Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Het is een rommelboel in haar kamer. "Wat een nest is me dat hier!" zucht ik als ik binnenkom. Ze glimlacht onverstoorbaar en beaamt: "Ja, ik wou er net eitjes in leggen!"
Vandaag is Pa dus jarig: hij wordt 78! Daarom pa, opa, langs deze weg nog eens van harte onze gelukwensen!
Toen Pa 48 jaar oud werd, is precies op zijn verjaardag zijn eerste kleinkind Ann geboren. Zij viert dus vandaag haar 30ste verjaardag. Ann, ook hartelijke gelukwensen aan jou! En precies 24 jaar later (de helft van 48) mocht Pa nóg een kleinkind verwelkomen op zijn verjaardag: Yoran. Yoran wordt vandaag 6! Ook een gelukkige verjaardag hé Yoran!
Van hem, als een kleine verrassing, een fotootje op mijn blog, want tenslotte is hij mijn petekindje!
Tekstje voor geboortekaartje van Yoran, precies 6 jaar geleden:
je bent er nog maar net
en nooit meer zal het zijn of je er nimmer bent geweest
zó onuitwisbaar al is jouw voetafdruk geprint in het geheugen van de tijd
én in ons hart
waarvan de duizenden lieve zorgen, de onrust en de warmte
Pa is nu woensdag jarig en dat hebben we gisteren alvast met de familie gevierd. Zo'n familiefeest is een hele organisatie. We zijn met velen. Dat wil zeggen: Pa heeft zeven kinderen en evenveel schoonkinderen, tweeëntwintig kleinkinderen, onder wie een aantal al een partner of lief hebben, en vier achterkleinkinderen. En er is nog meer volk op komst: het drieëntwintigste kleinkind over zeven weken, het vijfde achterkleinkind over zeven maanden. Wie dus een samenkomst met heel deze bende thuis wil organiseren, moet ofwel een groot huis of een grote tuin hebben. Jongste Zus heeft het allebei. Vooral een fantastische grote en mooie tuin, met terras en enorm veel ruimte voor de kinderen om te spelen. Daar was het gisteren "the place to be". Behalve lekker eten en babbelen is het ook altijd leuk om naar de spelende kinderen te kijken. Van de jongste groep waren er nu enkel de neefjes, die de hele namiddag op een zalige manier hebben samen gespeeld. Ook met onze Jongste verliep het prima. Al is het met ons A-denkertje (zo noemt hijzelf kinderen met autisme) altijd een beetje het hart vasthouden. Samenspelen is voor hem niet evident. Kinderen als hij kunnen moeilijk omgaan met onverwachte dingen. Daarom wil hij graag de controle over het spel behouden en lijkt het of hij de hele tijd de baas wil spelen. Toch begint het meer en meer te lukken, die spelmomenten met neefjes en nichtjes. En terwijl dus gisteren de jongens voetbalden en krijgertje speelden, flaneerden de achterkleinkindjes, die allemaal nog kleine meisjes zijn, over het gazon. Met hun zomerjurkjes aan en zonnehoedjes op. Ze deden me denken aan vlindertjes. En de kleine baby ging van arm tot arm. Met zo'n drukte is het voor kleine ukken niet altijd eenvoudig om gehoord te worden. Letterlijk soms. Zo schrokken we een moment van een nogal indringend roepen. Gealarmeerd hielden we ons even stil. En jawel, het werd vlug duidelijk. Jongste neefje van vier-en-een-half zat op het toilet, dat zich bijna buiten gehoorafstand van het feestgebeuren bevond. Hij kan zichzelf nog niet schoonvegen. En dus riep hij luidkeels en almaar door in hetzelfde ritme: "Ik ... Heb ... Kaka ... Ge- ... Dáán! ... ... Ik ... Heb ... ...........!"
