KERK & TOERISME BRUSSEL v.z.w. wil het Brusselse in hoofdzaak religieuze kunstpatrimonium beter bekend en toegankelijk maken door informatie, animatie, onthaal en vorming, in een christelijk en kunsthistorisch perspectief.
MB Maria Bogaert PW Paul Wieërs GvE Guido van Eeden LF Luk Faems MG Michel Govaerts JPVB Jean-Pierre Van Binnebeek
Beoordeel dit blog
KERK EN TOERISME BRUSSEL
13-03-2010
Juliana van Cornillon
Een knipoog van St Goedelenaar Juliana van Cornillon
Omstreeks 1193 werd Juliana geboren in de omgeving van Luik. Op jonge leeftijd verloor zij haar ouders en trad op de leeftijd van 5 jaar inin het klooster van Mont Cornillon.
In dit klooster werd ze priorin in 1230.
Zij ijverde voor de verering van het H. Sacrament. Na lang aandringen werd door de bisschop van Luik in zijn bisdom een feestdag ingevoerd ter ere van het Heilig Sacrament. In het Italiaanse stadje Bolsena was een hostie gaan bloeden.
De visioenen van de H. Juliana.
Dit kwam Paus Urbanus IV ter ore. Hij was ooit kanunnikvan de kathedraal van Luik geweest. Terstondstelde hij het sacramentsfeest in voor de hele Kerk. Sindsdien viert men Sacramentsdag op de 2° donderdag na Pinksteren.
Het bekende lied Tantum ergo van Thomas van Aquino dateert van toen.Sedertdien zijn er talrijke legendes opgedoken omtrent het H. Sacrament. Nietenkel Brussel heeft er een, maar ook Herkenrode bij Hasselt en Hoogstraten om er maar enkele te noemen.
Juliana stierf in een geur van heiligheid en werdzalig verklaard in 1869.
Brussel had een mooi klooster aan haar toegewijd, maar daarover later meer.
P.W. Afbeeldingen Internet & Sanctus -Meer dan 500 heiligen herkennen. J & A.Claes, K. Vincke. KOK.
Volgens Gods beloften zou de Messias geboren worden uit de nakomelingschap van Abraham Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde (Gen.12,3; hernomen in Sir.44,21; Jer.4,2; Hand.3,25; Gal.3,8) en uit het geslacht van koning David, aldus de Godspraak via de profeet Natan: Ik zal de nazaat die gij verwekt hebt hoog verheffen en zijn koninklijke macht in stand houden. en Ik zal zijn koninklijke troon voor altijd in stand houden. (2 Sam.7,12-13).
In het populaire kerstverhaal van Lucas lezen we dat Jozef, omdat hij behoorde tot het huis en het geslacht van David (voor de volkstelling) op weg ging naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten (Lc.2,4).
Twee evangelisten, Matteüs en Lucas, geven in de aanvang van hun evangelie een gekunstelde geslachtslijst van Jezus. Zeker Matteüs die de nadruk erop wil leggen dat Jezus wel degelijk de langverwachte Messias is, laat de genoemde dynastieke belofte uitkomen. In een afdalende geslachtslijst van Jezus vermeldt hij aldus Davids vader Isaï: Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning (Mt.1,5). Ook de tweede gekunstelde, (tot Adam!) opklimmende geslachtslijst van Jezus die Lucas geeft bij het begin van Jezus openbaar optreden, vermeldt de vader van David: Isaï (Lc.3,32). De naam van Davids vader komt ook voor bij Paulus (Rom. 15,12) (zie verder) en nogmaals bij Lucas (Hand.13,22-23): Nadat God Saul verworpen had, verhief Hij David tot hun koning. Van deze gaf Hij het getuigenis: Ik heb David gevonden, de zoon van Isaï, een man naar mijn hart, die mijn wil in alles zal volbrengen. 23 Uit diens nakomelingschap heeft God volgens belofte voor Israël een Verlosser doen voortkomen, Jezus.
Isaï, wiens naam betekent Hij is de Heer, treedtin het bijbelse verhaal (1 Sam.16) enkel op in functie van de uitverkiezing van zijn zoon David tot gezalfde koning. Samuël wordt gezonden naar Isaï, de Betlehemiet, want een van diens zonen heb Ik voor het koningschap bestemd, aldus de Godspraak (v.1). Bij het opdragen van een kalf als offer valt het oog van Samuël op de oudste zoon van Isaï, maar hij is niet de door God uitverkorene; immers een mens kijkt naar het uiterlijk, maar God naar het hart (v.7). Isaï stelt aldus zeven van zijn zonen aan Samuël voor, maar geen van hen blijkt de uitverkorene. Ten allerlaatste wordt de jongste die de schapen nog aan het hoeden was, gehaald en gezalfd: Sedert die dag was de geest van God vaardig over David (v.13).
