Hemelse dialoog tussen 2 tienjarigen
Pff
die laatste helling, dat was duwen!
Ik blijf hier nog even in het gras liggen. t Is zo warm.
De wolken krijgen randjes. Ik ben vergeten of dat nu een goed of een slecht teken is. Gaat het nu regenen of blijft het droog?
Mijn mama zegt dat als we dood zijn, we naar de hemel gaan.
Dat is raar. Mijn oom is gestorven en die hebben ze in de grond gestoken.
Als we dood zijn, gaan we naar de hemel en eten rijstpap met gouden lepeltjes.
Ik hou niet van rijstpap. Wel van yoghurt. Smaakt dat anders met een gouden lepel?
Weet ik niet. Ik vind rijstpap wel leuker als we de kom mogen uitlikken. Maar dat mag waarschijnlijk in de hemel ook niet.
En wat doen we daar dan nog?
Geen idee. In bad gaan?
Waarom zouden we dat doen? Zijn we dan zo vuil van die rijstpap? Misschien mogen we daar wel de kom uitlikken. Of zijn de mensen zo vuil omdat ze eerst onder de grond gelegen hebben?
Weet niet. De mensen baden in het aanschijn van God, dat is wat mijn mama zei.
En wat is een aanschijn? Een badkuip?
Ja, zeg! Ik kan niet alles weten! Ik begon er over omdat we hier zo naar de hemel liggen te kijken. Misschien zijn wolken dan de stoom van al die badkamers. En regent het als dode mensen uit het bad stappen.
Dan zijn die aanschijnen zo lek als een zeef, zoals het hier vorige week geregend heeft!
Wat zeggen ze bij jou thuis over de hemel?
Ze noemen het een dampkring. Dus dat kan wel kloppen. Als het badwater te warm wordt dampt het nogal in onze badkamer. En volgens mijn vader is de hemel blauw omdat het zonlicht breekt op alle waterdruppels in de lucht. Dat breken van licht verstond ik niet, maar er moeten dus wel waterdruppels zijn.
En wat dan als we dood zijn? Gaan we dan niet naar de hemel?
Nee, als we dood zijn, gaat onze ziel in een nieuw lichaam wonen.
Een nieuw lichaam? Welk lichaam? Mogen we dat zelf kiezen? Of ligt er ergens een stapel waar ze er een leeg tussenuit trekken waar we dan in moeten?
Weet ik veel! Gewoon, je wordt geboren in een nieuw lichaam. Een mens of een dier. Een leeuw of een mier of een strontvlieg of een draak. Ik zou wel een draak willen worden
Een draak! Een eendagsvlieg zal je bedoelen. Waar gaan die lichamen met die zielen dan heen? Naar de hemel?
Nee, die blijven hier op aarde. Wij zijn ook zon lichamen.
Ga weg! Loop ik hier met de ziel van iemand anders rond?
Ge zijt de ziel van iemand anders, alleen weet je dat niet meer.
Dan ben ik al eens iemand anders geweest
cool!
Ge zijt al honderd keer iemand anders geweest. We blijven terugkomen tot we perfect zijn, en dan pas mogen we naar de hemel.
Dan ben ik dus al eens groot geweest ook. Dat moet ik onthouden als mijn mama nog eens zegt dat ik ergens te klein voor ben. Probeer jij perfect te worden?
Gezien het aantal keer dat ik al straf heb gekregen, zal het nog niet voor deze keer zijn, denk ik. Bovendien heb ik niet echt zin in die rijstpap en dat bad. Dan nog liever een strontvlieg!
Au! Ik ben gebeten door een mier! Lelijk rotbeest! Hier!
Héla, voorzichtig hé. Misschien heb je mijn oom wel doodgetrapt en kan hij weer verhuizen. Laten we maar verder fietsen, die randjes rond de wolken voorspellen niet veel goeds.
© Barbara
|