Pa is nu woensdag jarig en dat hebben we gisteren alvast met de familie gevierd. Zo'n familiefeest is een hele organisatie. We zijn met velen. Dat wil zeggen: Pa heeft zeven kinderen en evenveel schoonkinderen, tweeëntwintig kleinkinderen, onder wie een aantal al een partner of lief hebben, en vier achterkleinkinderen. En er is nog meer volk op komst: het drieëntwintigste kleinkind over zeven weken, het vijfde achterkleinkind over zeven maanden. Wie dus een samenkomst met heel deze bende thuis wil organiseren, moet ofwel een groot huis of een grote tuin hebben. Jongste Zus heeft het allebei. Vooral een fantastische grote en mooie tuin, met terras en enorm veel ruimte voor de kinderen om te spelen. Daar was het gisteren "the place to be". Behalve lekker eten en babbelen is het ook altijd leuk om naar de spelende kinderen te kijken. Van de jongste groep waren er nu enkel de neefjes, die de hele namiddag op een zalige manier hebben samen gespeeld. Ook met onze Jongste verliep het prima. Al is het met ons A-denkertje (zo noemt hijzelf kinderen met autisme) altijd een beetje het hart vasthouden. Samenspelen is voor hem niet evident. Kinderen als hij kunnen moeilijk omgaan met onverwachte dingen. Daarom wil hij graag de controle over het spel behouden en lijkt het of hij de hele tijd de baas wil spelen. Toch begint het meer en meer te lukken, die spelmomenten met neefjes en nichtjes. En terwijl dus gisteren de jongens voetbalden en krijgertje speelden, flaneerden de achterkleinkindjes, die allemaal nog kleine meisjes zijn, over het gazon. Met hun zomerjurkjes aan en zonnehoedjes op. Ze deden me denken aan vlindertjes. En de kleine baby ging van arm tot arm. Met zo'n drukte is het voor kleine ukken niet altijd eenvoudig om gehoord te worden. Letterlijk soms. Zo schrokken we een moment van een nogal indringend roepen. Gealarmeerd hielden we ons even stil. En jawel, het werd vlug duidelijk. Jongste neefje van vier-en-een-half zat op het toilet, dat zich bijna buiten gehoorafstand van het feestgebeuren bevond. Hij kan zichzelf nog niet schoonvegen. En dus riep hij luidkeels en almaar door in hetzelfde ritme: "Ik ... Heb ... Kaka ... Ge- ... Dáán! ... ... Ik ... Heb ... ...........!"
|