DAG 40: Donderdag 7 juni 2018.
Onder mijn voeten : Pugnac – Ambarès-et-Lagrave 27,6 kilometers.
De tweede wimpel is met glans binnen !
Vandaag wandel ik de laatste tocht van mijn eerste deel. De ganse tocht beslaat twee delen. Een eerste deel met mijn copain de route, Walter, ondertussen nog een betere vriend geworden omdat we beiden onze kleine kantjes prijs gaven. Vanmorgen vang ik de tocht aan in een goede verwachting: grijze hemel met blauwe puzzelstukjes er midden in. Een beetje zout en peper die in de wolken hangt. Het goede gesternte doet zich vooral gelden in : geen neerslag. Mijn door en door natte schoenen van gisteren zijn nog voor één derde vochtig, maar die van eergisteren zijn haast neutraal droog. Die kies ik dan maar. Vooral het lopen door hoog nat gras maakt me treurig en vooral ongerust. Eénmaal je schoenen langs de binnenzijde de kousen nat maken, is het verhaal heel kort en heel pijnlijk. Wanneer je voeten de natte kousen assimileren wordt het gevaarlijk omdat de wakke delen de vorm aannemen van de zeer zachte zijkant van je schoen. De volgende dag val je werkelijk uit je zetel van de pijn die de hard geworden zachte weefsels hebben aangenomen. Echt geen jonge patatjes! Ik neem voorzorgen: mijn droge schoenen overkleed ik met mijn omlaag geschoven wandelgetten omdat ik na de regen van gisteren heel veel vuiligheid en nattigheid in het hogere gras verwacht. Ik ben daar helemaal niet verdraagzaam in. Het valt allermaal wel heel goed mee. De ondergrond is hier helemaal anders wat betreft samenstelling en permeabiliteit. De vochtige aarde is niet meer modderachtig, niet meer glibberig en met veel smaak wordt die vaste aarde en gras verwerkt door mijn passen en mijn voeten alsof het goede boter is waar een mes doorsnijdt. Ik loop wederom als een op hol geslagen paard. Ik loop vandaag voor de tweede wimpel. Na Cambrai was Bordeaux de tweede wimpel, meteen ongeveer de helft van de opdracht. Ja, bij aankomst op de camping heb ik er samen met Walter twee Ricarrekes op gedronken. Dat heeft te maken met de euforie, omdat ik twijfelde aan deze wimpel. Duizend en honderdnegendertig kilometer met beide voetjes, elke dag opnieuw, is niet alledaags. Natuurlijk ben ik daar een beetje fier op. Onderweg maak ik mijn bedenking omtrent mijn tweede uitdaging. Wanneer het schrijven van de teksten een eerste uitdaging is voor mijn pensioen en voor Oostrem, is het verkopen van 500 exemplaren van dit boek voor Oostrem een tweede zware opdracht. Niet dat ik mij een beetje wil indekken bij voorbaat, maar vooraf in al je enthousiasme denk je, wanneer je drukker een minimum aantal van 500 exemplaren voorstelt, dat dit best zal haalbaar zijn. Naderhand, nu dus, nu mijn hoofd begint leeg te geraken, moet ik eerlijk toegeven dat ik daar wel een beetje angst voor krijg. Zoveel boeken verkopen is niet min. En toch zal het moeten. Desnoods trek ik zoals de socialisten, de boer op, van huis tot huis.
Wat ben ik blij met enkele reacties die me bereiken via de blog. Weet je, de grootse angst van eender welke schrijver, van Tom Lannoye tot een klein amateurke, is dat al dat geschrijf niet veel aarde aan de dijk brengt. Ik weet wel, het is gewoon een ventilatie van al wat je ziet, hoort, meemaakt onderweg, en je wil dat zo graag delen. Maar hier draait het om meer: ik wil zo graag Oostrem wat zuurstof bieden voor hun ontspanningsruimte. Haast 25.000 euro hebben ze daarvoor nodig. Mijn schampere 20.000 euro zouden daar wel een hele hulp voor betekenen. Wanneer ik vandaag richting Bordeaux wandel valt me plotseling op hoeveel deftige wijnboeren met uitzonderlijke ommuurde wijngaarden mijn pad kruisen. Ik kan er niet omheen, maar er zijn prachtig mooi aangelegde wijnbouwakkers en dito wijnhuizen, die ook de weg van de “merchandising” (bed and breakfast – chambre d’hôtes – gite -…) met veel smaak slikten. Komaan Johan, iedereen wil leven. In Arras kan je er niet naast kijken, het ene wijnhuis beconcurreert het andere met reclame over proeverij en/of directe verkoop. Het dorp leeft echt van de wijnindustrie. Ik laat me niet kennen, en onder het mom van pijnlijke voeten stop ik even aan de ingang van een heel gerenommeerde wijnproducent, om de geplogenheden rond het fabriceren van een flesje wijn toch even van kort bij waar te nemen. Daar is almachtig toch veel handenarbeid en ambachtelijke “know-how” mee gemoeid. Dit is niet zomaar een flesje fruitsap brouwen. Veel respect voor deze mensen.
