We zijn weer thuis. Oorspronkelijk was het de bedoeling om tot maandag te blijven, maar Pa moest in het binnenland zijn voor het doopsel van zijn achterkleindochtertje Elena. En zo hoefde hij niet uren op de trein te zitten. Eerst hebben we vanmorgen alles opgeruimd in het appartement. Gestofzuigd en gedweild. Frisse lakens op de bedden omdat er maandag alweer nieuwe logés komen. Ongelooflijk hoe Pa nog in staat is om al die dingen te plannen en uit te voeren: wassen, koken, poetsen, boodschappen doen. En sociale contacten onderhouden, en de papierwinkel bijhouden. Alles kan hij. Alles behalve strijken. Zo'n groot contrast met Moeder, mijn schoonma, die mijn man en ik vanmiddag nog zijn gaan bezoeken. Moeder is dementerend en wordt in de dementieafdeling van een rustoord verzorgd. Dementie, het is een ontzettend schrijnende aandoening. Hoe de mentale vermogens langzaamaan wegsijpelen, en daarmee ook de grip op het eigen leven en het recht en de mogelijkheid om over zichzelf beslissen. Tal van staaltjes van dit pijnlijke proces hebben we al meegemaakt, zowel bij Moeder als bij de andere bewoners. Deze keer waren de mensen erg rustig. Ze kregen net het avondeten opgediend. Terwijl ik hen gadesloeg, bedacht ik hoe zij ooit gewoon volwaardig hebben geleefd, gewerkt, lief gehad, opgevoed en beslissingen genomen. En hoe het elk van ons kan overkomen, ongeacht talent, verstand of status.
|