Ben moe. Gans de week tot snachts ten twaalven aan die rotbakken gewerkt. Van negen smorgens. Zag het deze middag niet meer zitten. De bazin verstond het en miek van haar kloten tegen haar vent die wilde dak vanavond ook ging. Nadien kwam ze een beetje in mijn zakken zeiken en tegen dat ze wegging had de teve me toch zover gekregen dat ik er morgenvoormiddag ééntje ga doen. Stommekloot dak ben. De Pindaar daarentegen ziet het wel zitten. Die gaat er twee klaarzetten voor morgen zodat ik er niet veel meer aan moet doen. Hij wil smoorrijk worden dat ventje.
Maandag en dinsdag aan de kooi van de Jap gewerkt. Het begint erop te trekken. Den André was content. Dinsdagavond samen met hem in het dikkenekkencafé tot tien uur in de tuit gezeten. Plannen gemaakt en paarden geteld. Na tien Jups zaten we al boven de tweehonderd. We gaan een grote beilk nodig hebben om ze te laten grazen.
Beilk = weide
|