Ik ben William
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is Magazijnier.
Ik ben geboren op 26/12/1969 en ben nu dus 55 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Egyptologie, geschiedenis, cultuur, architectuur, muziek, lezen, citytrips, .....
Als Ranoferhotep,It-Neter van Ra, dienaar van de Oude Egyptische Goden.
Klik hier onder op een categorie om alle artikels van die categorie te lezen!
De schrijnen die opgesteld stonden in de tempels
van het Oude Egypte werden na afloop van de eredienst vergrendeld en met touw en
een kleizegel afgesloten. In dat kleizegel werd het zegel van de Farao of de hogepriester
gedrukt. Meestal gebeurde dit met een zegelring, die eigendom was van de
drager. Dergelijke zegelringen zijn ons o.a. bekend uit de schat van
Toetanchamon, maar ook van privé personen zoals priesters. Door het schrijn te
verzegelen, verzekerden de verantwoordelijke priesters er zich van dat het
schrijn niet ongewenst en onopgemerkt kon open gemaakt worden. Men moest immers
het zelfde zegel hebben om het opnieuw te kunnen verzegelen.
Ook het schrijn van Ra in de Tempel van
Ra is op dergelijke manier verzegeld.
Bij het Schrijn van Ra worden drie
kleizegels gebruikt. Ieder kleizegel draagt een andere stempel, van onder naar boven,
Chepri, Ra-Harachti en Atoem. Deze zegels zijn niet in de vorm van een ring,
maar gegraveerde roodkoperen platen op een houtblokje. In het middelste zegel
drukt de hogepriester bijkomend zijn zegelring. Aangezien de drie zegels en de
ring afzonderlijk van elkaar bewaard worden, is het onmogelijk het schrijn te
openen, zonder dat dit vast gesteld wordt.
De drie zegels van het schrijn van Ra, van links
naar rechts, Chepri, Ra-Harachti, Atoem.
27-10-2011 om 23:18
geschreven door Ranoferhotep
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Categorie:Tempel van Ra
26-10-2011
BOUWKUNST - De eerste natuurstenen gebouwen?
Het piramide complex van Djoser wordt nog altijd aanzien als het
eerste in natuursteen gebouwde monument uit het Oude Egypte. En we kunnen niet
anders dan ons verbazen over de omvang en de nauwkeurigheid waarmee dit gebouwd
werd, alsmede de hoge kwaliteit van het beeldhouwwerk dat men destijds
afleverde. Onwillekeurig stelt zich dan ook de vraag, kan dit werkelijk het
eerste natuurstenen monument van Egypte zijn? Het is nu bijna zo goed als
zeker, dat de Oude Egyptenaren voordat zij aan het complex van Djoser begonnen,
reeds ervaring aan het opdoen waren in het bouwen met natuursteen.
Ten zuidwesten van de trappenpiramide van koning Djoser ligt een
grote omwalling, bekend als de Gisr el-Mudir of omwalling van de baas. De rechthoekige omwalling (ca. 350 x 650 m.) is bijna het
dubbele van de grootte van het complex van koning Djoser en bijna vier keer de
grootte van dat van Sekhemkhet. Het schijnbaar ontbreken van een centrale
structuur binnen de behuizing en de mogelijke bouw in leemtichels van een
platform in het zuidelijke deel, lijken te wijzen op een ceremoniële structuur.
Deze
structuur en sporen van andere structuren als deze werden voor het eerst opgemerkt in
de jaren 1920 met de opkomst van luchtfotografie, maar ze waren te moeilijk om
op te graven. Pas midden van de jaren 1990 met het gebruik van nieuwe technologieën,
zijn Egyptologen in staat geweest om goed te onderzoek van deze omwalling te
doen.
De
muren van Gisr el Mudir bestaan uit een metselwerk in lagen van ruw gehouwen kalksteen
blokken en blijken voltooid te zijn geweest. De basis bestaat uit twee
buitenmuren op ca. 15 meter afstand van elkaar met een innerlijke vulling van
puin, potscherven, stenen en zand. Het
aardewerk dat teruggevonden werd in de vulling van de muren dateert uit het
einde van de tweede dynastie en het begin van de derde dynastie, dit is een
indicatie dat dit bouwwerk dus het piramidecomplex van Djoser voorafgaat. Ander
indirect bewijs doet wetenschappers geloven dat koning Khasekhemwy de oprichter
zou zijn.
