Halfuurtje geleden een telefoontje gehad.
'Cornetje', op de display. Ik sprong haast een gat in't plafond.
Een paar keer laten rinkelen. Kwestie van te tonen dat ge niet onder de indruk zijt.
Maar niet te lang. Want misschien belt ze nooit meer.
'Hallo.'
Wie zegt er nu 'Hallo' als de vrouw van z'n leven belt na een ruzie? Een stom kieken gelijk ik, die zijn ego beter tussen de vijlstaak steekt. Ik kon mezelf een blauw oog slaan.
'Vroum, ge gaat toch je werk niet opgeven?'
'Heb ik al gedaan.' 'Bel je daarvoor?' 't Is sterker dan mezelf.
Gelukkig kon ik me herpakken en was ik de rest van het gesprek mijn eigenzichzelve. Lief, begrijpend, deemoedig en vooral vol van spijt. Dat laatste is wel waar.
De rest is te melig om on-line te zetten.
't Komt hierop neer. We zijn afgesproken om het een week te laten bekoelen en volgende vrijdag samen een uitstapje te doen.
Toen ze toelegde was het alsof ik de Lotto gewonnen had.
Misschien heb ik veel meer gewonnen dan dat.
Nu eerst mijn gewezen bazin bellen om te weten wat de opties zijn en dan een frisse of twee gaan drinken.
Mijn lever zal blij zijn. Want ik sta al drie dagen droog.
|