De Rode Ridder #123: Oniria. (Standaard Uitgeverij) (1987)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In Byzanthium wordt keizer Basilius belaagd door een groot gevaar. In zijn dromen wordt hij aangevallen door gevleugelde monsters en als hij wakker wordt heeft hij verschrikkelijke brandwonden. Het is duidelijk dat iemand de ondergang van keizer Basilius wil, en dat de keizer daarvoor in zijn dromenland Oniria belaagd wordt. Nicephorus, zijn lijfarts-magiër, en Shizzoë (de keizerin) staan machteloos want de occulte kracht die hen bedreigt is groot. In de onderwereld van Byzanthium gaat Nicephorus te rade bij Myradia, de zieneres. Deze voorspelt dat er hulp zal komen voor de keizer, maar dat een duivelse kracht binnen de muren van het paleis schuilt. De hulp komt er inderdaad onder de figuur van de Rode Ridder.
De lustige lezers: Suske en Wiske #106: De charmante koffiepot. (HC) (Standaard Uitgeverij) (2008)
Dit album is verschenen in samenwerking met Woestijnvis en het weekblad Humo. Het werd aangeboden bij het weekblad Humo van 22/04/2008 samen met de DVD van 'de lustige lezers'.
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Paul Geerts.
Onze vrienden gaan op jacht wanneer de sprekende koffiepot Teut vertelt over een geheimzinnige schat Natuurlijk zijn er ook andere gegadigden die alles in het werk stellen om ze in hun bezit te krijgen. Wie zal welke rijkdom vergaren?
De Rode Ridder #122: De duinenabdij. (Standaard Uitgeverij) (1987)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In de 13e eeuw zag de Vlaamse kust er nog enigszins anders uit dan tegenwoordig. Koksijde, nu een heuse badstad, was toen niet meer dan een verzameling van wat krakkemikkige houten huisjes en zand heel veel zand. Bij volle maan trekt een processie van monniken door deze duinen, de rode gloed van de zonsondergang is net onder de horizon verdwenen. Plots worden de vrome mannen aangevallen door een hele bende krijgers die uit de richting van het water lijken te komen. De monniken proberen te vluchten, maar kunnen de geoefende krijgers uiteraard niet voorblijven. Op het laatste moment komt een geharnaste ridder tussenbeide en weet de geestelijken van een gewisse dood te redden. De ridder blijkt niemand minder dan onze held Johan, De Rode Ridder te zijn. Aangezien Johan in alle windstreken thuis is, herkent hij de krijgers al snel als Vikings uit het hoge noorden. Wat hij zo mogelijk nog interessanter vindt, is dat de mannen het hadden over een spookzwaard. Wanneer Johan daarover informeert bij de abt, nodigt deze hem uit om een tijdje in de duinenabdij te verblijven. Volgens de abt gaat het om niet meer dan een legende, maar bepaalde andere partijen zijn daar blijkbaar niet zo van overtuigd
De Rode Ridder #121: De Zwarte Toren. (Standaard Uitgeverij) (1987)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Een zwarte toren voor de kust. Een groene lichtstraal schijnt naar een dorpje aan de kust. Een oude man verlaat zijn woonst en gaat richting zwarte toren. Hij wandelt over de zeebodem en gaat gedwee de toren binnen. Johan die ook op het groene licht afgaat zoekt zijn weg via gladde rotsen. Zijn paard doet een val, waarna hij zich in de zee bevindt. Een golf slaat hem tegen een rots, alvorens hij het bewustzijn verliest, merkt hij nog een grote gestalte op. Wanneer hij ontwaakt, bevindt hij zich tussen een bende rovers die het op hem gemunt hebben. Johan maakt van een onderlinge twist gebruik om de rovers te verrassen. Een korte schermutseling volstaat om de rovers op de vlucht te jagen. Op Kelso na, die de gevangene is van Johan. Kelso verklaart de reden van zijn roversbestaan. De omgeving wordt geteisterd door onverklaarbare gebeurtenissen. Het vissersdorpje wordt bewoond door spraakloze, levensloze bewoners. Geregeld worden zij geroepen door de zwarte toren. Soms keren ze nooit weer. Johan laat Kelso gaan en besluit een bezoekje te brengen aan de zwarte toren. Na een moeizame tocht bereikt Johan de zwarte toren en krijgt er een koel onthaal van Beyre. Albertstein, de meester van Beyre onthaalt Johan een stuk gemoedelijker en stelt hem voor aan Aelia, Albertsteins pleegdochter. Albertstein blijkt een geleerde te zijn, hij knutselt tal van mechanische voorwerpen in elkaar. Een ervan is de mechanische vleermuis van Aelia Argus. Wanneer er wederom een storm opsteekt, verontschuldigt Albertstein zich, samen met Beyre rept hij zich naar de toren, om er aan zijn proefnemingen te beginnen.
