KERK & TOERISME BRUSSEL v.z.w. wil het Brusselse in hoofdzaak religieuze kunstpatrimonium beter bekend en toegankelijk maken door informatie, animatie, onthaal en vorming, in een christelijk en kunsthistorisch perspectief.
MB Maria Bogaert PW Paul Wieërs GvE Guido van Eeden LF Luk Faems MG Michel Govaerts JPVB Jean-Pierre Van Binnebeek
Beoordeel dit blog
KERK EN TOERISME BRUSSEL
18-03-2011
De Sint-Jan-de-Doperkerk in Sint-Jans-Molenbeek
De Sint-Jan-de-Doperkerk in Sint-Jans-Molenbeek
In het kader van Broodje Brussel bracht KERK EN TOERISME BRUSSEL een bezoek aan deze kerk.
Dit merkwaardige gebouw uit 1932in ware ART-DECOSTIJL is het werk van Joseph Diongre. Hij is ook gekend als de architect van het gemeentehuis van Sint-Lambrechts-Woluwe en het Flageygebouw (radiogebouw) in Elsene.
Met een bescheiden budget van 5 miljoen BF werd hier in 15 maanden tijd een formidabele kerk neergezet in gewapend beton, een primeur.
Bij het binnenkomen maakt de structuur, bestaande uit zes opeenvolgende parabolische bogen, de hoofdbeuk ruim en licht en wordt een unieke sfeer geschapen, mede bepaald door de veelkleurige abstracte glasramen.
Moderne gotiek? 22 nieuwsgierigen hebben van deze rondleiding genoten.
Bonifatius werd geboren te Brussel omstreeks 1182 en behoorde tot een welgestelde familie, met name Clutinc. Hij werd opgevoed in de vreze des Heren. Op vijfjarige leeftijd werd hij naar school gestuurd, en dit in zijn onmiddellijke omgeving, n.l. de Abdij ter Kameren bij de cisterciënzerinnen.
Wanneer hij de leeftijd van 17 jaar bereikte, kende hij vlot Latijn, dermate dat hij het kon spreken. Ook in de bijbel was hij goed thuis. In 1158 werd hij ingeschreven aan de universiteit van Parijs. De K.U.Leuven bestondtoen nog niet; zij dateert van 1425. Ook daar blonk hij uit. Hij werd er magister in de theologie en mocht er nadien doceren. Intussen ontving hij het kanunnikschap van de Sint-Goedelekerk te Brussel om er tenslotte deken te worden van 1216 tot 1222.
Sint-Bonifatiuskerk te Elsene, met het standbeeld van Charles Woeste, bekend katholiek politicus
Alvorens benoemd te worden tot bisschop van Lausanne in Zwitserland, deed hij nog dienst als scholaster van de kathedraal van Keulen. Hij raakte echter onmiddellijk in conflict met de andere kanunniken aldaar omdat hij weigerde hun voorrechten te erkennen en hen een traditioneel banket aan te bieden. Gedurende acht jaar bleef hij bisschop van Lausanne, waarna hij zijn functie neerlegde. Hij raakte verwikkeld in het conflict tussen de Roomse keizer Frederik II en Paus Gregorius IX. Als gevolg van een aanslag op zijn persoon, door de keizer beraamd, nam hij ontslag.
Glasraam in de noorderdwarsbeuk van de Sint-Bonifatiuskerk met taferelen uit het leven van de H. Bonifatius door Gustave Ladon
Hij vertrokin 1247 terug naar zijn geboortestreek. Liefdevol werd hij opgevangen in de Terkamerenabdij. Teruggetrokken in een cel verbleef hij er nog 18 jaar, tot zijn dood. Bonifatius moet een voorbeeldig man zijn geweest, eerlijk en rechtlijnig, hetgeen niet altijd in dank werd aanvaard.
De VZW Kerk en Toerisme beijvert zich reeds meer dan 30 jaar metpastoraal toerisme.
Onze gidsen en onthaalpersonen zijn vrijwilligers, die dagelijks, op verzoek, bereid zijn u rondte leiden in de voornaamste kerken van Brussel.
Ook verzorgen zij rondleidingen in de stad met als doel het kerkelijk patrimonium te verlevendigen.Het religieus erfgoed zowel onroerend als roerend verdient onze aandacht.