Hoe het komt weet ik niet. Ik kan het niet laten. Als ik in de supermarkt een krop sla koop móét ik er eens aan ruiken. Let wel: ik ruik enkel aan de krop die ik in mijn karretje ga leggen. Ik steek nooit mijn neus in andermans krop! De geur van sla roept een waaier aan herinneringen op. Brengt een bepaalde sfeer naar boven. Ik ben een tuinderdochter. Als vijftienjarige ben ik al van school gebleven om mee te helpen. Zo hoorde ik wellicht tot de laatste lichting meisjes die op jonge leeftijd al thuis werkten. De leerplicht was toen nog tot veertien jaar. Maar ook van de kinderen die wel nog naar school gingen, werd veel hulp verwacht. Zo ging dat in land- en tuinbouwergezinnen. We teelden dus kropsla. Onder andere. In het voorjaar en de zomer buiten. Dan stonden we bij het krieken van de dag op, om op het veld de sla kraakvers te oogsten voor de veiling. In de winter plantten we de serre vol. Onze serre was één hectare groot. Stel u voor: een plein van duizenden kroppen. Als die planten nog aan het groeien waren, hadden we het een poosje rustiger. Maar als de oogst begon, betekende dat hard labeur. Drie weken lang duurde dat dan. Van 's morgens vroeg tot laat in de avond. Ook doorheen het grootste deel van het weekend. Sla hoort altijd fris te zijn. En vochtig. We kropen op onze knieën, zetten een kist of krat schuin tegen ons bovenbeen. De krop werd afgesneden, aan de onderkant wat zuiver gemaakt met het mes, en zo in de kisten gestopt. Om niet nat te worden droegen we een groene plastic broek over onze kleren, met van die dikke, ingewerkte knielappen. Na zo een week of twee waren je knieën helemaal rood en gezwollen. En had je kloven in je handen, van het sap van de sla en het vocht. In die oogstperiode was er niet veel tijd voor andere dingen. Weinig sociaal contact dus. Soms had ik dan een gek fantasietje. Dan dacht ik: als ik nu een een briefje wegmoffel tussen de bladeren, met naam en adres op. En een beetje uitleg, om aan diegene die de krop zou verwerken, te vertellen dat wij het waren, die hem geoogst hadden. Zo'n beetje als een kaartje aan een ballon. Nu nog moet ik er dikwijls aan denken als ik iets koop. Bij groenten en fruit, maar ook andere dingen, zoals kleren bijvoorbeeld. Welke handen, misschien zelfs aan de andere van de wereld, zouden dit geplant, geplukt, gesneden, gestikt of vervaardigd hebben? En wat de sla betreft in de supermarkt: ziet u ooit iemand, met een krop in de hand, even schichtig rondkijken, om dan vlug eens aan die sla te ruiken? Grote kans dat ik dat ben!
Hij heeft in zijn spel weer een heel leger verslagen. "Yes, ik heb ze allemaal afgemaakt!" roept hij enthousiast. "Jongen toch," kom ik geërgerd "wat een taal! Dat vind ik geen mooie uitdrukking hoor!" Hij denkt even na, op zoek naar iets beters. Dan glijdt er iets ondeugends over zijn gezicht als hij vraagt: "Eh... in de pan gehakt dan?"
Hij sputterde weg op zijn brommertje. Ik keek hem na door het raam. Eigenlijk een grappig zicht: zijn lange gestalte zowat in drieën gevouwen op z'n kleine machientje. Een grote rugzak op zijn rug. Hij zou die nacht bij een vriend blijven slapen. Om dan van daaruit samen, met het openbaar vervoer, naar Pukkelpop te trekken. Lange tijd was hij in de weer geweest om alles klaar te maken. Had enkele keren een beroep op mij gedaan. "Mamaaa...!" Als hij die tweede lettergreep zo uitrekt, betekent het dat hij iets nodig heeft! Of zijn zwarte broek gewassen en droog was. En zijn grijze vest. Of ik zijn haar wou millimeteren met een tondeuse. Of ik wist waar dat zwarte "marcelleke" was, dat hij al een hele tijd kwijt bleek te zijn. Neen, ik had het niet gezien en de strijk was helemaal bijgewerkt. Samen doorzochten we zijn deel van de slaapkamer. Die een weerspiegeling leek te zijn van zijn eigen innerlijke ik: chaotisch dus. En ja hoor, na een korte zoektocht vond ik het hemdje. Verscholen onder een ander kledingsstuk. Hij nam het uit mijn hand en snuffelde er eens aan. Rook niet meer fris blijkbaar, want vroeg hij, met smekende blik: "Kan dat nog even gewassen?" Ik waste het, samen met wat andere spullen, met het kortwasprogramma van de wasmachine. Meer dan vijf minuten in de droogtrommel gunde hij zijn "marcelleke" niet. Dan maar vochtig mee, zijn geduld was op. En daar snorde hij dus weg op zijn brommer. Voor vijf dagen weg van huis. En ik keek hem na vanuit het venster. Bezorgd zoals gewoonlijk. Maar ook, en meer nog dan dat, voor een keertje weer helemaal moederlijk vertederd! Daar zie, onze tienerzoon van zeventien!
