geen goud, geen zilver, geen brons, maar gewoon ijzer de belevenissen van een Waaslandse triatleet, op weg naar z'n volgende Ironman
14-05-1975
Nice Ironman
Om het verslag van wellicht mijn beste Ironman wedstrijd tot nu toe niet te eindigen met een anticlimax, zal ik het beginnen met iets waar ik niet zo trots op ben. Zeg gerust: me voor schaam. 😚 Ik heb er geen goede verklaring voor, maar de dagen vóór de wedstrijd waren niet zoals gewoonlijk. Ik ben dan steeds wat prikkelbaarder, dat wel. Maar deze keer was mijn lontje niet gewoon wat korter, ik denk dat ik met momenten geen lontje meer had. 😒 Zij die daar de gevolgen van ondervinden zijn dan net diegenen, die mij het meest dierbaar zijn en waar ik op dat moment het meeste respect voor zou moeten hebben: mijn supporters ter plaatse: Vegas, London, Marcella en last but not least Christel. Ik heb me ondertussen al enkele keren geëxcuseerd en kan dat niet genoeg doen. Daarom wil ik het via deze weg ook nog eens doen. Dikke, dikke sorry. Als er iets is wat ik in mijn volgende Ironman wedstrijd nog wil en zal veranderen, is het vast en zeker dat. Promised. Buiten het scherper stellen van mijn tijd en wat plaatsen opschuiven in het klassement natuurlijk. 😉
Naast deze publieke sorry, wil ik ze trouwens ook nog eens heel erg bedanken voor alle steun vóór en tijdens de wedstrijd. Dat geldt trouwens ook voor alle familie, vrienden en kenissen hun steun en aanmoedigingen vanuit het thuisfront. Ik denk telkens opnieuw dat iedereen het ondertussen "wel al gehad zal hebben" met opnieuw zo'n Ironman wedstrijd. Maar op één of andere manier blijft het bij velen steeds opnieuw hun interesse wekken. Tja, je zou er voor minder aan verslaafd geraken. Tell me all about it. 😚
De wedstrijd zelf dan. Of beter gezegd de dagen ervoor. Ik had regelmatig de vraag gekregen of mijn lichaam, vijf weken na Lanzarote, wel voldoende gerecupereerd zou zijn om een nieuwe Ironman wedstrijd tot een goed einde te brengen. Om eerlijk te zijn, kon ik daar niet echt op antwoorden. De omstandigheden waren natuurlijk verre van ideaal geweest. De wedstrijd in Lanzarote zelf duurde veel langer dan voorzien. De eerste twee weken na de wedstrijd had ik nodig om van de miserie van mijn ademhalingsproblemen en allergie af te geraken. En voldoende rusten was alles behalve gemakkelijk en heb ik eigenlijk in die vijf weken nooit voldoende kunnen doen, voornamelijk door een ontplofte agenda op het werk met onder andere net iets teveel buitenlandse business trips in de planning om goed te zijn. Niets aan te doen, ik zou er het beste van maken. En kijk, met een goed resultaat in Nice, blijkt dat ik het toch verstandig heb aangepakt.
Wat me op voorhand sowieso een grote uitdaging leek, was om mijn ascetische levensstijl na Lanzarote nog een paar weken verder zetten. Al bij al viel dat nog mee. Ik had het moeilijker verwacht. Ik was er opnieuw in geslaagd om heel scherp te staan. Ik hoopte net scherp genoeg en niet te scherp. De bourgondische opofferingen waren groot geweest, heel groot. Maar het resultaat mocht gezien worden. Nee, ik zeg beter: mocht er zijn. 😉 Er hingen nog twee tot drie kilo's minder aan mijn lijf dan vorig jaar. En voor een Ironman met zoveel klimwerk in het fietsparcours was dat natuurlijk mooi meegenomen en goed voor het vertrouwen. Het vertrouwen dat in Lanzarote een serieuze deuk had gekregen. Ik hoopte dat Lanzarote zowel fysiek als mentaal wel eens een hele goede training zou kunnen geweest zijn voor Nice. En kijk: ik heb gelijk gekregen. 😉
Een belangrijk wapenfeit de dagen vóór de wedstrijd was dat van mijn tijdritfiets. Serieuze schade aan mijn fietskoffer met dank aan de bagagebehandeling van Brussels Airlines. 😤 Mijn fietskoffer heeft heel goed werk geleverd om mijn fiets te beschermen. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, zat ik toch nog met een aantal technische problemen, die weliswaar donderdag al opgelost zijn geraakt, maar toch heel wat stress, tijd en over en weer gerij en gebel nodig hadden.
