Lotloosheid
Onbepaald door het lot
Wat ik met 'lot' bedoel? In ieder geval de kans op een tragedie. De determinante buitenwereld, de stigmatisering, die ons leven absurd maakt en het op gewelddadige wijze in een door totalitarisme beheerste situatie brengt, doet die kans teniet. Als we alleen de werkelijkheid van de ons opgelegde determinanten beleven, en niet de verplichtingen die uit onze eigen - betrekkelijke - vrijheid voortvloeien, ontstaat de toestand waarin men niet door het lot wordt bepaald, de toestand van lotloosheid. Imre Kértesz
Foto
Inhoud blog
  • Het graf van Pernath - Hugo Claus
  • Uitvaert van Maria van den Vondel
  • Arsenii Tarkovsky - From the Morning
  • Arsenii Tarkovsky - As a Child ...
  • Arsenii Tarkovsky - Eurydice
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    26-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woorden! De grote weg is niet moeilijk.

    De grote weg is niet moeilijk

     voor hen die geen voorkeuren hebben.

    Wanneer liefde en haat beide afwezig zijn

    wordt alles helder en onverhuld.

    Maak echter het kleinste onderscheid,

    en hemel en aarde wijken oneindig ver uiteen.

    Als je de waarheid wilt zien,

    vel dan geen oordelen voor of tegen.

    (...)

    Omdat wij steeds het een aanvaarden en het ander afwijzen,

    zien wij de ware aard van de dingen niet.

    Wees kalm in de eenheid van de dingen

    en verkeerde denkbeelden zullen vanzelf verdwijnen.

    (...)

    Blijf niet volharden in dualisme,

    vermijd die staat zorgvuldig.

    Als er ook maar een spoor van dit en dat,

    van goed en slecht resteert,

    zul je ten diepste in verwarring raken.

    (...)

    Woorden!

    De weg gaat voorbij alle taal,

    want in haar is er

    geen gisteren, geen morgen, geen vandaag.

    Hsin-Hsin-Ming (China +/- 600)



    26-04-2009, 23:57 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aristoteles in Poetica.

    Alleen wie wilsvrijheid heeft kan een tragisch figuur zijn.



    26-04-2009, 23:54 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kertesz - De musicerende man moeten we ons natuurlijk als gelukkig voorstellen

    11 augustus 1991

    Alles heeft een eind genomen en is opnieuw begonnen, maar het is deze keer elders begonnen en zal misschien ook naar elders voeren.

    Eergisternacht op het balkon, kouder wordende windvlagen, het grote, donkere, op een wolk lijkende bladerdak van de bomen langs de Pasarétiweg, daaronder het vage lichtschijnsel uit de huizen - even had ik het gevoel dat ik mij niet in de vertrouwde spookstad bevond.

    Een bijna ondraaglijke melancholie, veel herinneringen en het gevoel dat de vergankelijkheid mij omzweefde, enkel gemeenplaatsen, enkel werkelijkheid, enkel een eentonige waarheid, als de dood.

    (...)

    De laatste tijd stel ik mij vaak het volgende voor: een vage gestalte, een menselijk wezen, een leeftijdloze, uiteraard bejaarde, althans oudere man. Hij komt en hij gaat, handelt zijn zaken af, leeft zijn leven, lijdt, bemint, vertrekt, keert terug, is nu eens ziek, dan weer gezond en gaat dan bijvoorbeeld zwemmen, feesten of kaartspelen.

    Regelmatig echter schiet hij, zodra hij een minuutje vrij heeft, een verborgen kamertje in, waar hij vlug maar bijna verstrooid achter een aftands muziekinstrument gaat zitten om enkele akkoorden aan te slaan, waarna hij halfluid spelend begint te improviseren. Decennia achtereen speelt hij steeds nieuwe variaties op hetzelfde thema, bij elkaar genomen een eindeloze reeks. Als hij een poosje heeft gespeeld, springt hij van zijn stoel op omdat hij weer aan de slag moet, maar zodra hij weer wat vrije tijd heeft, kunnen we hem opnieuw achter het instrument zien zitten, alsof zijn leven enkel een noodgedwongen onderbreking van het spelen is. Als de tonen die hij het instrument ontlokt zouden verstarren en, zich tot een vaste vorm verdichtend, in de lucht zouden bevriezen, zagen we wellicht en grillig gevormde klomp ijskristallen die aan een verkrampte, stijve beweging doet denken; een vorm waarin bij nadere beschouwing ongetwijfeld een hardnekkige poging tot expressie zichtbaar zou zijn, hoofdzakelijk die van monotonie. Zetten  we de klomp muzieknoten om, dan konden we vermoedelijk de omtrekken van een zich steeds meer verdichtende fuga ontwaren, die steeds vastberaden naar haar doel streeft, maar al strevende dat doel wegschuift of van zich af stoot, zodat de kans om het te bereiken steeds ongewisser wordt.

