Vandaag grote boel op 't werk.
Nico op staande voet buiten.
De geldzak werkt al jaren in't zwart na zijn uren. Dat is op zich niet ongewoon. Driekwart van mijn collega's foefelen wel eens aan een of andere kar om iets bij te verdienen.
Maar de baas had hem al gewaarschuwd dat hij van onze klanten moest blijven en hij zit al een tijdje in't vizier.
Tijdens de schafttijd gaat hij altijd naar huis maar vandaag staat er een flikkencamionet aan de poort en vragen ze hem beleeft om zijn frigobox te openen. Hij stribbelt eerst wat tegen tot de baas en nog iemand die ik nie ken er bij komen.
Zit er wel een pot polyesterplamuur tussen zijn bookes zeker.
Finito Nico.
Hij moet het maar weten.
Na de middag mochten we allemaal naar de toonzaal. En niet om een nieuwe kar te kiezen.
We werden onthaald op een preek van baas en bazinneke. Ze waren teleurgesteld in ons, zeiden ze, omdat we het niet gerapporteerd hadden dat de Nico stal op het werk. Het was niet die pot polyester alleen, bleek.
Nu, ik wist het niet en kon niet laten dat aan te kaarten. Ik word niet graag beschuldigd.
Toen ik dat te berde bracht reageerden ze allemaal. Wij wisten van niets en moest ik het geweten hebben waren ze al lang op de hoogte. Want iemand die steelt van zijn baas steelt ook van zijn collega's.
Ik haat dieven.
|