Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Eind deze week is er het verjaardagspartijtje voor Jongste. Hoog tijd dus om de uitnodigingskaartjes te maken. Ik wil er dit keer niet te veel tijd insteken. Ik ga er een foto voor gebruiken en weet al welke: die met rechtsonder een héél klein Jongsteke, en linksboven een héél klein vliegertje, en ertussen de zee en véél blauwe lucht. Genoeg plaats om de tekst in te zetten. Alleen, oeps, het fototoestel scheef gehouden bij het maken van de foto. Even rechtzetten in Photoshop. Hoe moest dat ook alweer? Vlug opzoeken in het Photoschopboek. Kan het niet vinden. Het andere Photoshopboek dan maar? Jawel hoor, hier staat het. Ziezo, zo gepiept, foto staat recht. Nu naar Publisher, omdat ik dat programma het beste ken, om er een tekst op te zetten. Ik tik de tekst. Staat alles erop? Jawel: de datum en het uur van het feestje, het adres, wat we gaan doen en welke kleren ze best kunnen aantrekken, gsm nummer om aan- of af te melden... Nu nog zoeken naar het juiste lettertype. Even een vluchtige print. Neen, dat lettertype is te vet. Iets anders dan. Weer een vluchtige print. Ok, ziet er goed uit. Ik zet vier kaartjes op een A4-blad, zoek het juiste fotopapier en begin in het net te printen. Drie bladen. Zo, denk ik tevreden. Als ik dat nu eens niet vlug geklaard heb! Terwijl ik weer in Blogland vertoef, kijk ik af en toe terzijde naar de printer, waar de uitnodigingen langzaam aan komen uit geschoven. Ziet er goed uit, vind ik. Er is nog een vaag gevoel van schrik, ik zal toch echt niets vergeten zijn? Ik lees de tekst nog eens. Nee hoor, dik in orde. "Zie je wel," denk ik bij mezelf "dat hoeft allemaal niet lang te duren! Al dat perfectionistisch gesemmel, nergens voor nodig...!"
De volgende dag wil ik de bladen snijden. En ineens zie ik het, hoe toch een belangrijk detail ontbreekt: de Naam van de Jarige!
("Geeft niets," vindt Schoonzus "als de mensen hun kind komen afleveren op het juiste moment en op het juiste adres, dan zien ze vanzelf wie de jarige is...!)
Die ochtend. We stonden op. Gewekt door het licht en onze eigen biologische klok. We gingen naar de ouderlijke slaapkamer. Mama lag niet in bed, zoals we de meeste ochtenden gewend waren. "Ze zal wel aan het werk zijn!" dachten we. Want zo ging dat soms. Mama moest veel rusten. Maar soms stond ze toch een paar uur op om papa te helpen. We waren pas verhuisd. We gingen sinds een week of drie ook naar een nieuwe school. Onze ouders hadden een zeer oud huis gekocht, met een flinke lap grond. Waar ze een serre op bouwden om daarin en ook buiten groenten te telen. De overgang van een huurbedrijfje naar een eigen bedrijf. Die bewuste morgen dus. We kleedden ons aan en begonnen de tafel te dekken. Ik had net een stapel borden in de arm, die boterhambordjes met pastelkleurige randen, waarover we soms ruzie maakten. De ene keer was dat met de blauwe rand het favoriete bord, de andere keer dat met de roze of gele rand. Terwijl ik die borden één voor één op tafel zette, kwam papa binnen. Zonder mama. Ik keek nieuwsgierig op. "We hebben twee kleine jongetjes!" vertelde hij "Ze zijn vannacht rond twee uur geboren!" Later, aan tafel, gaf hij ons meer bijzonderheden over de pasgeboren tweeling, duidde met z'n handen hoe groot ze ongeveer waren, vertelde hoe ze zouden heten. En na schooltijd mochten we mee gaan kijken.
En dat zijn ze, hier op het fotootje, zo'n anderhalf jaar later. De foto is niet van schitterende kwaliteit, maar wel kostbaar. Omdat we weinig foto's hebben uit die tijd. Dus vandaag hier op mijn blog. Om onze kleine broertjes van toen, de nummers vijf en zes in ons gezin, een héle gelukkige verjaardag te wensen! Vandaag, 22 september, precies vijfenveertig jaar na die éne ochtend.
Vandaag start het academisch jaar voor de meeste universiteiten en hogescholen.
Bij ons zijn het Dochter en Oudste Zoon die een nieuw schooljaar beginnen.
Dochter gaat voor de Master Film- en Theaterwetenschappen. Dit schooljaar moet ze daarvoor een schakeljaar volgen.
Oudste Zoon heeft twee vakken niet
gehaald voor zijn eerste Bachelorjaar. Of positiever gezegd: hij heeft minstens tien vakken wèl gehaald. Hij zal verder gaan met dezelfde studie
en wellicht zijn drie bachelorjaren Bio-ingenieurswetenschappen
spreiden over vier jaar.
