Inhoud blog
Zoeken in blog
25-09-2011
Het graf van Pernath - Hugo Claus
Het graf van Pernath de variant die Hugo Claus voor zijn vriend had geschreven
op Vondels Uitvaert van Maria van den Vondel Wanneer dit eindelijk
leven endt vergaat het eindeloze leven, door kind noch kraai herkend en
niemand ooit vergeven. Je versplinterde je eigen troon toen je viel in
de kille grond en vermetel, bleek en brandschoon liep je leeg uit je eigen
wonden. Men deed je hazelnotenogen toe tegen de verminkende zon
en eindelijk stil strak en moe werd je door je schaduw
overwonnen. VONDEL vindt dat wat zich verspreidt op aarde,
druppelsgewijs, volkomen zal worden in Gods glorieuze tijd. VONDEL wou
van dromen dromen. De vereniging van het Al in het Eén ? Jij wist,
jij, hier in ballingschap geschoven dat er geen rust is hier beneên en ook
geen moederland daarboven. Met in je hand je radeloos kompas blijf je
in je doodsstrijd steken zolang, zolang, tot na je stof en as in de barre,
gedachteloze streken Waar geen kwaad is en geen goed, in de
geheugenloze tijden je herinnering is leeggebloed in het gras van plastic
weiden.Antwerpse bibliofiele uitgeverij Ziggurat. de
eerste publicatie;Het graf van Pernath, wordt tussen 1977 en 1985 gevolgd
door 8 andere uitgaven.
25-09-2011, 19:16 geschreven door Nao
Uitvaert van Maria van den Vondel
Uitvaert Van Maria van den Vondel
Insuetum miratur limen Olympi .
Wanneer
dit tijtlijk leven endt,
Begint
het endelooze leven,
By Godt
en engelen bekent,
En
zaligen alleen gegeven.
5
Daer
zit de Godtheit op den troon,
In 't
middenpunt van alle ronden,
Dat
overal, en eenigh schoon,
Noit
zijnen omvang heeft gevonden.5-8 8
Dit
trekt alle oogen naer zich toe,
10
Als
d'eerste zon van alle zonnen,
De bron
van 't licht, noit straelens moê,
Van
geene schaduwen verwonnen.12
Wat
goet zich in 't geschapen spreit
By
sprengkelen, is hier volkomen13-14
15
In
schoonheit, maght, en heerlijkheit,
Een
zee, de springaêr aller stroomen.16
Wat
herquam van het enkel Een17
Doolt,
als in ballingschap verschoven,18
Vint
geene rustplaets hier beneên,
20
En
zoekt het vaderlant daer boven.
Zoo
waelt de lely van 't kompas,21
Die met
den zeilsteen wert bestreeken,22
Rondom,
en zoekt de starlichte as,23
Haer wit, waer van zy was versteeken.24
25
MARIA steegh
met haer gemoedt,
Van
werreltsche ydelheên gescheiden
En los,
naer dit volkomen goet,
Waertoe
d'elenden 't hart bereiden.28
Twee
vleugels, ootmoet en gedult,29
30
Verhieven
haer uit aertsche dampen,30
Daer 't
eeuwigh Een 't gebrek vervult,31
En
vleesch en geest niet langer kampen.
Haer
leste stem en aêm was Godt,
De
troost der aengevochte harten,34
35
Het
beste deel, en hooghste lot.35
Zoo
voerze heene uit alle smarten.
Wat
kroontge, op dat uw liefde blijk',37
Met
parle, zilver, en gesteente,
En
palm, en roosmarijn, het lijk?
40
O
Speelnoots, dit 's een dor gebeente.
Zy
leefde tien paer jaeren lang,
Maer nu
van 's werrelts last ontbonden,
Verwachtze
om hoogh geen' ondergang.
Het
hemelsche uurwerk telt geen stonden.44
45
Een rey
van englen kroon' de ziel
Met
lauwerier in 's hemels hoven,46
Nu 't
kleet des lichaems haer ontviel.
Zy noode ons met gebeên daer
boven.48
J.v. Vondel .
* Van 1668. - Afgedrukt volgens de
tekst der afzonderlike uitgave in plano (Unger, no. 705).
Opschrift : Maria van den Vondel,
dochter van Vondel's zoon Joost en diens eerste vrouw, Aeltje van Bancken, werd
in 1648 te Amsterdam geboren, stierf daar 7 Dec. 1668 en. werd 17 Dec. in de
Nieuwe kerk begraven. Zie over haar Sterck, Oorkonden , blz. 208-13. Zie
voor het motto deel 8, blz. 721.
5-8 Weerklank van de bekende rei uit Lucifer
(vs. 281-300).
8 omvang: omtrek, begrenzing (Ned. Wdb.
X, 671).
12 Van: door.
13-14 Al het goede dat in de geschapen
wereld bij kleine gedeelten verspreid ligt.
16 springaêr: bronader.
17 herquam: afkomstig is.
18 verschoven: verworpen.
21 waelt: gaat onzeker heen en weer; de
lely: de kompasnaald in de vorm van een heraldieke lelie (Ned. Wdb.
VIII, 1536).
22 de zeilsteen: de steen die de kompasnaald
magneties maakt.
23 de starlichte as: de Noordster aan de hemelpool.
24 wit: doel; versteeken:
verstoten, afgehouden.
25-09-2011, 19:14 geschreven door Nao
23-09-2011
Arsenii Tarkovsky - From the Morning
FROM THE MORNING by Arsenii Tarskovsky
From the morning I was waiting for you yesterday,
They guessed that you wouldn't come,
Do you remember the weather?
Like a feast day! And I
went out without a coat.
Today you came, and they have fixed for us
An especially gloomy day,
And the rain, and the especially late hour,
And the drops are running
along the cold branches.
They can't be calmed with a
word, nor dried with a cloth
23-09-2011, 01:19 geschreven door Nao
Arsenii Tarkovsky - As a Child ...
AS A CHILD... by Arsenii Tarskovsky
As a child I once fell ill
From fear and hunger. Id scratched off the scab
From my lips and licked my lips; I remembered
The cool and salty taste.
But still I go, but still I go, I go,
I sit on the front stairs and warm myself,
Delirious, I wander as though to follow
The tune of the pied-piper to the river,
I warm myself on the stairs, consumed by fever.
But mother stands and beckons, she seems
Not far away but unapproachable:
I approach a little, its only seven steps,
She beckons, I approach but she still stands
Only seven steps away, she
beckons.
Heat
Grips me, I undid my collar and laid down
And trumpets started trumpeting, my eyelids
Were struck by light, and horses galloped, mother
Is flying above the cobblestones, she beckons
And vanished
And now I dream
Beneath the apple trees, a white ward,
And the white bed-sheet beneath my throat,
And the white doctor looks down at me,
And the white nurse stands beside my feet
Ruffling her wings. And they remained.
But mother came and beckoned
And vanished
23-09-2011, 01:16 geschreven door Nao
Arsenii Tarkovsky - Eurydice
EURYDICE by Arsenii Tarkovsky
A human has a body
Just one, like one alone,
The soul has had enough
Of its continuous frame
With all its ears and eyes
The size of a silver coin
And skin like scarves on scarves,
As if hung on a rack.
It flies out through the cornea
Into the heavenly clearness,
Upon the icy spoke,
Upon the bird-drawn chariot
And listens through the bars
Of its own living prison
To the crack of woods and fields,
To the horn of seven seas.
A bodiless soul is shameful,
Like a body without its garment, -
No reasoning or deed,
No impetus or line.
A riddle without solution:
Who will return again,
From dancing on that stage,
Where nobody is dancing?
And I dream of another
Soul dressed in different clothes:
It burns and runs across
From timidity to hope,
With fire that leaves the earth,
Like spirit without a shadow,
Leaving a bunch of lilac
On the table for
remembrance.
Run, child, don't lament
For poor Eurydice,
And chase your copper hoop
With a stick around the world,
While, still hardly audible,
Joyfully and dryly,
In answer to each step
The earth resounds in your
ears.
23-09-2011, 01:14 geschreven door Nao