Mijn Oudste Broer, die ook mijn werkgever is, runt twee tuinbouwbedrijven: dat van zichzelf, en een huurbedrijf, enkele kilometers daar vandaan. Sommige periodes switchen we nogal eens van bedrijf om te gaan werken, maar andere momenten staan we op een vaste plek. Ik ben ingekwartierd in het thuisbedrijf en had daardoor mijn twee Marokkaanse collega's, die meestal op het huurbedrijf werken, al wekenlang niet gezien. Tot ik deze week een karweitje moest opknappen op het andere bedrijf. "Yes" dacht ik "dan zie ik ze nog eens..." Want ik heb ze graag, onze Noordafrikaanse helpers: Ahmed, een minzame, verstandige man en zijn neef M'hammed, die zijn gebrek aan kennis van het Nederlands ruim compenseert met een schitterende mimiek en gebarentaal. En ja, nauwelijks was ik die dag in de serre, of er kwam plots een donker hoofd van achter de planten. "Goedemorgen!" klonk het luid en aangenaam vriendelijk. Het was M'hammed. "Is lang geleden hé? En alles goed? Ook met kinderen?" En even later is Ahmed daar, met zijn kar vol pas geoogste paprika's. Bij hem ook een even hartelijke begroeting: "Dag! Alles goed? Met de kinderen ook? Allemaal weer naar school?" (Ze vragen altijd naar de kinderen, nooit naar de echtgenoot.) "Neen, niet allemaal! De twee grote kinderen nog niet. Ze beginnen op 21 september! En hoe gaat het met jou kinderen?" Van de kinderen gaat het naar de Ramadan. Dat het best wel lukt, al is de vasten, en vooral het niet mogen drinken, wel erg moeilijk op de warme dagen... Ik ga met een glimlach aan het werk. De dag al goed begonnen met dit streepje Marokkaanse zon.
Boven het tuinbouwgebeuren van Oudste Broer pakken er nochthans donkere wolken samen. Enkele crisisjaren, die zich in een te korte tijd opvolgden en de onwaarschijnlijk lage prijzen dit ganse seizoen maken de situatie wel heel zorgwekkend. Hoe heel erg voor Broer en Schoonzus, die na zesentwintig jaar dit alles misschien moeten prijsgeven. Zij en wij, hun vaste personeel, zien een onzekere toekomst tegemoet.
|