    - Voor wie hij speelt en waarom? Dat weet hij zelf niet. Bovendien kan hij - en dat is het merkwaardigste van het geval - niet eens horen wat hij speelt. Het is alsof de spookachtige kracht die hem steeds weer dwingt achter het instrument te gaan zitten hem van zijn gehoor heeft beroofd, zodat hij alleen voor haar speelt. - Of zij de muziek wél hoort? (De vraag is zinloos, dat moet iedereen kunnen inzien, maar de musicerende man moeten we ons natuurlijk als gelukkig voorstellen.)

    Imre Kertész Dagboek van een galeislaaf blz. 266-267



    26-04-2009, 23:50 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kertesz Sorstalansàg - lotloosheid 1

    Het zich te bevinden in een toestand van zonder lot te zijn.


     


    26-04-2009, 23:47 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heidegger - Niet meer door het Zijn van het zijnde aangesproken is de mens zonder lot

    Aangesteld tot beheerder en genieter van het zijnde, niet meer door het Zijn van het zijnde aangesproken, is de mens zonder lot: schicksallos.

    Terwijl het schone kunstwerk de mens uitnodigde zich naar zijn lot te voegen, zou het sublieme kunstwerk hem de ogen openen voor ‘de lotloosheid’ waartoe het Gestell hem heeft veroordeeld. En juist door serieus in te gaan op deze ‘lotloosheid’ zou deze zich tonen als een ultiem lot dat het Zijn, in zijn uiterste vergetelheid, de mens toebedeelt …

    Als in een donkere spiegel door Frank vande Veire blz 170



    26-04-2009, 23:30 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Chinese schildering op rijstpapier

    Een Chinese schildering op rijstpapier. In zijn meest pure vorm wordt de inkt daarvoor gemaakt uit de zuiverste as of roet met een sterke organische lijm (b.v. uit vis). Dit wordt tot staafjes gedroogd, die later, bij gebruik, met water op een inktsteen gewreven worden. Afhankelijk van de hoeveelheid water is de inkt dikker of dunner en zwarter of grijzer. Het rijstpapier schildert mee. Het zuigt de inkt en verdeelt het via nerven en haarvaten over en door het papier. De kunstenaar weet hoe het papier zuigt, hoe de inkt zich met het papier gedraagt, laat toeval en chaos een deel van de schepping zijn.

    http://www.huubmous.nl/2008/03/17/het-tao-schildert-mee/



    26-04-2009, 23:29 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heidegger - Kunst moet de ‘lotloosheid’ van het ‘Gestell’ tonen.

    In ‘Die Frage nach der Technik’ (1953) stelde Heidegger dat moderne cultuur haar schroom verloren heeft. Niet de kunst maar de techniek bepaalt het bestaan. De techniek laat de natuur niet tevoorschijn komen, maar vordert haar en slaat haar op als in een bestand. De natuur wordt door de techniek permanent beschikbaar en bestuurbaar. Zo ontstaat het ‘Gestell’, een specifieke lotsbestemming van het Zijn dat onontkoombaar lijkt. Het ‘Gestell’ heerst op alle niveaus van het bestaan, de politiek, de media en de kunst. Zo leidt de techniek tot een ‘zijnsverlatenheid’, het zogeheten ‘vernutzen’, tot excessieve groei, tot razende bedrijvigheid in de ‘nu-tijd’, dat wil zeggen: een permanent extatisch heden. Kunst moet zich volgens Heidegger in deze extreme zijnsverlatenheid door het Zijn laten aanstoten. Kunst moet het wezen van de techniek naar boven halen. Kunst moet de ‘lotloosheid’ van het ‘Gestell’ tonen.

    http://www.huubmous.nl/2008/03/17/het-tao-schildert-mee/



    26-04-2009, 23:22 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sisyphus - zijn lot behoort hem toe (Camus)

    “Ik ben van mening dat alles goed is”, zegt Oedipus en die uitspraak is heilig. Zij weerklinkt in de grimmige en begrensde wereld van de mens. Zij leert dat alles niet wordt uitgeput, niet is uitgeput. Met deze woorden wordt een godheid uit deze wereld verjaagd, die daarin was binnengedrongen tegelijk met ontevredenheid en de voorliefde voor nutteloos lijden. Zij maken van het lot een menselijke aangelegenheid, die onder mensen geregeld moet worden.Uit deze wetenschap put Sisyphus al zijn stille vreugde. Zijn lot behoort hem toe. Zijn rots is zijn zaak. Zo legt ook de absurde mens wanneer hij over zijn kwelling nadenkt, alle idolen het zwijgen op.
    Albert Camus



    26-04-2009, 23:17 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Camus en de mythe van Sisyphus 4

    de Sisyphus van Camus

    Stef De Wilde

    ten slotte lag er een glans op zijn gezicht,

    zijn ogen straalden – zoals de steen glom

    van glibberigheid - hij zag hem buikrollen

    als een eigenzinnig kind en een tederheid

    kwam over hem, alsof hij de vader was

    van een overmacht; hij daalde de berg af,

    lichter dan hij hem beklom, het lood gleed

    uit zijn hart en voeten

     

    er zijn de dingen die moeten, dacht hij,

    wat niet mag dat moet je vermijden,

    wat behoort tot de gang van zaken,

    zal je uiteindelijk aanvaarden -

    daar word je niet zwaarder van, niet zwart-

    gallig: je leert de vaardigheden van glim-

    lach en schouderophalen

     

    zijn zending had hij volbracht, nu was het

    aan de anderen om over te nemen en zelf

    bleef hij bezig: de drang was te sterk,

    zijn hart en hoofd liepen over zoals

    rivieren bij springtij, zoals een zee

    opgezweept door de wind

     

    ten slotte komen we allemaal tot dezelfde

    slotsom: we kijken achterom en zien

    de afgelegde weg – zoals een wijze dichter

    schreef: ‘al bij al, het had zoveel erger

    kunnen zijn’; wij zijn niet vermorzeld

     

    we vochten voor onze morzel gronds,

    voor bomen en wortels ondergronds

    omdat we behoren tot de aarde: dat is

    onze aard, wij zelf zijn niet eeuwig,

    de geest in ons wel, die geven we door

     

    als een fakkel, een stok in een estafette:

    de relais is een release, een opluchting,

    we kuchen even en maken een glimlach

    vrij, onze handen hangen los, geschikt

    voor tederheden: een kramp kan niet

    strelen, alleen wat vloeit kan samen

    vloeien, vermoeid soms maar steeds

    opgelucht: jij bent er nog en ik ook

    http://staf-de-wilde.skynetblogs.be/post/6111035/sisyphus-volgens-albert-camus

     



    26-04-2009, 21:28 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Camus en de mythe van Sisyphus 3

    Een gelukkige Sisyphus

    De mythe van Sisyphus

    Sisyphus, koning van Korinthe, bedriegt de goden en wekt de wrevel van Zeus. Hij krijgt een vreselijke straf opgelegd. Hij krijgt als taak een geweldig brok marmer een heuvel op te wentelen. Telkens als hij, na geweldige inspanningen, de top bereikt, ontsnapt de rotsblok aan zijn handen  en rolt de diepte weer in. Opnieuw moet hij aan het werk, de steen omhoog torsen…. Eeuw in eeuw uit moet Sisyphus de steen omhoog wentelen, maar niet één keer lukt het hem zijn taak te volbrengen.      

    ‘Ik laat Sisyphus onder aan de berg! Ieder vindt er altijd zijn eigen last weer terug. Maar van Sisyphus kunnen we de superieure trouw leren, die de goden ontkent en rotsblokken omhoog tilt. Ook hij oordeelt dat alles goed is. Dit universum, dat voortaan zonder meester is, lijkt hem noch steriel nog zinloos. Elk splintertje van die steen, elke mineraal van die donkere berg, vormt op zichzelf een wereld. De strijd om boven te komen, is op zichzelf voldoende om het hart van een mens te vervullen. We moeten ons Sisyphus als gelukkig voorstellen.

    Albert Camus

     

    Bovenstaande regels vormen het slot van Albert Camus’ De mythe van Sisyphus.  Ik las ze tijdens de vakantie, ergens in de Zuid-Franse Provence. Ik weet niet wat me bezielde om in de plaatselijke Librairie nu net dit pocketje uit de kast te halen en naast de dagelijkse krant op de toonbank te leggen. Maar ik was verkocht. Ik heb drie weken Camus (1913 – 1960) gelezen, en bij dat ene deeltje is het niet gebleven.

    Wat was het dat me in hem aangreep? Het was in elk geval de Zuid-Franse zon, waarvan ook Camus een aanbidder was. De Franse Algerijn Camus, zoon van een arme wijnboer, zou later in het noordelijke Parijs furore maken als journalist en theaterschrijver, maar bleef in zijn hart een mediterraan mens. De strakblauwe lucht, de schrale mistral, de cipressen en olijfbomen, het droge, gele strand – hij zocht ze elke keer weer op als het mondaine stadsleven in de bewolkte miezerigheid van  het Noorden hem teveel werd. Ook in zijn teksten schijnt volop de zon. Je kunt ze ook bijna niet anders dan lichamelijk lezen; alsof de zon op je huid brandt.

    Zo werd ik een beetje door Camus overvallen. Ik kende hem wel, als een vage kennis van vroeger. Maar ik had hem bijgezet in het mausoleum van de jaren zestig en zeventig, het existentialisme, Sartre, de sombere melancholie van de chansons van Juliette Gréco. Opende hij niet De mythe van Sisyphus met de zwartgallige one liner:  ‘Er is slechts één werkelijk serieus filosofisch probleem: dat is de suïcide’? Camus: kommer-en-kwel-filosofie. 

    Maar wie De mythe van Sisyphus leest, maakt kennis met een man die als geen ander van het leven hield, en van die liefde voor het leven de kern van zijn filosofie maakte. Iemand die de levensbeker tot de laatste druppel wilde uitdrinken, ook al was hij overtuigd van het absurde ervan.

    Of moet ik zeggen: juist omdat hij overtuigd was van het absurde ervan? ‘Absurd’-  Camus gebruikte het woord te pas en te onpas, zodat je soms niet goed meer weet waar het voor staat. Maar dit betekent het in elk geval: het leven is zonder een hogere zin, er ligt geen goddelijke bestektekening voor klaar, er is geen hoop op, geen troost van een hiernamaals: dit leven met de dood voor ogen is het enige leven wat we hebben.

    Camus was atheïst, maar niet omdat hij niet in God kon geloven. Hij wilde het niet, omdat hij het oneerlijk vond. Hij kende het christendom eigenlijk alleen als een vorm van ontsnapping, een vlucht uit de menselijke conditie. Om met Marx te spreken: het geloof als de bloemen die de ketenen van het menselijk bestaan moeten verhullen. Wie eerlijk wil leven – ‘vivre sans appel’, noemt Camus het - moet daarentegen zonder illusies willen leven. En dat betekent: beginnen bij het inzicht dat het leven absurd is, en je vervolgens afvragen of je het dan nog de moeite waard vindt om te leven.

    Dat eerste – het ‘leven is absurd’ –  die leus kennen we wel van Camus. Maar dat dit niet de slotsom, maar de start van zijn levensfilosofie betekende, waarin het leven in al zijn extremen innig wordt omarmd, dat is even wennen. Misschien was het dat laatste dat me zo aangreep. Camus bedrijft filosofie als levenskunst. Zij beaamt het absurde gegeven: Ik leef! van harte,  en probeert er vervolgens een goede vorm aan te geven. Maak je dus geen illusies: wij zijn geen goden op de Olympus. Laten we niet doen alsof we onsterfelijk zijn en het leven  maakbaar is; wij zijn geen paradijsbouwers, geen hemelbestormers; wij zijn als Sisyphus, sterfelijk, zwak, het leven is ons soms een zware last. Camus, zijn leven lang op de hielen gezeten door een levensbedreigende tuberculose tot hij in 1960  bij een auto-ongeluk om het leven kwam,  wist zelf ook wel waar hij het over had.  Maar dan? Zelfmoord plegen? Vluchten in een sentimentele religieuze droom of in almachtsfantasieën? Of ‘ja’ zeggen tegen dit Sisyphus-leven, zeggen dat het tenslotte, alles wel beschouwd ‘goed’ is, en dan misschien zelfs zo gelukkig zijn? ‘Il faut imaginer Sisyphe heureux’…..  

    Een intrigerende slotzin, waar ik nog lang niet over uitgedacht ben. Zijn we wel Sisyphussen? En als dat waar is, is het dan niet absurd om te verwachten dat we gelukkig kunnen zijn? Een intrigerende zin, die misschien meer vragen oproept dan hij beantwoordt.

    Net als dat andere kleine zinnetje, eerder in hetzelfde boek: ‘Men kan christen zijn en absurd.’  Wat bedoelt Camus daarmee? Er lijkt op het eerste gezicht een wereld van verschil tussen zijn  atheïsme en het christelijk geloof te bestaan. Staat deze Sisyphus niet op een heel andere manier in het leven dan bijvoorbeeld Jezus deed? Had Jezus het niet ook over een last die ons afgenomen wordt?

    Vragen te over. Maar ik zou ook graag de winst van Camus’ levensfilosofie voor een christelijke levenskunst willen incasseren. Daar hoort in ieder geval dit bij: zij leert ons dat we schepsel zijn en geen Schepper. Veel Camus lezen is, zo gezien,  een uitstekend afweermiddel tegen de zondeval van het ‘als God willen zijn’ (Gen.3,5). En een probate levenselixer, die je helpt om dankbaar het jou gegeven leven te omarmen.   