Veel jongeren zetten vandaag de héle
grote stap naar hun eerste jaar hoger onderwijs. Graag wens ik hen
allemaal heel veel succes en een mooie studententijd toe. In het
bijzonder Nichtje Kirsten, Neef Pieterjan en Sander (van Annick).
"Wat is dat hier, onder mijn lip?" vraagt Jongste. We rijden van school naar huis, ik moet mijn ogen op de weg houden, en kijk maar eventjes vluchtig opzij. "Ja, daar zit precies een bobbeltje. Dat heb ik vanmorgen ook al gezien. Komt dat van de trompet?" Hij bekijkt zijn onderlip in de spiegel van het zonnescherm. "Ik denk dat het een puistje is. Ik zal het straks eens aan broer laten zien. Dat is de puistenexpert, die zit in de puistenfase!" "Die zit in de wat?" "In de puistenfase...! De puberteit is toch de periode dat er pukkels zijn. Dat is dan toch de puistenfase...!"
Puistenexpert omdat hij in de puistenfase zit! Middelste Zoon zal dat graag horen...!
Cursiefje voor het schoolkrantje. Juni 1999. Onze drie kinderen zaten toen in de eerste, derde en vijfde klas. (Jongste was er nog niet.)
Grote broer gaat op bosklassen. Voor de eerste keer in zijn leven onder de ouderlijke vleugels vandaan. Hij lijkt er best zin in te hebben. Zo sleept hij al enkele dagen voor het vertrek al de nodige spullen bij elkaar om ze in diverse reistassen en rugzakken te stoppen. Wat we niet hebben, een extra tube tandpasta bijvoorbeeld of "toj-let-zeep", zoals hij moeizaam spelt, noteert hij zorgvuldig op een lijstje. Best handig voor mama, die deze spulletjes tijdig in huis haalt en op de bewuste vooravond enkel nog maar alles hoeft na te kijken en te naamtekenen. En het aantal tassen terug brengt tot een aanvaardbaar getal. Het inladen en vertrekken de volgende morgen gaat zonder veel emoties. Broer verkondigt héél blij te zijn om eindelijk een poos van "die broer en die zus" af te komen, en die twee betalen hem met gelijke munt: "Oef, éíndelijk van die zageman verlost!" "Zeg, als er nog geslagen of gestompt moet worden," zeg ik als we de laatste bocht op weg naar school nemen, "'t is nu de moment hé! Straks kan het niet meer!" Ineens veel beweging op de achterbank, met het nodige gejoel en gegiechel, bij wijze van afscheid. Twee dagen later schrijf ik een briefje aan grote broer. "Willen jullie niet graag een kaartje sturen?" vraag ik de twee anderen. Jongste man haalt een briefje, en met een ondeugende blik in de ogen begint hij te schrijven: "Dag broer, ik vint het leuk dat jij weg bent omdat jij altijt zaagt en om als jij altijt zoo hard weent....!" "Zeg eens...!" roep ik verontwaardigd als ik het lees, en hij schatert, want om die verontwaardiging was het hem natuurlijk te doen. En ja zeg, hij zal zijn broer eens eventjes zwart op wit gaan bekennen hoe "doelloos" zijn voetbalgoal op het gazon staat, nu hij geen voetbalkameraadje meer heeft. En dat mama 's avonds even bij hem blijft omdat hij het toch maar eng vindt zo alleen in die grote kamer...! Uiteindelijk is het enkel mama die een briefje verstuurt, mét de allerhartelijkste groeten van papa, broer en zus erbij. Eigenlijk mag ik dat wel, dit soort omgaan van onze kinderen met elkaar. Het zich meten aan elkaar, plagend stoeien met woorden. Net als poesjes in hun schijngevecht. Zolang het maar niet écht menens wordt of al te venijnig. Als het over slagvaardigheid gaat in taalgebruik is zus wel de kampioen. Zowel in werkelijke bekvechtruzies als in de plagerige woordenwisselingen is ze niet te overtreffen. Een aanval van hun kant wordt meteen beantwoord door een spervuur van welgemikte volzinnen waar haar broers niet van terug hebben. Tegenwoordig is het vooral hun linker hersenhelft, waarvan ze de werking in vraag stelt. Tijden de uiteenzetting van Paul Maes over "leren leren" heeft ze gehoord dat de menselijke hersenen uit twee helften bestaan, waar in het linkergedeelte het logisch denken zou zetelen, terwijl het rechtergedeelte de meer creatieve en artistieke kwaliteiten zou bevatten. "Zeg, gebruik je linker hersenhelft eens!" horen we zus nu regelmatig zeggen, "Denk eens een beetje logisch na!" "Hoe zit het met jóúw linker hersenhelft?" plaag ik op een keer als ze zuchtend en steunend aan deelsommen met decimale getallen werkt. Hoe ze die staartdelingen moet doen snapt ze wel, maar al die rekensommetjes die ze daarbij uit het hoofd dient te maken... Hoeveel keer gaat nu 39 in 206...? "Ik denk" ga ik genadeloos verder "dat het met jouw linker hersenhelft zo gesteld is als met sommige walnoten. Als je een noot open kraakt kan het wel eens gebeuren dat één van die helften erbinnen helemaal verschrompeld is...!" "Ja maar, ík heb dan tenminste toch een réchter hersenhelft!" geeft ze pittig terug, en dat is zeker iets wat ik niet ontkennen kan. Ik vermoed zelfs dat de linkerkant van haar hersenen wat in de verdrukking zit door die rechterhelft. Want creatief is ze genoeg. Het is het enige wat aan vervelende dingen als huiswerk maken of lessen leren nog een beetje kleur geeft. Letterlijk dan. Drie maal een woordpakket overschrijven is minder saai als je dat telkens in een andere kleur doet, nietwaar? En als er ter voorbereiding van die toets van breuken dan toch wat oefeningen gemaakt dienen te worden, is het toch leuker om dat te doen in aardige pasteltinten? Met als ontspanning er liefst nog een tekeningetje bij. Want tekenen is haar grote plezier. Tekenen is voor haar niet alleen een hobby, maar een middel ook om zich uit te leven, zich uit te drukken. Ruzietjes met haar vriendinnetjes, een uitbrander van mama die zij héél onterecht vindt, wat ze zich droomt of waar ze mee bezig is, van al die dingen slingeren er in ons huis, in haar kamer en in haar schooltas papieren getuigenissen rond. En zoals gezegd is er haar gevatte taalgebruik. Zo moeizaam als het rekencentrum in haar linker hersenhelft bewerkingen weet op te lossen, zo paraat en helemaal vooraan blijken haar antwoorden soms klaar te zitten. Ook mama ontsnapt daar niet aan. Zo vraagt ze op een keer: "Mama, kraaienpootjes, wat zijn dat eigenlijk?" "Dat zijn de rimpeltjes die je krijgt rond je ogen als je ouder wordt." leg ik uit, terwijl ik naar mijn eigen gezicht wijs, waar dit verschijnsel al overvloedig genoeg te zien is. Mijn dochter kijkt er even ernstig naar, dan flikkeren er plaaglichtjes in haar ogen als ze zegt: "Bij jou zijn dat eerder struisvogelpoten!"
Ik koop, als ik kan, graag Fair Trade producten. In de supermarkt een pakje koffie of bananen, en soms loop ik langs de Wereldwinkel. Ik geloof in het bijdragen van kleine steentjes en hoop oprecht dat boeren en arbeiders in ontwikkelingslanden betere kansen krijgen en een eerlijke prijs voor hun product. Maar de boeren van bij ons? Gisteren hebben Waalse boeren actie gevoerd en miljoenen liters melk weg laten lopen. Gisteren was er ook op Radio 2 het bericht dat volgens Test Aankoop de Colruyt de goedkoopste supermarktketen (voor merkprodukten) zou zijn. Mensen zouden echter niet alleen op zoek gaan naar de goedkoopste supermarkt. Supermarkten kunnen ook nog andere troeven hebben. Maar een keten dat ervoor ijvert dat de boeren en tuinders, de producenten van voeding, een eerlijke prijs krijgen voor hun product, dat heb ik niet horen noemen. De situatie is ernstig voor de sector. Nog nooit zo vaak gehoord dat krachtige mensen, nog ver van het einde van hun loopbaan, noodgedwongen hun bedrijf moeten stopzetten. Nog nooit zo vaak gehoord ook van boeren en tuinders die zwaar depressief blijven voort ploeteren. Ik weet niet veel van beleid of wanbeleid en kan er hier geen oordeel over geven. Maar dat je bijvoorbeeld voor een liter van een kostbaar product, dat door een koeienlijf is geproduceerd en ongelooflijk veel energie heeft gekost, onderhand minder hoeft te betalen dan voor een liter water of frisdrank, daar is toch iets mis mee, niet?
Tot zover de sombere gedachten. Mijn blog. Ik vind het ontzettend fijn dat er dagelijks al een aantal bezoekers komen kijken. Toch ga ik de frequentie van mijn schrijfseltjes wat moeten laten zakken. Het wordt een beetje te veel. Maar een keer of drie, vier per week, dat wil ik graag volhouden. Want ik vind het heerlijk om te doen. En morgen toch weer wat blijere kost. De bedoeling is toch om ... een glimlach te vangen.
Vandaag zou, als alles gewoon was, Dries jarig zijn. Zijn achttiende verjaardag. Ergens in een doos ligt hier vast nog zijn geboortekaartje. Hij was de tweede zoon in een gezin van vier jongens. Zijn ouders hebben destijds het tuinbouwbedrijf van mijn ouders overgenomen. Dries en zijn broers zijn dus opgegroeid in het huis dat mijn ouders nog gebouwd hebben. Waarvoor wij, achtendertig jaar geleden, de sleuven voor de fundering hebben uitgegraven, met de schop. Maar dat doet hier natuurlijk niets ter zake, al geeft dat toch een bepaald gevoel van verbondenheid. Dries is in erg dramatische omstandigheden om het leven gekomen, nu ruim een maand geleden. Sinds zijn dood is er een speciale website opgestart, met een gastenboek waar ieder die wil iets kan schrijven. Elke dag zijn er berichten van zijn ouders, van zijn broers en zijn vrienden. Net zoals ik een paar blogs volg, hier op het web, zo ga ik elke dag eens een goeiedag zeggen bij Dries. Ik vraag me soms af waarom ik dat doe. De jongen heb ik eigenlijk nooit echt gekend. Ik wil er zeker over waken dat het niet uit een ongezond soort nieuwsgierigheid is. En dat is het ook niet. Maar ik, en zo veel mensen, zijn diep geraakt. Het is je ergste nachtmerrie, dat je kinderen iets verschrikkelijks zou overkomen. En bij deze mensen, in dit gezin is dat gebeurd. Zij moeten door het diepste lijden. Niemand kan zelfs hun leed helpen dragen. Het misschien alleen maar een beetje draaglijker maken. Door aanwezig te zijn, door te luisteren naar hun verhaal. Het gastenboek op het web is mee zo'n plek. Waar mensen bewijzen dat met de uitvaart het meeleven niet ophoudt. Waar de ouders en broers , het vriendinnetje, de familie en vrienden hun pijn kunnen uitzeggen. En waar velen aanwezig zijn. Nu zeker, op de achttiende verjaardag van Dries.
Tijdens het
lesuurtje "Juf vertelt" heeft juf Karen, de klasjuf van Jongste,
gewerkt rond de "horoscoop". Jongste was zeer geïnteresseerd. Behalve
de horoscoop die wij kennen, was ook de Chinese horoscoop aan bod
gekomen. Zoon is zelf geboren in het Jaar van het Konijn, dus is hij
volgens eigen zeggen "een konijntje".
Zaterdag googlede hij de Chinese horoscoop om te kijken onder welke dieren de rest van ons gezin behoorden.
De resultaten van zijn zoektocht zorgden die middag voor nogal wat hilariteit.
"Papa, jij bent een zwijn en ons mama is een geit!" had hij, weinig flatterend, gevonden.
Dochter zou een draak zijn. "Dé draak van ons gezin!" aldus Jongste.
Zij kon daar niets tegen inbrengen, ze is nog op vakantie.
Oudste Zoon was een slang en Middelste Zoon zou een aap zijn.
"Oh, als ik een aap ben, dan wil ik een gorilla zijn!" besliste die.
"Wil jij een gorilla zijn?" grinnikte
Oudste Zoon spottend "Weet je dan niet dat die maar een heel klein
piemeltje hebben? Maar vier centimeter en zo dun als een potlood!"
Hij kan het weten, voor één van zijn tweede zittijdvakken moest hij dierkunde studeren.
Maar Middelste Zoon haalde onverstoord zijn schouders op.
"Dan ben ik een uitzondering hé!" antwoordde hij droog.
Zondag vertelde ik aan Jongste dat ik
vandaag absoluut onze slaapkamer wou poetsen. Door de drukte is de
laatste tijd het huishouden er wat bij ingeschoten. Het is ook hier dat
ik avondenlang post heb gevat, om Dochter te helpen bij haar eindwerk.
Overal slingerden er bundeltjes tekeningen, kaften, stapeltjes
paperassen. De kamer oogde rommelig en stoffig.
Dringend aan een opruim- en poetsbeurt
toe dus. Jongste vond het ook want zoals hij, toch lichtelijk
overdreven en weeral niet bepaald flatterend, zei:
"'t Is hier precies een zwijnenstal!"
En ineens dacht hij aan de Chinese horoscoop:
"Hé, dat past hé! Papa is een zwijn, en die hoort in een zwijnenstal...!"
"En jij," dacht hij verder "jij bent een geit. Och, jij mag er wel bij!"
Onze kamer heeft ondertussen een grondige
poetsbeurt gehad. Geen enkele gelijkenis met een zwijnenstal meer. Maar
hoe zit het met de slaapplaats van Jongste? Hij deelt nog een stapelbed
met zijn broer. Slaapt in het onderste bed.
Een knus holletje tussen het houtwerk. Precies een konijnenhok! Al hoeft ons konijntje zich natuurlijk niet gevangen te voelen achter een wand van gaas.
Op een ochtend zit ik opeens vrijwel door de schone sokken-voorraad van kleine broer. Uit de enkele overblijvende minder geschikte paren in de sokkendoos, kies ik er een paar die nog in goede staat zijn, maar te klein geworden voor grote zus. Sokken met bloemetjes op. Ik besluit het er maar op te wagen in de hoop dat hij ze ongemerkt zal aantrekken. Maar daarin heb ik me misrekend, hij protesteert vinnig: "Ik wil deze kousen niet aan!" "Waarom niet?" doe ik alsof. "Dat zijn meisjeskousen!" "Waarom zijn dat meisjeskousen?" "Daar staan bloemen op." Grote zus komt me ter hulp. "Ja maar" zegt ze "dat zijn jóngensbloemen!"