Wat er anders was vóór de wedstrijd en ik wel zelf in de hand was, was mijn voedingsplan. Met nog geen enkele Ironman wedstrijd ben ik echt ooit tevreden geweest met het gevoel in mijn maag en darmen vóór en vooral tijdens de wedstrijd. De laatste twee wedstrijden was het zelfs zo erg, dat ik niet anders kon dan er echt iets drastisch aan te proberen veranderen. Dat heb ik ook gedaan en duidelijk met succes. Zonder in de saaie details te treden wat ik dan net anders deed, kwam het erop neer dat ik het nu 100% volgens het boekje en 0% op het gevoel gedaan heb. Zowel de dagen van koolhydratenstapeling vóór de wedstrijd als de wedstrijd zelf. Eerlijk gezegd was ik er zelf niet volledig gerust in. En ook mijn supporters ter plaatse niet. 😗 In tegenstelling tot wat je zou verwachten, stopte ik de dagen vóór de wedstrijd en zelfs de ochtend - of moet ik zeggen nacht 😉 - van de wedstrijd regelmatig met eten met een hongergevoel. Raar maar waar. Ik weet het zelf niet. Concencieus heb ik steeds berekend hoeveel koolhydraten ik mocht/moest binnen hebben en me daar aan gehouden, blijkbaar met succes.
Race day dan. La course. Een goede zwemtijd. Rekening houdend met mijn capaciteiten natuurlijk, want 1u14 is nu niet bepaald een tijd om trots op te zijn. Maar als ik het vergelijk met de tijden van mijn vorige wedstrijden, kan ik niet anders dan tevreden zijn met met die progressie. En ik hoop dat het geen toeval is en mijn eigen prestatie de belangrijkste reden is van die progressie. Ik weet immers dat de kans altijd bestaat in een open water zwemwedstrijd dat de afstand niet 100% klopt. En ook de omstandigheden kunnen zo erg verschillen, dat je je eigen tevredenheid bij een goeie zwemtijd eerlijkheidshalve maar beter soms wat nuanceert. Maar als ik de zwemtijden van de toppers bekijk, merk ik dat die toch niet echt snel zijn. Bij sommigen blijkt ook dat hun tijd beduidend trager is dan vorig jaar. Ik concludeer dan ook voorzichtig dat ik het toch niet zo slecht gedaan heb.
Het gevoel tijdens de wedstrijd is ook best ok. Met momenten ook dubbel. Ik haal wel regelmatig atleten in. Iets wat ik normaal gezien niet dikwijls doe. Althans niet zonder fiets of loopschoenen. 😉 Ik krijg wel iets te frequent een tik uitgedeeld, maar dat komt omdat ik het gevoel heb dat ik ook iets meer dan anders "midden in het pak" aan het zwemmen ben. Go with the flow, heet zoiets. 😉 Na 2,4 km bij de Australian exit over het strand, hoor ik twee triatleten tegen elkaar zeggen dat we "quarante-six minutes" bezig zijn. Hallelujah. Dat zorgt voor mijn eerste mentale boost in de wedstrijd. Ik heb 48 minuten bij de passage op het strand als ambitieuze target in mijn hoofd. Maar sneller houd ik op deze moment in de verste verte niet voor mogelijk. Jaja, ik ben mezelf en mijn zwemcoach 😛 aan het verbazen. Ik ben dan ook even in de war als ik, na de volledige 3,8 km en een eindje lopen richting wisselzone, de klok passeer en toch 1u20 zie staan. Niet slechter dan vóór de wedstrijd verwacht, maar heb ik dan wel 34 minuten nodig gehad voor 1,4km? Dat is wel een serieuze terugval. Bij het verlaten van de wisselzone even later zie ik op de Garmin op mijn fiets dat ik nog maar 1u21 bezig ben en valt mijn euro dat de klok nog de tijd van de pros toonde en ik er dus vijf minuten mag aftrekken. Yes, mijn wedstrijd kan beginnen.
Zo stressy dat de dagen vóór de wedstrijd zijn geweest, zo ontspannen voel ik me tijdens de wedstrijd. En dat is ongetwijfeld nodig deze keer, want er loopt toch wel het één en het ander fout. Het begint al in de wisselzone. Ik ben waarschijnlijk zo van mijn melk door mijn zwemtijd, dat ik met mijn bike bag tot aan mijn fiets loop zonder te passeren langs de changing tent. Daar sta ik dan met mijn bike bag aan mijn fiets op weg om de wisselzone te verlaten en de drop off-zone al lang gepasseerd. Ik heb niet veel zin om terug te keren en gebruik dan maar een vrijwilliger op weg naar de transition exit als personal drop-off zone. De vriendelijke man doet dat goed want na de wedstrijd zal ik netjes mijn bike bag kunnen gaan afhalen. Pas de soucis.
