'Vroumke, ge zoudt beter een keer tot hier komen.' Roger, Brigit's moeder's vriend, belde me zondagmorgen.
Nie veel later, Blankenberge is nogal een eind en de boetes konden me worst wezen, stond ik in zijn werkplaats. Hij was, zoals gewoonlijk zijn Sareola aan't poetsen.'
Denk da ge er eens gaat moeten tegen klappen.' Zei èm zonder van zijn moto op te kijken.'
'Wacht.'
Hij ging naar de keuken en stak zijn kop tussen de vliegendeur.' Moedre, èj éu tasse kaffie vo de Vroum?, Ik hoorde Brigit iets zeggen tegen haar moeder.
Vijf minuten later kwam Paula met twee koppen koffie naar buiten en zette ze op de Sariola. Roger gebaarde van piekens maar pakte de twee direct van het zadel.
'Peiszn da 't een rit voor niet gewist is.' Paula zag er vermoeid uit.
' Ze wil je nie meer zien. Nooit meer zegt ze.... En volgens mij meent ze het.' 'Jammer Vroum, want ik had je graag.'
Ze pakte de nog volle kop uit mijn hand en schudde haar hoofd. 'Hoe stom kunt ge zijn.' zei ze toen ze zich omdraaide. 'Kom Roger, we zijn naar binnen.'
Ik bleef achter als een geslagen hond en het duurde een tijdje eer ik het me realiseerde. Afdruipen heet het, wat ik toen deed.
Vanmorgen niet gaan werken geweest en nog geen telefoontje gehad van de bazin.
Ook raar.
|