Gisteren tijdens de apero beslist om naar de Montebergsprint te gaan. Ik had beter in mijn broek gescheten. Het was aan copain zijn toer om te rijden en dan weet je dat je gegarandeerd een ommetoerke doet. Er zit geen Gps in zijn onnozele bak en hij vertikt het om een Tomtommeke te kopen. Hij kent België uit zijne kop, zegt èm. Nu, mij niet gelaten. Mijn tonneke zat al half vol en een uurtje rusten kon geen kwaad. Een uurtje. M'n kloten. Toen ik wakker werd was mijnheer van Ieper richting Kortrijk aan het tuffen. Is dat een blind kieken. Een klein half uurtje later arriveerden we in Dranouter. Ik dacht eerst dat we weer van datum gemist waren. Parking zat, en het terras van het café'tje op de hoek niet eens half vol. Was dat een dode bedoening.
We waren toch te laat om de eerste auto's te gaan bekijken en gingen eerst naar de servicezone. Daar was het van hetzelfde. Er werd hier en daar wel aan een auto gewerkt maar de grote helft van aanwezigen was min of meer op hun nagels aan het bijten. Van verveling. Na tweehonderd meter maakten we rechtsomkeer.
' Ook een worst?' Vroeg copain. Die ruikt worstenkramen zoals een zwijn truffels, van mijlen ver. ' Ok, en voor jou een limonade zeker?' Hij om worst en ik naar de staminee. Was de bedoeling.
'Vroumke, kende geen mensen meer?' Copain en ik draaiden ons richting terras. Daar zat ze. Mooi te wezen. Julie. Ik weet niet hoelang ik daar sprakeloos stond te poepgaaien maar 't zal te lang geweest zijn. ' Allé, zet je bij dat we een klapke kunnen doen. Gelijk vroeger.' 'Vroeger? Van waar kende gij die trien?' Copain ziet wijven als een noodzakelijk kwaad en was haar al lang vergeten. Ik ook eigenlijk. Maar niet lang. En niet helemaal.
Ik zette me bij haar en we praatten over koetjes en kalfjes tot copain met de worsten arriveerde. Ik had opeens geen zin meer in worst. Of was ik bang van de hele rotzooi op mijn hemd te smossen? Copain zette zich bij, stouwde mijn middagmaal in twee keer in het gapend hol dat bij een normaal mens 'mond' heet en veegde de mosterd en achtergebleven ajuin van zijn smoel. Nam zijn pils en kapte hem in één keer naar binnen. Zette zijn glas met te veel drama op de tafel en liet een boer die te horen was tot op de Kemmelberg. Gênanter kon niet. De lafaard. Hij stond op en zei 'We gaan naar de koers kijken zeker?'.
Julie vatte het ook en zei 'Vroumke, ik moet ook weg' Stond op en gaf me, zoals vroeger, een sensuele kus op mijn wang. Weg was ze. Mij wezenloos achterlatend met de meest boertige mens op aarde. Die stond met een brede grijns naar zijn gsm te kijken.
We zijn dan maar naar de koers gaan kijken. Waardeloos, zijn geld niet waard. Er heeft een oldtimer gewonnen voor enkele lawaai makende Jappanners. Den onzen gaat goed moeten zijn om mee te kunnen.
|