Het lopen gaat voortreffelijk en niets doet vermoeden dat ik vandaag de laatste rit loop van deel één. Tijdens de uittekening van het programma heb ik meermaals gemijmerd: als ik maar in Bordeaux geraak.Hier ben ik nu! De brug over de Dordogne is een fenomenaal gevoel. Waar de Garonne en de Dordogne in elkaar samenvloeien wordt de Gironde gevormd. De brug is een kilometer lang en loopt over een pracht van een natuurreservaat met water en omgevend struikgewas. Haast geen bootverkeer en een uitzonderlijke geaardheid die deze streek geen geweld aandoet. Ik ben zo blij dit te kunnen meemaken en al ga ik los over al die kilometers, ik geniet van de eerste meters tot de laatste centimeters. Dat dit mij kan worden gegund. Met supporters langs de zijkant, want gisteren kreeg ik nog wat extra steun van Joke, de oudste dochter, die mij volgende week een tweetal dagen komt vervoegen. Het weerzien met Pieter en Joke, en ook vooral de twee kleinkindjes gaan me dwaas maken van blijdschap. Je zal het je niet kunnen voorstellen, maar tijdens de strijd in deze missie is elke aanmoediging toch zo een geruststellende instemming met mijn zelf opgelegde opdracht. Gelukkig is er veel empathie.
Vandaag zitten we even na de tocht op een camping in Neuvic sur Isle, aan de kanten van Périgueux. Een toffe plaats om even alles te evalueren. Niets dan positiefs en het beter inschatten van ons beider kleinere kantjes heeft ons, Walter en mezelf nogmaals betere vrienden gemaakt. Het overleg is positief en heeft ons nogmaals meer loyaal opgesteld ten overstaan van elkaar. Niets mag u doen vermoeden dat er nooit geen problemen zijn geweest, maar we scoorden belangrijke punten in de vriendschap.
Morgen rijden we verder naar Chris en Jacques in Laval-de-Cère om er alles grondig te wassen. Ook de mobilhome en we nemen diepvriesfrietjes mee om ons er van te verzekeren dat we ons huisgerecht met balletjes gehakt in tomatensaus niet zullen missen. Ook een fles Ricard zal worden overhandigd met de bedoeling dat onze verwelkomers de ons zo eigen geworden drank zeker in huis zullen hebben. Zondag verwachten we de “Copinnekes” zodat we na een zestal weken weer helemaal verenigd zullen zijn en weer helemaal normaal zullen kunnen functioneren. Morgen wordt u een nieuw sterk verhaal aangeboden, al zal de motoriek niet zo zwaar op de proef worden gesteld. De tekst zal er niet minderwaardiger om zijn. Deze avond gaan Walter en ik lekker uit eten op restaurant. Wil je weten wat we aten, lees dan morgen maar de blog.
Tot vrijdag.
Achter mijn handen: GOED WERK LEVEREN WEKT AFGUNST
Er was een familiale helpster en die leverde heel goed werk. Door alle oudjes waar ze eenmaal was geweest werd ze op handen gedragen en geroemd als de perfectie in bejaardenhulp. Zodanig hulpvaardig en correct in haar taak dat elke vergelijking met een loondienst in het niet verdween. Ze werkte als was het voor haar eigen zelve. Iedereen maakte haar het hof omdat ze zo sympathiek was, zo vol overgave en altijd het beste uit iedere mens naar boven wist te halen. Ze was ook niet op haar tong gevallen. Ze sprak iedereen aan en wist op alle opmerkingen gepast te repliceren. Elk probleem, groot of klein, kreeg een gepaste oplossing op korte of lange termijn. Bovendien had deze mevrouw omwille van haar vriendelijk karakter en haar aangename verschijning heel veel vrienden. Vrienden in zowat alle lagen. Ze kende verscheidene profs van Gasthuisberg wegens jarenlange opeenvolgende hospitalisaties van haar zoon. Ze kende Janneke en Pierke en haar uitstraling was er één om mee van te genieten. Geluk en zich goed voelen waren haar levensverhaal. Nochtans werd tegenslag haar niet gespaard. Haar zoon vocht van bij de geboorte tegen een chronische ziekte. Enkel ingewijden hadden daar echter weet van en ook dat sierde haar.
Ik merkte ooit op dat ze gevaarlijk spel speelde want de collega’s die minder goed in de markt liggen, zouden wel eens van afgunst de details verkeerd durven vertalen naar de verantwoordelijken toe.
Goed, we hebben er tamelijk lang moeten op wachten, maar het is er gekomen. Ze werd zo op handen gedragen dat reactie niet kon uitblijven. Heel veel initiatieven die ze te goeder trouw nam en heel veel bonafide bedoelingen werden opzettelijk verkeerd vertaald en gemeld omdat het niet werd genomen dat alle lof enkel naar één persoon ging.
Het leven werd er haar zuur gemaakt en alle gekheid op een stokje, wegens gebrekkige dienstverlening en te erg familiaire omgang kreeg ze haar overplaatsing en werd ze als het ware op een zijspoor geschoven. Het heeft op mij heel veel indruk gemaakt en tegelijk bedacht ik de woorden van mijn grootvader zaliger.
JE KAN NOOIT VOOR IEDEREEN GOED DOEN, HOE GOED JE BEDOELING OOK IS.
De vrouw beëindigde haar carrière op een post waar ouderen in dagopvang zaten. Ze maakte er een heel gezellige boel van en menig oudere begaf zich naar die opvang alleen al omwille van de begeleiding en opvang door deze ongelooflijk gemotiveerde bejaardenhelpster.
Ik vind dat ze in extremis in eer mocht worden hersteld en worden geprezen om zo veel inzet en niet opgemerkte overgave voor menig bejaarde persoon.











|