"Als ik dood ga, wil ik verast worden." "Waarom wil je dat dan?" "Dan word ik uitgestrooid. En dan komt de wind en die blaast mij naar de hemel!"
Een filosofietje van Dochter, toen ze een jaar of zeven was. Gisteren was de uitvaart van Dries. En ook al werd zijn lichaam niet verast, evengoed hoop ik dat een wind hem zal optillen en naar de hemel dragen. Zo als ook die nog jonge man, papa van drie kinderen, die vorige week op een ochtend niet meer wakker werd.
Ik kon er gisteren niet naartoe gaan, naar de uitvaart van Dries. Maar ik kreeg wel een gedachtenisprentje. Toch was het niet alleen het overlijden van de jongen die onze aandacht in beslag nam. Ik werk bij mijn broer en zijn schoondochter is sinds kort mijn collega. Gisteren deelde ze ons een dubbel gevouwen blad papier. Als we het open plooiden bleek het een kopie van een echografie-fotootje te zijn. Haar manier om te vertellen dat ze een kindje verwacht! Het kopie en het gedachtenisprentje stopte ik samen in mijn handtas: nieuw leven en sterven, vlak naast elkaar.
Gisteren was het Moederdag. Hier in het Antwerpse toch. "Straks gaan we je een cadeautje geven!" vertelde Jongste 's ochtends. "Zeg moet je dat nu zeggen? Ze hoeft nog niet te weten dat we eraan gedacht hebben!" bitste Middelste Zoon. Jongste schrok. Oeps, had hij het al verklapt! "Ik vind het wel leuk om te weten dat ik nog iets te verwachten heb!" probeerde ik hem gerust te stellen. Toch vond hij het erg dat hij het fout had gedaan. "Wil je het alstublieft vergeten mama?" smeekte hij. En daar achteraan: "Of toch doen alsof...!"
En later op de dag, denkend aan Moederdag, vroeg hij me wel een keer of drie: "Mama, kan ik iets voor je doen?" Momentje..., dat moet ik eventjes in het vet schrijven: "Mama, kan ik iets voor je doen?" Niet vergeten dus, voor de tijden dat ik misschien, wat het spontaan aanbieden van zijn diensten betreft, op mijn honger zal moeten zitten.
Om de anderen niet tekort te doen, moet ik nog zeggen dat ik voor Moederdag, een warm verpakt geschenk gekregen heb van al mijn huisgenoten: de cd box die ik zo graag wou.
Ik ga mijn laatste dag verlof in. Vanaf maandag zit ik weer bij de collega-paprikaantjes tussen de paprikaplanten. Deze week moest ik het dorstige hout van onze ramen behandelen. Maar verder heeft het niet hoeven gaan werken iets ontspannends natuurlijk. Een beetje langer slapen. Niet met de auto door het verkeer. En tijd voor mijn nieuwe hobby: blogsurfen. En mijn eigen nieuwe blogje opstarten, en up to date houden, wat van nu af aan niet meer zo frequent zal kunnen. Tijd ook om te lezen, al is dat er door de ontdekking van de blogwereld wat bij ingeschoten. Toch vind ik lezen bijna het fijnste wat er is. Van de week, nadat dochter laat thuisgekomen was van haar vakantiejob, hebben we samen na het afruimen nog een poos zitten te lezen aan de keukentafel. Zalig. Zij las "De eenzaamheid van de priemgetallen", ik "De aarde neuriet in B-mineur" van Mari Strachan. Boeken hebben een ongelooflijke aantrekkingskracht op mij. Als ik boeken koop zijn het meestal non fictie boeken, over onderwerpen waar ik mee bezig ben. De laatste tijd waag ik me echter meer aan romans. Toch verdwaal ik een beetje in de bibliotheek. Ik ben niet erg thuis in de literatuur. Gisteren ging ik een boek, dat ik had besteld, afhalen in mijn lievelingsboekenwinkel. Dat voelt dan aan als een beetje feest. De mevrouw van die winkel leest zelf veel boeken. Ze print dan haar mening erover af op een blad papier, en bevestigt dit als een bandje om het bewuste boek. Dat helpt al een beetje op weg. Zo heb ik al enkele boeken gelezen, die ik anders niet opgemerkt zou hebben. En gisteren mocht ik wat langer blijven plakken in de boekhandel natuurlijk. Ik was ten slotte nog in verlof.
"Papa, wat is een condoom?" Ik wil net de woonkamer binnen gaan als ik Jongste die vraag hoor stellen. Hij kijkt naar een aflevering van FC De Kampioenen, waarin er sprake is van een condoom. Ik hou mijn pas een beetje in, benieuwd hoe Echtgenoot, die zijn krant zit te lezen, dit zal oplossen. "Papa," klinkt het nu wat dwingender "een condoom, wat is dat?" Even lijkt het of Echtgenoot heel gewoon zal antwoorden. "Een condoom, jongen, dat is..." Hij maakt moeizaam z'n blik en aandacht los van zijn krant. Ineens gaat zijn hoofd met een rukje omhoog: "Tja, een condoom...?" Hoe moet hij dat gaan uitleggen? Hij kijkt hulpeloos om zich heen. Ziet dan hoe zijn "redding in nood" bij de deuringang staat te luistervinken. "Mama," schuift hij opgelucht de vraag door "hij wil weten wat een condoom is!" Ik kom dichterbij. Zie ook Oudste Zoon achter de computer zitten. Met een smile van oor tot oor. Geamuseerd afwachtend wat zijn ma nu gaat zeggen. Ik besluit heel gewoon te vertellen wat een condoom is. Hoe die eruit ziet kan ik al meteen aanwijzen: op het scherm staat Pol van Doortje met een exemplaar in de hand. Verder kan ik bouwen op wat Jongste al weet over voortplantingszaken. Dat zaadcellen bij een eicel moeten geraken om een baby'tje te laten groeien, dat een mama en papa daarvoor eerst moeten vrijen. Nu vertel ik hem dat een man en een vrouw het vaak fijn vinden om te vrijen, ook zonder dat ze een kindje willen. Dat een condoom een soort zakje is, dat de man om z'n penis moet doen, waar de zaadcelletjes in terecht komen zodat ze niet bij de eicel kunnen geraken. Voilà, kort en duidelijk. Zo moeilijk is dat niet. Oudste Zoon zegt nog iets over overdraagbare ziekten. "Niet te veel ineens!" vind ik. Ik vertel nog dat er ook andere manieren zijn om te zorgen dat er geen kindje komt. Dat veel vrouwen bijvoorbeeld pilletjes innemen, zodat er in hun buik geen eicel wordt klaar gemaakt. "Niet te veel ineens!" vindt Echtgenoot op zijn beurt. Jongste knikt dat hij het allemaal begrepen heeft. Hij heeft een duidelijk antwoord op zijn vraag. Nu wil hij rustig verder naar zijn programma kijken.
"Wanneer gaan wíj nu eens op reis?" Hoe vaak hebben ze het al gevraagd? "We gaan toch naar zee." antwoord ik dan telkens weer. "Ja maar, wij willen ook eens naar een lánd!" "Een ánder land bedoel je." Door ons beroep is het ons onmogelijk om met het hele gezin op vakantie te gaan. Daarom trek ik alleen met ons kroost elk jaar voor een week of wat naar de zee. En hoewel ze daar telkens weer best heel gelukkig mee zijn, ze horen van andere kinderen dat die véél verder op vakantie gaan. En dat willen ze ook weleens. Vooral grote broer is ervan overtuigd dat elders, ver weg van ons, een soort aards paradijs te vinden is. En hij weet best waar. Hij wil naar Spanje, met het vliegtuig. Spanje, dáár zijn al veel klasgenootjes geweest, en dáár lijkt het hem de plek bij uitstek om vakantie te houden. Laatst, zomaar in de paasvakantie, is Phil van zijn klas er nog geweest. Maar dat was dan wel met de auto. Een openbaring is het voor hem dat je er ook met de auto geraken kunt. "Hangen die landen dan aan mekaar?" vraagt hij, zijn gezicht schuin naar mij opgeheven en met nadenkende blik. Er daagt hem iets van een heel andere werkelijkheid dan die hij zich had voorgesteld. Ik moet erom glimlachen. "Zullen we eens kijken op de kaart hoe het precies is?" We trekken naar boven en ik pak de nieuwe wereldkaart die nog ongezien opgerold in de koker zit. We leggen hem open op het bed en ik wijs: "Kijk, hier wonen wij, dit is België, en daar ligt Frankrijk en daar, dat is Spanje." Hij kijkt geboeid toe: naar ons eigen prutslandeke, waar zelfs nog geen grote mensenvinger op kan wijzen, zonder een deel van Duitsland of Frankrijk bezet te houden. Maar zelfs zijn droomland Spanje vindt hij in het niet verzinken bij Rusland of het werelddeel Antarctica, die indrukwekkend groot zijn. Dáár zou hij nu weleens naartoe willen! Samen hangen wij de kaart op de nog kale muur in de kinderkamer. Boven zijn bed. De dagen erna staat hij er nog dikwijls naar te kijken en moet ik hem de landen nog eens aanwijzen. Onze wereldreiziger in de dop besluit toch maar met Spanje te beginnen. Antarctica is te koud weet hij nu, en Rusland, daar is nog niemand van zijn klas geweest, dus zo aantrekkelijk zal het daar wel niet zijn.... .
Uit de cursiefjesdoos. Zoon in kwestie was toen zeven.
Deze keer geen grappige anekdote, zoals ik van plan was. Gisteren heb ik vernomen dat een jongen van 18 jaar, uit onze verdere omgeving, is overleden ten gevolge van een "weekendongeval". Ik ben er erg door aangegrepen.
Moet er alsmaar aan denken hoe de wereld van zijn ouders en broers ineen stort. En hoe, als ze dit te boven komen, hun leven nooit meer hetzelfde zal zijn. De omstandigheden van dit overlijden waren zo nodeloos. Jongeren van die leeftijd lijken nog niet "af" te zijn. Nog zo impulsief en ondoordacht. Jongens meer nog dan meisjes, zo denk ik toch. En toch moet je ze loslaten, al is het met zo'n bang hart. Het is een risicovolle periode, waar ze door schijnen te moeten. En waar sommigen jammer genoeg niet door geraken. In gedachten vandaag dus, met heel veel mededogen, bij de familie van Dries.
Elena is de jongste telg van de familie. Geboren op 19 mei en dochter van ons oudste nichtje. Gisteren werd ze gedoopt. Als gelukwens aan haar een tekstje.
liefdeskindje
laat je wiegen , laat je warmen in een schelp van koesterarmen
geurend naar je vers bestaan gebalde groeikracht in je handjes
in je oogjes woont geheimenis enkel je oorsprong is geschiedenis
en daarbuiten zingt de wind hij lokt en wenkt en roept je, kind
zijn lied gewaagt van duizend wegen waarvan nog niet één gegaan
verhaalt van verre horizonten over zee en over land van oase en woestijn van geestdrift, hartstocht, hartenpijn
maar ook van verstild verlangen en kostbaar lot mee in jouw hand
van wat komen kan en komen zal als een belofte in het zand. jb
We zijn weer thuis. Oorspronkelijk was het de bedoeling om tot maandag te blijven, maar Pa moest in het binnenland zijn voor het doopsel van zijn achterkleindochtertje Elena. En zo hoefde hij niet uren op de trein te zitten. Eerst hebben we vanmorgen alles opgeruimd in het appartement. Gestofzuigd en gedweild. Frisse lakens op de bedden omdat er maandag alweer nieuwe logés komen. Ongelooflijk hoe Pa nog in staat is om al die dingen te plannen en uit te voeren: wassen, koken, poetsen, boodschappen doen. En sociale contacten onderhouden, en de papierwinkel bijhouden. Alles kan hij. Alles behalve strijken. Zo'n groot contrast met Moeder, mijn schoonma, die mijn man en ik vanmiddag nog zijn gaan bezoeken. Moeder is dementerend en wordt in de dementieafdeling van een rustoord verzorgd. Dementie, het is een ontzettend schrijnende aandoening. Hoe de mentale vermogens langzaamaan wegsijpelen, en daarmee ook de grip op het eigen leven en het recht en de mogelijkheid om over zichzelf beslissen. Tal van staaltjes van dit pijnlijke proces hebben we al meegemaakt, zowel bij Moeder als bij de andere bewoners. Deze keer waren de mensen erg rustig. Ze kregen net het avondeten opgediend. Terwijl ik hen gadesloeg, bedacht ik hoe zij ooit gewoon volwaardig hebben geleefd, gewerkt, lief gehad, opgevoed en beslissingen genomen. En hoe het elk van ons kan overkomen, ongeacht talent, verstand of status.
Vandaag hebben we een zandkasteel gebouwd zoals in de goede oude tijd. Nu ja, we! Jongste was het eigenlijk al vlug beu. Wou liever in de zee spelen. En zo zat ik daar wel een paar uur lang te scheppen, te kneden en te plamuren. En zocht schelpjes om ze voorzichtig in de zandmuren en -torens te duwen. Heb me geamuseerd als een kind. Op een moment stond ik Jongste toe om alleen bij opa, die maar twee straten ver woont, iets te gaan halen. Hij is ten slotte al bijna tien. Terwijl hij weg was voelde ik me daar ineens een beetje "bloot" zitten. Zo spelend in het zand zonder een kind in de buurt! Toen de vloed later het fort kwam verwoesten, hebben we er samen rustig naar staan kijken. Ons zonder tegenstand neergelegd bij het onvermijdelijke. Vanmorgen hadden we eerst nog een eenvoudige vlieger gekocht. Want Jongste wou zo graag vliegeren. Er lag wel een stuntvlieger in het appartement. Maar dat zag ik echt niet zitten, dat gedoe met die touwtjes en zo... "Daar moeten je papa of je broers je maar eens bij helpen..." vond ik. Alle emancipatie ten spijt, soms mis ik het hier weleens, de grotere deskundigheid, op sommige gebieden, van "mijn" mannen. Zoals deze week ook op de kermis, toen Jongste voor het eerst met een kermisgeweer in de weer was. Ik wist nog helemaal niet hoe je zo een ding moest opspannen! We kochten dus een éénlijnsvlieger. In schitterend felle kleuren. Verbluffend eenvoudig. In een mum van tijd hadden we hem opgelaten. Maar Jongste vond die vlieger maar saai. Keek afgunstig naar de kinderen die meer actief konden vliegeren. En zo trokken we vanavond nog naar het strand met allebei de vliegers. De grote vlieger had ik binnenshuis al samen met Pa bestudeerd en in elkaar gezet. Een hele poos probeerden Jongste en ik hem op te laten. Maar telkens dook hij weer met z'n neus in het zand. Dan maar de "saaie" vlieger. Terwijl ik die opliet trok mijn zoon weg met z'n emmertje. "'k Ga nog wat mosselen zoeken hé!" En daar stond mammie dus, bij zonsondergang, te vliegeren. Trok het touw aan en liet het weer vieren. En genoot van de aanblik van die vlieger in de nog blauwe lucht, van de kleurige staart en de fladderende slierten aan de vleugelpunten. "Ik vind het helemaal geen saaie vlieger!" zei ik even later tegen mijn zoon, toen ik het touw aan het oprollen was. "Als jij hem niet wilt, dan is hij nu gewoon van mij!"
We hadden het daarstraks over "gezonde voeding". Pa vertelde hoe hij onlangs in één of ander dieetboek had gelezen dat alle soorten bonen gezond zouden zijn. En pal erachter aan: "Kwam goed uit, ik had net nog een doosje suikerbonen staan!"
Het is de eerste keer dat ik meerdere dagen alleen met Jongste in verlof ben. Tot nu toe kwam ik bijna jaarlijks met al onze kinderen voor een weekje naar zee. Papa kan niet voor meerdere dagen weg van huis, maar om hem de gelegenheid te geven om toch eens op bezoek te komen, gingen we nooit ver op vakantie. Nu dus voor de eerste keer met één kind. Soms is dat wel makkelijk. Maar ik mis ze toch, onze "groten". En heb er deze week al vaak aan moeten denken. Hoe we destijds zandforten bouwden, ze helemaal versierden met schelpjes. Hoe ze die dan met een ongelooflijke inzet en samenhorigheid tevergeefs trachten te redden van de oprukkende vloed. Of hun leven ervan afhing. Zalige momenten waren dat. Er schoot me dezer dagen ook een anekdootje binnen van die tijd. Over Oudste Zoon, pakweg veertien jaar geleden:
Terwijl Zoon en ik van de vloedlijn naar het strand terug stappen kruisen we een peutertje dat gretig naast haar mama richting zee loopt. In haar blootje. "Dat kindje daar hé, dat is een meisje!" weet Zoon. "O, ja?" "Ja, ik zie het! Ze heeft staartjes!"
Het appartement ademt nog helemaal Ma. Alles hier in huis, meubelen en decoratie, gebruiksvoorwerpen, keuken-, slaap- en badkamerlinnen, het behangpapier aan de muren, al die dingen zijn nog ooit door haar gekozen geweest en hebben door haar hun plaats gekregen. Of ze heeft er althans serieus de hand in gehad. En er staan overal foto's. Ma is twee jaar geleden overleden aan leukemie. Na "een lange, maar moedig gedragen ziekte", zoals men pleegt te zeggen. Dat gaat zeker op voor haar. Ze heeft ongelooflijk dapper strijd geleverd. Nu hier bij Pa, met al die tastbare herinneringen rondom, lijkt het gemis nog groter. Een tekst uit de periode van haar overlijden. (te lezen vanuit het oogpunt van Pa)
Afscheid van mijn maatje
je was zo graag nog wat gebleven 't was hier zo goed nog en zo warm
maar de dood -die ongenode gast- drong aan: "het is je tijd nu, je moet gaan..."
en ik, met verstikte stem, zei jou
"kom, mijn lieve knoop je jas maar dicht en ga nu maar
We logeren enkele dagen bij Pa in Middelkerke. 't Is te zeggen, Jongste en ik. We hebben het schoon hier. "Gratis appartement met garage èn butler!" grapte ik al aan de telefoon tegen mijn zus. Dat laatste slaat op onze immer zorgzame Pa. Het is echt niet de bedoeling om daarvan te profiteren, maar je moet al vlug zijn om hem voor te zijn. "Gaan jullie al maar naar het strand, ik ruim wel op..." En als we dan na enkele uurtjes terug komen, staat de tafel alweer gedekt!
Gisteren was Jongste in de speeltuin aan het spelen. Hij had het erg naar zijn zin, speelde verstoppertje met enkele andere kinderen. Ik zat in de buurt op een bankje te lezen. Hoorde ik mijn zoon ineens vertellen aan één van die nieuwe makkertjes: "... en mijn papa is 51 jaar, en mijn mama is er 53!" Welja, dacht ik, zet het maar in de krant! Maar het deed me terug denken aan die periode van ruim tien jaar geleden. Het was enkele maanden na mijn drieënveertigste verjaardag. Ik voelde me niet lekker, had hier en daar wat lijfelijke ongemakken. "Zou het de overgang kunnen zijn?" vroeg ik me af. Ik kocht en verdiepte me in de lectuur van een boekje met precies die titel. "Zou het de overgang kunnen zijn?" Het was de overgang niet! Getuige de zoon die hier de leeftijd van zijn ouders staat uit te bazuinen. Een ongelukje? Neen, laat ik het liever, en dat ondanks de later opgedoken problematiek, een "onverwacht gelukje" noemen! En het boekje over de overgang? Heb ik verder niet meer gelezen. Latere lichamelijke ongemakjes wàren "de overgang".
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek