Wat ik met 'lot' bedoel? In ieder geval de kans op een tragedie. De determinante buitenwereld, de stigmatisering, die ons leven absurd maakt en het op gewelddadige wijze in een door totalitarisme beheerste situatie brengt, doet die kans teniet. Als we alleen de werkelijkheid van de ons opgelegde determinanten beleven, en niet de verplichtingen die uit onze eigen - betrekkelijke - vrijheid voortvloeien, ontstaat de toestand waarin men niet door het lot wordt bepaald, de toestand van lotloosheid. Imre Kértesz
Giacomo werd in 1798 te Recanati, een stadje dicht bij de Adriatische Zee, geboren. Zijn vader, Conte Menaldo Leopardi, was de belangrijkste man van Recanati en bewoonde de grootste palazzo van de stad. De moeder van Leopardi wordt in de meeste biografieën omschreven als een monster. Volgens Iris Origo, die een heldere biografie over Leopardi schreef, was zij een opmerkelijke vrouw, deze gravin Adelaïde, die haar man en kinderen van elke vorm van plezier beroofde. Haar dochter, Paoline, schreef aan een vriendin over haar: 'zij is het toppunt van christelijke perfectie. Je kunt je de strengheid niet voorstellen waarmee ze elk detail van ons gezinsleven regelt. Ik wou dat je één dag in ons huis kon doorbrengen zodat je je kon realiseren hoe het mogelijk is een leven te leiden dat zo zielloos en levensloos is.' Haar zoon, Giacomo Leopardi, heeft ook een vernietigend oordeel over haar uitgesproken. Deze zoon werd vanaf zijn zesde jaar gekleed als priester, hij was bestemd voor de kerk. Bijna al zijn dagen bracht hij in de bibliotheek van zijn vader door. Hij deed niets anders dan lezen en vreemde talen studeren. Daar de bibliotheek van zijn vader goed voorzien was, verkreeg Leopardi een verbijsterende kennis en tegelijkertijd vervreemdde hij volledig van het leven van alledag. Zijn toch al grote verlegenheid werd een bijna zielige schuchterheid. Zelf schreef hij over die dagen in het gedicht 'Le ricordanze'(de herinneringen- vertaald door P.N.Van Eyck) De oogst van zijn onophoudelijke zelfstudie was ongeëvenaard groot. Hij schreef, al vanaf zijn elfde jaar, vele studies over de meest uiteenlopende onderwerpen. Niet alleen verschenen onder meer een geschiedenis van de astronomie (hij schreef deze op vijftienjarige leeftijd) maar ook een lijvig werk over het bijgeloof van de antieke Griekse schrijvers en dichters.Voorts publiceerde hij de prachtigste vertalingen van Homerus, Virgilius en vele anderen. In diezelfde tijd werd hij voor het eerst verliefd op een nicht van zijn vader, die Recanata bezocht. Over die verliefdheid, die hij vanzelfsprekend zorgvuldig verborgen hield, schreef hij Memorie del primo amore. In deze herinneringen aan de eerste liefde treedt voor het eerst de Leopardi naar voren die zo velen, waaronder Nietzsche en Bloem, dierbaar zal worden; een man die buitengewoon oprecht en scherpzinnig maar vooral fijngevoelig zijn eigen gedachten weet te analyseren en te beschrijven. Deze memorie werd niet gepubliceerd, maar met het andere werk vestigde Leopardi de aandacht van enkele grote figuren uit de Italiaanse letterkunde en wetenschap op zich. Pas in 1822 resulteerde dat in een, voor Leopardi, teleurstellende reis naar Rome. Daarna is hij eigenlijk nooit meer gelukkig geweest.
Le ricordanze (de herinneringen.)
En nog verzweeg mijn hart mij hoe'k gedoemd was Mijn jonkheid op te teren in dit ruwe Geboortestadje, onder plompe grove Lieden; voor wie kennis en wetenschappen Een vreemde klank en dikwijls stof voor hoongelach En spot zijn; die mij haten en ontwijken
Uit 'Ongewenste zeereis' - Maarten 't Hart (Ellen)
Edgar Allan Poe ... een half geloof in het bovennatuurlijke ...
