DAG 41: Vrijdag 8 juni 2018.
Onder mijn voeten: Ambarès Et-Lagrave Neuvic met de camper - Laval-De-Cère.
Na de regenellende alles drogen en proper maken op de camping.
Internet is een zegen als het er op aankomt om snel en efficiënt iets op te zoeken. Bedoeling is zo snel mogelijk de natte spullen droog te krijgen (grote angst voor schimmelinfectie zoals verleden keer), de 8 doorweekte schoeisels terug te brengen naar hun staat van bruikbaarheid, onszelf wat netjes en in de plooi te brengen en vooral toch ook mijzelf mentaal terug wat op te vijzelen. Naar een camping dus. In Neuvic zegt Google dat al onze parameters ingewilligd zullen worden. Er is douchegelegenheid, je kan er overnachten, er is elektriciteit en mogelijkheid bij eventueel verder slecht weer om je linnen te drogen via een droogkast. We zitten er inderdaad op een Godsgeschenkte locatie. Vlak tegen de Isle en haast geen volk. Volop in de zon en laat maar drogen die kleedjes en mijn bottinnekes. Bekomen van de natte dagen doen we via le petit jaune en chips (ik moet mijn zoutgehalte op peil houden wanneer ik zoveel zweet
.), olijven en Feta-kaas. Ja hoor, kleinigheden kunnen me gelukkig maken. We voelen ons allebei in de goede mood en spreken af om vanavond in een klein plaatselijk restaurantje iets te gaan eten. Die minieme schattige Franse eetgelegenheden kunnen dikwijls heel aardig en bovendien goedkoop uit de hoek komen. Vraag dat maar aan onze Marcel. Ook nu is dat opnieuw zo. We aten er allebei ons buikje rond en dronken een zeer goede Bordeauxwijn (Lafitte) en het dessert (passievruchtensorbet) mocht er ook zijn. Net geen 54 euro voor ons beiden, en geloof me, de schotels van den Meus mochten er gerust naast staan. Deze dagelijkse kost bracht ons terug helemaal in de plooi en in versnelde draf trokken we als twee voldane kompanen naar ons gelegenheidskamertje. Ik heb geslapen tot 07.30 en het zonnetje had al verschillende keren mijn tenen door het venstergaas heen opgewarmd, toen Walter zijn hoofd opstak en vroeg of ik wist hoe laat het al wel was. We verschijnen een 5-tal minuutjes later in deftig tenue voor het appel en meteen worden de taken verdeeld. Het bakken van een eitje met spek, de afwas, de opruim van de tassenkast en de kruidenkast, de camper vertrekkensklaar maken (afsluiten elektriciteit gas afsluiten koffer achteraan schikken en vastgespen alle ramen sluiten rondom en boven - de kasten blokkeren samen met de ijskast
) douchen en toilettage en maquillage, scheren en instappen. Op weg naar Laval-de-Cère, waar we zondag onze copinnekes zullen mogen en kunnen vertroetelen. Wanneer we aankomen bij Chris en Jacques wacht ons een zeer innig onthaal. We eten op zijn Belgisch: koude schotel, met eitjes, sla, tomaten, boontjes, makreelfilets, ansjovis en frietjes. Met een goede Palm zitten we meteen in de sfeer en na goed getafeld te hebben, geef ik me over aan mijn onbeheersbare dwangneurose: de mobilhome reinigen binnen en alles weer deftig in orde brengen en klaar maken voor het tweede deel van onze missie. Ruiten binnenkant worden grondig ontdaan van allerlei vliegenscheten en de bloedsporen ten gevolge van doodgemepte muggen. De frigo wordt helemaal met water en detergent gereinigd en ook de vloer wordt geschrobd en geblonken. Weer als nieuw en klaar voor een deskundig keurend oog.
Morgen gaan we naar de markt in Bretenoux en laat ik weten wat daar allemaal kan gekocht worden. Ondertussen blijven we op onze honger tot de echtgenotes eraan komen.
Achter mijn handen
DE SLURPENDE KNIE
Ziekenhuisafdelingen hebben soms de neiging om tegen grotere vakantieperiodes hun afdelingen wat te ontlasten door patiënten iets vroeger dan in normale omstandigheden, naar huis te sturen.
Dat gebeurt dan steevast rond de Kerst- en nieuwjaarsdagen, Paastijd en de zomervakantieperiode. Als kinesitherapeut in een zelfstandige praktijk word je daar wel meermaals mee geconfronteerd. Zaak is dan om toch een beetje op je hoede te zijn omdat je wel eens te maken krijgt met verzwakte patiënten die niet over veel reserve beschikken. Hun fysiek-conditioneel systeem is dikwijls wat vervallen onder hun normale waarde, en ook de doorgebrachte tijd in bed maakt dat het musculaire bestel niet binnen de reguliere waarden functioneert. Je moet als therapeut alert zijn voor signalen van fysiek onvermogen, therapeutische achterstand, kwaadaardige evoluties van de wonden en zeker ook mentale en verbale seinen van het slachtoffer.
