Amaunet
|
Vrouwelijke tegenpool van de
god Amon, de verborgene. In de
Piramideteksten werd ze voor het eerst genoemd en in het Nieuwe Rijk werd ze
samen met haar partner Amon in Karnak vereerd.
Met hem was ze ook in de kosmogonie van Hermopolis verbonden; ze gold
daardoor als oergodin.
|
Amon, Amon-Re

|
De antropomorfe god met hoge
verenkroon gold vanaf het Middenrijk als plaatselijke god van Thebe. Zijn hoofdzetel was Karnak, waar hij samen
met Moet en Chonsoe werd vereerd. De
rijksgod Amon, in wie de abstracte voorstelling van multifunctionale
goddelijkheid gestalte kreeg, moet als het product van theologische overwegingen
in het Nieuwe Rijk worden gezien. Door
zijn verbinding met de vruchtbaarheidsgod Min was hij als Amon-Min-Kamoetef de
zichzelf verwekkende oer- en scheppingsgod, terwijl hij als Amon-Re borg stond
voor de voortdurende vernieuwing van de wereld en als koning der goden heerser
was over hemel en aarde. In de
21ste dynastie werd voor hem een eigen godsstaat in Thebe
opgericht. Vanaf dat moment was zijn
functie als opperste god gewaarborgd tot de verovering van Egypte door Alexander
de Grote, aangezien deze zich door het orakel van Amon in deze oase Siwa als
zoon van God liet erkennen.
|
Anoebis

|
Vanaf de vroegste tijd
beschermgod van de necropolen, die als jakhals of in antropomorfe gedaante met
jakhalskop werd afgebeeld. Hij gold als
balsemingsgod, bewaker der geheimen en rechter van het dodengericht. Samen met zijn moeder, de koegodin Hesat en
de stier-god Mnevis vormde hij een godenfamilie. In later teksten werd hij ook als zoon van de
dodengod Osiris genoemd. Zijn cultus
is in heel Egypte bekend: hij komt oorspronkelijk waarschijnlijk uit de
17de gouw in Boven-Egypte.
|
Anoekis

|
Godin van de jaarlijkse
Nijloverstroming, waarop ook haar hoge kroon van riet wijst. Samen met Chnoem en Satet vormde ze de
beschermende godenfamilie van de Nijlcataract.
Ze gold bovendien als heerseres van het zuidelijke grensgebied.
|
Apis

|
De Apisstier werd vanaf de
vroegste tijd in Memphis vereerd als vruchtbaarheids- en koningsgod. Op grond van een bles op het voorhooft en
andere kentekens werd uit de veekudden de goddelijke stier gekozen. Na hun dood werden de heilige stieren
gemummificeerd en vanaf het Nieuwe Rijk in het serapeum van Sakkara
bijgezet. In de Ptolemaeëntijd ontstond
uit de verbinding van Osiris en Apis een nieuwe Egyptisch-Hellenistische god
met de naam Serapis.
|
Atoem

|
De naam van de oergod van de
Heliopolitaanse kosmogonie kan zowel niet zijn als alles zijn
betekenen. Deze dubbele betekenis werd
waarschijnlijk bewust gekozen en wijst op de oorspronkelijke scheppingssituatie
die zich in Atoem manifesteerde. Hij was
het die in het oerwater als enige wezen ontstond en die uit zichzelf de
elementen van de schepping en de vele vormen van existentie schiep. Daarbij werd de ruimte (hemel en aarde)
geschapen, de cyclische tijd geactiveerd en de lineaire tijd door het ontstaan
van het aardse bestaan en het hiernamaals in beweging gezet. De mensen en de goden golden als tranen en
zweet van de god. In zijn belangrijkste
cultusplaats Heliopolis vatte men de menselijke Atoem met de koninklijke dubbele
kroon ook op als de avondzon.
|
Aton

|
De zonnegod van de
Amarna-theologie van Echnaton werd als een zonneschijf met lange stralen
voorgesteld, waarvan de uiteinden als mensenhanden waren weergegeven. Aton is de abstractste vorm van een god die
er in het faraonische Egypte ooit is geweest.
Hij gold als het daglicht dat mens en dier laat leven. Echnaton en de koninklijke familie, die de
verzorging van de god met offers en dus ook zijn dagelijkse verschijning
garandeerde. In afbeeldingen van
Echnaton wordt bovendien de bekwaamheid van deze, als scheppende god
gesymboliseerd. Het later dood verklaren
van de Amarna-theologie betrof niet de godenvoorstelling van Aton, maar zijn
aardse plaatsvervanger Echnaton.
|
Bastet

