Beginnen bij het begin. Zo gaat dat meestal. Ook met wedstrijdverslagen. En vooral op het einde het bedankwoordje niet vergeten aan iedereen die met je heeft meegeleefd en je heeft bijgestaan. Wel, laat het me deze keer eens andersom doen. Er wordt al genoeg binnen de lijntjes gekleurd. Ik wou trouwens nog een paar dagen of weken wachten met m'n verslag. Kwestie van genoeg te recupereren ;-) Maar de druk wordt te groot. Er zijn er een paar - en niet van de minsten - die ongeduldig worden. En ik ga hun geduld dan maar niet langer op de proef stellen. Ik ga ze niet langer uitdagen, want wie weet waar ik ze nog allemaal voor nodig ga hebben ;-) De coach. Na zondag begin ik me stilaan af te vragen waarom ik m'n wedstrijden eigenlijk nog meedoe. Hij weet toch al op voorhand mijn eindtijd. Mijn levende championchip ;-) Deze keer zat hij er echt bal op. En net deze keer dacht ik echt wel dat hij me (weer) een keertje te hoog inschatte. Niet dus. Vakmanschap heet zoiets zeker? Thanx. Christel. Een jaar lang - eigenlijk al veel langer natuurlijk- steunt ze me en zorgt ze er mee voor dat ik al die trainingen en opofferingen kan doen die ik wil doen en die nodig zijn om zo'n wedstrijden tot een goed einde te brengen. Many, many thanx baby. London, Ilse, Ingrid, Sara, Sofie, Wim, Roeland en ook Vegas, moeke en vake. De talrijke supporters ter plaatste die me af en toe deden vergeten dat het pijn deed en me telkens opnieuw die energieboost gaven waar ik op zat te wachten. Vooral op het einde, toen ik de laatste energie in m'n lichaam niet meer wou en ook niet meer kon gebruiken om in het voorbij lopen vriendelijk te lachen. Thanx. De aanmoedigingen per sms en per mail waren nauwelijk nog te tellen. Aan al diegenen onder hen die dit verslag lezen. Weet dat elk sms'je, elke e-mail enorm veel deugd heeft gedaan Thanx. Terug naar zondagmorgen dan maar. Of beter naar zaterdag. In m'n hoofd was de wedstrijd dan al volop bezig, weliswaar op de foute manier. Naast de koolhydratenstapeling was het checken van het weerbericht zaterdag immers m'n voornaamste bezigheid. En dat had ik beter niet gedaan. Want de voorspelling van een zondvloed, een halve dag lang, en dat midden tussen twee weken tropisch zowerweer, maar net op "mijn" halve dag. Dat was er iets te veel aan. Het effect op m'n humeur zaterdag, kan je al raden. Bij deze nog eens een dikke sorry. Gelukkig lukte het me, van bij het opstaan zondagmorgen, dan toch om me gewoon bij de weersomstandigheden neer te leggen en me volledig op de wedstrijd te focussen. Iets te veel misschien. De wedstrijd was nog niet bezig of ik had m'n eerste stommiteit al achter de rug. Te voet van de wisselzone T2 (de Zuiderdokken) naar de start (het Galgenweel) in de gietende regen ... zonder paraplu. Als een verzopen kieken en klappertandend stapte ik de wisselzone binnen. Als verschillende mensen van de organisatie zodanig medelijden met je beginnen te krijgen dat ze je moed beginnen in te spreken, je spontaan warm beginnen te wrijven, .... dan ben je waarschijnlijk toch niet zo goed bezig. Volgende hindernis: de wetsuit. Waar ik voor vreesde, kwam uit. Omdat m'n lichaam al volledig nat was, bleek het een hel om de wetsuit deftig aan te krijgen. Gelukkig was de tijd nog niet aan het lopen, of ik was in die proef vast en zeker buiten tijd aangekomen ;-) Uiteindelijk dan toch naar de start. De tips van Rudi deden duidelijk z'n werk. Van de abominabale start zoals in Hamme was geen sprake. En toch, even later was het tijd voor de volgende stommiteit. Net toen ik dacht dat het allemaal best meeviel met het gejoel en het gestamp tussen zoveel andere zwemmende atleten, kwam een kajak heel dicht naast me varen en gebood me vriendelijk maar kordaat de andere kant op te zwemmen. Ik was waarschijnlijk aan de verkeerde kant van de boei beginnen zwemmen. Even later kon ik terug bij de groep aansluiten. Wat op zich een redelijk goed teken was. Toen ik uiteindelijk het water uitkwam, checkte in omniddellijk m'n chrono en stelde tot m'n grote verbazing vast dat ik er maar iets meer dan 37 minuten over gedaan had. M'n doel was binnen de 40 minuten te blijven. In een fractie van een seconde leek het doel van 5 uur misschien toch terug haalbaar. Gewoon even vergeten dat het aan het regenen is. Moeilijker is dat eigenlijk niet. Na een veel te lange wissel, de fiets op voor 90 km. Amper een paar kilometers verder, deed een voorbij stuivende ambulance me beseffen dat het toch niet gemakkelijk zou zijn in deze kletsnatte omstandigheden een deftig gemiddelde te halen. Een paar minuten later ging het in de Waaslandtunnel dan weer aan 63 km/h, zo bleek achteraf op m'n fietscomputertje. Kicken. En dat was eigenlijk het verhaal van de ganse 90 km. Snel waar het kon. Traag en heel voorzichtig waar het moest. Het aantal treinsporen dat we moesten dwarsen was enorm. Echt niet normaal. Buiten het risico op valpartijen, haalde het me telkens weer volledig opnieuw uit m'n ritme. En naarmate de kilometers vorderden deed het optrekken na elke spoorovergang meer en meer pijn. Toen iemand op de zoveelste spoorovergang, net voor mij, onderuit ging, moest ik al m'n stuurmanskunsten boven halen en had ik vooral het geluk aan m'n kant of ik had er ook bij gelegen. Al bij al ging het eigenlijk redelijk goed. Ik merkte dat de wind zeker nog niet de ganse tijd in m'n voordeel stond en m'n gemiddeld lang toch nog boven de 34 km/h. Het maakte dan ook dat ik uiteindelijk de wisselzone binnen kwam na net geen 2u30. Voor 90 km, en volgens de officiële uitslag, een gemiddelde van precies 36 km/h. Maar dat is niet helemaal correct, want zowel m'n Garmin als m'n fietscomputertje gaven ruim een kilometer minder aan. Toch nog een gemiddelde van 35,5 km/h. Na het zwemmen, bleef ik met het fietsen ook ruim onder m'n beoogde tijd. Een nieuwe energieboost. In tegenstelling tot de eerste wissel (van het zwemmen naar het fietsen), ging de tweede wissel (van het fietsen naar het lopen) wel redelijk vlot. Het had nog vlotter gegaan als ik die referee me niet terecht had gewezen dat ik m'n helm al had losgemaakt vooraleer ik m'n fiets had weggezet. Gelukkig bleef het enkel bij een vermaning en de vraag om m'n helm terug vast te maken, waardoor ik maar een paar seconden verloor. En dan was ik klaar voor de 21 km lopen. Noem het op zo'n moment vooral geen halve marathon, maar gewoon 21 km, dat klinkt veel gemakkelijker ;-) Ik wist dat ik zonder te crashen m'n doel van vijf uur in het bereik had. Een heel goed gevoel. Alleen wist ik absoluut niet welke snelheid ik nu die 21 km lang zou kunnen aanhouden. Het gevoel in m'n kuiten voorspelden nochtans niet veel goeds. Tijdens het fietsen had ik in elke kuit al een keertje kramp gekregen. Ik voelde ook nu dat krampen niet veraf waren en het onderste deel van m'n beide kuiten hadden duidelijk niet veel zin in nog eens 21 km lopen. Tijdens de eerste kilometers, had ik echt het gevoel dat ik tijdens het fietsen misschien toch iets te diep gegaan was. Ik kon alleen maar hopen dat het puur met de overgang van fietsen naar lopen te maken had. En dat bleek ook zo. De tweede loopronde - waarvan ik vooraf dacht dat het mentaal de moeilijkste zou worden - ging, wat het gevoel betreft, beter dan de eerste en uiteindelijk ook betere dan de derde en laatste. Ik kon m'n gemiddelde snelheid van rond de 4:30 per km goed aanhouden. Dan eens erboven, dan weer eronder. Maar al bij al redelijk gelijkmatig. Toen m'n maag tot twee keer toe het nemen van een gelletje goed verdroeg, wist ik het zeker dat ik binnen de vijf uur zou finishen. Met nog vijf kilometer te gaan, heb ik dan nog geprobeerd te versnellen. Maar met weinig succes. Het vat was af. Ik lukte er wel in om de laatste kilometeres allemaal onder de 4:30 te lopen, maar daarmee was het ook gezegd. Als toemaatje bleek het dan nog bijna 22 km te zijn i.p.v. 21km. Dat maakte dat met een gemiddelde snelheid van 4:33 per km ik uiteindelijk zo'n 1u39 nodig had. Maar dat kon de pret echt niet drukken. Na 4 uur 50 minuten en 57 seconden overhandigde Marc Herremans mij m'n eerste (halve) Ironman finisher medaille. Dankuwel mijnheer, die heb ik, meer dan wie ook, echt verdiend.
|