Welkom in Brussel

Foto

Gratis rondleidingen in hartje Brussel
neem contact op met
Julie Gilson
Kerk & Toerisme Brussel

Postadres

Wildewoudstraat 15
1000 Brussel

Secretariaat

Sint-Goedeleplein 20

1000 Brussel
tel fax 02.219.75.30
9-12.30 & 13.30-17 uur (ma di do)

9-12.00 (wo)

etkt@skynet.be

KERK & TOERISME BRUSSEL v.z.w. wil het Brusselse in hoofdzaak religieuze kunstpatrimonium beter bekend en toegankelijk maken door informatie, animatie, onthaal en vorming, in een christelijk en kunsthistorisch perspectief.

Zoeken in blog

  • Vlaamse Kunstenaars in de Kathedraal
  • Michiel van Coxie
  • Conrad Meit
  • Camille Colruyt
  • Hiëronymus Duquesnoy1
  • Hiëronymus Duquesnoy2
  • Foto
    Christelijk patrimonium in Brussel
  • St-Jan Nepomucenus (Nepomuk)
  • Stadszegel St-Michiel
  • Kanunnik Sint-Goedele
  • Wapen Pius IX in Brussel
  • Juliana van Cornillon
  • Bonifacius van Brussel
  • Luminaris
  • Brusselse heiligen
  • Sint-Goedele - Een maagd belaagd
  • Mère Barat
  • Devotie rond Brussel
  • Jezus-Eik
  • De kruisweg in de St-Niklaaskerk in Ottenburg
  • O.-L.-V. van Affligem
  • Foto
    Congregaties in Brussel
  • De Clarissen - 1
  • De Clarissen - 2
  • Kerken in Brussel
  • De Sint-Bonifaciuskerk
  • De St-Jan-de-Doperkerk (Molenbeek)
  • De Kapellekerk 1
  • De Kapellekerk 2
  • De Basiliek van Koekelberg
  • Geschiedenis
  • Tijdbalk kerken
  • 450 jaar Aartsbisdom Mechelen
  • Ontstaan van Brussel op de helling 1
  • Ontstaan van Brussel op de helling 2
  • Ontstaan van Brussel op de helling 3
  • Historische gebeurtenissen in de kathedraal
  • Vijf kardinalen in de kathedraal
  • Kardinalen uit onze streken
  • De Belgische Kerkprovincie
  • Symboliek en iconografie
  • 01 Inleiding
  • 1 De kerk als gebouw
  • 2 De kerk als gebouw
  • Foto
    Het kerstverhaal
  • De tijd rond Kerstmis
  • De Advent
  • De geboorte van Jezus
  • De aanbidding van de herders
  • Drie Koningen
  • De vlucht naar Egypte
  • De boom van Jesse
  • Archief rondleidingen
  • Davidsfonds naar Ter Kameren
  • Varia
  • Slechtvalken in onze Kathedraal
  • De Hemel in Tegenlicht
  • Interview van kardinaal Cardijn uit 1967
  • Joannes Roucourt
  • Afkortingen

    MB Maria Bogaert
    PW  Paul Wieërs
    GvE  Guido van Eeden
    LF Luk Faems
    MG  Michel Govaerts

    JPVB Jean-Pierre Van Binnebeek



    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KERK EN TOERISME BRUSSEL

    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview met kardinaal Cardijn uit 1967

    Interview met kardinaal Cardijn uit 1967




    23 mei 1967. Als oud-leerlingen uit de retorica 1957 van het Klein Seminarie te Mechelen, werden wij door Jozef Cardijn zeer hartelijk ontvangen in zijn woning in de Paleizenstraat 90 te Schaarbeek. Het was helemaal geen paleis ; slechts enkele vertrekken op de gelijkvloerse verdieping van een groot herenhuis, de zogenaamde Kajotterscentrale. Boven de Brusselse binnenstad hingen nog de zwarte rookwolken van de zware brand daags voordien in de Innovation, waarbij 325 mensen omkwamen.