     

    Frits de Lange

    http://home.hetnet.nl/~delangef/artcamus.htm



    26-04-2009, 21:18 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De strijd om boven te komen, is op zichzelf voldoende om het hart van de mens te vervullen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik laat Sisyphus onder aan de berg! Ieder vindt er altijd zijn eigen last weer terug. Maar van Sisyphus kunnen we de superieure trouw leren, die de goden ontkent en rotsblokken omhoog tilt. Ook hij oordeelt dat alles goed is. Dit universum, dat voortaan zonder meester is, lijkt hem noch steriel nog zinloos. Elk splintertje van die steen, elke mineraal van die donkere berg, vormt op zichzelf een wereld. De strijd om boven te komen, is op zichzelf voldoende om het hart van een mens te vervullen. We moeten ons Sisyphus als gelukkig voorstellen.

    Albert Camus


    26-04-2009, 21:11 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Camus en de mythe van Sisyphus 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Humanistische Canon van het Humanistisch Verbond: Albert Camus in de selectie van 2008

    Hoe moet en kan ik leven, als ik mij nergens op kan beroepen? Dat is de humanistische vraag die Camus ons voorlegt in 'De mythe van Sisyphus'. Omdat Camus als geen ander de menselijke existentie op de spits weet te drijven, verdient hij volgens Esther Wit, programmamedewerker bij het Humanistisch Verbond, een ereplaats in de Humanistische Canon.

    Bij sommige boeken val je meteen middenin het verhaal. Zo ook bij ‘De mythe van Sisyphus’ van Albert Camus. 'Er bestaat maar één werkelijk ernstig filosofisch probleem: de zelfmoord. Oordelen of het leven wel of niet de moeite waard is geleefd te worden is antwoord geven op de fundamentele vraag van de filosofie.'

    Hoe moet en kan ik leven, als ik mij nergens op kan beroepen? Dat is de vraag die Camus ons voorlegt. Hoewel wij meestal op een vanzelfsprekende manier leven, komt er een moment waarop het bestaan ons absurd voorkomt. De ervaring van het absurde is geen gevolg van diepe intellectuele arbeid, maar ontstaat vaak gewoon op straat, in de tram, of in de draaideur van een restaurant. Ineens kunnen we niet meer mechanisch en gewoontegetrouw handelen, maar vragen we ons af wat we eigenlijk aan het doen zijn. Het absurde hangt sterk samen met het besef van onze eindigheid en de onvermijdelijke dood.

    De ervaring van het absurde komt voort uit een confrontatie tussen het menselijk verlangen naar eenheid, duidelijkheid en betekenis en de wereld zoals die is. Temidden van deze absurde situatie hebben we maar twee opties: ofwel we ontkennen de absurditeit en maken een religieuze sprong, ofwel we ontkennen ons eigen bestaan en plegen zelfmoord. Voor degenen die de sprong maken, is de wereld niet toevallig en chaotisch maar gepland en rechtvaardig: er bestaat immers een schepper, een leven na de dood, een voorgegeven doel, een absolute waarheid. De zelfmoordenaar maakt ook een sprong, hij ontsnapt aan het hele probleem. Camus zoekt een derde weg: de aanvaarding van de absurditeit van ons bestaan en precies vanuit dit bewustzijn hartstochtelijk en intens leven. De levenshouding die Camus bepleit is die van vrijheid, bewustzijn en opstand.

    Intensief en hartstochtelijk leven, dat is dus wat Camus ons aanraadt. Aan wie moeten we denken als we denken aan de absurde mens? Camus geeft een aantal voorbeelden. De Don Juan die onstuimig liefheeft, zonder hoop op een uiteindelijke, ware liefde. De toneelspeler die zoveel mogelijk levens wil leven, zichzelf verliest in het leven van een ander. De veroveraar, de strijder, de avonturier die wil handelen en zich verzet tegen de goden. De meest absurde mens is echter de kunstenaar. Deze schepper wil het leven herhalen in materie. Hij zoekt geen verklaring of oplossing voor zijn vragen en verlangens, maar wil ondervinden en beschrijven.

    'De mythe van Sisyphus' ontleent zijn titel aan de bekende Griekse mythe. Sisyphus is de sterveling die in opstand kwam tegen de goden en daarvoor de meest ernstige straf denkbaar opgelegd kreeg: zinloosheid. Hij is gedoemd eeuwig een rots de berg op te duwen, te zien hoe deze weer naar beneden rolt en opnieuw te beginnen. Voor Camus is Sisyphus de ultieme absurde held. Hoewel zijn arbeid zwaar, nutteloos en oneindig is, vraagt Camus ons in te beelden dat Sisyphus rustig de berg afloopt, zijn steen achterna. Naar beneden wandelend, wordt hij zich bewust van het absurde van zijn situatie. Precies dit moment van helderheid en inzicht is tragisch en kwellend, maar tegelijkertijd Sisyphus' overwinning. 'We moeten ons Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen,' schrijft Camus.

    'De mythe van Sisyphus' is niet alleen humanistisch omdat het bestaan van iedere vorm van eeuwigheid wordt ontkend en de menselijke mogelijkheden centraal staan. Camus' filosofische essay is ook - of vooral - humanistisch te noemen omdat het de menselijke ervaring (die zinloos en hartstochtelijk, eindig en trots is) zo treffend verwoordt. Voor Camus is de botsing tussen het menselijk verlangen naar eeuwigheid, duidelijkheid en zin aan de ene kant en een universum dat koppig en onrechtvaardig zwijgt aan de andere kant, het meest treffende aspect van de menselijke existentie. Hij vraagt ons deze situatie bewust te beleven, zonder gemakkelijke uitwegen, dogmatische zekerheden, of ontkenning in dagelijkse gewoontevorming. Camus weet als geen ander de menselijke existentie op de spits te drijven en verdient daarom een ereplaats in de Humanistische Canon.

    Gepubliceerd: 10-01-2008

    http://www.human.nl/?pg=canon&canonid=47&nextv=5
    http://www.humanistischverbond.nl/canon/camus_wit.html



    26-04-2009, 21:02 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Camus en de mythe van Sisyphus

    door Sharon Hagenbeek

    De goden hadden Sisyphus vervloekt tot het eindeloos omhoog rollen van een steen naar de top van een berg. Die steen valt door zijn eigen gewicht omlaag valt door zijn eigen gewicht. De goden dachten dat er geen ergere straf was dan deze eindeloze en nutteloze arbeid.

    Volgens Homeros was Sisyphus de meest wijze en prudente van alle onsterfelijken. Volgens andere had hij snelwegman als beroep. Maar hier is niet noodzakelijk sprake van een contradictie. Ook verschillen de meningen over waarom hij door de goden vervloekt was. Zo zou hij geheimen van de goden gestolen hebben. En Homeros zegt dat hij de Dood geketend had. Verder zou hij Pluto gevraagd hebben om terug te mogen keren naar het aardse leven om zijn vrouw te straffen voor haar ongehoorzaamheid, en vervolgens is hij niet teruggekeerd naar Pluto’s onderwereld. Al met al is Sisyphus een absurde held. Hij bestaat zowel door zijn passie als door zijn marteling. Zijn passie leverde hem de straf op waardoor het hele zijn niets lijkt te bereiken. Voor zijn passies op deze aarde verdiend hij deze straf. De mythes vertellen ons voornamelijk over zijn straf en bijvoorbeeld niet over zijn tijd in de onderwereld. Maar uiteindelijk is de reden van zijn straf bereikt.

    Sisyphus staat bovenop de top van de berg met de steen. En voor een paar seconden ziet hij de steen naar beneden rollen. Dan gaat Sisyphus de steen weer achterna naar de lagere wereld.

    Die pauze vindt Camus interessant.

    Camus ziet Sisyphus met zware maar gepaste stappen terug gaan naar de kwelling waarvan hij het einde niet kent. Dat uur als moment van ademhaling alvorens hij weer teruggaat naar de kwelling van zijn marteling, dat is het uur van bewustzijn. Op die momenten is hij superieur aan zijn lot. Hij is dan sterker dan zijn steen.

    Als deze mythe tragisch is, dan is dat omdat zijn held bewust is. Sisyphus, de proleet van de goden, machteloos en rebels, kent de hoedanigheid van zijn vreselijke conditie: dit is wat hij denkt gedurende zijn afdaling. Deze luciditeit die zijn marteling moet zijn is ook de kroon op zijn overwinning. Er is geen lot dat overtroffen kan worden door vervloeking. Soms wordt de afdaling uitgevoerd met berouw, andere keren in vreugde.

    Zonder erkenning van het bewustzijn zijn dit soort vreselijke waarheden niets waard. Zo is de tragedie voor Oedipus pas een tragedie wanneer hij weet wat zijn tragedie is. Oedipus van Sophocles is gelijk aan Dostojevski’s Kirilov.

    De klassieke tijd bevestigt de moderne held; de held heeft een absurde overwinning.

    Oedipus spreekt uit dat hij concludeert dat alles goed is. Met deze opmerking wordt het lot gezien als iets dat door mensen bepaald wordt. Zo is het ook voor Sisyphus. Er is geen zon zonder schaduw en er is geen persoonlijke overwinning als we de nederlaag niet volledig omarmen.

    Sisyphus daalt af van de berg en omarmt zijn persoonlijke lot. Ook hij moet concluderen dat alles goed is, terwijl hij de steen weer omhoog begint te rollen.

    22 mei 2008

    http://sharonhagenbeek.nl/samenvattingen/myth-of-sisyphus-camus



    26-04-2009, 20:53 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sisyphus

    Sisyphus was de stichter en de koning van Korinthië. Hij speelde een gevaarlijk spel om de goden uit te dagen en te tergen en als straf stuurden zij Thanatos, de god van de dood om hem te vangen. Sisyphus was echter een gewiekst man en hij slaagde erin Thanatos te overmeesteren en vast te binden. Zolang Thanatos gevangen was stierven er geen mensen op aarde.

    Sisyphus moest sterven als straf voor deze ongehoorde daad, maar hij beval zijn vrouw hem niet te begraven en geen muntje onder zijn tong te leggen voor Charon, de veerman, die met hem de rivier Styx zou oversteken om het dodenrijk te bereiken. Deze veerdienst was niet gratis en daar diende dus dat muntstukje voor.

    Bij Hades aangekomen ging Sisyphus direkt zijn beklag doen... zijn vrouw had vergeten de juiste rituelen uit te voeren ...en Hades stuurde hem dus terug om dit in orde te brengen. Eens terug overwoog Sisyphus het niet om terug te gaan naar de onderwereld ; hij besloot nog een tijd verder te leven.

    De goden waren natuurlijk verbolgen over zoveel vermetelheid en gingen terug op jacht om Sisyphus te pakken te krijgen.

    Hij werd naar de Tartarus gestuurd, dit was de onderwereld waar Hades en Zeus de baas waren. Ontsnappen was niet mogelijk want de Tartarus werd bewaakt door de Erinyen, vrouwen met slangen op hun hoofd in plaats van haar, met vurige ogen en vleugels als vleermuizen. Bovendien zwaaiden ze vervaarlijk met zwepen met venijnige weerhaken aan.

    Sisyphus werd veroordeeld om een zeer zware rotsblok op een steile helling te duwen, maar...éénmaal op het topje van die steile berg, rolde het rotsblok terug naar beneden, en Sisyphus kon opnieuw beginnen....en opnieuw.....en opnieuw....voor alle eeuwigheid.

    http://mythos.skynetblogs.be/post/3640559/sisyphusarbeid



    26-04-2009, 20:26 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het, wat het ook mag zijn, handelt ...

    ... ik herken nu in wat er toen is gebeurd het patroon waarnaar mijn hele leven lang denken en handelen zich hebben samengevoegd of niet hebben samengevoegd. Ik denk, kom tot een conclusie, houd die conclusie vast in de vorm van een beslissing en merk dat het handelen een zaak is die op zichzelf staat en op de beslissing kán volgen, maar niet hóeft te volgen. Vaak genoeg heb ik in de loop van mijn leven dingen gedaan waartoe ik niet had besloten, en dingen niet gedaan waartoe ik wél had besloten. Het, wat het ook mag zijn, handelt; het gaat naar de vrouw die ik niet meer wil zien, maakt tegen een superieur een opmerking waarmee ik me in de nesten werk, gaat door met roken hoewel ik heb besloten met roken te stoppen, en houdt op met roken nadat ik heb ingezien dat ik een roker ben en zal blijven. Ik bedoel niet te zeggen dat denken en beslissen geen invloed op het handelen hebben. Maar het handelen voert niet zonder meer uit wat vooraf is gedacht en beslist. Het heeft zijn eigen bron en is op een even zelfstandige manier mjn handelen als mijn denken mijn denken is en mijn beslissen mijn beslissen.
    Bernhard Schlink. De Voorlezer.(vertaling Gerda Meijerink)



    26-04-2009, 20:15 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongezien - Psalm 22 vers 10 - Huub Oosterhuis - Die mij getrokken uit de schoot mij mens genoemd hebt ...

    Die mij getrokken uit de schoot
    mij mens genoemd hebt en geëigend
    mijn ogen wende aan het licht

    mijn voeten zette dat ik stond
    mij hebt doen weten dat ik gaan kon
    dat ik zou komen waar
    Gij zijt

    die als ik neerzit aan de kant
    van weg en omweg, moe en dorstig,
    mij overschaduwt met
    Uw Naam

    die toen ik neerlag in het stof
    mij hebt omgeven met
    Uw duister
    dat geen gedierte mij verslond

    die ongezien mij trekt tot U
    U zal ik ongezien vertrouwen -
    laat mij niet over aan mijzelf.