Deze
en andere behuizingen in het gebied vertonen immers een opmerkelijke gelijkenis met de
leembouw grafstructuren gevonden in de woestijn bij Abydos, vooral de
grootste, Shunet el-Zebib, die is geïdentificeerd als behorend tot koning
Khasekhemwy van de 3de dynastie. Kalksteen was meer voorradig voor
bouwdoeleinden in Sakkarah dan in Abydos, en het is gewoon mogelijk dat de monumenten
in Abydos een weerspiegeling zijn van de experimenten begonnen in Sakkara
tijdens deze periode.
Verschillende
graven uit de eerste en tweede dynastie waar gebruik gemaakt werd van kalksteen
voor de voering, dakbedekking en valdeuren zijn gevonden in Sakkarah, wat
suggereert dat de winning en het gebruik van natuursteen ontwikkeld werd in dit
gebied. Recente vondsten nabij Khasekhemwys tombe te Abydos versterken het
geloof dat de koning een directe voorganger van Djoser was -. een zegel indruk
op de deuropening van het graf suggereert dat Djoser, Khasekhemwy begraven heeft.
Het is daarom niet onredelijk te veronderstellen dat Khasekhemwy de bouwer was van
Gisr el-Mudir, wat Djoser vervolgens gekopieerd heeft en verder ontwikkelde in zijn trappenpiramide
complex.
Als dit het geval is, dan moet Khasekhemwy en niet Djoser worden
aangekondigd als de bouwer van de eerste stenen monumenten van Egypte.
De site van ULB-Halle is een must voor
iedere Oude Egypteliefhebber. Deze site omvat het complete werk van Carl
Richard Lepsius. Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien Een werk dat stamt uit
de jaren 1849 1859. Deze site toont zowel de teksten als de afbeeldingen die
Lepsius maakte tijdens de Pruisische Expeditie naar Egypte in 1842 1845. Ondanks
dat de meeste afbeeldingen van Lepsius niet ingekleurd zijn, geven zij een getailleerde
weergave van wat Lepsius tijdens zijn verblijf in Egypte allemaal ontdekte. Zijn
werk is van bijzonder belang omdat Lepsius nog tombes, monumenten en reliëfs
heeft gezien die sindsdien onherroepelijk verloren gegaan zijn.
De site is volledig in het Duits, klik op
de bijlage voor een korte overzicht van hoe te werken met de site. Om naar de
site zelf te gaan klik je op het plaatje hier linksboven.
Interessant aan de site is ook dat de
afbeeldingen als JPEG bestand op te slaan zijn via de rechtermuisknop en opslaan
als.
Karl Richard Lepsius (Naumburg (Saale), 23 december
1810 - Berlijn, 10 juli 1884) was een Duits egyptoloog en filoloog.
Lepsius studeerde in Berlijn, Rome en Parijs. In de
laatste stad kreeg hij onderwijs van Jean Letronne en kwam hij in contact met
het werk van Champollion. Hij werd een sterke verdediger van het systeem van
Champollion. In een reeks brieven aan Rosellini had hij de verschillende
ontcijferingsmethoden van de hiërogliefen met elkaar vergeleken en tot de
conclusie gekomen dat deze de enige juiste lezing was. Hij vond dat zijn
theorie nog niet volledig was en voegde eraan toe dat de klinkers niet werden
neergeschreven in het Oud-Egyptisch. Ook benadrukte hij dat bepaalde tekens
meer dan één letter konden uitdrukken.
Naast zijn studies over de Egyptische taal nam hij
ook deel aan de Pruisische expeditie naar Egypte in 1842-1845. Hij werd benoemd
als hoofd van de expeditie en onder hem werden talrijke piramides en graven
ontdekt. Al deze bevinden werden neergepend in zijn opus Denkmäler aus Aegypten
und Aethiopien. Vanaf 1864 was hij hoogleraar egyptologie aan de universiteit
van Berlijn en in 1866 ontdekte hij het Canopus-decreet. Deze inscriptie was
opgesteld in het Egyptisch, Demotisch en Grieks en bevestigde de bevinden van
Champollion. Lepsius stierf in 1884 te Berlijn en wordt als één van de eerste
grote Egyptologen beschouwd.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Categorie:Site / Forum / Blog
EGYPTE CREATIEF - Meeneembaar Schrijn
De Oude Egyptenaren droegen vaak een
talisman rond hun nek, niet alleen om boze machten af te zweren, maar ook omdat
zij geloofden van op die manier toch vergezeld te zijn door hun favoriete God
of Godin. Zij verlieten ook niet graag hun land en hadden veel schrik, het contact met hun Goden te verliezen of erger nog, te
sterven ver weg van hun geliefde land, de Nijl, de tempels en niet begraven te
kunnen worden in één van de vele necropolen.
Wie het zich kon veroorloven zou dan ook
niet op reis vertrokken zijn zonder een afbeelding van zijn of haar favoriete
beschermgod in zijn reistas te stoppen. Tal van miniatuurgodenbeeldjes die
bijna het ganse Egyptische pantheon beslaan zijn terug gevonden. Heel vaak
gemaakt in faience, maar ook uit brons en soms steen of zelfs edelmetaal of
ivoor. Vaak worden deze beeldjes als votief beeldjes beschouwd die geofferd
werden aan de Nijl, of geschonken aan tempels. Maar omwille van hun enorme
aantal alleen al, mogen we zeker zijn dat menige Oude Egyptenaar er zo eentje
in huis had, en doordat ze klein waren en toch vrij robuust, menige Egyptenaar
ook zo een beeldje bij zich had op zijn reizen.
Collectie van bronzen en faience miniatuurgodenbeeldjes
Ondanks dat deze beeldjes nog steeds gemaakt worden
en verkrijgbaar zijn, dien je ze toch te zoeken via het internet en/of zelf te
gaan kopen in Egypte. De hogepriester van de tempel van Amon te Oostakker,
Amenrehotep Meryamon, heeft echter een alternatief gevonden voor zij die aan
geen dergelijk beeldje kunnen geraken. Een meeneembaar schrijn of altaar.
Het is eenvoudig te maken met hard karton, plaatjes
die je van het internet haalt en afdrukt via de printer en eventueel inkleurt.
Je kan zo geheel je eigen favoriete God of Godin, of zelfs meerdere, in
dergelijk altaar verwerken. Dergelijk meeneembaar schrijn hoeft ook niet zo
groot te zijn van afmetingen, zodat je het overal kan meenemen, hetzij in je
rugzak, handtas, zelfs binnenzak van een vest.
EGYPTE NIEUWS - Uit Sakkarah gestolen reliëfs terug gevonden
De Egyptische Toerisme en Oudheden politie zijn
erin geslaagd bij het terugvinden van twee goed bewaard gebleven kalkstenen
reliëfs gestolen in 1986 door een internationale bende in smokkel en antiquiteiten
van Sakkarah archeologische schatkamers.
De voorwerpen behoren tot het graf van de koning
koninklijke kapper Hetepka, uit de vijfde dynastie, ontdekt door de Britse
archeoloog Geoffrey Martin in de late jaren 60 in de oude necropool van
Sakkarah.
Hoewel verschillende leden van de bende werden gevangen
in 2002 en naar de gevangenis gestuurd, waaronder het meesterbrein van de bende,
Jonathan Tokeley-Parry en zijn partner, de Britse handelaar in oudheden Frederick
Schultz, werden de vier objecten die ze gestolen hadden niet terug gevonden.
Twee van de objecten zijn nu terug gevonden.
Secretaris-generaal van het SCA, Mostafa Amine zei
dat beide items kalkstenen reliëfs zijn gegraveerd met oude Egyptische
decoraties en hiërogliefen teksten. Het eerste, zo vervolgde hij, is een
rechthoekige reliëf van 100 centimeter hoog en 60 centimeter in de breedte. Het
beeldt vier ganzen uit en is versierd met hiërogliefentekst.
Het tweede reliëf, is gegraveerd met drie lijnen met
hiërogliefentekst verticaal geschreven als de cartouches van twee koningen uit de
vijfde dynastie, Sahure en Neferirkare.
Atef Abul Dahab, hoofd van de Oud-Egyptische
Oudheden afdeling van de SCA legde uit dat na het proces van Tokeley-Parry en
Schultz, Egypte de vermiste objecten aan Interpol meldde, die zijn nog op zoek
naar de andere twee reliëfs die taferelen van wilde dieren van Egypte af beelden
samen met hiërogliefentekst.
Abul Dahab vertelde Ahram Online dat de twee terug
gevonden objecten nu in opslag zijn in afwachting van restauratie.
Het is niet echt een site, maar een
uitgebreid foto album dat we per toeval gevonden hebben op het net. De fotos
zijn genomen door professor Gary L. Todd in het Michael C. Carlos Museum van de
universiteit van Atlanta (Georgia, USA).
Bij iedere foto staat een korte uitleg
en tijdsperiode. Er bevinden zich een aantal unieke stukken tussen waar iedere
Egypteliefhebber gaat van watertanden.
Onze aandacht gaat in het bijzonder uit
naar de Hes vazen. Dit ware rituele vazen die de priesters gebruikten voor
het brengen van plengoffers. Deze vazen worden tot op de dag van vandaag nog
steeds vervaardigd in Egypte en verkocht als souvenir aan toeristen. Hes vazen
werden in het oude Egypte gemaakt uit goud, zilver, maar ook albast. De huidige
vazen, die men te koop aanbiedt zijn in albast.
Om naar het album te gaan klik je op de
foto in dit artikel.
23-10-2011 om 14:43
geschreven door Ranoferhotep
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen) Categorie:Site / Forum / Blog
22-10-2011
BLOGINFO - HYPERLINKS
Hyperlinks zijn aanklikbare links in een
tekst die jullie doorsturen naar een andere site.
Op deze blog gebruiken wij die ook om
jullie door te verwijzen naar een ouder artikel.
Het was een beetje zoeken om de beste
manier te vinden waarop we dit konden doen. Na wat opties uitgeprobeerd te
hebben, blijkt dat de eenvoudigste manier om dit te doen, het her activeren van
onze oude blog Per Ankh Ra is en daar kopijen van artikels, die hier ook staan,
te plaatsen.
Veelal kan je in hyperlink herkennen
omdat die onderlijnd zijn, dit is in Bloggen.be niet altijd het geval. Jullie
kunnen echter de hyperlink in onze tekst makkelijk herkennen. Het lettertype
van de link is anders en kleiner dan de rest van de tekst. De muisaanwijzer
verandert ook van een pijltje naar een handje.
We hebben gekozen om de links in een
nieuw tabblad te laten openen. Dit leek ons handiger dan telkens gebruik te
moeten maken van de backspace om terug op het artikel te komen dat jullie aan
het lezen waren.
Het kan zijn dat in een aantal oudere
berichten deze functie nog niet geïmplementeerd is en de link alsnog opent in
het huidige tabblad.
We doen ons uiterste best om
de blog steeds te verbeteren en zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken, tips daarbij
zijn altijd welkom. Deze kunnen jullie altijd doormailen naar ons via de knop E-mail
mij in de rechter kolom >.
Wie niet zo creatief is met de handen (zie:
Egypte Creatief Eigen miniatuurtempel), kan
zich natuurlijk nog altijd uitleven op de computer met tekenen. Tegenwoordig
bestaan er tal van tekenprogrammas, maar een klassieker en gebruiksvriendelijk
blijft nog steeds Paint dat bij iedere Windows versie meegeleverd wordt. Met
dit programma werd onderstaand Rijkswapen voor De Koninklijke Vrijstaat Tawi
ontworpen (fictieve staat). Het ontwerp van dit wapenschild is gebaseerd op de
ontwerpen van de wapenschilden van de Europese Vorstenhuizen. En geheel
ontworpen volgens de regels van de heraldiek.
De juiste beschrijving
(blazoenering)
van een wapen gaat als volgt. Eerst geeft men de verdeling van het schild aan,
daarna met de klok mee de beschrijving van het hoofdteken dan wel de
hoofdtekens.
Een schild gedeeld door
een dubbele dwarsbalk naar links van Zilver en Keel.
Beide delen van het
schild zijn van Azuur met in het bovenste deel drie Anch-tekens van Goud en in
het onderste deel de Struisvogelveer van Maat in Goud.
Het schild draagt een
kroon van Goud met een muts van Purper en is omring door het snoer van de
Faraonische Orde van de Heilige Anch in goud.
Achter het schild zijn
kruiselings geplaatst twee scepters van goud, aan de rechterzijde de
Lotus-scepter, het symbool van Boven egypte,
met de veer van Maat, het symbool van gerechtigheid.
Aan de linkerzijde de
Papyrus-scepter, het symbool van Beneden Egypte, met het Anch-teken, het
symbool van Leven.
Aan beide zijden van
het schild een egyptische
wapendrager met in de handen een standaard eindigend in een papyrusbloem met
daarop geplaatst een zonneschijf met twee veren.
Aan elke stok twee
stroken stof, één van Zilver, voor Boven Egypte, en één van Keel, voor Beneden
Egypte.
Onder het schild het
devies NEB MAAT RA, wat wil zeggen, De Heer van de Gerechtigheid en orde is
Ra in Latijnse letters van Goud op een lint van Azuur en omrand van Goud.
Dit alles is geplaatst
onder een mantel van Purper, gezoomd met franjes van Goud, geborduurd met
Anch-tekens van Goud en gevoerd met Hermelijn.
Boven de mantel een
kroon van Goud met muts van Purper.
De mantel is opgebonden
en omhangen met koorden en kwastjes van Goud.
Men kan het natuurlijk
ook eenvoudiger houden en een ontwerp maken zoals bovenstaand ereteken dat ook
op Europese eretekens gebaseerd is.( dit is eigenlijk een tekening naar een bestand kruis)
Voetnoot:
In de heraldiek, gebruikt men andere benamingen voor de kleuren.
Iedere
kleur had een specifieke betekenis binnen de heraldiek, hier hebben we de kleuren
gebruikt om Egypte weer te geven. Het blauw voor de Goddelijkheid, Wit voor
Boven Egypte en rood voor Beneden Egypte.
De vraag is, geloofde de gewone Egyptenaar "in de
straat dat hij dat was en waarom was het noodzakelijk dat hij die religieuze leerstellingen
geloofde.
Om de ontwikkeling van het koningschap en het
geloof in de Goddelijkheid van de Farao te begrijpen, dienen we te kijken naar
de ontwikkeling van de beschaving in de Nijlvallei en deze vergelijken met de
vooruitgang in de rest van de wereld.
Religie en religieuze ceremonies waren een noodzaak
om de primitieve culturen en beschavingen samen te houden die zich zon
zevenduizend jaar geleden, of ouder, begonnen te vormen. De grote angst van die
tijd was de dood en de duisternis die deze bracht. De belofte van een leven na de
dood voor degenen die geloofden en de ware leer aanhingen was een grote
stimulans om dit te doen.
Het land mag dan uiteindelijk wel verenigd zijn
onder één heerser met één juridisch wet- en
belastingsstelsel, het volk zelf kon echter enkel verenigd worden onder één
religie. De verschillende festivals, ceremoniën en gemeenschappelijke daden van
aanbidding waren de bindende elementen die het volk bij elkaar brachten als een
natie.
We mogen het denken in het Oude Egypte ook niet
vergelijken met de huidige concepten betreffende cultuur, wetten, moraal of
ethiek. Een rijke beschaving samen houden, met een groeiende bevolking en een
rijzende economie, en daarbij trachten buitenlandse machten tegen te houden die
maar wat graag die verworvenheden wilden veroveren was zeker geen gemakkelijke
taak. Wanneer we dit in het achterhoofd houden, is het klaar waarom
beschavingen in het algemeen, en de Egyptische in het bijzonder ontwikkelde op
de manier waarop zij deden.
Ontwikkeling van de staat
Er wordt verondersteld dat de ontwikkeling van de
Egyptische staat nauw aansluit bij de ontwikkeling van andere staten in
hetzelfde gebied op hetzelfde tijdstip.
Oorspronkelijk waren de nomadische stammen
jagers-verzamelaars, terwijl het klimaat geschikt was voor de groei van bebost
grasland. Toen het klimaat droger werd en het grasland begon uit te drogen migreerden
de stammen naar oases en stromende rivieren. Die stammen die zich konden
aanpassen aan deze nieuwe situatie evolueerden geleidelijk aan naar agrarische
cultuur die hen in het merendeel van hun voedsel voorzag. Langzaam groeiden
deze stammen in omvang en begonnen voedseloverschotten te verhandelen met
naburige stammen. Dit zou uiteindelijk ook geleid hebben tot huwelijken tussen
mensen van verschillende stammen en zelfs samensmelting tot grotere groepen.
Wanneer een bepaalde stam voedseltekorten of een
tekort aan vrouwen had, resulteerde dit tot rooftochten op naburige stammen. Wanneer
een bepaalde stam groeide en sterker werd begon deze een groter gebied
domineren en andere stammen assimileren. Naarmate de stam aan belang won in de
regio werd hun leider krijgsheer en in sommige gevallen nam deze later de
koningsmantel op zich.
Ontwikkeling van de leider
Hoe invloedrijker de stam, hoe invloedrijker de
macht van de leider werd. De leiders waren meestal van het mannelijk agressieve
geslacht, daar leiders gekozen werden via gevechten tussen verschillende
uitdagers. Eens gekozen omringde de leider zich met een sterke groep van
agressieve vertrouwelingen om zijn leiderschap te versterken. De leider kon aan
de macht blijven zolang hij zich kon verzekeren van de loyaliteit van zijn
volgelingen, dit bekwam hij o.a. door hen bepaalde privileges te geven zoals
het beste voedsel en de eerste keuze uit vrouwen.
De meer capabele leiders realiseerden zich al gauw
dat de sterke arm techniek om het volk onder controle te houden minder
vooruitgang bracht dan economische groei. Het was ook een zekere vorm van
verspilling daar het mannen van hun werk afhield om zijn leiderschap af te
dwingen. Hoe minder manschappen hij nodig had, hoe meer goederen er konden
geproduceerd en verhandeld worden.
De intelligentere leiders begonnen dan ook de meer
capabele en vooral denkers rond zich te verzamelen die konden optreden als zijn
adviseurs.
Hersenen vervingen zo geleidelijk spierkracht, de vechtersbazen
kregen de leiding over het leger en de grenswachten terwijl de leider zich
omringde met een groep adviseurs die de verschillende aspecten van de
staatszaken organiseerden onder zijn leiding. Naarmate deze taken groter en
complexer werden verzamelden deze adviseurs op hun beurt ook mensen rondom zich
om hen daarbij te assisteren.
Ontwikkeling van de religie
Parallel met de groei van de stammen en het gezag
van de krijgsheren/koningen ontwikkelde er zich ook een primitieve vorm van religie.
In eerste instantie het aanbidden in één of andere vorm van de zon, de maan,
bepaalde sterformaties en zelfs gevaarlijke dieren. Dit was een belangrijke
stap in de ontwikkeling van de staat.
Alle beschavingen ontwikkelden hun eigen
scheppingsmythe waarbij ze namen aan de Goden gaven die daarvoor instonden. Men
dacht nog steeds over de Goden in menselijke termen, zodat de Zonnegod
bijvoorbeeld nood had aan helpers. Deze stonden in voor het weer, vruchtbaarheid
van de gewassen, de rivier en alle soorten van verschillende menselijke en
natuurlijke activiteiten.
Van de leider of koning werd verwacht dat hij zijn
volk beschermde, dit betekende ook dat hij er diende voor te zorgen dat er
bijvoorbeeld voedselvoorraden aangelegd werden om tijden van hongersnood op te
vangen. Indien hij daar niet of onvoldoende in slaagde, diende hij zijn leger
op pad te sturen om naburige staten te annexeren en hun voedselvoorraden te
stelen. Wanneer hij daar niet in slaagde werd hij gedood en werd zijn macht
overgenomen door één van zijn generaals of de overwinnaar.
Ergens in dit alles werd het de gewoonte om de
Goden te bedanken voor hun steun tegen hun buren, maar ook voor een goede oogst
of de regen. Het was slechts een kleine stap om de Goden dan ook om hulp te
vragen voor een goede oogst of een overwinning op hun buren. Wanneer er continu
overwinningen en/of goede oogsten behaald werden, verklaarde de koning dit door
te zeggen dat de Goden hem en zijn koninkrijk gunstig gezind waren.
De meer machtige koningen maakten het algauw
duidelijk dat zij begunstigd waren door de Goden zodat niemand hen nog kon
afzetten zonder de toorn van de Goden over hen af te roepen. Hoe het concept
van het Goddelijk Koningschap zich uiteindelijk ontwikkelde is niet bekend. Er
zijn daar twee denkpistes rond. De eerste stelt dat een koning, bang voor zijn
positie, verklaarde een visioen gekregen te hebben waarin de Goden hem
vertelden dat hij hun afgezant of vertegenwoordiger op aarde was. De tweede
piste stelt dat een koning na een aantal maanden van huis geweest te zijn, bij
thuiskomst zijn koningin zwanger aantrof. Waarbij zij als excuus aanvoerde dat
zij bezocht werd door een God, de vader van de koning, die haar bezwangerde om
op die manier de lijn van de God-Koningen voort te zetten. Dit idee komt in
zoveel oude religies voor dat het ongetwijfeld gekopieerd werd in diverse mythologieën
van verschillende landen.
De Farao stond centraal in het Egyptische leven.
Hij omvatte zowel het wereldlijke als het sacrale dat voor de Egyptenaren één
en hetzelfde was. Hij oordeelde over wettelijke disputen, en leidde de religieuze
rituelen die Egypte onderhielden. De Farao was niet alleen een God-Koning, maar
hield ook de balans van Maät in evenwicht. Dat was de wet van orde over chaos
die gold voor de gehele wereld. Zolang de koning als het gewone volk de Goden
eerden den de door hen gestelde wetten respecteerden bleef de balans van Maät
in evenwicht en bleef alles goed. Mocht de Farao falen dan zou de ganse wereld
daar de gevolgen van dragen en afdalen in de ondenkbare staat van anarchie.
Zelfs de rituele gewaden van de Farao waren zo
ontworpen zodat ze zijn macht toonden. De symbolen van de Goden waren eveneens
de werktuigen van de koning zijn ambt. De kromstaf om de onschuldigen te leiden
en belonen, de vlegel om de schuldigen te straffen. De dubbele kroon die hem de
autoriteit gaf om over de Twee Landen te heersen en de Uraeus of Oog van Ra dat
alles zag wat de koning deed, goed of kwaad.
Men geloofde dat de Geest van Horus die bij hem
binnen trad op het moment van zijn kroning in zijn lichaam woonde om hem te begeleiden
op het pad van Maät. Wanneer hij stierf voegde zijn geest zich samen met deze
van Osiris zodat hij zijn opvolgers zou kunnen begeleiden.
Waarom Goddelijkheid essentieel
was.
Aangezien elke koninkrijk groeide, diende iedere
koning even groot te zijn als deze van zijn naburige staten, anders zouden zijn
volgelingen overlopen naar de grotere koning en de sterveling verstoten. Niemand
wou immers geregeerd worden door een inferieure of middelmatige koning. Zo werd
geleidelijk het idee van het Goddelijk Koningschap ontwikkeld. Dit idee werd ondersteund
door de priesters die het raadzamer vonden de koning te steunen, en in ruil
daarvoor zelf koninklijke steun kregen, dan het risico te nemen dat de blaam en
eventueel vergelding op hen zou komen mocht het verkeerd lopen en blijken dat
de Goddelijke voorspoed afnam. De Goddelijke Koning kon in principe niet worden
afgezet, tenzij hij de Goddelijke voorkeur verloor en bijgevolg zelf niet
langer Goddelijk was en aldus kon worden vervangen. Als hoofd van de staat en
omwille van zijn Goddelijke afkomst ook hoofd van de religie, leidde hij de
belangrijkste religieuze riten en ceremoniën. Dit diende louter om zijn positie
te versterken.
Het concept van het Goddelijk Koningschap en de
onbevlekte ontvangenis waren zo belangrijk in het Egyptische geloof dat veel
koningen mammisi, of geboortehuizen bouwden waarin de Goddelijke conceptie
van de koningin door Osiris of een andere God afgebeeld werd, samen met het
vormgeven van het pasgeboren kind op de pottenbakkersschijf door Chnoem in het
gezelschap van Hathor, die aanwezig was bij de koninklijke geboorte.
Conclusie. Het concept van het Goddelijk Koningschap
was van het grootste belang voor de continuïteit van het Egyptische
regeringsstelsel en burgerlijke orde in het Oude Egypte. De Farao werd gezien
als de afgezant van de Goden en zolang de religieuze riten onder zijn leiding
werden uitgevoerd en Maät gehandhaafd bleef, bleef het leven goed en het land
voorspoedig. De denkbeeldige macht van de koning kwam door de steun van de
Goden aan de koning en zolang die steun bleef kon het land niks overkomen. Ging
die Goddelijke steun echter verloren, dan kwam er onrust in het koninkrijk totdat
er een nieuwe sterke koning aan de macht kwam die opnieuw de steun van de Goden
genoot.
Het belang van het Goddelijk Koningschap werd
erkend door alle Faraos tot de Romeinse tijd en iedere nieuwe koning beriep
zich op de mythe van de Goddelijke conceptie om zijn (of haar) aanspraak op de
troon te legitimeren.
De koninklijke processie uit de Poolse film Faraon (1966 Jery Kawalerowicz)
Documentaire over het gebruik van satelliettechnologie
bij archeologisch onderzoek.
Met behulp van deze experimentele techniek lokaliseert Dr. Sarah Parcak in de woestijn vermeende archeologische sites uit Egypte's roemrijke verleden. We kennen ze allemaal, de mytische Egyptische monumenten zoals de sfinx en de piramides van Gizeh. Maar volgens archeologe Dr. Sarah Parcak is alles wat tot nu toe aan het licht is gebracht, maar een fractie van wat de Oude Egyptische beschaving heeft achtergelaten. Ze steunt daarbij op resultaten van baanbrekend satellietonderzoek dat door een combinatie van technologie en archeologie een verrassend beeld geeft van de architectonische rijkdom die zich nog onder het Egyptische woestijnoppervlak lijkt te bevinden.
We zouden natuurlijk
graag de uitvinding van het schrift in Egypte, de stichting van Memphis en de
eenmaking van Boven en Beneden Egypte graag aan één persoon toeschrijven, die
dan theoretisch een nieuwe familielijn zou gesticht hebben, of op zijn minst Egypte
zou geregeerd hebben vanuit een nieuwe hoofdstad, en dus stichter zou geweest
zijn van een nieuwe dynastie. Maar dit is zeker niet de gehele werkelijkheid.
De predynastieke
periode in Egypte wordt door geleerden aangeduid, als de tijd waarin de
Egyptische cultuur de vorm begon aan te nemen zoals we die kennen uit het
dynastieke Egypte, maar waarbij Egypte zelf nog geen eengemaakt land was. Deze
periode wordt algemeen onderverdeeld in vier categorieën.
De Chalcolitische tijd,
of primitieve predynastieke periode, rond 5500 v.Chr.
De Nagada I of oude
predynastieke tijd, ook de Amratia periode genoemd, rond 4000 v. Chr.
De Naqada II, ook de
Gerzeaanse periode genoemd, beginnend rond 3500 v. Chr.
En Naqada III, die door
een aantal geleerden ook wel dynastie 0 genoemd.
De Naqada III periode,
of dynastie 0 is een zeer interessante periode omdat zij kan beschouwd worden
als de periode van de vormingsjaren van Egypte net voor de eenmaking van het
land. In deze periode kunnen we verschillende heersers aanduiden die grote
delen van het land controleerden, maar zeker nog niet het geheel.
Er is afdoende bewijs
dat er zich in het Zuiden of Opper Egypte drie grote staten ontwikkelden
gecentreerd rond This, waarvan Abydos de necropolis vormde, Naqada en
Hierakonpolis. Men vermoedt het bestaan van een vierde kleinere staat die zou
geregeerd zijn door een heerser die in Gebelein begraven werd.
Verschillende
hoge vazen gevonden in Tura en el-Beda hebben een inkerving van een Serekh
waarop twee valken geplaatst zijn. Hier is echter twijfel of dit om een echte
koningsnaam gaat, of het een aanduiding is dat dit om koninklijk bezit gaat.
Deze heersers
gebruikten reeds een herkenbare Koninklijke iconografie waarmee zij de
ideologische basis van hun macht mee kenbaar maakten, zij mogen dan ook terecht
koningen genoemd worden.
Zegelafdruk
van een vermoedelijke koning gevonden in een tombe te Tarkhan.
Een aantal van deze
koningen zijn individueel gekend daar zij hun namen reeds in een serekh
schreven, wat vanaf de 1ste dynastie de standaard schrijfwijze voor
de naam van een koning zou worden. Ondanks dat men verschillende koningen op
die manier kan onderscheiden, is men er tot op heden nog niet in geslaagd deze
namen volledig te ontcijferen en hen een chronologische plaats te geven in de
geschiedenis . Diverse koningslijsten, die vooral terug te vinden zijn op het
internet en die een chronologie en namen geven van de heersers van dynastie 0,
dienen dan ook met enige scepsis benaderd te worden.
De eerste koning,
waarvan men ongeveer zeker is dat hij een onmiddellijke voorganger van Narmer
is, is koning, Ka Heerser van This. Zijn Horusnaam toont twee opgegeven armen,
die we uit het latere schrift als Ka kennen. Hij werd begraven in een dubbel
graf (B7/9) in begraafplaats U. Zijn graf bevindt zich tussen graven van zowel
zijn voorgangers als opvolgers.
Koning Ka zijn naam
wordt terug gevonden in zowel Beneden als Boven Egypte, inclusief op
begraafplaatsen in Helwan, die de tweede necropolis van Memphis vormde, na deze
van Sakkarah. Men neemt aan dat hij wel eens de eerste koning kan zijn die over
een verenigd Egypte zou kunnen geregeerd hebben. Sommige geleerden vermoeden
dan ook dat de legendarische Menes, samengesteld is uit meerdere vorsten,
eerder dan één individueel persoon. En als Memphis inderdaad voor Narmer
gesticht zou zijn, kan dit wel eens het geval zijn.
Blijft de vraag waar we
koning Narmer moeten plaatsen, als laatste koning van dynastie 0 of als eerste
koning van dynastie 1?
Egypte
Creatief is ook één van de nieuwe rubrieken op de blog. Hier behandelen we zaken
die men zelf kan maken. Niet alleen voor het uitvoeren van bepaalde ceremoniën,
maar ook gewoon omdat het leuk kan zijn om zelf iets te maken.
In het artikel CULTUUR
miniaturen behandelen we miniatuurmodellen in
het Oude Egypte. Maar niets houdt jullie tegen om zelf ook creatief aan de slag
te gaan en zelf miniaturen te maken van zaken die verband houden met het Oude
Egypte. Hier een voorbeeld van een tempel in miniatuur gebouwd naar het
voorbeeld van de tempel van Ramses III te Medinet Haboe.