'Alleen voor piloten en mecaniciens.' Gaf een plakkaat aan dat aan de servicetent hing toen we wilden schuilen voor de plotse hagelbui. Omhooggevallen stelletje sukkelaars. Gelukkig waren hun overburen gastvrijer.
We hadden de eerste twee ronden gezien en waren in de servicezone de wagens aan het bekijken toen de hemelsluizen zich openden. Hagel. Het waren erwten die uit de lucht vielen. Maar dan witte. Dat zorgde meteen voor paniek bij de piloten die zich aan het klaarmaken waren voor de derde ronde. Banden moesten gewisseld worden en bij praktisch alle auto's moesten de voorruiten gekuist worden. Aan de binnenkant. Er waren er bij die geen steek meer konden zien. En dat moest straks een rally gaan rijden. Nadien nog een tijdje door het servicepark gewandeld.
Het was ons al opgevallen. De sfeer was niet deze van de laatste jaren. Er was geen animositeit. Iedereen zat zijn worstjes te bakken of zijn koffietje te slurpen op zijn eigen stekje. Alsof ze niet tegen elkaar spraken. Elk op zijn afgebakend stukje grond. Vreemd. Zelfs in de Pompeschieter, het rallycafé bij uitstek, hing er een raar sfeertje. En, volgens mij, weinig volk. Plaats zat. Waar je verleden jaar moest dringen om binnen te raken kon je nu rustig plaats nemen aan een tafel. André en ik zijn niet lang gebleven. We verveelden ons. Erg hé? Het kon ook zijn door het feit dat onze twee rosse grieten niet mee waren. Mijne Cornet is ziek en het bazinneke wilde niet mee als Brigitje thuis bleef.
Moorslede. Ik had er zo naar uitgekeken. Waar ik vandaan kom zeggen ze ' 't Was een schéte in een netzak.' Wie de vertaling wilt moet het maar vragen.
|