Voor de schoolkrant: Dochter was toen acht, Middelste Zoon vier jaar.
Veel mensen hebben nog een eng beeld over mensen met autisme. Alsof het telkens over mensen of kinderen zou gaan die nauwelijks of niet praten, zichzelf wiegen enz. Nu, veel mensen met ASS wiegen zichzelf niet, en/of fladderen niet, en/of zijn normaal begaafd en/of zijn echte spraakwatervallen. Al deze dingen gaan ook op voor Jongste. Zeker ook dat laatste. Als we zo 's morgens naar school rijden, met z'n tweeën in de auto, staat zijn mond niet stil. Dan roetsjt hij van het ene onderwerp naar het andere. Soms is hij wel grappig. Zoals van de week. "Weet je wat ik lelijk vind aan auto's?" vroeg hij. "Nee. Wat vind jij dan lelijk?" "De spiegels, de spiegels maken de auto's lelijk. Vind jij ook niet dat spiegels lelijk zijn? Het lijkt net of de auto's flaporen hebben!" Het autisme bij mensen en kinderen met ASS uit zich vooral in de manier waaróp ze praten.Zo zegt Jongste vaak dingen die op dat moment niet relevant zijn, voelt niet aan wat je tegen wie kan vertellen. Hij houdt ook geen rekening met de informatie die de luisteraar wel of niet al heeft. Weidt bijvoorbeeld eindeloos uit over een computerspel, zonder er erg in te hebben dat de ander niets weet over de desbetreffende figuren of het spel zelf. Vorige maandag hadden we een staaltje ASS om u tegen te zeggen. We moesten naar zijn trompetleraar om voor dit schooljaar afspraken te maken wat betreft aanvangsuur van de lessen en zo meer. In het begin was Jongste nog tamelijk stil. Behalve wij en de leraar, waren er nog een andere leerling, een jonge gast, samen met zijn moeder. Op een moment vertelde de leraar dat op 19 oktober de les een uurtje later zou zijn dan het gewone uur. En daar kwam hij. Eerste, niet relevante, tussenkomst: "Op 19 oktober hé, dat was de dag dat ik geboren moest worden." "Oh," begreep zijn meester een beetje verkeerd "ben jij dan jarig?" "Neen, op 19 oktober zou ik geboren worden, maar ik ben jarig op 26 september." "Ah, dan ben jij te vroeg geboren dus.." concludeerde de leraar, en praatte dan verder met de twee andere mensen. Maar Jongste boterde nog verder over die dag in oktober. "Op 19 oktober is ook mijn peter jarig, dat is nonkel Paul!" "Oh ja," antwoordde de meester geduldig "in oktober lijken er veel mensen te verjaren. Ik ken er ook heel wat.." "Ja, in september ook!" vulde Zoon aan "De helft van ons gezin verjaart in september!" Zijn leraar glimlachte inschikkelijk en ging weer verder met wat hij te zeggen had over oefenboeken en agenda's. "Weet je..." kwam Jongste nog een keer. Ik hield mijn adem in. Verdomme, had dat joch nu niet in honderd lessen sociale vaardigheidstraining geleerd dat hij niet mocht onderbreken? Thuis kan hij zo aandoenlijk geschrokken zijn als hij merkt dat hij die regel overtreden heeft: "Sorry mama, ik wist niet dat jij nog een zin ging zeggen..." Maar deze keer schenen verjaardagen en geboorteperikelen hem te zeer in beslag te nemen. "Weet je..." kwam hij dus "dat ik te vroeg geboren ben hé, dat kwam omdat bij mijn mama de vliezen...." "Sssttt," greep ik nu snel en gegeneerd in "dat hoeven de mensen hier niet allemaal te weten...!" Hij zweeg nu, geschrokken. "Ja maar, dat is toch waar!" was het eerste wat hij zei, toen we later nog net niet de deur uit waren, nog altijd gekwetst om mijn interventie. "Het was toch omdat "jouw" vliezen gescheurd waren dat ik te vroeg geboren ben!" En jawel, dat is waar. Ik heb het hem onlangs verteld. In eenvoudige woorden heb ik hem uitgelegd dat de bevalling destijds ingeleid moest worden omdat er een scheurtje in het vruchtvlies was gekomen en er daardoor infectiegevaar was. Daardoor is Jongste drieëntwintig dagen te vroeg geboren. "Ja," legde ik hem uit "dat is wel zo. Maar dat zijn dingen die je niet tegen iedereen vertelt. Je kan dat alleen vertellen aan mensen die je heel goed kent, of aan vrienden of zo..." "Maar de meester is toch een vriend, die is toch vriend-elijk?
Vanmorgen kwam ik er met hem nog eens op terug. Ik probeerde hem uit te leggen dat er intieme zaken waren, die je niet aan iedereen vertellen kan. "Wat zijn intieme zaken?" vroeg hij. "En waarom mag je "intieme zaken" niet aan iedereen vertellen?" "En aan wie mag je het wel vertellen?"
Ik trachtte, haperend, zo goed mogelijk te antwoorden. Maar hoe meer ik zei, hoe meer ik voelde dat het allemaal veel te ingewikkeld werd. Hoe leg je nu zo iets uit aan een kind, dat dit soort dingen niet gaandeweg als vanzelf leert aanvoelen en inpassen? En als je er goed over nadenkt is het ook ingewikkeld. Wanneer mag ik wat aan welke persoon vertellen? Ontelbare mogelijkheden... Waarom is het in deze situatie, tegen deze persoon, wel oké en in die situatie en/of tegen die persoon niet...? Probeer daar maar eens een antwoord op te formuleren. Eigenlijk is het een wonder dat de meeste mensen in een flits, zonder nadenken, gewoon weten wat gepast is of niet...
Mensen met ASS kunnen dat niet. Ook voor dit aspect in een autisme stoornis is een goede training in sociale vaardigheden onontbeerlijk. Gelukkig was er deze week een schrijven van de school, waarin juf Greet meedeelde dat ze Jongste zou begeleiden in een intensieve therapie. Al zal een training nooit de beperking in het sociale aanvoelen helemaal kunnen oplossen, het helpt toch al een eind op weg... Dank alvast, juf Greet!
Mijn Oudste Broer, die ook mijn werkgever is, runt twee tuinbouwbedrijven: dat van zichzelf, en een huurbedrijf, enkele kilometers daar vandaan. Sommige periodes switchen we nogal eens van bedrijf om te gaan werken, maar andere momenten staan we op een vaste plek. Ik ben ingekwartierd in het thuisbedrijf en had daardoor mijn twee Marokkaanse collega's, die meestal op het huurbedrijf werken, al wekenlang niet gezien. Tot ik deze week een karweitje moest opknappen op het andere bedrijf. "Yes" dacht ik "dan zie ik ze nog eens..." Want ik heb ze graag, onze Noordafrikaanse helpers: Ahmed, een minzame, verstandige man en zijn neef M'hammed, die zijn gebrek aan kennis van het Nederlands ruim compenseert met een schitterende mimiek en gebarentaal. En ja, nauwelijks was ik die dag in de serre, of er kwam plots een donker hoofd van achter de planten. "Goedemorgen!" klonk het luid en aangenaam vriendelijk. Het was M'hammed. "Is lang geleden hé? En alles goed? Ook met kinderen?" En even later is Ahmed daar, met zijn kar vol pas geoogste paprika's. Bij hem ook een even hartelijke begroeting: "Dag! Alles goed? Met de kinderen ook? Allemaal weer naar school?" (Ze vragen altijd naar de kinderen, nooit naar de echtgenoot.) "Neen, niet allemaal! De twee grote kinderen nog niet. Ze beginnen op 21 september! En hoe gaat het met jou kinderen?" Van de kinderen gaat het naar de Ramadan. Dat het best wel lukt, al is de vasten, en vooral het niet mogen drinken, wel erg moeilijk op de warme dagen... Ik ga met een glimlach aan het werk. De dag al goed begonnen met dit streepje Marokkaanse zon.
Boven het tuinbouwgebeuren van Oudste Broer pakken er nochthans donkere wolken samen. Enkele crisisjaren, die zich in een te korte tijd opvolgden en de onwaarschijnlijk lage prijzen dit ganse seizoen maken de situatie wel heel zorgwekkend. Hoe heel erg voor Broer en Schoonzus, die na zesentwintig jaar dit alles misschien moeten prijsgeven. Zij en wij, hun vaste personeel, zien een onzekere toekomst tegemoet.
Eénentwintig wordt ze vandaag, onze Dochter! Eenentwintig jaar geleden is het dat wij voor het eerst ouders werden. Het doet wat om die herinneringen weer op te roepen. Een kind krijgen, het is toch één van de meest diepe, intense gebeurtenissen in je leven. En nu is ze dus groot en gaat op eigen houtje, en vastberaden om er iets van te maken, haar dromen achterna. Natuurlijk wensen we haar daarbij veel geluk toe. En dat niet alleen op haar verjaardag!
Op het fotootje is ze vijf uren oud.
blij verwonderd, huiverend stil staan we bij je prille leven van zoveel dromen, lieve wensen hebben we je een wieg geweven
ach, 't is bij je begin een gek gedacht misschien maar toch wens ik je dit het meest dat, wat het leven je ook brengt en welke wegen je zal gaan je aan 't eind van je bestaan voluit zeggen kan: 't is goed geweest. jb
Gisteren het kot van Dochter leeg gemaakt. Dochter studeerde Animatie in Brussel, maar kiest nu een Masteropleiding aan de Universiteit van Antwerpen. Dus moest haar kot leeg. Bij het inrichten ervan konden we gebruik maken van onze oude, maar handig ruime monovolume. Ondertussen heeft dat beestje zijn laatste adem uitgeblazen, zodat we deze keer de verhuis met onze kleinere wagen moesten doen. Aangezien we het kot helemaal zelf bemeubeld hadden, compleet met Ikea-slaapbank en al, betekende dat heel wat ritten over en weer. Vier keren welgeteld, ben ik op en neer naar Brussel gereden. Ik dus, schrikkepiet op wielen. Eén keer samen met Echtgenoot, één keer met Oudste Zoon en voorts alleen. Dochter en haar vriend moesten ginds alles uit elkaar sleutelen en vele trappen naar beneden dragen. Parkeren was er onmogelijk. Ik moest telkens voor een garagepoort blijven staan, en zelf bij de wagen blijven. Onderweg, tijdens één van die ritjes naar Brussel, dacht ik opeens aan een anekdote uit onze kindertijd. Héél lang geleden, toen de wereld nog niet ons dorp was. Ons toenmalige kleine broertje, diegene die nu net vijftig geworden is, was een jaar of vijf oud. Hij moet toen een ongelooflijk groots idee van onze hoofdstad gehad hebben. Want weken, maandenlang was dit te pas en te onpas zijn slagzinnetje: "...En dan hé, dan loop ik hélemaal tot in Brussel!" of "Dat is zo gróót als Brussel!" Tot mijn ouders hem eens mee naar Brussel namen. Met een benepen stemmetje vroeg hij toen: "Ligt hier nog iets achter...?" Sindsdien was zijn voorliefde voor de hoofdstad over.
Een zegen is het als je, als ouders, warme supporters ontmoet voor je kinderen. Mensen die oprecht begrip hebben als er beperkingen of problemen zijn. Die niet veroordelen. Bij wie je je verhaal kan doen. En die jou en je kind de successen en de vaardigheden van harte gunnen. Er is niets mis mee om je eigen kroost het allerliefste te zien en er gepast fier op te zijn. Maar vaak komt het tot een onderhuidse concurrentieslag. Best moeilijk om daar niet in mee te gaan. En het rare is: als je oprecht en van harte ook een plaatsje inruimt voor andermans kinderen, doen anderen dat dikwijls vanzelf ook voor die van jou. In deze tekst een pleidooi om met een warm hart om te zien naar elkaars kinderen:
Een kind geboren:
de warme, felle euforie en geen mens die zich eraan zal storen als mams of paps dat nieuwe, dat wondere, bloedeigen kind de mooiste en de liefste vindt.
Maar dan komt Mijnheer, Mevrouw Rivaliteit die verdoken soms, geniepig leeft en een heleboel gezichten heeft en haast iedere ouder op z'n tijd verleidt.
Neen, ik bedoel niet 't competitieve in 't sportieve spel maar wel: het naar andere kinderen kijken in wedijverend vergelijken.
Mijn kind, schoon kind.
Maar wat in wezen telt, wat "mijn" kind voor mij bijzonder maakt -niet dat 't beste is, of weet of kan- maar dat het 't mijne is en dat volstaat.
Zo is elk kind, zijn ze allemaal voor enkele mensen héél speciaal.
Waarom die onderlinge strijd? Laat ons, bevrijd van dwangmatig overtreffen, het opnemen, ook voor de kinderen van elkaar.
Want geloof, er kán echt wat veranderen als we maar een beetje kunnen houden van de kinderen
Ik heb drie petekinderen: Als oudste mocht ik bij ons thuis meter zijn van de jongste. Toen de jongste zelf moeder werd, mocht ik meter zijn van haar oudste. En ik ben ook meter van de jongste van mijn oudste zus. Eind augustus was mijn jongste petekind, dus de oudste van mijn jongste zus, jarig. Vandaag is het jongste zus zelf, dus mijn oudste petekind, die jarig is. Een beetje ingewikkeld? Is ook de bedoeling!
Ziezo, de examenherkansingen voor Dochter en Oudste Zoon zitten erop. We hebben er nog geen hoogte van hoe het met Oudste Zoon verlopen is. Eventjes afwachten dus. Dochter heeft keihard gewerkt aan haar filmpje. Sommige nachten maar amper geslapen. Ongelooflijk hoeveel werk er in zo een tekenfilm kruipt. Deze namiddag moest ze het gaan voorstellen in haar school. Veel weten we er nog niet van, ze zou vannacht niet thuis komen slapen. Maar ze stuurde al een berichtje. Waarin ze vertelde dat het eerste was wat haar docent waarderend had gezegd: "De (film)festivals zullen blij zijn!". Zo, moest ik eerst eventjes over stoefen...
Gisteren was het precies vijftig jaar geleden dat ik voor de derde keer "Grote Zus" werd. Een memorabele dag. In de eerste plaats natuurlijk voor het kleine broertje van toen, die nu vijftig is geworden. Proficiat hé broer! Maar ook letterlijk memorabel, omdat dit één van de vroegste herinneringen is die mij is bijgebleven. Ik weet nog hoe mijn moeder met het kleine kindje in de arm in bed lag en ons vertelde hoe het zou gaan heten. Ik kan het me visueel nog voorstellen, hoe ik heel erg moest opkijken. Net of het desbetreffende moederhuis van die hele hoge bedden had. Maar natuurlijk was ik het, die nog maar een kleine uk was. Drie jaar en ruim acht maanden. En toch al de oudste van vier.
Ik reed naar huis. Met een bezwaard hart en een hoofd vol zorggedachten. Plots zag ik dit tafereel. Dat een glimlach naar boven bracht. En ineens woog alles lichter.
Ze zijn weer weg. Middelste Zoon en Jongste toch. Respectievelijk vertrokken en afgeleverd. De twee oudsten zien het einde van hun tweede zittijd naderen: allebei nu donderdag hebben ze hun examen of deadline (voor het filmpje van Dochter). Maar de jongsten vandaag dus weer naar school. Zoals duizenden kinderen en middelbare scholieren. Voor heel wat van hen een nieuwe grote stap. Zoals voor Yoran, mijn petekindje, en neefje Xander, die vandaag starten in het eerste leerjaar. Op de school van Jongste stond weer een hele batterij opvoeders en leerkrachten de kinderen op te wachten. Er waren weer wat nieuwe kinderen in de auti-klasjes. Met nerveuse gezichtjes. Onwennig nog dicht in de buurt van hun afwachtende ouders. Voor Jongste was het allemaal niet meer nieuw, maar toch veranderingen genoeg om te verwerken. Wel heeft hij nog dezelfde juf, en de drie nieuwe klasgenootjes kende hij al van op de speelplaats. Het zal wel los lopen. Het is bijzonder, zo een school voor Buitengewoon Onderwijs. Van elk kind daar weet je dat het op de één of andere manier een zorgenkind is. Ouders dromen niet van een kind met beperkingen of ernstige leerstoornissen. Je weet dat het voor elke vader en moeder die je hier ontmoet, anders is uitgepakt dan ze hadden gedroomd. Ieder van hen heeft zijn of haar "pakske zorg". Het heeft ook iets positiefs. Hier is geen smakeloze wedijver tussen ouders of kinderen onderling, zoals dat soms is op de gewone school. Hier gaat het niet om een puntje meer of minder. En hier merk je telkens weer dat "graag zien" niets met een goed verstand of mooie vaardigheden te maken heeft. Maar toch...hoe dankbaar ik ook ben om de school die ons "pakske zorg" helpt dragen. Vanmorgen dacht ik eraan hoe het geweest was als hij een gewone jongen zou zijn. Dan was hij naar school vertrokken op zijn fiets, naar het vijfde leerjaar van de plaatselijke basisschool. Het deed toch weer een beetje pijn...
Laatste dag vakantie, morgen trekken ze weer naar school, de kinderen. Onze Jongste heeft tot en met het derde leerjaar op de gewone basisschool gezeten. Een jaar geleden ging hij dus voor het eerst naar het buitengewoon onderwijs. We hebben er diep over nagedacht toen er daar een plaatsje vrij kwam. ' t Was een moeilijke keuze omdat hij nog niet echt was vastgelopen in het gewoon onderwijs. Hij is normaal begaafd en de school leverde grote inspanningen. Daar houden we goede herinneringen aan over, er was een fijne samenwerking en de leerkrachten hielden stuk voor stuk rekening met het probleem van ons kind. Toch is de keuze voor een auti-klasje in het buitengewoon onderwijs een goede keuze gebleken. Veel minder stress, een aanpak op zijn maat. Meer structuur, in de klas en ook bij het spelen op de speelplaats. En boven al, dit ongelooflijk belangrijk geschenk: ons kind maakte voor het eerst in z'n leven ten volle deel uit van een groep. Zijn eigen kleine klasgroepje van maar zes kinderen. Hier was hij geen "buitenbeentje" meer. En omdat de dagschool minder van hem vroeg, kon hij daarbuiten meer aan. Hij volgt muziekonderwijs in een gewone academie. Tussen "gewone" kinderen. Ook dat vinden we belangrijk. Er is een mooi evenwicht gekomen in het leven van onze zoon. Ontzettend dankbaar zijn we ervoor. En dat hebben we aan het eind van vorig schooljaar, aan zijn begeleiders en leerkrachten, mee gedeeld in volgend tekstje:
ziet u, mooi in evenwicht ben ik
niet over- en niet onderbelast
evenwicht tussen mogen en moeten
tussen buiten ravotten, samen leren spelen en beeldschermamusement
tussen wat ik leer om te kennen, wat ik leer om te (over)leven, wat ik leer om te ontplooien
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek