Valà zè. Moet maar tegen negen op 't werk zijn. Vanmorgen al een depanageke gedaan. De baas heeft een klandizie die gemiddeld dichter tegen de honderd dan de twintig is en daar zitten nogal rare vogels tussen. Zoals de komieken van vanmorgen. Hij kon niet slapen en had het lumineus idéé om te zien of zijn krakkemikkig vervoermiddel wel zou starten. Hij rijdt nog met een model vanuit de tijd dat ik mijn plechtige communie deed en mijnheer wilde persé weten of hij nog startte bij min negen! Om vijf uur in de morgen! Den halve gedraaiden. Nu, werk is werk en depanagekes brengen veel op. Toen ik toekwam stond èm buiten te wachten! Met een kegel van vijf centimeter aan zijn neus! 't Vriest dat kraakt, halve zot! Zijn uitleg? Bang dat ik zou voorbijrijden! Het is te hopen dat ik zo niet word.
Van eersten keer, samen met veel show, een nieuw batterij verkocht. Na de gedane arbeid, de uren lopen toch door, nog genoten van een pot koffie of drie met een zestal druppels. En blij dat hij was. Ik ook. 't Is te hopen dat ik de blauwe gestreepten niet tegenkom.
|