    Psalm 22, vers 10

    Huub Oosterhuis ‘Ongezien’



    26-04-2009, 00:00 geschreven door Nao  
    24-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fundamentele twijfel

    “De zoektocht naar ware en zekere kennis is gegroeid doorheen de fundamentele twijfel, de twijfel die binnen het proces van de vertwijfeling dermate ver wordt doorgetrokken tot er geen laatste twijfel meer mogelijk is en er slechts die zekerheid opduikt, namelijk de mogelijkheid tot de twijfel zelf. “ Descartes 1596-1650



    24-04-2009, 11:30 geschreven door Nao  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik ben toch maar een mens

    We zitten met drie in een cel. Er wordt gefluisterd dat zich diep onder het gebouw een witgekalkte kelder bevindt. Klein, helder verlicht en met één enkele stalen deur. De veroordeelden worden er aan vleeshaken opgehangen tot ze dood zijn. Het is een hardnekkig gerucht dat onder de gevangenen de ronde doet. Ik ga er niet op in, hunnentwege. Ik weet maar al te goed dat het waar is. Ik was er eerder als bezoeker, getuige, (...) Het licht is er schel en hoe zwaarder het lichaam des te korter de eindstrijd. Als de beul, die ook de dood moet vaststellen, goede luim heeft of toevallig diezelfde dag een andere dringende afspraak moet nakomen, kan het gebeuren dat hij het lijden voortijdig met een kogel beëindigt.
    (...)
    De vraag waarom mij dit overkomt, stel ik niet meer. Het moet zo zijn. Ik wil u dit verduidelijken. Boeken verbranden... wij, ik, de waffen-SS verbrandden Polen. Dan bedoel ik niet het land. Maar Polen: Joden, intellectuelen, zigeuners, communisten, militairen, gehandicapten. Vul maar aan, iedere Pool viel wel in één of andere categorie. […] Ik vroeg mijn overste: "wat gaan we doen als die allemaal op zijn?" Het was niet ironisch bedoeld. Het werd ook zo niet begrepen. "Dan is het land van ons" zei […]. Zo was dat. Helder en eenvoudig.
    (...)
    We lieten mensen hun eigen graf graven: een gat in de aarde. Ik kon er toen niet bij waar ze die kracht vandaan haalden. Nu wel: louter uit hun lichaam: "Niet nu. Seffens, seffens. Nog één minuutje.Geef me nog even. Leef nog heel even..." Soms snokten hun lichamen ongecontroleerd: spasmen uit doodsangst. Maar ze spitten. "Nog één minuutje, meneer de beul, nog één minuutje!" Ik denk aan niets anders meer, broeder.
    (...)
    Gisteren voelde ik me nog verantwoordelijk voor mijn daden. Vandaag, in het licht van mijn nieuwe inzichten, niet meer. Wel schuldig. Schuldig voor leed dat ik onder het goedkeurend oog van het gezag heb toegebracht! Het gezag is onbesproken en onaantastbaar. Het leed heeft de instemming van het Duitse Volk. […] Zijn de Polen schuldig? Neen. Ik, ik heb schuld.
    (...)
    Vroeger gaf men de beulen een zilverstuk, niet de schuld. Of stel: de beul twijfelde aan de schuld van de ter dood veroordeelde... zou het vonnis zijn gewijzigd indien hij had geweigerd het uit te voeren? Wie dat gelooft, is nog dommer dan ik. […] Wanneer is het doden van een mens moord en wanneer een loutere executie? Alsof het hier om een woordspelletje gaat.
    (...)
    Woedend ben ik. […] Maar hoe schuldig ben ik? Was het verzuim of kan ik onwetendheid inroepen? […] Onwetendheid inroepen,... voor wie, voor welke instantie? Voor mezelf? Voor u? Men heeft mij misleid. Men heeft mij met valse argumenten overtuigd. Had ik het moeten doorzien? Welke God zal mij dit ooit aanrekenen? Dezelfde God die dit eerst heeft toegestaan? God,... mensen!,... doe mij maar zonder God! […] Ik ben toch geen roofdier dat onwetend doodt om te leven. Of ben ik dat wel? Ik ben geen machine die blindweg bevelen opvolgt. Of ben ik dat wel? Ik ben toch maar een mens.

    http://jf-age.skynetblogs.be/post/6410358/de-fundamentele-twijfel



    24-04-2009, 11:14 geschreven door Nao  
    23-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom

    Oh ik weet het niet, maar besta, wees mooi.

    Zeg: ‘kijk een vogel’

    En leer me de vogel zien.

    Zeg: ‘het leven is een brood om in te bijten

    en de appels zien rood van plezier’

    En nog, en nog, zeg iets...

    Leer me huilen

    en als ik huil leer me zeggen:

    ‘het is niets’.

    Herman De Coninck



    23-04-2009, 16:17 geschreven door Nao  
    Foto
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per week
  • 19/09-25/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 21/06-27/06 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
    Gastenboek
  • Hallo

    Respect

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs