
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In Vorstheim maakt een slagvloot van de Asys zich klaar om uit te rukken naar het bolwerk van de Poolkrijgers. De Rode Ridder is samen met kapitein Thorwald vastbesloten om keizerin Amargith van de Asys te bevrijden uit de handen van Demoniah. De vloot vertrekt en Johan wordt alleen gelaten, zo had Demoniah het gewild. Zij kan immers de bewegingen volgen dankzij het Noorderlicht, dat zij controleert. In de vlakte wordt Johan opgewacht door een groep Poolkrijgers. Deze vallen aan, maar maken kennis met de magische krachten van de scepter. Niemand overleeft deze kennismaking en zo trekt Johan verder. Het Noorderlicht is ook present en in de bliksems ervan herkent Johan de figuur van Demoniah. Demoniah zegt dat het licht als richtbaken zal dienen op de toch naar het Poolkrijger-bolwerk. Voor de toch echter aan te vatten overlegt Johan met de krijgers van de slagvloot, die niet ver uit de buurt is. Op een van de schepen bevindt zich het borstbeeld van Yrmyr, de stamvader van de Asys. Via telepathie kan Johan praten met Yrmyr. Maar het gesprek wordt ruwweg onmogelijk gemaakt door de bliksems van het Noorderlicht. Van het borstbeeld blijft niet veel meer over.
|