Vannacht laat thuisgekomen en vandaag nie gaan werken.
Gans de week s'avonds met lijm en papier rondgetjoold. Met Bob, sorry, Swa de bouwvakker.
Om foto's van André aan houten panelen en paaltjes te plakken of te timmeren.
Geen miserie gehad dit jaar. 't Is anders geweest. Ofwel zijn het allemaal mietjes geworden of beginnen ze ons te kennen.
Gisteren dan al die rotzooi gaan ophalen. M'n garage ligt vol met hout voor de haard bij Brigit. Is gezellig als we op het schapevel....We dwalen af, we dwalen af.
Daarna naar de reuze-powwow van den aannemer geweest. Jup en food for free. Again.
Nee, hij is niet verkozen. Maar heeft veel bijgeleerd. Zei hij, rond drie uur vannacht.
'Kenter ier ètwien ne vloerder die in't zwart werkt?'
Zaterdag, tijdens de apero werd die vraag gesteld aan de patron. Luid genoeg zodat iedereen, die dat wilde, het hoorde.
Door een gast die we al eens in't café gezien hadden. Een ingevoerden. Uit 't Kortrijkse. Een schoolmeester. Wist de patron.
Heeft het huis gekocht van Geerolf, de kantonnier, had Brigit gehoord.
We geloofden er maar de helft van. Hij zag er uit als een controleur van de belastingen. Eén van z'n eerste broekje, dan.
Opletten geblazen met nieuw volk. Kan nooit kwaad.
'Een zwarte vloer is moeilijk om te kuisen, zulle manneke.' Antwoordde de bazin.
De baas hield zich afzijdig. Van ambetantenaren wordt hij zelf ambetant.
En dat zag er zo-één uit. Brilleke, debardeurke en veel te dure horloge. Dronk wel pinten en geen Leffe.
'Hé maat. Ge zijt hier nie in de Westvloanders zulle. Hier word nie in't zwart gewerkt.' Ik kon het niet laten.
Hij draaide zich, op een ietwat slome manier, op zijn stoel. Keek me aan en zei 'Patron, geef die twee daar één van mij.' Dacht hij ons daarmee om te kopen of was het gewoon een toffe pee?
'Wij zijn allemaal nette mensen die hun belastingen betalen en geen foefelaars gelijk jullie.' Ging ik door.
Hij keek me aan alsof ik Hebreews praatte. Misschien klonk het ook zo in zijn oren.
'Ik heb horen zeggen dat het rond Kortrijk het ergst van al is. Klopt dat?' Deed ik voort.
Hij draaide zich, weer op die nogal slome manier, terug richting patron en zei ' Geef die twee daar nog één van mij en zeg tegen die groten dat ik alleen tegen serieuze mensen praat.'
Dat was het startsein van een lang gesprek.
Een halve emmer Jup, met ons drieën weliswaar, en een container gelul later namen we afscheid van onze nieuwe stamgast.
Want dat wordt hij. Tegen beter weten in.
De patron kwam bij Copain en ik staan en vroeg 'En??'
''t Is geen controleur.' Was het oordeel van Copain.
'Een toffe pee.' Voegde ik er aan toe.' ' En! Hij draagt basketsluffers.' ' Of toch iets dat erop gelijkt.'
|