De Rode Ridder #120: Het verdronken land. (Standaard Uitgeverij) (1987)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan, de Rode Ridder, verblijft in een kleine vissersgemeenschap, waar de laatste tijd heel wat kinderen spoorloos verdwenen. De vissers verdenken de Zorills, afstammelingen van een oude beschaving de zich middenin een moeras (het 'Verdronken Land') bevindt. Johan besluit om een onderzoek in te stellen, en trekt op zijn eentje het Verdronken Land binnen. Het duurt niet lang of hij bemerkt één van de geroofde kinderen, Luthor, die rent voor zijn leven. Hij wordt achtervolgd door vreemde krijgers die reptielachtige monsters berijden. In een spannend gevecht kan Johan 3 Zorills uitschakelen, maar de vierde gaat aan de haal nadat hij Luthor een dodelijke slag heeft toegebracht. Na het gevecht ontmoet Johan Chrysotis, de laatste waternimf, een zelfverklaarde vijand van Yppolita, de koningin van de Zorills. Chrysotis raadt Johan aan om een list te gebruiken en zich als huurling aan te sluiten bij Yppolita. Als hij haar vertrouwen kan winnen, zal het een stuk makkelijker zijn om de kinderen te bevrijden. Zo gezegd, zo gedaan : de Rode Ridder vertrekt naar het bolwerk van de Zorills, waar hij verwelkomd wordt door een regen van pijlen en speren, die zich voor zijn voeten in de grond boren. Johan verklaart dat hij een huurling is en zijn zwaard in dienst van koningin Yppolita wil stellen. De bloedmooie heerseres aanvaardt zijn voorstel, en leidt hem rond in haar stad.
De Rode Ridder #119: Stille getuigen. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Een zwerftocht brengt de Rode Ridder bij het beruchte Slot van Craeyensteyn. Eigenlijk is hij op zoek naar gastvrijheid voor de komende nacht, maar door het plotse overlijden van een kasteelbewoner vreest hij geen onderdak te vinden. Op het binnenplein wordt hij echter gerustgesteld door Donaat, de plaatselijke chirurgijn. Hij vertrouwt Johan op het eerste zicht en raadt hem aan de familieleden van de overleden graaf bij te staan. In de nabije toekomst zal dit meer dan nodig blijken! Even later maakt Johan kennis met de nar Urban, een figuur die we later nog zullen terugzien in "De Heren van Rode" en vervolgalbum. Urban blijkt naast nar een uitstekend detective en vermoedt dat er bij de dood van graaf Rodrick vuil spel gespeeld is. Een duistere figuur, die Johans komst argwanend van achter een muur gadeslaat, voorspelt naderend onheil. Tijdens het avondmaal maakt Johan kennis met de nabestaanden van de graaf en biedt zijn ridderlijke bescherming aan. De moeder van de overleden graaf, Hanni, ziet zijn aanwezigheid goed zitten, terwijl de jonge weduwe, Clothilde, eerder wapenknechten wil aanwerven.