(...) Er zijn weinig mensen, zelfs onder de meest bezadigde denkers, die niet van schrik nu en dan vaag maar toch met huivering werden aangegrepen door een half geloof in het bovennatuurlijke, door toevalligheden van een zo wonderbaarlijk karakter dat het intellect ze niet als loutere toevalligheden heeft kunnen opvatten. Zulke gevoelens - want het halve geloof waarover ik spreek heeft nooit de volledige kracht van een gedachte zulke gevoelens kan men zelden onderdrukken tenzij door te verwijzen naar de leer van het toeval of, zoals de technische term luidt, de waarschijnlijkheidsrekening. Nu is die rekenwijze in wezen zuiver wiskundig; en zo zien we de afwijking dat de strengste exactheid in de wetenschap wordt toegepast op de schim en de spiritualiteit van het meest omvatbare in de speculatieve wijsbegeerte. (...)
Uit 'Het mysterie van Marie Roget' '30 beroemde verhalen' - Edgar Allan Poe.
"Als ik niet meer mag bestaan zoals ik ben, wil ik liever in geen enkele vorm bestaan. Het verhaal hoeft u niet te begrijpen, ik begrijp het zelf niet."
Een uitspraak van Cicero. De letterlijke vertaling hiervan is: wie is dit tot voordeel ofwel wie profiteert?
Cui bono ("To whose benefit?", literally "as a benefit to whom?", a double dative construction) is a Latinadage that is used either to suggest a hidden motive or to indicate that the party responsible for something may not be who it appears at first to be.
Commonly the phrase is used to suggest that the person or people guilty of committing a crime may be found among those who have something to gain, chiefly with an eye toward financial gain. The party that benefits may not always be obvious or may have successfully diverted attention to a scapegoat, for example.
L. Cassius ille quem populus Romanus verissimum et sapientissimum iudicem putabat identidem in causis quaerere solebat 'cui bono' fuisset.
The famous Lucius Cassius, whom the Roman people used to regard as a very honest and wise judge, was in the habit of asking, time and again, 'To whose benefit?'
Another example of Cicero using "cui bono" is in his defence of Milo, in the Pro Milone. He even makes a reference to Cassius: "let that maxim of Cassius apply". (Cicero, Pro Milone 32.3).
Criminal investigation an example
Cui bono is still a standard rule applied in criminal investigations. Effective use of cui bono depends on various factors, which are illustrated here using the hypothetical case of a wealthy man named "Mr. Jones", who was found dead beside a road.
Cui bono can be applied only in cases where some act was planned with the intention of obtaining a benefit. If Mr. Jones died as the result of a random accident (e.g. a heavy object fell off a passing truck and hit him) or without a premeditated act (e.g. struck by a careless drunk driver), cui bono will not be relevant.
Cui bono requires a good understanding of all possible motives. Because Mr. Jones was wealthy, the police will certainly concentrate on his heirs, but others may also have benefited from his death. Perhaps Mr. Jones was killed by his wife because he had a mistress, or Mr. Jones was killed by his mistress because he wanted to end the relationship. It is possible that Mr. Jones had a drug habit and was killed by his dealer in an argument over payment. Jones may have been involved in other illegal activities and his business partners killed Jones to silence him. Finally, Jones may have been the random victim of a mugging.
The understanding of motives requires that even motives existing only in the mind of the killer must be taken into account. Mr. Jones could have been killed by somebody who wrongly believed that he would inherit his fortune, or by a murderously jealous wife, who mistakenly believed that he had been unfaithful. The motives of supposedly insane criminals ("He was an invader from Mars! I saved Earth!") may fall into this category as well.
It is possible that several people will benefit from the murder, or that the actual murderer would not be the one with the most to gain. Mr. Jones may have been the victim of a violent mugger who wanted the cash in his wallet and knew nothing about his fortune.
Use in politics
The cui bono principle is often applied to explain acts of political significance, but may not always be reliable or useful.
Whereas the motives for crime are typically rather simple (greed, jealousy, hatred and fear), politics is far more complex. Ideology, religion, customs, and historical developments (such as long-standing feuds, bigotry, and racism) have to be taken into account.
Political movements typically have more than one actor and motives can vary widely: The king wants the war to gain lands and destroy a political rival, the priesthood wants the war to destroy the enemy heretics, the nobles want the war because they wish to avenge old wrongs, and the warriors want the war because they want the war booty.
Political acts are often designed to have an effect that is very different from what actually happens. The assassination of a much-hated king can be an attempt to bring down a royal house and start a revolution, but can have exactly the opposite effect: The old tyrant dies as planned, but his successor turns out to be a good ruler who manages to stabilize the monarchy. On the other hand, some act that is meant to satisfy only a minor goal can have far-reaching consequences: A petty feud between chieftains on opposite sides of a border can turn into full-scale war, repeated raids can provoke military retaliation that leads to the conquest of an entire country, a brutal act by a minor official triggers a revolution, etc.