Bavo was een 25-jarige jongen die met de wagen was geslipt en zijn knie en onderbeen danig had gekwetst. De knieschijf was gebroken, het onderbeen was gebroken en bovendien was er een stuk van de zijkant van het onderste deel van zijn dijbeen ook mediaal (langs de binnenzijde van de knie) afgebroken. De gecompliceerde hersteloperatie in een Brussels perifeer ziekenhuis had bestaan uit verscheidene ingrepen.
De fractuur van het onderbeen werd gestabiliseerd door drie staven door het scheenbeen te boren en die uitwendig met een soort Sergeant-binding te verbinden en te fixeren. In het jargon noemt men dit een externe fixator. Het voordeel van dergelijke immobilisatie is dat men de gewrichten onder en boven de breuk vrijwaart en dus zeer goed in beweging kan houden, bovendien kan men de wonde, veroorzaakt door het stuk bot dat door het vlees buitenwaarts heen is geschoten, zeer goed observeren en desnoods zeer gemakkelijk behandelen. Bij een gips immobilisatie verdwijnt zon wonde onder de plaaster en is opvolging moeilijker en gevaarlijker voor ettering. Bij de externe fixatie met staven doorheen de huid en het bot is het echter van groot belang dat de kleine poortjes waar de staven door de huid gaan, elke dag ontsmet worden en zeker niet ontsteken noch toegang verlenen voor bacteriën in het bot of onder de huid.
Bavo mag op Goede Vrijdag het Brusselse hospitaal verlaten. Na een intense tijd van dagen op spoed, in de operatiekamer, op intensieve en tenslotte op zijn eenpersoonskamer, wordt hij ontslagen, en dient hij te worden vervoerd per ziekenwagen, omdat de behandelende arts buiging van de knie niet toelaat.
Blijkbaar moet er bij de eindcontrole van Bavo toch iets ernstig mis zijn gelopen. Bij mijn eerste behandeling aan huis merk ik een fel verzwakte tot afwezige patiënt op die ternauwernood nog antwoord kan geven op mijn vragen naar pijn. Ook zijn autogene (eigen) controle over buigstand van de knie en gevoel in het been zijn danig verstoord. Bavo transpireert hevig en wanneer ik mijn hand op zijn hoofd leg voel ik mijn ingebouwde thermostaat richting rood klimmen
Bavo had duidelijk koorts.
Het meest verontrustend echter waren de bijgeluiden tijdens de mobilisatie van de knie. Bedenkelijk waren de geruchten die ik hoorde wanneer ik de knie langzaam van strekken liet overgaan naar buigen. Het was een storend slurpend geluid. Ik hoorde duidelijk een vochtverplaatsing. Ik was onzeker over de aard van de vochtmaterie. Het kon resterend bloed zijn na de heelkundige ingreep. Ook wondvocht was een mogelijkheid. Maar waar ik het meest voor vreesde en haast intuïtief aan dacht was een etterende materie die onder het kapsel van de knie glorieus en zonder storing het bot kon aantasten en zodoende het ganse lichaam in een sepsis zou kunnen storten. Een zeer gevaarlijke evolutie die tot amputatie en zelfs tot de dood kon leiden.
Een eerste telefoon naar de huisarts op vrijdag na 18 uur gaf mij letterlijk geen antwoord op mijn bezorgdheid. De dienst in Brussel, waar Bavo vandaan was gekomen, gaf mij wel een antwoord in de orde van een doorverbinding met een aanwezige assistent. Wanneer die man mij toch trachtte af te wimpelen met het voorstel om hem de week nadien een afspraak te geven op de dienst orthopedie viel er langs deze zijde van de lijn een onheilspellende stilte. Aan de andere kant ook. De assistent was echter duidelijk onder de indruk van mijn wederwoord.
Ik noemde de man zijn naam en meldde dat ik hem desnoods persoonlijk aansprakelijk zou stellen bij eventuele latere complicaties aan deze knie. Ik rapporteerde dat ikzelf deze patiënt met mijn wagen naar de spoed in de Gasthuisberg in Leuven zou brengen en dat hij voor deze patiënt geen afspraak hoefde te maken in Brussel, want dat een spoedingreep aan deze etterende knie zich duidelijk opdrong.
Ik was een kwartiertje later op spoed. Bavo weet daar niets meer van. We hebben samen met twee verplegers de jongeman op een brits gelegd en diezelfde avond nog werd Bavo onderworpen aan een open kniespoeling en werd de necrose zone volledig gereinigd. De knie was in erg erbarmelijke staat geweest en blijkbaar moeten de wonden aan de uitwendige fixator meer aandacht gekregen hebben, waardoor de bacteriële infectie op het echelon hoger minder verzorging kreeg. Zo kon deze inwendige infectie vrij en vrolijk ontsteken. Bavo verbleef nog 6 weken in de ziekenboeg, deels in quarantaine.
Het is die keer dat professor Broos me persoonlijk contacteerde en wist te prijzen voor mijn zeer alerte houding en dito reactie. Dat het mijn ijdelheid streelde mag ik niet ontkennen.
Bavo herstelde helemaal en is nog steeds een dankbare man wanneer we elkaar toevallig nog eens tegen het lijf lopen.
        
|