    Al na enkele minuten werden we overdonderd door een niet te stuiten woordenvloed. Hij sprak opvallend luid en stond regelmatig recht om zijn woorden kracht bij te zetten met zwierige armbewegingen. Het was alsof hij op de Heizel achter een micro een toespraak hield voor duizenden kajotters/kajotsters. Maar soms onderbrak hij zijn betoog, wreef met zijn handen over zijn lichaam en zuchtte : “Dat doet hier allemaal vreselijk pijn.” Zo’n twee maand later werd hij opgenomen in de Heilig-Hartkliniek in de Leuvense Naamsestraat, waar hij op 25 juli aan darmkanker overleed.

    Het werd een historisch interview, waarschijnlijk het laatste dat Cardijn had toegestaan, omdat hij erin getuigt over zijn jeugdjaren, waarover in andere bronnen maar weinig is te vinden.



    Men raadde hem af priester te worden. Hij werd kardinaal.

    De toen veertienjarige Jozef Cardijn uit Halle werd in 1897 als leerling-intern van de vierde Grieks-Latijnse in het Klein Seminarie te Mechelen aangenomen. Hoe en waarom kwam de jonge Hallenaar in Mechelen terecht ?

    “Dat heb ik in feite te danken aan de directeur van het Onze-Lieve-Vrouwcollege van Halle. Hij zag in mij een goed student en wist dat ik priester wilde worden. Maar ik was de oudste van veel kinderen en... mijn ouders waren niet rijk, om niet te zeggen arm. Mijn vader was bovendien ziek, en ik moest normaal werken gegaan zijn om voor de kost te zorgen. Mijn vader was koetsier en conciërge bij rijke mensen. Mijn vader is terug gaan werken om mij te kunnen laten verder studeren en zij het tegen verminderde prijs. In het Klein Seminarie was het zo dat de meeste leerlingen van bemiddelde families waren, hoewel daar niet werd over gesproken.”


    Reeds voor hij in het Klein Seminarie aankwam, was de jonge Cardijn bezeten door zijn levensideaal.

    “Het was mijn bedoeling priester te worden om de arme mensen te helpen. Dat heeft vader mij doen inzien. In mijn tijd was het zo dat de kinderen uit de arbeidersstand, eenmaal zij op tien jaar hun eerste communie hadden gedaan, naar de fabriek moesten gaan werken. Die jonge arbeiders, jongens en meisjes, in feite nog kinderen, werden in de fabriek zeer hard onthaald. Men bespotte ze en lachte ze uit. De ouderen trachtten op alle mogelijke manieren van hen misbruik te maken. Met die toestanden was mijn vader verschrikkelijk begaan. Toen kwam in mij de gedachte op om voor die arme jongens en meisjes iets te doen. Het was de tijd van de pauselijke encycliek Rerum Novarum (1891). Ik was toen negen jaar. Eindelijk had de paus gesproken ! Eindelijk ging de Kerk ook wat doen voor de arbeidersstand ! Priester Daens was een der eersten om de pauselijke leer in werkelijkheid om te zetten en mijn vader en ik, klein maar vinnig, gingen naar hem luisteren. Ik moest de woorden van de paus voorlezen aan mijn vader die lezen noch schrijven kon. Het moest veranderen ! Er moest eerbied komen voor de arme man ! Waarom mocht de arme man niet heilig worden, omdat hij niet altijd de tijd had om naar de mis en te communie te gaan ? Was dat alleen een voorrecht van de rijken, omdat zij wel de tijd hadden ? Ik vroeg mijn vader om priester te mogen worden. Met die gedachten kwam ik in het Klein Seminarie aan.”


    Maar idealisten en hervormers worden niet altijd gewaardeerd. Zo is het niet te verwonderen dat men ook hier de jonge bruisende Cardijn wantrouwde.

    “Toen ik in de retorica te kennen gaf dat ik priester wilde worden, werd ik bij de superior, kanunnik De Coster, ontboden : ‘... en gij zijt nogal zelfstandig, en waarom wilt gij absoluut priester worden. Anderzijds, gij zijt een goed student, er is wel ’n middel om de onkosten te dekken...’ Ik heb hem geantwoord dat ik priester, een gewone priester wilde worden. Daarmee uit ! Nadien werd ik in het Groot Seminarie door de president aangeduid om aan de Leuvense Universiteit Romaanse Letteren te gaan studeren. Ik naar kardinaal Mercier om te zeggen dat ik dat niet wenste te doen. ‘Gij moogt sociologie studeren’ antwoordde mij de kardinaal en de president natuurlijk kwaad ! Maar ik bekwam mijn wens.”

    Over de intermenselijke relaties in de school van die tijd weet Zijne Eminentie ook zijn woordje mee te praten. De priester-leraars waren heren, liefst met een zeer grote H. Torenhoog boven de leerlingen stonden zij verheven. Ex cathedra doceerden zij. Ongenaakbaar boven de massa. Zij zagen hun stof. En verder zagen zij niets. Van de persoonlijke en directe stuwkracht die van een goed leraar, tenminste op enkele leerlingen zou moeten uitgaan gaven de meesten in die tijd geen getuigenis. Veilig was het in ieder geval, en gemakkelijk ook. Toch waren er ook in die periode reeds andere leraars op het Sem.

    “Eén leraar herinner ik mij bijzonder goed. Professor Desmedt van de poësis. Hij was afkomstig uit Sint-Amands, de gemeente van Emile Verhaeren. Terwijl bij de anderen de leerstof stipt werd aangeleerd, zonder dat men u vroeg waarom dit of waarom dat of wat denkt u daarvan, ging hij vaak buiten de stof. Van hem kreeg ik boeken te lezen van Verhaeren, Victor Hugo enz. Als ik in plaats van mijn huiswerk te maken al eens een boek las, begreep hij dat. Nadien volgde daar een bespreking over. Zeer interessant ! Bij hem heb ik zeer veel geleerd.”


    “Ieder heeft zijn karakter. Ik kon het mijne niet verbergen.”

    De schooljeugd anno 1968 zou waarschijnlijk aardig opkijken als ze nog eens, al was het maar voor een paar dagen, zou moeten leven in de school anno 1898. In volgende getuigenis komt iets van de Brabantse keikoppigheid en de eigen persoonlijkheid van Cardijn tot uiting, zelfs reeds op jonge leeftijd.

    “Eenmaal per trimester mochten wij naar huis, 'sortie'. Dat was een affaire ! Oh la la ! En dan mocht je geen slechte noten gekregen hebben ! Ik ben wel enkele keren moeten blijven. Maar wij lachten daar toch mee. Wij namen dat niet erg op. Evenmin 'de signe'. In die tijd was het Frans de voertaal in de school. Als men toch eens Nederlands durfde praten mocht een leerling die 'signe' aan u doorgeven. Maar dat was allemaal niet zo erg. Wij waren, enkele Brusselaars buiten beschouwing gelaten, allen Vlaamsgezind. Het was de tijd van de Vlaamse studentenbeweging. En, hoewel het niet mocht, staken wij op de feestdag van de Heilige Lutgardis ons leeuwenspeldje op ! Dan zat het er tegen bij de overheid ! Maar ieder heeft zijn karakter, en ik kon het mijne niet verbergen. Ik ben steeds uitgekomen voor mijn mening. In 1906, toen Mercier aartsbisschop werd, kwam er verandering. Voordien onder kardinaal Goossens was het veel strenger geweest.

    Als ontspanning speelden wij op de speelplaats met een lederen kaatsballetje tegen de muur. In de vensters was een ijzeren zeef geplaatst. Aan toneel deden wij bijzonder veel. Ik geloof niet dat er één stuk gespeeld is waar ik geen rol in had. Soms zelfs twee. Bezoek kreeg ik niet. Vader is mij nooit komen bezoeken. In Halle was ik tevens secretaris van de studentenbeweging. Wij speelden vaak toneel om de opbrengst te besteden aan arme mensen, zo in het Pajottenland en omstreken. Eens ben ik, samen met Jules Van Nuffel, de latere directeur van het Lemmensinstituut, en met Jan Stas, later onderpastoor in Ukkel en deken in Halle en nog enkele anderen, per fiets tijdens de vakantie in Hoogstraten naar een opvoering van 'Athalie' gaan kijken.”

    Ook op latere leeftijd bleef Cardijn een man die zijn ideeën wist door te drijven en pseudo-bezwaren kon wegwimpelen. Bij de eerste Romereis van de K.A.J. in 1929 is kardinaal Van Roey meegegaan.


    De Romereis in 1929. Definitieve doorbraak van de K.A.J.

    “1929 : onze eerste Romereis. En de kardinaal ging mee ! Hij had schrik, grote schrik, om met die eenvoudige jongens en meisjes samen op reis te gaan met de trein. – ‘En ze gaan misschien brutaal zijn, en onbeleefd enz...’ zegde hij mij. – ‘Eminentie, antwoordde ik zelfzeker, ik verzeker u dat de trein properder zal zijn als we toekomen in Rome, dan wanneer wij er in Brussel mee vertrokken zijn !’ En inderdaad, reeds tijdens de reis kon de kardinaal zijn ogen niet geloven, toen hij zag hoe fijn en net die jongens en meisjes zich gedroegen ! Het was een overwinning voor ons ! De kardinaal steunde ons nadien zoveel hij kon. Wij werden ontvangen, ik een eenvoudige onderpastoor, door paus Pius XI. Eén uur lang ! Geweldig ! En bekommerd dat de paus was om ons, om de arbeiders. Hij zuchtte : ‘Wij moeten de arbeidersstand redden, en dat is goed en dat is goed en doe zo voort ...’. Hij is onze grote steun geweest.”

    Er staat nog zoveel op ons historisch geluidsbandje. Over Cardijns contacten met paus Johannes XXIII, de onvergetelijke paus die de encycliek Pacem in terris voor de ganse wereld heeft afgekondigd. Over zijn omgang met mensen van alle standen en alle rassen. Over het Daensisme en de christelijke sociale beweging. Over de wantoestanden tijdens de liberale 19de eeuw.

    Alleen nog deze boodschap van kardinaal Jozef Cardijn aan de mensen van nu.

    “Ik zegde het al, wij staan in een tijd van dialoog, zoals de paus dat zegt. Wij moeten omgaan met mensen die bv. niet naar de mis gaan, met boeddhisten en anderen. Met hen spreken, ongegeneerd. Uw mening hebben, er voor uitkomen en ernaar leven. Wij moeten beseffen dat wij een taak hebben in het leven. Hoe nederig deze ook zij. De paus zegde het vaak : ‘Ik kan geen werkman vervangen in de fabriek.’ De jonge mensen moeten wij trachten te doen inzien dat zij nodig zijn. Niemand kan uw plaats innemen ! Als ge dat aanneemt, dan zijt ge een echte christen. Zij die ’s zondags alleen maar eens naar de mis gaan, en al eens te communie, dat zijn geen christenen.”

    Wij beschouwen dit vraaggesprek als een weerspiegeling van zijn leven, dat getuigde van dienstbaarheid, openhartigheid en strijdvaardigheid.

     

    Interview en bindteksten : Michel Geerts. Foto en bandopname : Louis De Troij. Gepubliceerd in april 1968 in De Torenblazer, kwartaaltijdschrift van de oud-leerlingenbond van het Klein Seminarie Mechelen. Geluidsband overgebracht op cassette en cd-rom. De tekst en de geluidsband van dit interview werden door Marc Walckiers gebruikt voor zijn doctoraatsthesis aan de Université Catholique de Louvain in 1981, gepubliceerd onder de titel Joseph Cardyn jusqu’avant la fondation de la J.O.C.




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Ontdek Brussel met ons
    Gratis rondleiding in
    volgende kerken
    (klik op de foto voor meer info)


    Foto

    Foto

    Foto

    ofwel
    kiest u voor een parcours
    met gratis begeleiding

    Hieronder voorbeelden
    'à la carte' is ook mogelijk
    (klik op de foto voor meer info)


    Foto

    Foto

    Nuttige informatie
  • Programma-vooruitzichten
  • Activiteitenkalender
  • Spelregels
  • Op zoek naar info
  • Nuttige links

  • Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Gastenboek


    Archief per week
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 31/01-06/02 2022
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 04/03-10/03 2019
  • 29/10-04/11 2018
  • 21/11-27/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 26/01-01/02 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 14/10-20/10 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 08/10-14/10 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 31/10-06/11 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs