Vandaag hebben we een zandkasteel gebouwd zoals in de goede oude tijd. Nu ja, we! Jongste was het eigenlijk al vlug beu. Wou liever in de zee spelen. En zo zat ik daar wel een paar uur lang te scheppen, te kneden en te plamuren. En zocht schelpjes om ze voorzichtig in de zandmuren en -torens te duwen. Heb me geamuseerd als een kind. Op een moment stond ik Jongste toe om alleen bij opa, die maar twee straten ver woont, iets te gaan halen. Hij is ten slotte al bijna tien. Terwijl hij weg was voelde ik me daar ineens een beetje "bloot" zitten. Zo spelend in het zand zonder een kind in de buurt! Toen de vloed later het fort kwam verwoesten, hebben we er samen rustig naar staan kijken. Ons zonder tegenstand neergelegd bij het onvermijdelijke. Vanmorgen hadden we eerst nog een eenvoudige vlieger gekocht. Want Jongste wou zo graag vliegeren. Er lag wel een stuntvlieger in het appartement. Maar dat zag ik echt niet zitten, dat gedoe met die touwtjes en zo... "Daar moeten je papa of je broers je maar eens bij helpen..." vond ik. Alle emancipatie ten spijt, soms mis ik het hier weleens, de grotere deskundigheid, op sommige gebieden, van "mijn" mannen. Zoals deze week ook op de kermis, toen Jongste voor het eerst met een kermisgeweer in de weer was. Ik wist nog helemaal niet hoe je zo een ding moest opspannen! We kochten dus een éénlijnsvlieger. In schitterend felle kleuren. Verbluffend eenvoudig. In een mum van tijd hadden we hem opgelaten. Maar Jongste vond die vlieger maar saai. Keek afgunstig naar de kinderen die meer actief konden vliegeren. En zo trokken we vanavond nog naar het strand met allebei de vliegers. De grote vlieger had ik binnenshuis al samen met Pa bestudeerd en in elkaar gezet. Een hele poos probeerden Jongste en ik hem op te laten. Maar telkens dook hij weer met z'n neus in het zand. Dan maar de "saaie" vlieger. Terwijl ik die opliet trok mijn zoon weg met z'n emmertje. "'k Ga nog wat mosselen zoeken hé!" En daar stond mammie dus, bij zonsondergang, te vliegeren. Trok het touw aan en liet het weer vieren. En genoot van de aanblik van die vlieger in de nog blauwe lucht, van de kleurige staart en de fladderende slierten aan de vleugelpunten. "Ik vind het helemaal geen saaie vlieger!" zei ik even later tegen mijn zoon, toen ik het touw aan het oprollen was. "Als jij hem niet wilt, dan is hij nu gewoon van mij!"
|