Hoe het komt weet ik niet. Ik kan het niet laten. Als ik in de supermarkt een krop sla koop móét ik er eens aan ruiken. Let wel: ik ruik enkel aan de krop die ik in mijn karretje ga leggen. Ik steek nooit mijn neus in andermans krop! De geur van sla roept een waaier aan herinneringen op. Brengt een bepaalde sfeer naar boven. Ik ben een tuinderdochter. Als vijftienjarige ben ik al van school gebleven om mee te helpen. Zo hoorde ik wellicht tot de laatste lichting meisjes die op jonge leeftijd al thuis werkten. De leerplicht was toen nog tot veertien jaar. Maar ook van de kinderen die wel nog naar school gingen, werd veel hulp verwacht. Zo ging dat in land- en tuinbouwergezinnen. We teelden dus kropsla. Onder andere. In het voorjaar en de zomer buiten. Dan stonden we bij het krieken van de dag op, om op het veld de sla kraakvers te oogsten voor de veiling. In de winter plantten we de serre vol. Onze serre was één hectare groot. Stel u voor: een plein van duizenden kroppen. Als die planten nog aan het groeien waren, hadden we het een poosje rustiger. Maar als de oogst begon, betekende dat hard labeur. Drie weken lang duurde dat dan. Van 's morgens vroeg tot laat in de avond. Ook doorheen het grootste deel van het weekend. Sla hoort altijd fris te zijn. En vochtig. We kropen op onze knieën, zetten een kist of krat schuin tegen ons bovenbeen. De krop werd afgesneden, aan de onderkant wat zuiver gemaakt met het mes, en zo in de kisten gestopt. Om niet nat te worden droegen we een groene plastic broek over onze kleren, met van die dikke, ingewerkte knielappen. Na zo een week of twee waren je knieën helemaal rood en gezwollen. En had je kloven in je handen, van het sap van de sla en het vocht. In die oogstperiode was er niet veel tijd voor andere dingen. Weinig sociaal contact dus. Soms had ik dan een gek fantasietje. Dan dacht ik: als ik nu een een briefje wegmoffel tussen de bladeren, met naam en adres op. En een beetje uitleg, om aan diegene die de krop zou verwerken, te vertellen dat wij het waren, die hem geoogst hadden. Zo'n beetje als een kaartje aan een ballon. Nu nog moet ik er dikwijls aan denken als ik iets koop. Bij groenten en fruit, maar ook andere dingen, zoals kleren bijvoorbeeld. Welke handen, misschien zelfs aan de andere van de wereld, zouden dit geplant, geplukt, gesneden, gestikt of vervaardigd hebben? En wat de sla betreft in de supermarkt: ziet u ooit iemand, met een krop in de hand, even schichtig rondkijken, om dan vlug eens aan die sla te ruiken? Grote kans dat ik dat ben!
|