Ik wil mensen inspireren. Met woorden, een mening, komisch-kritische blikken,...... Het maakt niet uit. Reeds als kind bezat ik een gouden pen. Dingen creëren, werd mijn lange leven. Niet verwonderlijk dat ik verhalen bedacht of scenario's in elkaar stak. Mijn familie had er geen oren naar. Toch bleef ik geloven dat "het woord" mij gunstig was gezind, dat mijn zinskronkels waren geschapen voor een professionele carrière.
Ik doorzwom tal van waters. Woelige rivieren.
Neem nu op school. Tijdens het vak "Nederlands" werden verhandelingen niet opgemerkt. Na vier jaren als primus het ASO te hebben doorworsteld, nam ik een beslissing. Ik moest en zou kunsthumaniora volgen. Eigenlijk iets dat reeds na het tweede middelbaar in mij opkwam, maar mijn vader heeft zich toen verzet. Ik was zijn kind en zijn kind was slim genoeg voor de richting "Grieks-Latijn". Deed wel pijn. Zijn leefwereld bestond uit een ideaalbeeld waaraan ik niet voldeed. Zijn gezag voelde onjuist aan. Toch was hij de baas. Wilde je even praten over wat je voelde, kreeg je niet meer dan een "stel je niet aan". Ik kan begrijpen dat voor ouders "zekerheid" primeert. Dat een diploma minstens zo belangrijk is dan je hart te volgen. Maar in zijn ogen had ik geen hart.
Zijn plan voor mij was een oerconservatieve school. Een streng college waar je om de haverklap werd gestraft. De enige manier om daaraan te ontkomen, was stilzitten. Vreselijk, het ondermijnde zowaar mijn natuurlijke energieniveau. Ja, ik voldoe aan alle criteria voor ADHD en neen, ik slik geen pillen. Ik paste me aan. Je kent het wel: jezelf wegcijferen om in goede aarde te vallen van leerkrachten.
Mij verzetten tegen hen? Had geen enkele zin. Je werd zowaar gestraft voor een onschuldige hoestbui. Of voor "geeuwen" tijdens de les. Volgens een leerkracht was dit een teken dat je niet lang genoeg sliep en je schoolwerk niet ernstig nam. Het derde middelbaar doorstond ik met glans, maar in het vierde sloeg de twijfel toe. Ben ik dit wel? Wil ik tot in de eeuwigheid stilzitten en mijn dromen ontwijken?
Ondanks het feit dat ik mijn schoolwerk begon te verwaarlozen, slaagde ik met glans. Maar ik had er genoeg van: ik MOEST naar die fantastische school waar mijn leven zou veranderen. DE kunsthumaniora. Mijn leven veranderde, maar niet in de positieve zin. Toen ik die school binnenliep, ervoer ik een ware cultuurschok. Geen deftig geklede jongens, of perfecte uitgedoste meisjes. Neen, hippies, mensen met dertig piercings badend in een tattootapijt. Ik stond perplex. De lessen waren geen speeltijd, maar bittere ernst. Algemene vakken vormden de basis en de kunstvakken ervoer ik als "vreemd".
Neem nu de les "audio-visuele vorming": je leerde scenario's schrijven. Vol enthousiasme schreef ik de fantasie van mij af, maar het werd "knokken" om "erdoor" te raken. De leraar leek meer geboeid door een saai script dan door mijn wilde, eigenzinnige verbeelding. Mijn zelfvertrouwen kreeg een duik.
De juf van voordracht boorde elk woord, wat zeg ik? Elke letter!!! de grond in. Je hebt een radiostem, Stef. Je moet iets voor televisie doen. Had iedereen altijd gezegd. Maar die ene persoon van wie ik die bevestiging wilde, zei "neen". Ik zal nooit vergeten dat ze mij zei: "jij bent geen natuurtalent". Het waren de hardste woorden die ik op school heb geslikt. Hoe kan je als leerkracht met een passie voor je vak zo'n waardeoordeel vellen?
Ik, die zo graag creëerde, die zo graag acteerde, al zingend op een podium stond, werd doorheen mijn opleiding de put ingeduwd. Je bent niets en zal het nooit worden. Het werd zowaar hun leuze. Wat moest ik hiermee? Tijdens toonmomenten reageerde het publiek steevast enthousiast. We willen meer van je zien, Stef. Je doet dat bijzonder goed. Zeer positieve kritiek, alleen voelde ik mij zo afhankelijk van het leerkrachtenteam. Mijn lot leek meer en meer in hun handen te liggen. Op dat moment had ik het gevoel dat het "ik" was tegen de rest van de school. Een nietsnut tegen een bende supertalenten. Achteraf bekeken een beetje belachelijk. Iedereen moest wel door een harde fase. Ik nam alles heel erg persoonlijk op.
De richting was ook vrij klassiek gericht. Wilde je zingen, moest je opera-area's aanleren. Op genres als rock of dance werd neergekeken. Wilde je acteren, stond creativiteit niet op de agenda. Je moest een natuurelement zijn. Voelde je meer voor het spelen van een karakter dan voor de ziel van de wind, dan was je gezien. Nooit kon iemand die geen zin had in het spelen van de wind een goed acteur worden.
Tja, wat moest ik dan? Ik slaagde, al was mijn eindrapport gevuld met giftige commentaren. Voor ik met die opleiding begon, was het duidelijk. Ik zou mijn middelbaar afronden om daarna naar het conservatorium of Studio Herman Teirlinck te trekken. Maar ik was achttien en had er geen zin meer in. Wel in het spelen, in het creëren, in het zingen. I love it, maar wie zou me nog willen? Een opleiding van 4 of 5 jaar aanvangen met als risico dat je opnieuw amper iets zou leren en na een jaar op straat werd gezet. Ik hield de eer aan mezelf en ging braafjes communicatiewetenschappen studeren. Mijn daaropvolgende jobs waren ook erg communicatiegericht. Het startte in een contact centre. Vreselijk saai, maar ook die andere jobs, ietwat op niveau, boeiden me voor geen meter. Ik wil vanaf NU leven, voelen wie ik werkelijk ben en me niet verstoppen. Schrijven, spelen, zingen,....Ik bedenk wel een plan.