijk maar niet super.
Eén randpersonage was we bijgebleven. Hij was weg voor ik er erg in had. Ik kende die jongen.
De nodige pinten achteraf hielpen mijn geheugen niet veel verder. Maar waarom zou ik mijn lief hoofdje hierover breken wanneer ik internet heb.
Adam Brody!
Die kerel achtervolgt me. Lekker in The O.C. , heerlijk in Mr & Mrs Smith, njammie njammie in Smallville en onweerstaanbaar bij de Gilmore Girls.
Hier volgt dus een officiële mededeling. Na jaren alleenheerschappij van Chris O'Donnell is mijn top 3 van perfecte droompartner gewijzigd. Ik moet immers de realiteit erkennen. Deze nacht is O'Donnell in zijn Robinpakje niet in mijn dromen voorgekomen.
Ere wie ere toekomt. Het was Adam Brody. Met een sigaretje in zijn mondhoek. Want genotsmiddelen horen nu eenmaal bij elkaar.
Ik moet dringend beginnen aan mijn opgelegde lijstje boeken uit de lessen Nederlands van het vijfde en zesde middelbaar. Mijn geweten knaagt. Ik heb me toen immers voorgenomen om die klassiekers ooit echt te lezen. Terwijl ik een boekbespreking van een kameraad lichtelijk herwerkte. Of radicaal overschreef, als die kameraad op een andere school zat.
Die belofte aan mijn innerlijke intellectuele ik schoot door mijn hoofd toen ik Gossip&Gucci aan het lezen was. Lauren Weisberger, de schrijfster, entertainde me eerder met "De Duivel draagt Prada". E. vatte het enkele maanden geleden samen met één zin: meer van 't zelfde maar dan anders.
Nu kan ik dat alleen maar bevestigen.
Er zal wel een grond van waarheid in de bewering schuilen dat dit boek alleen goed bevonden wordt door blitse vrouwen en huppelende jeanetten. Ik ben een blitse jeanet dus dat zat wel snor.
Een beschrijving van New York die me zin doet krijgen in een citytrip, een uiteenzetting over een job die me aanzet om de Vacature door te pluizen en een hoofdpersonage waarin ik één van mijn beste vriendinnen herken. Ik was mee.
Op 19 september postte ik hier de volgende bedenking toen ik na een iets negatievere evaluatie van Hogerop van Candace Bushnell liet weten dat de bib me had verwittigd dat G&G klaarlag:
"Ik laat mijn bad vollopen, denk aan mijn metrorit morgenvroeg en kijk uit naar zondag aanstaande. Met een beetje geluk staat hier volgende week dinsdag wel een positief stukje."
Het heeft iets langer geduurd. Maar het positief stukje is er gekomen.
Het bad was ook vol. Spijtig genoeg. En Gossip & Gucci is erin gevallen. Vervelend, zeer vervelend. Ondertussen liggen er 6 woordenboeken op het boek. Ik heb nog 4 dagen vooraleer de bib het terugverwacht. Misschien moet ik de raad van collega B toch maar volgen. En mijn strijkijzer bovenhalen. Zo komt dat ding ook nog eens uit de kast.
Tijdens mijn studententijd schreef ik nog brieven. En kreeg ik brieven. Stapels. Ze zitten in kartonnen dozen, om ooit nog herlezen te worden. Alhoewel. Om er ooit nog mee gechanteerd te worden. Dat zou al beter kunnen kloppen.
Zij die leven in het verleden hebben slechte sex, zei een wijs man me ooit. Of geen sex. Ook dat zou al beter kunnen kloppen.
De post van vandaag dus. Verkiezingsdrukwerk (repeat), rekeningen en mijn visa-uitreksel.
Het is een maandelijkse gewoonte. Adem inhouden en omslag openscheuren. En dan 3 dagen niet meer buitenkomen. In de hoop de volgende maand opgelucht te kunnen ademhalen. Om dan na 3 dagen weer heel lekker te gaan eten. En tot het besluit komen dat een whisky cola toch beter smaakt dan een pintje. Die nieuwe trui staat me beeldig.
Ik ken mijn eigen dooddoeners ondertussen vanbuiten. Voor wie moet ik sparen? Geld moet rollen. Ik ben goed verzekerd!
266 euro is het vonnis van deze maand van rechter Visa. Valt toch nog mee. 2 bezoekjes aan de supermarkt, een mooie jas en 3 steunbetuigingen voor culinaire hoogstandjes.
Fientje Moerman is trots op mij. De economie draait.