|
De belangrijkste
cultusplaats van de oorspronkelijk in de gedaante van een leeuw en later als een
kat optredende koningsgodin was Boebastis.
Vanaf het Oude Rijk werd ze echter ook in Memphis vereerd en was ze met
de godin Sachmet verbonden. Er zijn ook
verbindingen met Hathor en Moet bekend, terwijl ze in Heliopolis bovendien als
dochter van de scheppende god Atoem gold.
Haar wezen leek op het karakter van een kat. Aan deze godin werden in de late tijd en de
Grieks-Romeinse periode talrijke bronzen beelden gewijd.
|
Bes

|
De sinds het Oude Rijk
bekende beschermgod is een dwergachtige gestalte met baard. Hij was nauw verbonden met de strijdlustige
god Aha. Samen met Hathor waakte hij
over sex en geboorte en bovendien zette hij zijn magische krachten tegen ziekte
en gevaren. Hij gold ook als god van de
vreugde en de dans. Kleine stèles en
amuletten met het beeld van de god zouden een waarborg zijn voor het verkrijgen
van zijn bescherming.
|
Chepri

|
Dit is de god van de
cyclische vernieuwing, van het dagelijkse hernieuwd ontstaan van de zon, hij
werd voorgesteld als scarabee. Tijdens
de loop van de zon was hij de zonsopkomst in de morgen, Ra de middagzon en Atoem
de avondzon.
|
Chnoem
|
De als ram of als
antropomorfe gedaante met ramskop voorgestelde scheppende god was nauw verbonden
met het ontstaan van alle levende wezens.
Op een pottenbakkersschijf maakte hij hun lichamen en "ka" (ziel). Samen met Satet en Anoekis beschermde hij bij
de eerste cataract de Nijlbronnen en de vruchtbaarheid van het land. Aangezien hij op vele plaatsen in Egypte werd
vereerd, bestond zijn persoonlijkheid uit meerdere aspecten. Belangrijkste cultusplaatsen: Elefantine en
Esna.
|
Chonsoe

|
De jeugdige god die in den
Thebaanse riade de rol van de zoon had, werd in de meeste gevallen in de
gedaante van een mummie met zijlok en maansymbool op het hoofd voorgesteld. Oorspronkelijk zag men hem tegelijkertijd als
onheil brengende en beschermende god.
Dit hing hoogstwaarschijnlijk samen met het veranderende uiterlijk van de
maan. Later gold de god Chonsoe als
heerser van de levensduur en als god van het orakel en de genezing.
|
Geb

|
De menselijke door Atoem
geschapen aardgod behoorde tot de Heliopolitaanse kosmogonie. Samen met Noet (hemel), Sjoe (lucht) en
Tefnoet (vochtigheid) vormde hij de ruimte, waarin de zonnegod de cyclische tijd
in beweging kon brengen. Als eerste
heerser op aarde stond hij in voor de rechtmatigheid van het goddelijke
koningschap.
|
Hapi

|
De Nijlgod belichaamde de
vruchtbaarheid van Egypte door de regelmatige overstroming van de akkers. Hij werd afgebeeld als weldoorvoed man met
vrouwelijke borsten en een kroon van papyrusplanten. In plaats van Horus en Seth konden 2
Hapifiguren Boven- en Beneden-Egypte symbolisch verenigen voor de koning of
konden talrijke Nijlgoden i.p.v. de gepersonifeerde gouwen de verzorging van het
land waarborgen.
|
Hathor

|
De godin in gedaante van een
mens of koe was vanaf de vroegste tijd verbonden met de hemel- en koningsgod
Horus, waarnaar ook haar naam huis van Horus verwijst. Haar solaire aspect werd door de zonneschijf,
die tussen de koehorens verschijnt, duidelijk?
Ze speelde in verschillende mythen een rol en werd op talrijke
cultusplaatsen in het land vereerd. Ze
was niet alleen koningsgodin, maar ook godin van de liefde en moedergodin,
beschermster bij geboorte en regeneratie en zonne- of maanoog. Vanwege haar vele verschillende eigenschappen
kon ze met bijna elke andere godin verbonden worden en op verschillende manieren
verschijnen. In haar belangrijkste
cultusplaats Denderah bestond er een nauw verband met de god Horus van
Edfoe.
|
Heket

|
De godin met kikkerkop was
een van de beschermsters van zwangerschap en geboorte. In verbinding met Chnoem en Osiris was ze
verantwoordelijk voor de schepping en regeneratie van alle levende wezens.
|
Horus