In tegenstelling tot de moderne Nederlandse vertaling Isaï luidt die naam in het Latijn van de Vulgaat Jesse. Dergelijke andersluidende invullingen van de klinkers (zeker bij vertalingen) zijn nu eenmaal eigen aan het Hebreeuws dat enkel vaste medeklinkers kent.
Omwille van de eeuwenoude Latijnse traditie is echter de (stam-)boom van Jesse als begrip ingeburgerd geraakt, wat wel eens voor een valse verwarring zorgt tussen de beide versies voor de naam van dezelfde persoon.
Rudi Mannaerts, toerismepastoraal Antwerpen Boom van Jesse in kloosterkapel Keyhof van Huldenberg
Bonifatius werd geboren te Brussel omstreeks 1182 en behoorde tot een welgestelde familie met nameClutinc.Hij werd opgevoed in de vreze des Heren.
Op 5 jarige leeftijd werd hij naar school gestuurd, en dit in zijn onmiddellijke omgeving, n.l. de abdijvan Ter Kameren bij de zusters Cistercienzen.
Wanneer hij de leeftijdbereikte van 17 jaar kende hij vlot latijn, dermate dat hij het kon spreken.Ook in de bijbel was hij goed thuis.In 1158 werd hij ingeschreven aan de universiteit van Parijs. De K.U.Leuvenbestondtoen nog niet, zij dateert van 1425.Ookdaar blonk hij uit.. Hij werd er magister in de theologie en mocht er nadien doceren. Intussen ontving hij het kanunnikschap van de St Goedele kerk te Brusselom er tenslotte deken te wordenvan 1216 tot 1222.
Alvorens benoemd te worden tot bisschop van Lausanne in Zwitserland, deed hij nog dienst als scholaster aan de kathedraal van Keulen.
Hij raakte echter onmiddellijkin conflict met de andere kanunniken aldaar omdat hij weigerde hun voorrechten te erkennen en ook weigerde hij hen een traditioneel banket aan te bieden.Gedurende 8 jaar bleef hijbisschop van Lausanne, waarna hij zijn functie neerlegde. Hij raakte verwikkeld in het conflict tussen de Roomse keizer Frederik II en de Paus GregoriusIX. Als gevolg van een aanslag op zijn persoon , door de keizer beraamd, nam hij ontslag. Hij vertrokin 1247 terug naar zijn geboortestreek. Liefdevol werd hij opgevangen in de abdij van Ter Kameren. Teruggetrokken in een cel verbleef hij er nog 18 jaren, tot zijn dood.
Bonifatius moeteen voorbeeldig man zijn geweest , eerlijk en rechtlijnig, hetgeenniet altijd in dank werd aanvaard.
Dit feest is geïnspireerd door het verhaal van Lucas* 2,22-40 en wordt gevierd 40 dagen na Kerstmis.
Het is ontstaan in het oosten als een vreugdefeest. Het werd te Jeruzalem gevierd met processie, kaarsen, mis en homelie.
Het is zowel een Christus-feestals een verheerlijking van Maria, met in het westen een klemtoon op dit laatste.
Lichtmis heeft in het volksleven heel lang een aparte plaats gehad. Vrouwkensdag is daar een voorbeeld van.
Op Lichtmis is het nog volop winter en toch klaart de hemel op. Zo kende de boer een leuke woordspeling:men kan van nu af bij het werk het licht missen.
Te Brussel werd op deze in de St Niklaaskerk O.L.Vrouw van de Vrede aanroepen en men stak dit beeld een brandende kaars in de hand.
Lichtmis isnog steeds een traditionele pannenkoekendag zowel inVlaanderen als Wallonië
Beeldje O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel in de kathedraal.
Onlangs werd de kathedraal van Brussel verrijkt met een prachtig authentiek huisaltaar met beeld van O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel, gesneden uit de authentieke eik (eerste helft 17e eeuw). Deze eik werd gekapt op verzoek van Bisschop Hovius omdat hij een gevaar betekende voor de talrijke pelgrims, die ieder met een stuk ervan naar huis trokken.
Het beeldje stelt Maria voor als Onbevlekte Ontvangenis, staande op de maansikkel en een slang vertrappend.Het is grotendeels uit eikenhout gesneden, terwijl de beide hoofdjes vermoedelijk van bukshout zijn. De kronen en de scepter zijn versierd met glassteentjes, pareltjes en email. Er zijn relieken aangebracht van de heiligen Petrus, Paulus, Bartholomeus, Philippus enFortunata, en dit rondom de altaarnis.
Albrecht en Isabella schonken dit beeldje aan de gravin van Berlaymont, die in 1624 een klooster stichtte met haar naam en waar het beeldje tot onlangs werd vereerd.
21 Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.