If a conflict lasts for some time, the countries that started it may well exhaust their resources and the winners are other states who enter the conflict later. World War II started as a conflict of European powers and in the end, the USA and the Soviet Union emerged as the new superpowers.
Even more than with crime, it is very important to judge what really is a benefit. Parties that appear victorious may find themselves in a very difficult position, while others who may not appear to be on the winning side can have every reason to feel satisfied. For example, imagine this scenario: two kingdoms are at war and kingdom A conquers B. According to the history books, A wins. In reality, A has an empty treasury, too many dead knights, and a huge, unruly country it cannot control. B is technically defeated, but the king of A needs the nobles of B to rule the land. So, the barons of B enjoy more privileges under the conqueror than under the old king of B, and prosper.
Sometimes, those who carry out a political act have a radical world view which makes them pursue some goal that appears nonsensical to other people. It can be very easy to overlook or misunderstand the benefit desired by such a group.
In politics, many actors may benefit from a certain event. A skilled politician who is able to advance his agenda by using (or abusing) a particular event, or a company that quickly steps in to offer a remedy to some real or perceived problem can benefit greatly from an act they did not cause. Cui bono may fail completely if the persons who intended to benefit from a certain act gain nothing or only a tiny benefit and other players obtain a huge advantage. For example, consider a mugging committed in front of a video camera. The mugger gets just $50 and is quickly caught. His benefit is tiny. A political faction that wants to roll out surveillance cameras all over the city uses the incident skillfully to gain widespread acceptance for their plan. Their benefit is huge. However, they may be faced with a conspiracy theory accusing them of setting up the entire incident.
Issues with analysis
The application of cui bono in politics or other large-scale events is even more risky because many other factors have to be considered.
In retrospect, the actual outcome can appear far more logical and straightforward than at the time. Refer to the article on historian's fallacy for more information.
It is especially difficult to judge the motives of people of different ages and cultures. A common mistake is to overlook motives which do not fit the mindset of the observer ("I would not start a war over issue X, so this war cannot have been about X" or "X is a non-issue in my age and country, so X must have been a non-issue in medieval Hungary").
Actors may themselves distort the truth about events to gloss over their own failings. A general who loses a battle has cause to present himself as the victim of a cunning enemy plan. A general who wins a battle through sheer luck (the enemy makes a really stupid mistake, the weather changes during a naval battle, the enemy commander is killed by a stray bullet) may present a distorted story to give the impression that he was in control all the time.
Historians may themselves report only a distorted version of an event.
History books can overplay the importance of famous people and fail to mention the effects many less famous people have on history. This may distort the perception of great historical figures because the actions and motives of many lesser players affect history as well. Did Napoleon lose the battle of Waterloo? He did, but mostly because one of his generals, Emmanuel, marquis de Grouchy, failed to neutralize the Prussian army.
Nodig die baardige dorpsleiders (Taliban) naar Europa uit en toon hen hoe wij hier leven.
Er is een kwalijke collusie aan de gang tussen media en politiek. Onze leiders weten niet meer wat oorlog betekent. Oorlog moet zo clean mogelijk worden voorgesteld. Het zou goed zijn politici af en toe met de neus in een bloedbad te duwen.
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka wens dat de weg dan lang mag zijn, vol avonturen, vol ervaringen. De Kyklopen en de Laistrygonen, de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen, hen zul je niet ontmoeten op je weg wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd de emotie die je hart en lijf beroert. De Kyklopen en de Laistrygonen, de woedende Poseidon zul je niet treffen wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt, wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn. Dat er veel zomermorgens zullen komen waarop je, met grote vreugde en genot zult binnenvaren in onbekende havens, pleisteren in Phoenicische handelssteden om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout, ook opwindende geurstoffen van alle soorten, opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt; dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd Ithaka wel altijd in gedachten. Daar aan te komen is je doel. Maar overhaast je reis in geen geval. 't Is beter dat die vele jaren duurt, zodat je als oude man pas bij het eiland het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf, zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal. Ithaka gaf je de mooie reis. Was het er niet, dan was je nooit vertrokken, verder heeft het je niets te bieden meer.
En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet. Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al begrepen hebben wat Ithaka's beduiden.
Schicksallos, wie der schlafende säugling, atmen die Himmlischen; Keusch bewahrt in bescheidener Knospe, Blühet ewig Ihnen der Geist, Und die seligen Augen Blicken in stiller Ewiger Klarheit.
