Honger in concentratiekamp Hoe lang ben ik hier nu al … Ik wou dat ik kon slapen om mijn honger te vergeten. Op het muurtje naast mijn bed heb ik met mijn nagels lijntjes gekerfd en er rest bijna geen plaats meer. Ik herken mijn eigen handen niet meer, mijn gezicht voelt ingevallen, mijn buik onbestaande. Wat zou ik kunnen eten ? Het is pas de volgende morgen dat er weer appèl is en dat we een kommetje lauwe pap krijgen met water. Dat houdt ons op de been. Mijn metgezellen zijn spiegelbeelden van mezelf en ik waan me in een spookstad. Uitgedoofde zielen als dagelijkse kost. Ik mag niet aan eten denken … ik wil slapen maar kan het niet. Mijn maag trekt samen in het ledige en blijft kleven aan zijn eigen huid. Mijn sandalen liggen naast mijn hoofd. Ik wil ze niet verliezen. Geobsedeerd begin ik met mijn vuile nagel in het binnenste van de voetzool te krabben. Onder mijn nagel vormt zich een zwart lijntje gemengd met puur voetzweet en zoet leder. Dit stop ik in mijn mond. Ik probeer me de borsten van mijn moeder voor te stellen en smaak de zoete heimwee. De idee maakt me rustig. Contrasteert met de wrange smaak van mijn voetzool. Een beetje vocht vormt zich in mijn ogen. Het doet deugd om het gemis te voelen. Ik besef hoe anders het toen was. Ik neem een beetje vocht in mijn mond… sluit mijn ogen. © Ria
|