Betekenis
Het betreft het verwijderen van de voorhuid van het mannelijke lid (met een scherp mes): de besnijdenis (Gen. 17,10-14). Ofschoon de besnijdenis ook bij naburige volken bestond, zoals bv. bij de Egyptenaren, Feniciërs, Arabieren, Moabieten, enz... werd dit gebruik bij de Joden ingevoerd als teken van het verbond dat God met de aartsvader Abraham sloot. Ook de Moslims later passen dit gebruik toe. Dit ritueel moest voltrokken worden op de achtste dag na de geboorte (Lev.12,3), zelfs indien die op de sabbat viel, de heilige rustdag. De besnijdenis wordt oorspronkelijk voltrokken door de vader, later door de mohel. Hierdoor treedt men toe tot de gemeenschap van Israël, zodat men aan de eredienst mag deelnemen; het is het teken van toewijding aan God. Maar de ware besnijdenis/ verbondenheid met God bestaat uit een innerlijk gebeuren: het is vooral het hart dat moet besneden/ gezuiverd worden (Deut.10,16). Dit verbondsteken wordt een discussiepunt onder de eerste christenen. De christenen uit de joden willen dit (joodse) verbondsteken met God aan allen opleggen, terwijl de christenen uit de heidenen dit afwijzen. Deze laatsten, die o.m. sterk de steun krijgen van Paulus, nochtans zelf van vorming een joods schriftgeleerde, halen het op het apostelenconvent (Hand.16,3). De besnijdenis was steeds verbonden met het geven van de naam aan het kind.
Feestdag
1 januari (d.i. 8 dagen na kerstmis)
Naam
Besnijdenis, (lat.) circoncisio
Devotie
De besnijdenis is het eerste gebeuren in Jezus leven waar Hij bloedt. Dit wordt aangezien als een voorafbeelding van zijn bloedig lijden en sterven op het kruis. Vandaar dat de devotie tot de vijftien bloedstortingen van Jezus aanvangt met de besnijdenis (vb. schilderij Kathedraal Antw.).
Omdat de besnijdenis verbonden is met het geven van de naam aan het Kind, werd het feest eeuw gevierd bij de jezuïeten, het Gezelschap van Jezus, en spraken zij die dag een gelofte uit (cfr. schilderij in Mariakapel St.-Carolus Borromeuskerk). Ook voor de broederschappen van de (Soete) Naam Jezus was dit dé feestdag.
Voorstellingswijze
De voorstelling is afkomstig uit Byzantium sinds de 10de eeuw.
Jozef en Maria kijken toe hoe het Kind besneden wordt, soms door Jozef.
Maria
- wit-blauwe kledij
- gevouwen handen, de ogen aandachtig gericht op het Kind: de moeder-kind-relatie
- aureool
- draagt het Kind
- of heeft het Kind uit handen gegeven
Jozef
- oudere man, kale schedel, baard
- (geen) aureool
- kijkt (staande) toe als toeschouwer, terwijl een ambtenaar, de mohel de besnijdenis uitvoert,
- óf voltrekt zelf (geknield) de rituele handeling: overeenkomstig de joodse voorschriften
de mohel
- een mes/stift in de rechterhand: brengt de besnijdenis toe
- geknield / staande
tempeldienaar(s)
- hoofddoek, baard
- houdt met beide handen het Kindje vast terwijl de mohel met de besnijdenis bezig is.
Jezuskind
- baby, enkele haartjes op het hoofd
- aureool
- weert zich enigszins / ongestoord
- in de armen gehouden door tempeldienaar / Maria
- óf ligt op een altaartje / in een bekken
omstaanders
- mannen en vrouwen: knechten en dienstmeiden
- een of meerderen dragen grote brandende kaarsen: lichten bij voor de delicate ingreep
- een draagt een grote kan, een ander een schaal: respectievelijk om het water voor de reiniging van het bloed uit te gieten en op te vangen
- komen binnen / kijken toe: getuigen van het gebeuren
locatie
- in een soort tempelgebouw (naargelang de stijlperiode: bv. renaissance-tempel in rondbouw): nochtans heeft de besnijdenis niet plaats in de tempel, wel in Betlehem (de synagoge?)
opstelling
- tot en met de 16de eeuw enkel binnen cycli zoals het leven van Christus, de Kindsheid Jesu, de (15) Bloedstortingen of het leven van Maria en de Zeven Smarten van Maria.
- vóór De aanbidding der Wijzen én De opdracht in de tempel
- typologische voorafbeeldingen: - de besnijdenis van Isaac
- de besnijdenis van Samson Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
Langs straten en op pleinen staan ze te schitteren met hun veelkleurige lichtjes en ballen. Over al hoort men 'O dennenboom ' De kerstboom is terug van weg geweest. Maar onze kerstboom is geen dennenboom maar een spar.
Deze soort hoort hier eigenlijk niet thuis. Hij is hier aangeplant als kerstboom maar ook voor zijn hout. Hoofdzakelijk hoort hij thuis in Noord- en Midden-Europa. Van de Alpen tot Scandinavië en van de Balkan tot in Rusland. Hij houdt van een vochtige atmosfeer en een koud klimaat. Hij groeit dan ook op grote hoogten. Daar ontwikkelt hij zich tot een krachtige boom met een fraaie rechte stam. In onze streken wordt hij bijlange niet zo fraai. In vergelijking van zijn broers uit het hoge noorden is hij een verschrompeling. Hij werd hier ingevoerd in de 18de eeuw. De stammen uit het hoge noorden werden en worden veelal als masten gebruikt op zeilboten maar ook van grote en hoge tenten. Hij kan tot 62 hoog worden en zeer oud worden. Men spreekt tot 600 jaar. De fijnspar verdraagt veel schaduw en daardoor worden ze dicht bij elkaar geplant. Het is echt helledonker in een sparrenbos. Maar daardoor had men een grotere houtopbrengst. Na 3 tot 35 jaar kon men aan de kap beginnen. Daarna de grond ploegen en opnieuw planten.
De vrouwelijke bloem
De spar heeft platte naalden die rondom de twijg staan. Ze zijn scherp gepunt. De bovenste twijgen zijn omhoog gericht de onderste gaan neerhangen. Deze twijgen zijn roodachtig bruin.De boomschors is roodachtig bruin. Later zal, bij oudere bomen, deze kleur overgaan naar donker paarsachtig.. De schors vertoont barsten die ronde kleine gladde platen vormen.
De vruchten zijn 12 tot 18cm lange kegels. Die als sigaren van 2,5cm dikte aan de boom hangen. Tijdens de herfst rijpen de zaden maar het is pas een jaar later dat de kegel zijn zaden los zal laten. Hoger schreven dat de spar om zijn hout gekweekt wordt.
Hij levert sterk, licht , elastisch hout met een bleekgele kleur. Het is vooral gekend als vurenhout. Het wordt evenwel ook gebruikt voor kisten, interieurs, in de papierindustrie, voor violenbouw, als hei en telefoonpalen en in de scheepsbouw. In sparrenhout (vurenhout) vind je steeds kleine knoesten (wieren) tussen de grote. De den (grenenhout) heeft dat niet omdat hij geen zijtakken heeft. Op stam vindt men de harsblaren. Uit deze hars zal men terpentijn winnen. Heel de boom zit vol alveolen die met hars gevuld zijn. Ze hebben geen verbinding met elkaar. Het zijn die harsbubbels die ervoor zorgen dat het haardvuur knettert wanneer je harshoudend hout brandt. Het hout mag jaren drogen, toch blijft het vonken en gensteren. Het hout werd ook als mijnhout gebruikt.in de mijnen stutte men er de gangen mee. Wanneer er een instorting dreigde dan ging het hout zingen kraken en wist men dat men zich uit de voeten moest maken. Ander hout bezweek onmiddellijk onder de druk. Dit is ook de verklaring waarom er in de Kempen zoveel naaldhoutbossen aangeplant werden.
KERSTBOOM
De spar is reeds eeuwen het symbool van groei en bloei en de verjager van heksen en slechte geesten. Vroeger bond men sparrenboompjes hoog in de mast van een terugkerend zeilschip; men hoopt met kerst terug thuis te zijn. In de 5de eeuw was het reeds de Boom des levens in de mysteriespelen in Duitse kerken. Bij die gelegenheid was de boom versierd met appels en koekjes. In de 9de eeuw verbood Karel de Grote het opzetten van deze boom. Paus Martinus II deed hetzelfde in de 10de eeuw. Straatsburg toonde de eerste versierde kerstboom reeds in 1605. Het is pas in de 19de eeuw dat de opmars zal beginnen.
VOLKSGENEESKUNDE
Sinds mensenheugenis weet men dat het sap van de spar en bij uitbreiding bijna alle coniferen, slijmoplossend is en helpt bij aandoening van de luchtwegen. De etherische olie wordt, opgelost in heet water, gebruikt bij griep, koorts, astma.
LEGENDE Deze legende komt uit Beieren
Het was volop winter. Het sneeuwde en het vroor dat het kraakte. De drie bosarbeiders keerden terug naar huis. Onderweg kwamen ze een mooie vrouw tegen. Zij brak van een spar drie takken af en gaf ze aan de mannen met de woorden: Dit zijn gelukstakken. Bewaar ze goed. Twee arbeiders vertrouwden het zaakje niet en gooiden de vermeende heksentakken weg. De derde stak het takje op zijn muts. Als bij wonder veranderde het in een echte gouden tak. Onmiddellijk liepen de twee anderen terug om hun takjes te zoeken. Wie vandaag naar de Beierse bossen gaat zal die twee mannen nog steeds zoekend vinden.
ZALIG KERSTFEEST
Hoe herkennen ?
Spar : De naalden staan alleen rondom de tak solo (alleen) Den : de naalden staan per 2 duo ( per twee) Lork: de naalden staan gegroepeerd legio (met vele)
norbert mosselmans 12/2009
INFO
Bomen en struiken Readers Digest Fotos Internet Legende internet Kerjean info Volksgeneeskunde internet Gielenaroma
Op26 oktober l.l. werd de Maeskapel plechtig opengesteld voor het publiek. Deze barokkapel, die deel uitmaakt van de kathedraal te Brussel werd ontworpen door Leon van Heil, hofarchitect in de 17° eeuw.
Zij vervangt een vroegere absiskapel gelegen achter het hoogkoor die in de 13°eeuw was toegewijd aan Maria Magdalena.
Deken Hendrik Slabbaertwerd er begraven in 1348, vandaar dat deze kapel ook werd genoemd het Slabbaertchoorken.
Dit gebouwtje raakte in verval, zodat het werd afgebroken en vervangen door huidige kapel.
Jan Baptist Maes, zoon van de gelijknamige raadsheer bij de Raad van Financien kreeg toelating tot de bouw van deze barokkapel in 1675. Het werd tevens de begraafplaats van deze familie.
Deze kapel wasreeds geruime tijd buiten gebruik en afgesloten voor het publiek door middel van een prachtvan een18° eeuws hekken, afkomstig van de abdij-kerk van Ter Kameren. Dit hekken ontnam deels het zicht van een uniek retabel in albast van de hand vanJan Mone.Thans is deze kapel toegankelijkvoor een devoot publiek.
Door deze ligging ontsnapt zij aan de drukte veroorzaakt door de talrijke toeristen.
De plechtigheid van 26 oktober had nog een ander doel. In dezelfde kapel werd een plaats toebedeeld aan een zeer oud en origineel beeldvan O.L.Vrouw van Scherpenheuvel uit de 17° eeuw met een heel aparte voorgeschiedenis.Maar dat is een ander verhaal.
Zoals naar gewoonte zal een kribbententoonstelling plaatshebben in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal. Deze kribben worden gerealiseerd door verschillende katholieke gemeenschappen van buitenlandse herkomst in samenwerking met de stad Brussel.
De opening van de tentoonstelling is voorzien op zondag 29 november om 15 uur.
Dagelijks gratis toegankelijk vanaf 9 uur tot 18 uur (buiten de liturgische diensten) MB - foto JPVB
De doopkapel die aan de noordzijde (de kant van de heidenen) van de kerk werd aangebouwd verdwijnt. De doopvont wordt in de kerk geplaatst, meestal nabij de ingang en aan de noordzijde.
Ook het atrium met de cantharus verdwijnt. De fontein krijgt een bescheiden plaats in de narthex (vóór de kerk) en wanneer deze galerij wegvalt, krijgen we de wijwatervaten aan de ingang. Soms zuiver symbolisch want de dikwijls onhygiënische wijwatervaten laten zelfs niet meer toe de toppen van de vingers te reinigen.
Ook het koor wordt langer in klooster- en kapittelkerken.
Onze kerken zijn naar het oosten gericht, dwz dat de ingang naar het westen uitkijkt en het altaar en het koor naar het oosten. Christus is het licht in de wereld, het licht in de duisternis.
Deze west-oost-as is ook terug te vinden in de hellenistische tempels. (In de Byzantijnse traditie zou de apsis oorspronkelijk westelijk gericht zijn). In de vroegchristelijke kerken konden de apsissen zowel westelijk als oostelijk gebouwd zijn. In elk geval werd er gebeden met het gezicht naar het oosten gericht. Was de westelijke apsis het priesterkoor, dan draaiden zich alle gelovigen in het schip en de andere apsis om voor het gebed. In de Frankische periode zal de apsis altijd in het oosten gebouwd worden.
Aan de noordkant komt na de doopkapel ook de preekstoel te staan.
De goede boodschap wordt gepredikt aan de heidenen; via het doopsel treden de bekeerlingen toe tot de christengemeenschap.
Het is ook nu nog in bepaalde kerken en streken het gebruik dat de vrouwen aan de noordkant van het schip plaats nemen en de mannen aan de zuidkant. Mannen worden van vrouwen gescheiden. Het was immers de eerste vrouw, Eva, die de man verleidde en de zonde in de wereld bracht.
Maria maakte de verlossing mogelijk en daarom vindt men doorgaans aan de noordzijde het Maria-altaar. Het portaal aan de noordzijde was vaak het Mariaportaal. Veel van deze middeleeuwse symboliek ging echter in de renaissance verloren.
De vrouwelijke heiligen delen het lot van de vrouwen in het wereldse tranendal; hun beelden komen terecht op de zuilen en wanden aan de noordkant.
Ook in de dwarsbeuk is de noordkant deze van de duisternis, de koude, het heidendom, en de zuidkant deze van de zon, het licht en Christus.
Op 12 mei1559 verkreeg de Leuvense theoloogFranciscusSonnius, na meerdan een jaar onderhandelen en lobbyen in het Vaticaan van Paus PaulusIV en het Consistorie de bul Super Universitas , waarmee in deNederlanden15 nieuwe bisdommen werden opgericht.
Daarmee werd het plan dat Sonnius op aandringen van Filips II en kardinaalGranvelle had uitgewerkt gerealiseerd. De herinrichting van het kerkelijk landschap in de Nederlanden moet gezien worden in het kader van de Tridentijnse hervormingen.De verantwoordelijkheden van de bisschoppen op vlak van catechese, pastoraal, scholing enz. waren duidelijk geïnspireerd door het Concilie van Trente.
Zelf werd Sonniusbenoemd tot eerste bisschop van s-Hertogenbos en later tot bisschop van Antwerpen.
Een groot deel van het huidige België maakte deel uit van 3 grote bisdommen metzetels in Doornik, Kamerijk en Luik
Ieper en Veurnemaakten deel uit van Terwaen.
Deze veel te omvangrijke bisdommen, en de toen beperkte mobiliteit van de bisschoppenstonden een goede werking en goede begeleiding van priesters en gelovigenin de weg.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat deiedeeën van Luther en Calvijn zo gemakkelijk ingang vonden. De hervorming bedoeld door de bul Super Universas zou dan ook effect ressorteren.
De nieuwe bisdommen moesten, om leefbaar te zijn, over inkomsten beschikken. Daar deze niet onmiddellijk voorhanden waren voorzag Filips II in tijdelijke bijdragen tot dotatie voor de nieuwe bisschoppen.
Eens te meer blijkt hieruit hoezeer Filips IIhet katholicismegenegen was. Ook het bisdom Mechelen kampte met dezeproblemen in 1959.
Ditwerd uiteindelijk opgelost door de eeuwenoude en vermogendebenedictijnenabdij vanAffligem te incorporeren in het aartsbisdom. Zo zou de bisschop als abt figureren en beschikken over een deel van deinkomsten van deabdij.
Dat viel natuurlijk niet in goede aarde en dit zou voor een jarenlangestrijd zorgen tussen de abdij en de bisschop.Uiteindelijk heeft het bisdom aan het langste eind getrokken.
Zo zegt de volksmond: men kan geen omelet maken zonder eieren te breken.
Dit kapittel bestond uit tweeëntwintig kanunniken, een deken, een cantor, een penningmeester en een schoolopziener. Het werd in 1043 opgericht door Lambert Balderik, hertog van Brabant ter ere van Sint Goedele. Het kapittel verdween door de wet van 5 Frimaire van het jaar 6 van de Franse Republiek (25 november 1797).
Deze gedrukte en gekleurde gravure komt uit een bundel van Maillard - "Costumes des ordres religieux supprimés par la révolution française" (ca 1798). Ze werd aan de kerkfabriek van de Brusselse kathedraal geschonken door eerwaarde heer J. Huvelle. Bergen, januari 1982.
InMechelenloopt thans de tentoonstelling De Hemel inTegenlicht als herdenking van het bestaan van 450 jaar aartsbisdomMechelen. De expositie vindt plaats in de voormalige brouwerijLamoten dit van 21 maarttot 21 juni2009.
Het is een prachtige tentoonstelling, waarbij eenieder kan gebruik maken van een audiogids.
Er wordeneen 300talreligieuzekunstwerken getoond uit gans het land en dus ook uit Brussel. Zo is er een oude devotieprent van de H. Gudula.
Eeuwenlang speelde het katholiek geloof een bepalende rol in het dagelijks leven. Dit wordt opschitterende wijze geëvoceerd. Pareltjes van kunstvoorwerpen en devotionalia uit onze kerken, zelfs uit de kleinste dorpen pronken op de expositie. Voor jong en oud een must.
Voor de ouderenook nostalgie, voor de jongeren een innovatie.
In Brussel is er een Sint-Jan Nepomucenusstraat. Deze is dicht bij de kleine ring gelegentussen de Emile Jacqmainlaan, vroeger de Zennelaan, en de Lakensestraat. In de vroegere straat was er een brug over de Zenne waarop een groot standbeeld van Sint-Jan Nepomucenus stond. Brug en standbeeld verdwenen voor het rechttrekken en overwelven van de Zenne. Het standbeeld kwam terecht in het Broodhuis, het stadsmuseum. Daar wordt ook een mooie aquarel bewaard van de brug en de omgeving in 1850.
Het beeld werd in 1725 op de brug geplaatst. Jean dOsta vertelt dat de toenmalige gouverneur-generaal van de Nederlanden (1724-1725), de Oostenrijkse graaf Wierich von Daun, het beeld liet maken door De Kinder en het op de brug liet plaatsen. Nadien kregen brug en straat de naam van de heilige. De graaf zou een bijzondere verering voor de heilige gehad hebben.
Ook op de kerk van Sint-Jakob op de Koudenberg heeft er ooit een beeld van Sint-Jan Nepomucenus gestaan. Het was van de hand van Pierre Puyenbroeck, een 19de-eeuws beeldhouwer. Vanaf 1840 ontving Puyenbroeck talrijke bestellingen, onder meer voor de kerken die toen gerestaureerd werden. voor de Sint-Jakob op Koudenberg te Brussel een Heilige Augustinus en Sint-Jan Nepomucenus. .
In de kerk zijn er nog andere verwijzingen naar de heilige. In het peristylium is één van de verzonken reliëfs boven de deuren een voorstelling met de heilige. Binnen is er rechts van het koor een altaar van de heilige Jan Nepomucenus, maar het beeld uit 1988 stelt Sint Jakob voor. Wel zijn er stucreliëfs met Engelen en Engelehoofden en H. Johannes Nepomucenus (eind XVIII).
GvE
23 februari 2009
Bronnen:
- Gids Het Museum van de stad Brussel (het Broodhuis). Wettelijk depot 1992 (Freddy Thielemans, schepen voor Schone Kunsten en de Musea).
- Boekje van Chloé de Ligne en Roel Jacobs Sur les traces de la Senne .
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel, Stad Brussel, Binnenstad, deel 1B, H-O.
- Jean dOsta Dictionnaire historique et anecdotique des rues de Bruxelles (Ed. Paul Lagrain Bruxelles1986).
Alle aanvragen voor een groepsbezoek dienen tijdig te geschieden via ons Secretariaat. Een formulier zal deels ingevuld aan de groepsverantwoordelijke worden toegestuurd ter bevestiging, eventueel voor bijkomende desiderata. Daarna dient het teruggestuurd aan het secretariaat.
(2) Toegankelijkheid van Brusselse kerken:
Kerk en Toerisme Brussel is niet verantwoordelijk als een bepaalde kerk door onvoorziene omstandigheden (een viering, een uitvaart, een concert, etc) niet kan worden bezocht. Liturgische diensten in een kerk krijgen altijd voorrang. Wij verwittigen u zo goed wij kunnen als de voorziene rondleiding niet kan doorgaan. Een alternatief kan desgevallend worden overwogen.
In de kathedraal zijn er geen rondleidingen van zaterdag 15u30 tot zondag 13u. Informatie over de andere kerken is te verkrijgen op ons secretariaat.
(3) Alles gratis?
Zoals gezegd geschieden al onze rondleidingen verzorgd door onze kerkgidsen in alle Brusselse kerken volledig gratis en Pro Deo (d.i. voor God). Een vrijwillige bijdrage mag natuurlijk en komt onze werking ten goede (KBC 435-2284341-71 van Kerk en Toerisme Brussel).
Bij rondleidingen in de kathedraal gelden echter voor extra desiderata - die immers los staan van onze vereniging - volgende tarieven:
a) bezoek aan de schatkamer:
· 1 per persoon.
·Groepen van 10-30 personen betalen een eenheidsprijs van 10.
·Gratis voor jongeren ≤ 14 jaar.
b) bezoek aan de romaanse grondvesten:
· 1 per persoon.
·Gratis voor jongeren ≤ 14 jaar.
c) bezoek aan de crypte:
·dient tenminste een week vooraf gereserveerd te worden
·groepen dienen er rekening mee te houden dat de crypte enkel kan bezocht worden door max. 8 personen tegelijk
·schoolgroepen en kinderen onder de 14 jaar worden niet toegelaten
(4) Themarondleidingen:
De meest diverse themas zullen aan bod komen in de loop van komende maanden/jaren. Slechts een greep uit ons aanbod aan mogelijke doch niet beperkende onderwerpen:
kerkelijk meubilair
glasramen vertellen
architecturale vormentaal
schilders en beeldhouwers: wie ze zijn
van archeologische ondergrond naar torens
de prominente aanwezigheid van Maria in de kathedraal
historische figuren betrokken bij onze kerken (vorsten en hun patroonheilige)
legendes en verhalen
de schatkamer onthult
praalgraven, grafmonumenten, epitafen
etc. etc.
(5)Aantal kerkgidsen per groepsrondleiding:
Voor groepsbezoeken hanteren wij in principe volgende regel:
·Voor groepen tot 15 personen stellen wij 1 gids ter beschikking;
·Voor groepen tussen 16 en 30 personen: 2 gidsen;
·Voor groepen tussen 31 en 45 personen: 3 gidsen.
(6)Taalgebruik:
Onze rondleidingen geschieden in het Nederlands.Uitzonderlijk, en op verzoek, ook in het Duits en in het Engels. Voor rondleidingen in het Frans kan men zich wenden tot onze Franstalige collegas van:
1. Het symbool (of de symboliek in de eerste graad)
Het symbool is een begrip (vb. het woord "God") of de voorstelling ervan.
Het vervangt een ander begrip (vb. de Ark van het Verbond ter vervanging van het begrip Maria) en vat dit samen voor de waarnemende geest.
Het symbool vindt men terug in de filosofie, de literatuur en de beeldende kunsten. Zo wordt het begrip Mensgeworden Zoon van God vervangen door het begrip Lam Gods (H. Schrift) en voorgesteld in de beeldende kunst door een typisch lam.
Het symbool moet uitgelegd worden in zijn tijd.
2. De symboliek in de tweede graad
Bij een personificatie vervangt een persoon een niet-stoffelijk begrip.
ØVb. Maria kan personificatie zijn van de Kerk. (Men spreekt echter van allegorie als het om een handeling gaat).
Bij een type zoals prototype en antitype (betekent vervulling) gaat het om een voorafbeelding door een begrip of persoon.
ØVb. Het Joodse Pascha is type van de Eucharistie; Adam is deze voor Christus; Jonas, uitgeworpen door de walvis, is type van de verrezen Christus.
Een attribuut is een voorwerp, toegevoegd aan een afgebeeld persoon om die te onderscheiden van alle andere.
Vb. de toren van de H. Barbara, de sleutels van de H. Petrus.
Het attribuut is een symbool.
Men onderscheidt algemene en individuele attributen.
Vb. van algemeen: attribuut is Vb. van individueel: attribuut is de palm van de martelaren het rooster van Sint Laurentius
Palm en rooster verwijzen naar de marteldood van deze heilige
3. De iconografie is de wetenschap die de symboliek bestudeert
De gekozen indeling is een persoonlijke keuze; er zijn er andere mogelijk. Deze steunt op de dubbele betekenis van het woord "kerk", namelijk gebouw en gelovige gemeenschap. Na het gebouw komt de gemeenschap aan de beurt: het onderricht en de bekering, het toetreden door het doopsel en het gelovig leven door de eucharistie en de sacramenten, de gebeden en devoties. Alleen wat in het kerkgebouw zichtbaar is wordt besproken.
a. De Kerk als gebouw waar een christelijke gemeenschap samenkomt.
vDeze gelovige gemeenschap van mensen, die ook de naam Kerk draagt, komt samen in Christus' naam om onderricht te worden in het geloof, om samen te bidden en om samen eucharistie te vieren.
Daarom wordt na het gebouw gehandeld over:
b. Het Onderricht wordt gegeven vanop de cathedra, de cancelli, het doksaal, de ambo, de kansel of preekstoel; en dit aan de hand van voorstellingen, schilderijen, mozaïeken, beeldhouwwerken etc.
c. De Eucharistie en de Sacramenten in het algemeen, die de levenscyclus van de gelovige christenen afbakenen, van doopsel en vormsel tot het heilige oliesel. Ze zijn tastbaar in de kerk met de doopkapel, de doopvont, het altaar, de biechtstoel, de communiebank.
d. Het bidden en de devoties: de gebeden uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament, alsook aangepaste gebeden.
ØDe gebeden als het koorgebed, de gebeden tijdens de eucharistieviering, bij het toedienen van de sacramenten.
Het gebed in zijn vele aspecten: aanbidden, vragen, danken,... Dit komt vooral tot uiting in de liturgie met kleine voorwerpen als kelk, pateen en liturgische gewaden.
Maar ook buiten de kerkdiensten zijn er verwijzingen zoals knielbanken, de oude kerkstoelen, teksten onder heiligenbeelden, enz.
ØDe devoties zijn zeer uitgebreid.
Het lof, de monstrans, het wierookvat,... verwijzen naar een bijzondere devotie voorhet H. Sacrament. Maar meer nog is er rond het leven van Christus en de heiligen een verering ontstaan die zich uit in twee jaarcycli:
§het kerkelijke jaar met de Advent, Kerstmis, Pasen, O.H.Hemelvaart, Pinksteren.
§de heiligenkalender, nauw verbonden met de plaatselijke viering van bepaalde heiligen, hun verering, de bedevaarten en de vraag om voorspraak. De heiligenbeelden zijn volop aanwezig in elke rooms-katholieke kerk.
e.Tenslotte nog enkele beschouwingen bij symbolen die niet systematisch aan bod komen.
Bijvoorbeeld:
- de goddelijke en de kardinale deugden;
- oliën, kaarsen, enz.;
- het berouw, de boete, het offer, de werken.
In dit overzicht wordt geen aanspraak gemaakt op volledigheid. Het opzet is de symboliek die thans in onze kerken te zien is, zo veel mogelijk te helpen verklaren, in zijn tijd te plaatsen en zo veel mogelijk verbanden te leggen en dit op systematische wijze.
Indien u een van de hieronder vermelde websites aanklikt (CTRL + muisklik), bent u niet langer op onze Blog. Wij kunnen weliswaar niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van deze websites, daar deze kunnen gewijzigd worden zonder dat wij hiervan op de hoogte worden gebracht.
Een initiatief van de Vlaamse Gemeenschapcommissie met nuttige informatie die je wegwijs maakt in Brussel via vier grote rubrieken Cultuur, Welzijn, Onderwijs en Wonen.