Toen hij aan het kruis hing (nee, niet Jezus, dit was er een die men rustig hangen liet) ging ik in 't holst van de nacht naar hem toe. Hij was nog steeds niet dood. Af en toe drupte hij. Naakt stond ik onder hem, naakt, ongestraft, zijn smurrie was mijn genot. Heb je mij nog herkend, ellendeling?
C.P. Cavafy Περιμένοντας τους Bαρβάρους - Waiting for the Barbarians
Περιμένοντας τους Bαρβάρους
Τι περιμένουμε στην αγορά συναθροισμένοι;
Είναι οι βάρβαροι να φθάσουν σήμερα.
Γιατί μέσα στην Σύγκλητο μια τέτοια απραξία; Τι κάθοντ οι Συγκλητικοί και δεν νομοθετούνε;
Γιατί οι βάρβαροι θα φθάσουν σήμερα. Τι νόμους πια θα κάμουν οι Συγκλητικοί; Οι βάρβαροι σαν έλθουν θα νομοθετήσουν.
Γιατί ο αυτοκράτωρ μας τόσο πρωί σηκώθη, και κάθεται στης πόλεως την πιο μεγάλη πύλη στον θρόνο επάνω, επίσημος, φορώντας την κορώνα;
Γιατί οι βάρβαροι θα φθάσουν σήμερα. Κι ο αυτοκράτωρ περιμένει να δεχθεί τον αρχηγό τους. Μάλιστα ετοίμασε για να τον δώσει μια περγαμηνή. Εκεί τον έγραψε τίτλους πολλούς κι ονόματα.
Γιατί οι δυο μας ύπατοι κ οι πραίτορες εβγήκαν σήμερα με τες κόκκινες, τες κεντημένες τόγες· γιατί βραχιόλια φόρεσαν με τόσους αμεθύστους, και δαχτυλίδια με λαμπρά, γυαλιστερά σμαράγδια· γιατί να πιάσουν σήμερα πολύτιμα μπαστούνια μ ασήμια και μαλάματα έκτακτα σκαλιγμένα;
Γιατί οι βάρβαροι θα φθάσουν σήμερα· και τέτοια πράγματα θαμπώνουν τους βαρβάρους.
Γιατί κ οι άξιοι ρήτορες δεν έρχονται σαν πάντα να βγάλουνε τους λόγους τους, να πούνε τα δικά τους;
Γιατί οι βάρβαροι θα φθάσουν σήμερα· κι αυτοί βαρυούντ ευφράδειες και δημηγορίες.
Γιατί ν αρχίσει μονομιάς αυτή η ανησυχία κ η σύγχυσις. (Τα πρόσωπα τι σοβαρά που εγίναν). Γιατί αδειάζουν γρήγορα οι δρόμοι κ η πλατέες, κι όλοι γυρνούν στα σπίτια τους πολύ συλλογισμένοι;
Γιατί ενύχτωσε κ οι βάρβαροι δεν ήλθαν. Και μερικοί έφθασαν απ τα σύνορα, και είπανε πως βάρβαροι πια δεν υπάρχουν.
__
Και τώρα τι θα γένουμε χωρίς βαρβάρους. Οι άνθρωποι αυτοί ήσαν μια κάποια λύσις.
Waiting for the Barbarians
What are we waiting for, assembled in the forum?
The barbarians are due here today.
Why isnt anything happening in the senate? Why do the senators sit there without legislating?
Because the barbarians are coming today. What laws can the senators make now? Once the barbarians are here, theyll do the legislating.
Why did our emperor get up so early, and why is he sitting at the citys main gate on his throne, in state, wearing the crown?
Because the barbarians are coming today and the emperor is waiting to receive their leader. He has even prepared a scroll to give him, replete with titles, with imposing names.
Why have our two consuls and praetors come out today wearing their embroidered, their scarlet togas? Why have they put on bracelets with so many amethysts, and rings sparkling with magnificent emeralds? Why are they carrying elegant canes beautifully worked in silver and gold?
Because the barbarians are coming today and things like that dazzle the barbarians.
Why dont our distinguished orators come forward as usual to make their speeches, say what they have to say?
Because the barbarians are coming today and theyre bored by rhetoric and public speaking.
Why this sudden restlessness, this confusion? (How serious peoples faces have become.) Why are the streets and squares emptying so rapidly, everyone going home so lost in thought?
Because night has fallen and the barbarians have not come. And some who have just returned from the border say there are no barbarians any longer.