|
Van de naam Horus (de
verre) werden vele verschillende konings- en hemelgoden in een gedaante van een
valk benoemd. Men beschouwde de eerste
koningen als goddelijke Horus en nam ze op in het kosmische gebeuren. Binnen de Osiris-mythe, waar Horus als zoon
van Isis en Osiris gold, kreeg het koninklijke aspect een extra mythische
betekenis. Daarbij ging het vooral om de
strijd tussen structuur en chaos in de schepping, Horus vertegenwoordigde, als
rechtmatig opvolger van Osiris, de wereldorde.
Seth stond daarentegen in voor de tameloze neigingen. In de Grieks-Romeinse tijd nam Horus alle
mythisch magische aspecten van het koningschap over en verving zo de in
werkelijkheid bestaande heerser.
|
Ihy

|
De van sistrum en menat
voorziene god van de muziek werd in Dendera als zoon van Hathor en Horus van
Edfoe vereerd. Als kind-god stond hij in
verbinding met het begin van de schepping en kon hij ook als zoon van de
zonnegod worden gezien.
|
Isis

|
De antropomorfe godin wordt
met de hiëroglief van haar naam, de troon- of met koehorens en zonneschijf op
het hoofd afgebeeld. Ze
vertegenwoordigde de koninklijke macht die ze als gemalin van Osiris weer te
voorschijn bracht. Ze verbond zo het
aardse leven en het hiernamaals met elkaar en was tegelijkertijd doden- en
moedergodin. Ze werd in samenhang met de
groeiende populariteit van de Osiris-cultus in het gehele land vereerd. En belangrijke karaktertrek van Isis, die
vanaf het Nieuwe Rijk bijdroeg aan haar groeiende populariteit, was dat ze als
beschermgodin magische krachten had. In
de Grieks-Romeinse tijd speelde ze een allesovertreffende rol en werd ze in het
gehele Romeinse Rijk vereerd. Haar
cultus op het eiland Philae bestond zelfs nog tot in de 6e eeuw na
Christus.
|
Maät

|
Het begrip Maät stond voor
het principe van de gestructureerde wereld, voor orde en harmonie, voor ethische
waarden en rechtvaardigheid, voor cultuur en scheppingskracht. Maät was daardoor de tegenpool van alles wat
ongeordend en wild, vernielend en onrechtvaardig, maar wel machtig was. De belangrijkste taak van elke koning was
Maät te garanderen en op die manier niet alleen de Egyptische Staat, maar ook de
hele wereld in stand te houden. De godin
Maät was de personificatie van dit principe.
Ze gold als metgezellin of dochter van de zonnegod en werd antropomorf
met een veer op het hoofd afgebeeld. Een
eigen cultus schijnt ze pas in het Nieuwe Rijk te hebben gekregen, die
vervolgens aansluiting vond bij de cultussen voor de Rijksgoden in Karnak en
Memphis.
|
Meretseger

|
De godin met slangekop of
slangenlichaam van het westelijk gebergt in Thebe gold als beschermgodin van de
doden en als patroon van de necropoolarbeiders van Deir el-Medinah. In verbinding met Renenoetet fungeerde ze ook
als voedster.
|
Min

|
De god van de vruchtbaarheid
is 1 van de oudste goden in Egypte. Meer
dan levensgrote beelden van de god zijn al vanaf het 4de millennium
voor Christus in Koptos bekend. In de
faraonische tijd stelde men hem voor met een ongeleed lichaam, met opgeheven arm
met een gesel en een verenkroon op het hoofd.
Als Kamoetef, stier van zijn moeder was hij ook een scheppende
god.
|
Mnevis

|
De zonnestier van Heliopolis
werd zwart met een zonneschijf tussen de horens voorgesteld. Zijn opvallende grote geslachtsdelen verwijzen naar zijn bijzondere talent van het
verwekken. Via het aspect van de zon as
hij vooral verbonden met Re en Atoem.
|
Moet

|
De groeiende populariteit
van de antropomorfe godin met de gierkop en de dubbele kroon was direct
afhankelijk van Amon. Vanaf het Nieuwe
Rijk vormde ze met hem en met haar zoon Chonsoe de Thebaanse triade. Haar naam die met het teken voor gier werd
geschreven, betekent moeder en verwijst naar die rol. Amon en Moet golden vanaf de 18e
dynastie ook als ouders van de koning.
Als heerseres van Asjeroe kreeg ze in Karnak een eigen cultusplaats met
een meertje in de vorm van een halve maan, waar ze als leeuw verscheen. Ze was nauw verbonden met andere gier- en
leeuwgodinnen zoals Nechbet, Wadjet, Sachmet of Bastet.
|
Montoe

|
De vanaf het Oude Rijk
bekende god werd met valkenkop, verenkroon, zonneschijf en 2 uraeusslangen op
het voorhoofd afgebeeld. De
belangrijkste cultusplaatsen van de oorspronkelijke als koningsgod vereerde
Montoe waren Armant, et-Tôot, Medamoed en Thebe. Als oorlogsgod vocht hij tegen de vijanden
van de goden en stond hij de koning in de oorlog ter zijde. Al in het Middenrijk kreeg hij een
stiercultus, wat waarschijnlijk het strijdlustige element in hem moest
versterken.
|
Nechbet

|
De godin treed op in de
gestalte van een gier of een vrouw met de gierkop. Als kroongodin van Boven-Egypte droeg zij bij
voorkeur de witte kroon van dit deel van het land. Erg nauwe verbinding bestond er met de godin
Wadjet, haar tegenpool uit Beneden-Egypte, en met de godinnen Moet en
Tefnoet. Bovendien beschermde en voedde
Nechbet het koninklijk kind. Haar
belangrijkste cultusplaats was El-Kab in de 3e gouw van
Boven-Egypte.
|
Nefertem

|
Oorspronkelijk vereerd als
lotusbloem of komend uit een lotusbloem had Nefertem een zeer nauwe relatie met
de zonnegod, wiens karaktereigenschappen hij kon overnemen. Hij gold als lotusbloem aan de neus van Ra
of als grote lotusbloem die uit de oeroceaan verschijnt, maar tegelijk ook als
jeugdig zonnekind. Nefertem werd meestal
afgebeeld als mens met het symbool van de met veren versierde lotusbloem op het
hoofd. In Memphis werd hij samen met
Ptah en Sachmet als triade vereerd.
|
Neith

|
Oude jacht- en oorlogsgodin
die in het Oude Egypte rondom Memphis als koninklijke beschermmacht werd
vereerd. Haar belangrijkste cultusplaats
was Saïs in de delta, waar ze tijdens de 26e dynastie heel populair
was, omdat de koningen uit deze tijd daar vandaan kwamen. Later werd ze in Esna zelfs tot
scheppersgodheid. Neith droeg de kroon
van Beneden-Egypte en haar symbool is een schild met gekruiste pijlen.
|
Nephtys

|
In de beroemde Enneade van
Heliopolis was ze de dochter van Geb en Noet en daarvoor de zuster van de goden
Osiris, Seth en Isis. Samen met Isis
beschermde en betreurde Nephtys de doden en bracht ze hen weer tot leven. Belangrijk was ook haar functie als een van
de 4 canopengodinnen. Ze werd afgebeeld
met de hiëroglief van haar naam op haar hoofd en bovendien had ze vaak
gevleugelde armen.
|
Noen

|
Als personificatie van het
oerwater, waaruit bij de schepping van de
wereld het eerste land, de oerheuvel, opsteeg, werd Noen zeer zelden
afgebeeld. Samen met zijn vrouweijke
tegenpolen Naunet vormde hij in de Ogdeade van Hermopolis het eerste van de 4
oergodenparen, waarbij de goden met een kikkerkop en de godinnen met de
slangenkop werden afgebeeld.
|
Osiris

|
De mummie-vormige god met de
atefkroon uit plantenstengels en struisvogelveren gold oorspronkelijk
waarschijnlijk als oogst en vruchtbaarheidsgod.
Als tegenpool van de wilde woestijngod Seth stond hij voor het
gecultiveerde land en de geordende wereld.
De voortdurende strijd tussen de 2 tegenstanders was de basis voor de
Egyptische schepping en de daaruit voortvloeiende dood van Osiris. Osiris stierf en werd door Isis en Nephtys in
het hiernamaals weer tot leven gewekt.
Hij verwekte zijn zoon Horus die op aarde de strijd tegen Seth
voortzette. Als opperste dodengod en
dodenrechter was hij de vertegenwoordiger van de rechtvaardige wereldorde in het
hiernamaals. Als koning in het dodenrijk
had hij de koningsinsignes kromstaf en gesel.
Een van zijn belangrijkste cultusplaatsen was Abydos, waar zich zijn
mythische graf bevindt en mysteriespelen voor de god werden gehouden.
|
Ptah

|
Belangrijkste cultusplaats
was Memphis. In de kosmogonie van
Memphis geldt hij als scheppergod en staat hij aan het hoofd van de
Enneade. Onder de Ramesiden vormde Ptah
samen met Amon en Ra de grote Rijkstriade.
Het belang van deze god wordt duidelijk uit het feit dat talrijke
kleinere cultussen voor hem in andere tempels waren ondergebracht. Kunstenaars en ambachtslieden zagen hem hun
beschermheer en om die reden identificeerde de Grieken hem met Hephaistos. Ptah wordt mummie-vormig afgebeeld met een
kap op het hoofd en een scepter in de hand.
|