Een ander probleem door die klungelige wissel is dat ik me ook niet heb laten insmeren met zonnecrème. Niet dat dat gevolgen zal hebben voor de wedstrijd zelf natuurlijk. Maar die kreeftkleurige stukken op mijn lichaam na een dagje bakken in de zon, vermijd ik toch liever. Wonder boven wonder, zal dat achteraf toch niet het geval blijken te zijn en is het bij caramelkleurige vormen gebleven. 😛
Volgende ding dat niet verloopt zoals het hoort: file bij de exit uit de wisselzone. Nog nooit meegemaakt. Wat is me dat hier? Stilstaan, niet doorkunnen, veel te veel volk. Ik heb net hetzelfde een half uur eerder ervaren bij de tussentijdse exit uit het water: veel te veel volk. Ik troost mezelf dan maar met de gedachte dat dat komt omdat ik sneller uit het water ben gekomen en daardoor midden in de grote massa terecht ben gekomen in plaats van - zoals gewoonlijk - erna met beduidend wat minder volk. Ik weet dus wat me de volgende keer te doen staat. Nog wat sneller zwemmen zodat ik vóór de grote massa uit het water kom. Mijn zwemcoach leest mee, denk ik. Yeah right. 😁
Op naar het volgende wat misgaat: de bevoorrading. Eén van de dingen die ik anders doe qua voeding, heeft tot gevolg dat ik alleen maar water moet aannemen tijdens de bevoorrading. Veel water, soms twee flessen bij één bevoorrading. Bij de eerste bevoorrading smijt ik in de ECO zone mijn drinkbus met water weg, om onmiddellijk daarna vast te stellen dat ze geen drinkbussen, maar gewone flesjes water geven. Ja lap, die passen natuurlijk niet in mijn drinkbushouder dus ik heb een serieus probleem. Daarom stop ik even verder aan het tweede punt in de bevoorrading waar ze opnieuw water uitdelen en vraag aan een vrijwilliger of hij mij een weggesmeten drinkbus kan geven zodat ik die - na eerst goed af te spoelen 😗 - kan vullen met water. Het duurt eventjes want de brave man lijkt niet te begrijpen waar ik in godsnaam mee bezig ben. En ik ga ervan uit dat het niet aan mijn Frans ligt. 😖 Effectief stoppen, voeten op de grond en mijn drinkbus vullen wordt het scenario voor elke volgende bevoorrading, telkens als ik extra water nodig heb. En door de warmte, heb ik veel extra water nodig, dus betekent dat dikwijls stoppen.
En we zijn er nog niet. Halverwege het fietsen geraakt een stukje in mijn aerodrinkbus vooraan los, waardoor het water er niet meer inblijft tijdens het fietsen. Belangrijk genoeg om opnieuw voet aan grond te zetten. Na wat gesukkel krijg ik het terug in elkaar zoals het hoort en kan ik opnieuw verder.
Voor de rest, verloopt alles uitstekend. 😉 Niets extra te vermelden waard tijdens het fietsen behalve dat het goed gaat, beter dan verwacht. Ik denk dat ik vooral mijn les geleerd heb in Lanzarote. Dat er in Lanzarote het één en het ander fout is gegaan, dat ik zelf niet in de hand had, is juist. Maar achteraf gezien, denk ik meer en meer dat ik daarop fout gereageerd heb. En dat had ik natuurlijk wel zelf in de hand. Gezien de zware weersomstandigheden en mijn astma- en allergieproblemen, was mijn fietstijd immers nog veel te goed. En dat kan maar één ding betekenen. Ik heb te snel de situatie willen recht trekken en ben ik waarschijnlijk daardoor met momenten te diep gegaan tijdens het fietsen. De gevolgen voor mijn marathon zijn ondertussen gekend en waren onverbiddelijk.
Qua fietsen is Nice alles wat Lanzarote niet was. Relatief rustig gereden. Regelmatig bergop kleiner geschakeld om voldoende op souplesse te kunnen trappen. Het gevoel constant atleten in te halen na het zwemmen, ben ik ondertussen gewoon. En ook nu is dat niet anders. Achteraf in de uitslag zal blijken dat ik er ongeveer 900 heb moeten voorbijsteken. 900? Ja, dat is wel veel. ☺️ De laatste 5-10 km ook de tijd genomen om het wat rustiger aan te doen en de benen de tijd te geven om zich klaar te maken voor 42 km loopplezier. Het koppeke was er dan al een tijdje klaar voor. 😉 Mijn benen moeten toch wel in orde geweest zijn, want met relatief rustig te rijden toch nog 32,5 km/h gemiddeld halen op zo'n parcours, daar heb ik mezelf toch wel wat mee verbaasd.
Het lopen dan. In tegenstelling tot bij het fietsen, waarin ik wel een paar akkefietjes voor had, blijft het tijdens het lopen beperkt tot één enkel akkefietje. 😉 Nadat ik de eerste keer een gelletje uit mijn gordel neem, merk ik dat ik de helft van mijn voorraad aan gelletjes ben kwijt gespeeld. Ook dan is rustig blijven en logisch nadenken - niet altijd even gemakkelijk na zeven uur wedstrijd en in zo'n hitte 😀 - de enige oplossing. Waar ik mijn gelletjes verloren ben, weet ik niet. Logisch, anders had ik ze niet verloren natuurlijk. 😉 Ik ben met alle gelletjes vertokken uit de wisselzone, dus ze kunnen niet anders dan ergens op het loopparcours liggen. En jawel, in de tweede ronde kom ik er twee terug tegen. 😉 Enige nadeel is dat ze, door al een tijdje op de grond te liggen, net niet aan het koken zijn. Ik heb op het einde van de marathon geen andere keuze dan ze toch naar binnen te spelen in de hoop dat dat geen rare dingen met mijn maag of darmen zal doen, maar dat blijkt gelukkig niet het geval te zijn.
Net zoals bij de koolhydratenstapeling vóór de wedstrijd heb ik tijdens het lopen regelmatig het gevoel - of moet ik zeggen de (onterechte) gedachte - dat ik op de grens van te-weinig-suikers-naar-binnen-nemen aan het lopen ben. Maar het onmiskenbare voordeel is dat mijn darmen in orde blijven. Uiteindelijk kan Christel me in de voorlaatste ronde gelukkig nog een aantal extra gelletjes toesteken. Dat blijkt ook nodig om op minder dan vijf kilometer van de finish nog het laatste gelletje te kunnen innemen. Niets aan het toeval overlaten. Zo hoort het ook. De prijze, worden pas aan de finish uitgedeeld. Goed bezig. 😀
Een strakke marathon was het plan. En dat is ook redelijk goed gelukt. Ik had er echt behoefte aan om nog eens een goede marathon te lopen. Dat was, onder andere door redelijk wat blessureleed al geleden van 2012 in Lanzarote. Strak, dat betekent ook niet te snel starten. De eerste kilometers gaan vlot onder de 4:40/km en dat is eigenlijk iets te snel. Iets rustiger aan en hopen dat ik het zolang mogelijk uitzing. Uiteindelijk loop ik pas de 29ste kilometer voor het eerst net niet onder de 5:00/km grens. En ook al zakt mijn tempo stilletjes aan, ik ervaar terug dat gevoel dat ik nog ken van vroeger: atleten voorbij steken in de marathon. En het waren er veel. Heel veel, te veel. Ik ben telkens weer verbaasd tijdens een Ironman hoeveel atleten het tijdens de marathon opgeven om te lopen en hun marathon uitwandelen. Vooral aan de bevoorrading is het dan altijd een hele opdracht om op een deftige manier bevoorrading te kunnen aannemen, mezelf te verfrissen en dat allemaal al lopende. Ze zouden beter een vak voor wandelaars en en vak voor lopers voorzien aan die bevoorradingen.
Wat mijn snelheid betreft, blijft het verval, op enkele kilometers na, redelijk goed beperkt. De traagste kilometer blijft nog steeds onder 5:30/km en dat net op de moment dat het koppeke het volledig overneemt van de benen en ervoor zorgt dat, hoewel "het volledig op is" ik toch kan doorgaan tot aan de finish. De laatste kilometers voel ik terug die ongeloofelijke intense combinatie van afzien en genieten. Met geen woorden te beschrijven, dus ik ga het ook niet proberen. 😉 Ik besef dat mijn negende Ironman wedstrijd de beste wordt van allemaal. Jawel, ik kan het nog. Later zal ik te weten komen dat ik 140ste eindig (op ca. 2.500 deelnemers), 17de in mijn categorie (op ca. 450 deelnemers) en slechts 5 plaatsen of 10 minuten verwijderd van deelname aan Hawaï. Of hoe een onbereikbare droom heel even om de hoek komt piepen en het woord "onbereikbaar" plots toch een beetje een andere betekenis geeft. Ooit, don't know when, don't know how. Maar geraken wil ik er ... en zal ik. Ik heb het beloof aan mezelf. Maar eerst nog wat trainen. Of beter gezegd eerst wat rusten en nadien de (ijzer)draadterug oppikken.