And now, whats going to happen to us without barbarians? They were, those people, a kind of solution.
Translated by Edmund Keeley/Philip Sherrard
(C.P. Cavafy, Collected Poems. Translated by Edmund Keeley and Philip Sherrard. Edited by George Savidis. Revised Edition. Princeton University Press, 1992)
Laat niemand uit wat ik deed en zei proberen af te leiden wie ik was. Er was een belemmering, die vervormde de daden en de wijze van mijn leven. Er was een belemmering, die weerhield mij vele keren als ik wou spreken. Mijn meest verhulde geschriften daaruit alleen zal men mij begrijpen. Maar misschien is het niet zoveel moeite, zoveel inspanning waard om mij te kennen. Later - in een volmaakter samenleving - zal stellig iemand anders, zoals ik geschapen, verschijnen en handelen in vrijheid.
Dit (het zitten) is de plaats van al degenen, die getekend zijn door liefde en mededogen. Wanneer zij zien hoe andere levende wezens lijden, zijn zij bereid in dit lijden af te dalen, en precies diezelfde pijn te ervaren in zichzelf. ( ) Het grote mededogen is de essentie van de meditatie. Het is haar lichaam, haar bron en haar middel, om zich in heel het universum te verspreiden. Zonder dit grote hart van liefde en mededogen is de meditatie, hoe verheven die in andere opzichten ook mag zijn, van geen enkele waarde.'
Noem mij bij mijn ware namen Thich Nhat Hanh[1] 1991
In Plum Village in Frankrijk, waar ik woon, ontvangen we elke week honderden brieven uit de vluchtelingenkampen in Singapore, Maleisië, Indonesië, Thailand en de Filippijnen. Het is schrijnend om die brieven te lezen, maar we moeten het wel doen, we moeten in contact blijven met wat daar gebeurt. We doen ons best om te helpen, maar het leed is zo groot dat we soms ontmoedigd raken. Men zegt dat de helft van de bootvluchtelingen op zee omkomt. Slechts de helft bereikt de kusten van Zuidoost-Azië, en vaak zijn ze zelfs dan nog niet veilig.
Veel jonge meisjes bootvluchtelingen worden door zeerovers verkracht. Ondanks het feit dat de Verenigde Naties en vele landen de Thaise regering proberen te helpen een eind te maken aan deze zeeroverij, blijft het leed dat de bootvluchtelingen van de zeerovers ondervinden, doorgaan. Op een dag ontvingen we een brief waarin stond dat een meisje van twaalf een bootvluchteling dat door een Thaise piraat verkracht was, overboord was gesprongen om zich te verdrinken.
Als je zo iets hoort, word je in eerste instantie woedend op die piraat. Natuurlijk kies je de kant van het meisje. Maar als je wat dieper kijkt, zul je het anders gaan zien. Als je de kant van het meisje kiest is de zaak eenvoudig. Je hoeft alleen maar een geweer te pakken en de piraat dood te schieten. Maar zo simpel is het niet. In mijn meditatie zag ik dat ik waarschijnlijk ook een zeerover zou zijn geworden als ik in het dorp van de piraat was geboren en onder dezelfde omstandigheden was opgegroeid. Ik zag ook dat er voortdurend babys langs de kust van de Golf van Siam worden geboren, honderden per dag, en dat als wij als pedagogen, maatschappelijk werkers, politici en anderen niets aan de huidige situatie veranderen, een aantal van hen over vijfentwintig jaar piraat zal zijn. Dat lijd geen twijfel. Als jij of ik vandaag in één van die vissersdorpjes geboren zou worden, is de kans groot dat wij over vijfentwintig jaar piraat zijn. Als je een geweer pakt en de piraat doodschiet, schiet je ons allemaal dood, want we zijn allemaal tot op zekere hoogte verantwoordelijk voor deze toestanden.
Na een lange meditatie schreef ik het volgend gedicht. ER komen drie mensen in voor: het twaalfjarig meisje, de zeerover en ik. Kunnen we elkaar aankijken en onszelf in elkaar herkennen? De titel van het gedicht luidt: Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen, want ik heb zoveel namen. Wanneer ik een van deze namen hoor moet ik Ja zeggen.
Zeg niet dat ik morgen zal vertrekken,
want vandaag zelfs kom ik voortdurend aan.
Kijk goed: ik arriveer elke seconde
als een knop aan een lentetak,
als een jong vogeltje met tere vleugels,
dat leert zingen in zijn nieuwe nest,
als een rups in het hart van een bloem,
als een juweel verborgen in een steen.
Ik blijf komen om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het kloppen van mijn hart is de geboorte en de
dood van al wat leeft.
Ik ben het eendagsvliegje dat zich vlak boven de rivier ontpoptµ
en ik ben de vogel die, als de lente komt, bijtijds arriveert
om het vliegje op te eten.
Ik ben de kikker die vrolijk rondzwemt in het heldere water van
de vijver en ik ben de ringslag die onhoorbaar nadert en zich
met de kikker voedt.
Ik ben het kind in Oeganda, vel over been,
mijn benen zo dun als bamboestokjes
en ik ben de wapenhandelaar
die dodelijke wapens aan Oeganda verkoopt.
Ik ben het twaalfjarige meisje,
vluchteling op een klein bootje,
dat overboord springt,
na verkracht te zijn door een zeerover.
En ik ben de zeerover, mijn hart nog niet in staat tot liefde en
begrip.
Ik ben een lid van het Politbureau,
met onbeperkte macht in mijn handen.
En ik ben de man die, langzaam stervend in een heropvoedingskamp,
zijn bloedschuld aan zijn volk moet betalen.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen
zodat ik al mijn huilen en lachen tegelijk kan horen,
zodat ik kan zien dat mijn vreugde n pijn één zijn.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart open kan blijven,
de deur van mededogen.
[1] Thich Nhat Hanh werd in 1926 in Midden-Vietnam geboren. Toen hij zestien jaar was, verliet hij het ouderlijk huis om zenmonnik te worden. Hij richtte in Vietnam de School voor Sociale Dienstverlening van Jongeren op, de Van Hanh Universiteit (op boeddistische grondslag), en de Tiep Hien Orde (de Orde van inter-Zijn). Hij heeft les gegeven aan de universiteit van Columbia en aan de Sorbonne, was hoofd van de Vietnamees-Boeddistische vredesdelegatie tijdens vredesonderhandelingen in Parijs en werd door Martin Luther King Jr. voorgedragen als kandidaat voor de No belprijs voor de Vrede. Sinds 1966 woont hij als banneling in Frankrijk, waar hij zijn werk voortzet en schrijft, onderricht, in de tuin werkt en vluchtelingen over heel de wereld helpt.
Thich Nhat Hanh heeft in Zuid-Frankrijk een medittiegemeenschap, Plum Village, opgericht waar bealngstellenden samen met de vaste bewoners het leven in aandacht kunnen oefenen. Thich Nhat Hanh leidt heier ook geregeld retraites.
www.plumvillage.org of Plum Village Meyrac, Loubes-BErnac 47120 Duras, Frankrijk
In his best-selling book "A Brief History of Time", physicist Stephen Hawking claimed that when physicists find the theory he and his colleagues are looking for - a so-called "theory of everything" - then they will have seen into "the mind of God". Hawking is by no means the only scientist who has associated God with the laws of physics. Nobel laureate Leon Lederman, for example, has made a link between God and a subatomic particle known as the Higgs boson. Lederman has suggested that when physicists find this particle in their accelerators it will be like looking into the face of God. But what kind of God are these physicists talking about?
Theoretical physicist and Nobel laureate Steven Weinberg suggests that in fact this is not much of a God at all. Weinberg notes that traditionally the word "God" has meant "an interested personality". But that is not what Hawking and Lederman mean. Their "god", he says, is really just "an abstract principle of order and harmony", a set of mathematical equations. Weinberg questions then why they use the word "god" at all. He makes the rather profound point that "if language is to be of any use to us, then we ought to try and preserve the meaning of words, and 'god' historically has not meant the laws of nature." The question of just what is "God" has taxed theologians for thousands of years; what Weinberg reminds us is to be wary of glib definitions.
The intuitive mind is a sacred gift and the rational mind is a faithful servant. We have created a society that honors the servant and has forgotten the gift.
Albert Einstein - Widening our circles of compassion
A human being is part of a whole, called by us the Universe, a part limited in time and space. He experiences himself, his thoughts and feelings, as something separated from the rest a kind of optical delusion of his consciousness. This delusion is a kind of prison for us, restricting us to our personal desires and to affection for a few persons nearest us. Our task must be to free ourselves from this prison by widening our circles of compassion to embrace all living creatures and the whole of nature in its beauty.
Albert Einstein - German born American Physicist who developed the special and general theories of relativity. Nobel Prize for Physics in 1921. 1879-1955
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren, hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man die zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.