De Rode Ridder #118: Gilgamesj. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
We ontmoeten Johan, Thorwald en zijn Noormannen en Gorrax (de reptielman) terug op een schip richting Mesopotamië. Gorrax is afstammeling van een sterrenvolk en weet het geheim van de onsterfelijkheid. De sleutel hiertoe zou zich ergens in Mesopotamië moeten bevinden. Het schip wordt echter achtervolgd door drie zwarte schepen onder leiding van Demoniah, die de ontploffing van het Poolkrijger-bolwerk toch blijkt overleefd te hebben. Vlak voor de aanval op het schip, worden Gorrax en Johan in een sloep afgezet aan de kust van Mesopotamië. Niets te vroeg, want tegen de overmacht zijn Thorwald en zijn Noormannen niet opgewassen. Exit kapitein Thorwald. Gorrax en Johan slagen erin om te ontsnappen, maar Demoniah laat seinen naar het binnenland. Krijgers wachten het tweetal op aan de oevers van de Eufraat, maar weerom weten Gorrax (die over bovennatuurlijke krachten blijkt te beschikken) en Johan het hoofd te bieden aan het gevaar. Uiteindelijk bereiken ze de stad Antiochië. Daar komt het erop aan om een goede gids te vinden die hen naar Oeroek zal brengen. Op de markt van Antiochië is er een rel met een 'stelend' meisje dat hard aangepakt wordt door een koopman. De RR komt tussenbeide maar wordt opgepakt door een groep Tempeliers, die de orde moeten bewaren in Antiochië. Zij blijken betaald te zijn door Demoniah.
De Rode Ridder #117: De Magische Scepter. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In Vorstheim maakt een slagvloot van de Asys zich klaar om uit te rukken naar het bolwerk van de Poolkrijgers. De Rode Ridder is samen met kapitein Thorwald vastbesloten om keizerin Amargith van de Asys te bevrijden uit de handen van Demoniah. De vloot vertrekt en Johan wordt alleen gelaten, zo had Demoniah het gewild. Zij kan immers de bewegingen volgen dankzij het Noorderlicht, dat zij controleert. In de vlakte wordt Johan opgewacht door een groep Poolkrijgers. Deze vallen aan, maar maken kennis met de magische krachten van de scepter. Niemand overleeft deze kennismaking en zo trekt Johan verder. Het Noorderlicht is ook present en in de bliksems ervan herkent Johan de figuur van Demoniah. Demoniah zegt dat het licht als richtbaken zal dienen op de toch naar het Poolkrijger-bolwerk. Voor de toch echter aan te vatten overlegt Johan met de krijgers van de slagvloot, die niet ver uit de buurt is. Op een van de schepen bevindt zich het borstbeeld van Yrmyr, de stamvader van de Asys. Via telepathie kan Johan praten met Yrmyr. Maar het gesprek wordt ruwweg onmogelijk gemaakt door de bliksems van het Noorderlicht. Van het borstbeeld blijft niet veel meer over.
De Rode Ridder #116: In de Witte Hel. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Rode Ridder bevindt zich aan boord van een drakkar in het Hoge Noorden. Door een storm zijn ze uit koers geslagen en in een poging om aan de Maalstroom (een draaikolk) te ontsnappen, lijden ze schipbreuk in het uiterste noorden. Ze komen terecht in het gebied van de Asys, de legendarische voorouders van de Noormannen. Eenmaal voet gezet op de ijsvlaktes, worden de RR, kapitein Thorwald en de andere Noormannen aangevallen door de Poolkrijgers. Een hevige strijd barst los, maar er komt hulp opdagen van de Asys. De krijgers van de Asys zijn echter argwanend en het hele gezelschap wordt gevankelijk meegevoerd in drakkars op ski's naar Vorstheim, de hoofdstad van de Asys. Onderweg krijgen ze voor de eerste keer te maken met de bliksems van het Noorderlicht, dat blijkbaar jacht maakt op schepen van de Asys. In Vorstheim maken we kennis met keizerin Amargith en haar dienares Zovadia. De RR wordt voor de keuze gesteld: sterven of helpen in de strijd tegen de Poolkrijgers en het Noorderlicht. Natuurlijk kiest Johan voor het laatste. Ook Thorwald en zijn Noormannen zijn bereid te strijden voor de Asys.
Julia krijgt een bezoek van de officier van justitie waar ze niet zo lang geleden nog een aanvaring mee had: 'Help me met je deskundigheid. Er is weer een seriemoordenaar opgedoken. Zojuist is het lichaam van zijn tweede slachtoffer ontdekt.' Haar eerste antwoord is 'Neen'.
De Rode Ridder #115: Prinses Kin-Lien. (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Dalandsadagad, een Mongoolse stad. Tegen de avondschemer eindigt in het paleis van Wo-Fong een groots feest. Zijn dochter Kin-Lien werd namelijk 16 jaar. Een uitzonderlijke gebeurtenis in het leven van de jonge vrouw, het is de leeftijd waarop ze huwbaar wordt. Het feest wordt echter overschaduwd door de vloek die op de het meisje rust. Jaren eerder zwoer de door Wo-Fong verjaagde tovenaar Yin Sjang-Feng wraak te zullen nemen. Het eerste deel van zijn wraak werd spoedig voltrokken. Wo-Fongs echtgenote werd het eerste slachtoffer van de tovenaar. Verwacht wordt dat de tovenaar snel het tweede deel van zijn wraak zal verrichten, wat inhoudt dat hij Kin-Lien zal ontvoeren en huwen. Sterrenwichelaar en raadgever van Wo-Fong, Yu Won-Tan, bevestigt deze vermoedens. De wacht van het paleis verkeert in verhoogde staat van paraatheid en uit het verre westen is hulp aangetrokken. Niemand minder dan Johan de Rode Ridder stelt zijn zwaard in dienst ter bescherming van prinses Kin-Lien.
De seriemoordenaar glipte op het einde van het vorige deel geniepig door de mazen van het politienet. Julia maakte een jammerlijke inschattingsfout en voelt zich daardoor geroepen en is extra gemotiveerd om samen met haar vriend, de detective, verder te zoeken tot het monster achter de tralies zit.
De Rode Ridder #114: Vrykolakas. (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Het verhaal in het kort: de Rode Ridder zwerft door een bergachtige streek en ontmoet in een herberg niet ver van een kasteelruïne een eenheid huurlingen (lees: ranselt er een paar af die het dienstertje, Adelia, lastigvielen). De aanvoerder, Abahrim, blijkt een oude bekende van de Rode Ridder te zijn. Abahrim en zijn eenheid zware jongens komen hun kamp opslaan in de kasteelruïne die een strategisch belangrijke pas beheerst. De herbergier raadt hen echter af dit te doen: het spookt in de kasteelruïne en de geest in kwestie doet zich soms opmerken met gehuil. De huurlingen voeren hun bevelen uit, zelfs nadat Ozias de Zwerver hen in de ruïne opnieuw aanraadt te vertrekken, alvorens op een mysterieuze wijze te verdwijnen wanneer een van de huurlingen hem op een pijl wil trakteren.
"Ik bekijk ze en denk: 'Geen haar op m'n hoofd die eraan denkt om hier weg te gaan.' Waar vind ik zo'n warenhuis? Omgeven door mensen -veel mensen- is de veiligste plek voor mij. En die jonge agent blijft maar naar me glimlachen. Ik ben nog steeds opgewonden van het uitstapje op het dak. Ik heb zin hem te kussen en om dan met mijn mes zijn keel open te snijden. Zijn bloed te ruiken. Nu even rustig, Sophie! De zaken gaan voor het meisje. Of het meisje voor de zaken? Ik weet het niet meer, vader. Nou ja, mijn volgende zaak geeft me ook zeker veel plezier!..."
De Rode Ridder #113: Nirwana (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Na de gebeurtenissen in De Schemerzone vinden we Johan en zijn Thug gids Ramar Singh terug in het hooggebergte van Nepal. Johan wil koste wat het kost de verborgen stad Nirwana vinden om zijn inwoners te beschermen tegen een invasie van de duistere krachten. Al snel wordt duidelijk dat Demoniah springlevend is na het debâcle in de Schemerzone en dat ze uit is op een revanche. Eenmaal in Nirwana aangekomen wordt Johan getroffen door de laksheid van de inwoners. Kan het hen feitelijk schelen dat hun stad in gevaar is?
De Rode Ridder #112: De Schemerzone (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Een viertal begeeft zich met een kleine zeilboot naar de Schemerzone, waar de beslissende confrontatie zal plaatsvinden tussen Galaxa, de Fee van het Licht, en Demoniah, duivelin in mensengedaante en lievelingsdienares van Bahaal, de Prins der Duisternis. Het zijn naast Galaxa zelf, Johan, de Rode Ridder, Merlijn de tovenaar en Yorimoto, de samoerai. De Schemerzone, een mystiek gebied in het Verre Oosten, is een plaats waar magie geen uitwerking heeft en waar Galaxa en Demoniah dus met gelijke wapens zullen strijden. Omdat de reis per boot veel te lang zou duren, wil Galaxa de reistijd aanzienlijk verkorten door het schip te verplaatsen door tijd en ruimte. Terwijl Galaxa zich hiervoor op de voorplecht afzondert, bemerkt de Rode Ridder dat ze gevolgd worden door twee zwarte schepen van de ninjas. Merlijn schakelt deze al gauw uit met zijn toverstaf. Een aantal ninjas, beruchte Oosterse doders, zwommen echter reeds onder water naar de boot van Johan en zijn gezellen. Eén van hen pleegt een aanslag op Galaxa maar bekoopt dit met zijn leven. Omdat de Fee van het Licht deel uitmaakt van het krachtveld dat het schip zal verplaatsen, is een aanraking dodelijk.
Herdruk van het album 'Bessy: de laatste diligence' uit 1954.
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
De postkoets was het meest gebruikte vervoermiddel om kostbare goederen en mensen te vervoeren. Op een dag vertrekken er een paar mensen met de koets waar blijkbaar een waardevol goedje op ligt...
De Rode Ridder #111: Ninja! (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Het verhaal begint wanneer Johan wordt afgezet op Japanse bodem. De reden voor zijn reis is een naamloze brief met het zegel van wijlen koning Arthur. Plotseling snijdt er een mes door Johans bagage. Hij trekt van leer en staat klaar om toe te slaan tot hij de stem herkent van niemand minder dan Merlijn, de tovenaar en vertrouwensman van de koning. Merlijn vertelt Johan de reden voor zijn geheimzinnigheid en ook waarom ze daar zijn. Hij vraagt onze held of deze wel eens van ninjas gehoord heeft en vertelt hem dat dit meedogenloze huurmoordenaars zijn wiens vaardigheden grenzen aan het bovennatuurlijke. Verder vertelt Merlijn dat de grootmeester der ninjas een bolwerk heeft opgericht in het gebied waar zij zich nu bevinden en dat onze oude bekende Demoniah, Kinugasa en zijn doders onlangs in dienst heeft genomen als wraakelement op de rode ridder. Ook laat hij weten dat er buiten zichzelf nog 2 andere bondgenoten zullen verschijnen. Een zware gongslag doet beide mannen even opschrikken
Yoko Tsuno #1: Trio in het onbekende. (SC) (Dupuis) (1978)
Tekst & tekeningen: Roger Leloup.
In een melkwegstelsel dat 2 miljoen lichtjaren van ons vandaan ligt, speelt zich een drama af: de twee zonnen van de planeet komen steeds dichter bij elkaar. Aangezien de planeet door haar zonnen wordt aangetrokken, moeten alle bewoners de planeet ontvluchten. De uittocht van de blauwe bewoners, de Vineanen, begint... Richting aarde...