Het volstaat de zin en de symboliek ervan uit te leggen opdat ons de diepere betekenis duidelijk wordt. Eigenaardig genoeg komen we vaak tegen dat men in het buitenland de kerken gaat bewonderen, terwijl dagelijks aan ons patrimonium voorbij loopt.
Daarom deze oproep.
Wie Brussel wenst te bezoeken kan gratis op ons beroep doen.
Petrus Jozef werd geboren te Brussel op 31 augustus 1760. Die dag zal er naar aanleiding van de 250ste verjaardag van zijn geboorte een viering plaatsgrijpen in de kathedraal van Brussel.
P.J. heeft geleefd in een heel speciale tijdsperiode. Geboren onder het Oostenrijks regime van Maria Theresia en later Jozef II, werd hij Fransman, toen onze streek in 1794 door de Franse troepen werd overvallen. Tenslotte kwam hij na het verdrag van Wenen terecht in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, om uiteindelijk Belg te worden na 1830.
Deze wisselende regimes hadden een invloed op de werking van deKerk en haar bedienaars. Het Oostenrijkse regime (het Heilig Roomse Rijk) werd een absolutistisch regime dat weinig rekening hield met de gewoontes en de gevoeligheden van de Nederlandse onderdanen om onder Jozef II zelfs vijandig te worden voor de Kerk. Diens inmenging als keizer-koster was van die aard dat hij de contemplatieve ordes afschafte, als niet dienstig voor de maatschappij. Nog erger werd het onder het Franse regime. Inbeslagnames van kerken waren schering en inslag en priesters moesten onderduiken. Onder het Napoleontische regime moesten de priesters de eed van trouw aan de keizer afleggen tegen de onderrichting in van paus Pius VI. P.J. koos de kant van de paus en dook onder.
Profielmedaillon en opschrift op het monument voor Petrus Jozef Triest in de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal.
Een bijzondere anekdote uit die periode wil ik jullie niet onthouden. Op een dag werd hij geroepen bij een stervende vrouw voor de laatste sacramenten. Deze vrouw was echter de echtgenote van een brigadier van de rijkswacht. Deze laatste was niet op de hoogte van de vraag van zijn vrouw. Hij had immers de opdracht om weerspannige priesters op te sporen. Terwijl P.J. bezig was met het toedienen van de laatste sacramenten, kwam de brigadier plots thuis. P.J. deed gewoon voort en gaf zich, als alles afgelopen was, over aan de brigadier. Deze brigadier, versteld van zoveel moed en zelfopoffering, liet de priester gaan en beloofde nooit meer een priester lastig te vallen (als ware het een Paulusverhaal).
In de Posteernestraat te Gent, waar het kasteel van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, stond en waar ook Filips de Goede heeft gewoond, bouwen de Jezuïeten een nieuwe kerk, de 'Eglise Notre Dame aux Jésuites', in 1844 door de bisschop van Gent ingewijd. Mevrouw dHane-Steenhuyze de Potter schenkt de kerk een groot marmeren Mariabeeld van de hand van Jan Baptist De Cuyper.
In 1860 wordt het beeld gekroond na een toelating door paus Pius IX. Met goedkeuring van de bisschop van Gent krijgt dit beeld de naam 'Notre Dame de Flandre', zoals het in de officiële oorkonde is vermeld. Meimaand, Mariamaand. Van 1 tot 9 mei wordt er dan een noveen gehouden en 9 mei wordt de feestdag van Onze-Lieve-Vrouw-van-Vlaanderen.
In 1910 viert men het gulden jubelfeest der kroning van Onze-Lieve-Vrouw-van-Vlaanderen met het gelegenheidslied 'Liefde gaf u duizend namen' op tekst van August Cuppens en getoonzet door Lodewijk De Vocht. Bij het opheffen van de residentie in de Posteernestraat in 1956 wordt het Mariabeeld naar de kerk van het Sint-Barbaracollege in de Savaanstraat, eveneens te Gent, overgebracht.
Op 9 mei 1960 wordt in het nieuwe heiligdom het eeuwfeest van de plechtige kroning gevierd.
Ook 2010 is een jubeljaar. Op een tiental plaatsen in Vlaanderen vierde men het dubbeljubileum: 150 jaar kroning van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw-van-Vlaanderen en het eeuwfeest van 'Liefde gaf U duizend namen'.
In de Sint-Michaëlskapel te Niel-bij-As bewaart men het houten beeldje dat model stond voor het Onze-Lieve-Vrouw-van-Vlaanderenbeeld van de Antwerpse beeldhouwer Jan Baptist De Cuyper (1807-1852). Beeldhouwwerken van hem kan men o.m. vinden wij in de Sint-Antoniuskerk in Edegem en in het Paleis op de Meir in Antwerpen.
Priester-dichter August Cuppens werd in 1862 te Beringen geboren. Hij werd pastoor te Loksbergen in 1899 en stierf er in 1924. Tot zijn vriendenkring behoorden Hugo Verriest, Stijn Streuvels en Alice Nahon. 58 dichtbundels van Guido Gezelle vertaalde hij in het Frans. Hij stond mee aan de wieg van het tijdschrift 'Dietsche Warande en Belfort', een belangrijke schakel in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd.
Lodewijk De Vocht, geboren te Antwerpen in 1887, was een veelzijdig componist, dirigent en musicus. Hij studeerde aan het Antwerpse Conservatorium - o.m. bij Lodewijk Mortelmans - werd er leraar en directeur. Hij was tevens kapelmeester van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en stichter van de Chorale Caecilia. Hij overleed in 1977 te 's-Gravenwezel.
Cuppens en De Vocht werkten ook samen aan de 'Jaarkans van geestelijke liederen rond den haard', een bundeling van liederen bedoeld als gebed en meditatie bij de liturgie van het kerkelijke jaar. In 1909 en 1911 verschenen de eerste twee delen, Wintertijd en Lentetijd. Pas in 1934 zouden de laatste twee delen, Zomertijd en Herfsttijd, ditmaal op tekst van priester-dichter Jozef De Voght, het daglicht zien, zodat de grote droom van pastoor Cuppens, tien jaar na zijn overlijden, alsnog in vervulling is gegaan.
Het Lodewijk-De-Vochtfonds (Italiëlei 213 bus 12, 2000 Antwerpen, tel. 03.213.16.56) heeft naar aanleiding van het eeuwfeest de meerstemmige partituur voor bariton en gemengd koor van 'Liefde gaf U duizend namen' ( 4) en de 'Jaarkrans van geestelijke liederen rond den haard' ( 20) opnieuw uitgegeven.
250 jaar geleden werd Petrus Jozef Triest geboren in Brussel. Samen met zijn broer Johannes Baptist Carolus werd hij op 10 juni 1786 door kardinaal de Franckenberg totpriester gewijd.
Petrus Jozef stelde zijn leven ten dienste van dearmen en de hulpbehoevenden.
In 1802 stichtte hij een kosteloze school voor arme kinderen, doofstommen en blinden. Later volgden tehuizen voor verwaarloosde jongeren, bejaarden, ongeneeslijk zieken en krankzinnigen. Om dat alles te realiseren richtte hij 4 congregaties op:
De zusters van Liefde (1803)
De broeders van Liefde (1807)
De broeders van Sint-Jan-de-Deo (1825)
De zusters van de Kindsheid Jezu (1835)
De broeders van Sint-Jan-de-Deo verzorgden zieken aan huis, die niet moesten gehospitaliseerd worden en of het niet konden betalen.
Wie de filmPriester Daens heeft gezien, zal zich herinneren in welke omstandigheden heel watmensen hun brood moesten verdienen. Armoede en gebrek aan hygiëne veroorzaakten ziektes. Immers van sociale zekerheid was nog geen sprake, die kwam er pas bij wet in 1944.
Petrus Jozef Triest was een pionier en een doorbijter, dat blijkt uit zijn verwezenlijkingen. Hij vormde samen met Dr J.Guislain in Gent een tweespan en ontwikkelde samen met hem de psychiatrische verzorging van geesteszieken.
Reeds tijdens zijn leven werd hij meermaals gehuldigd voor zijn verdienstelijk werk.
Bij de 10° verjaardag van zijn overlijden, werddoor de Belgische regering een marmeren
Monument opgericht in de collegiale van St Goedele, als teken van erkentelijkheid.
Hetmonument is het werk van beeldhouwer EugeenSimonis.
Het proces ter Zaligmaking werd opgestart in2001. Er is dus nog een lange weg af te leggen!
Traditioneel trok ook dit jaar weer de Ommegang door Brussel. Deze optocht is een traditie die dateert van 1549 en die zijn oorsprong vond rond de Zavelkerk. Aanvankelijk sprak men
trouwens van de Ommegang van de Zavel en was het veeleer een processie dan een stoet.
Zij was trouwens de rijkste, de beroemdste en de meest schitterende van al onze processies.
Deze processie dankt haar ontstaan aan een legendarisch Mariabeeld dat op miraculeuze wijze uit Antwerpen werd meegebracht door Beatrijs Soetkens. De gilde van de schutters had dit beeld toen een eervol onthaal verleend en de H. Maagd Maria als haar patronesaangenomen.
Volgens de legende was zelfs de Hertog van Brabant aanwezig bij de aankomst van dit beeld
in Brussel.
De Zavelkerk was op die wijze een pronkstuk rijker, waardoor van heinde en verre de pelgrims deze kerk kwamen bezoeken. Helaas is dit beeld verloren gegaanten tijde van de
beeldenstormen.
In de loop van de geschiedenis is echter deze processie in onbruik geraakt totdatmen in 1928
besliste om ter gelegenheid van de 550° verjaardag van de St Jorisschuttersgilde in 1931, deze gebeurtenis te herdenken door het wedersamenstellen van deze Ommegang.
Van dan af verloor deze Ommegang haar specifiek religieus karakter en werd het een feestelijke, historische optocht met aan het einde een korte verwijzing naar de legende van
O.L.Vrouw van de Zavel.
Deze Ommegang trekt nu nog steeds ieder jaar op de eerste donderdag van juli en de dinsdag die hem voorafgaat over de fraaie Brusselse Grote Markt.
Op zichzelf is de Grote Markt reeds eenpronkstuk, bij gelegenheid van de Ommegang is het
Geheel een artistiek en schitterend schouwspel van de bovenste plank.
Voor de legende van O.L.Vrouw van de Zavel verwijs ik U graag naar onze rondleidingen
in deze kerk. Ze zijn immers gratis op aanvraag. Prent : Internet
Met verwijzing naar onze tekst d.d. 13 maart l.l. over Juliana van Mont Cornillon hebben we geziendat zij aan de basis lag van deze verering. Immersnadat zij de Bisschop van Luik had kunnen overtuigen dit feest in te voeren in zijn bisdom slaagden beiden erin de pauste bewegen dit feest uit te breiden voor gans de Kerk. Dit gebeurde in 1311.
Deze hoogdag werd gevierd de 2° donderdag na Pinksteren. Thans wordt dit feest gevierd de2° zondag na Pinksteren.
In de 19de eeuw kende de Roomse kerk een opleving na het afsluiten van het concordaat metNapoleon. Talrijke zustercongregaties werden opgericht. Zo ook deze van de zusters Apostolinen van het H. Sacrament door zuster Fanny Kestre. Zij liet een klooster bouwen in de Liefdadigheidsstraat te St Joost ten Node. Als architect werd aangesteldJoris Helleputte. Hij is gekend als een van de promotoren van de neogothiek. Hijwas een der stichters van de Boerenbond, prof aan de universiteit van Leuven en Minister vanSpoorwegen en Post en Telegrafie.
Bij het klooster kwam ook een kapel in neogothiek. Dekapel was toegewijd aanSt Juliana van Mont Cornillon. De congregatie kende niet
het gewenstesucces en moest klooster en kapel van de hand doen.
Uiteindelijk vestigde Caritas zich in het klooster en de kapel kwam in handen van een Roemeense stichting van orthodoxe strekking. De kapel is van buiten tezien vanuit de Hamerstraat. De toegangtot de kapel is tijdelijk opgeschort. Ze is nog in zeer goede staat bewaard en geklasseerd.
We hopen er eerlang een rondleiding te organiseren. PW
Christus Hemelvaart is een monumentaal verguld beeld van gehamerd koper, dat Camille Colruyt in 1968 realiseerde. Het bevindt zich sinds Hemelvaartsdag 1990 in de Sint-Michiel-en-Sint-Goedelekathedraal te Brussel, meer bepaald op de noordwestelijke pijler van de kruising.
Het lichaam van de verrezen Christus is een waarlijk, maar verheerlijkt lichaam. De sobere drapering van het kleed en de eenvoudige lijn bevestigen dit. Jezus, de Heer, neemt afscheid van zijn leerlingen. Een laatste keer heeft hij ze aangemoedigd en aangespoord tot het uitdragen van de blijde boodschap, het Evangelie. Hij zal hen zijn Heilige Geest sturen en met hen zijn tot het einde der tijden. Zijn teder en sereen gelaat drukt de liefdevolle band met zijn volgelingen uit. Christus zegent hen en stijgt op ten hemel. Zijn voeten hebben de wereld losgelaten. Zijn handen hebben een beschermende gebedshouding aangenomen. Langs de vloeiende, verticale plooien van zijn kleed kijkt hij met zijn verlossende blik naar de wereld onder hem. HetHemelvaartmysterie wordt als het ware onthuld met goddelijke gratie.
De gelovige kunstenaar kent het Nieuwe Testament, dat vertelt over de verschijningen van Jezus aan zijn leerlingen na zijn Verrijzenis, en over Jezus Hemelvaart.
"En Hij zeide hun: Zó staat er geschreven: dat de Christus zou lijden en op de derde dag uit de doden verrijzen; en dat in zijn Naam bekering tot vergiffenis der zonden zou worden gepreekt aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.(Luk. 24:46-47).
Terwijl Hij nu met hen samen was, gelastte Hij hun: Verlaat Jeruzalem niet, maar wacht de belofte des Vaders af, die ge van Mij hebt vernomen. Want Johannes doopte met water, maar over enkele dagen zult gij worden gedoopt met den Heiligen Geest.(Hand. Apost. 1:4-5).
Jezus trad op hen toe, en sprak: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Gaat dus heen; onderwijst alle volken, doopt ze in de naam van den Vader en van den Zoon en van den Heiligen Geest, en leert ze onderhouden al wat Ik u heb geboden. Ziet, Ik blijf altijd bij u, tot aan het einde der wereld.(Mat. 28:18-20).
"Toen leidde Hij hen naar Betanië, hief zijn handen op, en zegende hen. En terwijl Hij ze zegende, scheidde Hij van hen, en werd opgenomen ten hemel." (Luk. 24:50-51).
Bij Camille Colruyt gaat het om de inhoud. In 1947 schreef hij reeds: Grijp de kern, de ziel, het inwendige leven; en al het overige zal u toegevoegd worden, het uiterlijk sierlijke inbegrepen. Terugkijkend op zijn oeuvre in 1971, kan hij zeggen dat hij dit ideaal is trouw gebleven. Niemand kan geven wat hij niet bezit was zijn overtuiging. Aan de beheersing van de edelsmeedkunst heeft hij jaren onverdroten en met geestdrift gewerkt. Als edelsmid wil en zal hij de Rijn- en Maaslandse kunstenaars evenaren.
Maar ook het boetseren en beeldhouwen heeft hij volledig onder de knie. Hout, steen, gips, terra-cotta en brons; hij kent hun geheimen en onderwerpt de materie aan de geest en het gevoel. Met deze grote technische vaardigheid waagt hij zich, met succes, aan de monumentale edelsmeedkunst, een nieuwe, ongewone kunstvorm. Hij maakthonderden schetsen en gipsmodellentot hij de idee zo veel mogelijk in vorm en volume gevat heeft. Dan neemt hij de grote koperen plaat en begint ze te plooien, op te rollen, te draaien, uit te zagen, te snijden en uit te kappen. In het mooie, gesmede koper laten zijn hamerslagen een fijne rimpeling na. Er wordt gedreven en geciseleerd. Uren, ja dagen, van spanning,geestdrift en angst voor het doel bereikt is.
Zijn vaardigheid en creativiteit zijn zo groot dat hij als het ware boetseert in het koper. Terwijl het beeld langzaam uit de plaat geboren wordt, zal hij het met liefde een ziel geven. De koperen plaat zelf zal hem tot verdere verfijning brengen; in beeldhouwkunst zou men het taille directe noemen. Het beeld wordt transcendent. Zijn vriend Marcel De Corte, professor in de filosofie aan de universiteit van Luik, schrijft hierover het volgende: Men ervaart bij hem iets unieks, dat de kunst als dusdanig overstijgt en dat ik graag zou omschrijven als het verbeiden van de verrijzenis van de lichamen...het verlangen om de dood totaal te overwinnen door het geloof in de verrijzenis, die onze vergankelijke lichamen zal herscheppen in glorierijke lichamen.
De tekst werd opgesteld na een uitvoerig gesprek met Mevr. Weduwe C. Colruyt op 14 februari 1996. Na hem gelezen te hebben gaf ze me een goedkeurend telefoontje:Prima, u hebt mijn man begrepen.
De Kapellekerk fungeert al 800 jaar als parochiekerk.
Dit jaar vieren we dit800-jarig bestaan en daar gaan we wat aandacht aan besteden.
Deel 2
De parochie van de Kapellekerk werd later de Marollen genoemd.
Deze aanvankelijk ongure buurt heeft nochtans enkele bijzondere parochianen opgeleverd, met name Pieter Breugel de Oude, Andreas Vesalius en Justus Lipsius.
Het herdenkingsmonument Pieter Breugel - met een kopie van het schilderij 'Overhandiging van de sleutels aan Sint Pieter' van Rubens - vinden we in de zijkapel achter de preekstoel.
In deze marginale, arme buurt vestigden zich verschillende kloostergemeenschappen waaronder de Maricolen, die hun naam leverden aan deze wijk. Samen met de Brigittinen en de Visitandinenzorgden zij voor de zielzorg en het materiële welzijn van deze armen.
Daar de Maricolen nogal ver van de Kapellekerk gevestigd waren en niet voldoende Nederlands verstonden om de gebeden te begrijpen, vroegen zij om de bouw van een kapel aan de andere kant van de wijk. Dit werd de Montserratkapel die intussen weer verdwenen is en waarvan de straatnaam nog is behouden.
Dat de Kapellekerk reeds zeer vroeg een parochiekerk was, kan men afleiden uit haar ligging op een plein. Immers dat plein is er gekomen toen het vroegere kerkhof werd afgeschaft.
In de 'Résidence Centrale', Bergstraat nr. 52, is er een doorgang naar een binnenplein. Van deze Sint-Sebastiaansgang ontbreekt evenwel het straatnaambord. Op het binnenplein, waarrond zich appartementsgebouwen binnen het huizenblok Bergstraat-Beenhouwersstraat-Koningsgalerij-Arenbergstraat bevinden, zien we het 'Waterspuwend Meisje', een fontein uit 1945 van de hand van de Roemeense, Belg geworden kunstenaar Idel Ianchelevici (1909-1994). Waterspuwend meisje - Idel Ianchelevici
Boven de doorgang, aan de binnenzijde, is het wapen van graaf Giovanni Maria Mastai-Ferretti, alias Pius IX (1792-1878), aangebracht. Petrus buiten beschouwing gelaten, was hij de paus met de langste ambtstermijn (bijna 32 jaar).
Hier was van 1857 tot 1937 de katholieke drukkerij-uitgeverij Goemaere gevestigd. Het pauselijk wapen werd door drukker Henri Goemaere aangebracht uit erkentelijkheid omdat hij een 'pauselijke toelating' had gekregen voor het drukken van bijbels. Te vergelijken met het statuut van hofleverancier.
Bronnen: Piet J. Van Nieuwenhuysen, Gids voor oud Brussel, Standaard uitgeverij Antwerpen, 1988 / Ludo Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen, deel 1, Uitgeverij Lannoo Tielt, 1984 / Pierre Bernard, Bouwen door de eeuwen heen in Brussel, 1A, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, directie Monumenten en Landschappen, 2009 / Artikel Paus Pius IX, uit Wikipedia / Artikel Idel Ianchelevici, uit Wikipedia / Wapen in kleur, uit Wikimedia Commons.
Een knipoog van St Goedelenaar Juliana van Cornillon
Omstreeks 1193 werd Juliana geboren in de omgeving van Luik. Op jonge leeftijd verloor zij haar ouders en trad op de leeftijd van 5 jaar inin het klooster van Mont Cornillon.
In dit klooster werd ze priorin in 1230.
Zij ijverde voor de verering van het H. Sacrament. Na lang aandringen werd door de bisschop van Luik in zijn bisdom een feestdag ingevoerd ter ere van het Heilig Sacrament. In het Italiaanse stadje Bolsena was een hostie gaan bloeden.
De visioenen van de H. Juliana.
Dit kwam Paus Urbanus IV ter ore. Hij was ooit kanunnikvan de kathedraal van Luik geweest. Terstondstelde hij het sacramentsfeest in voor de hele Kerk. Sindsdien viert men Sacramentsdag op de 2° donderdag na Pinksteren.
Het bekende lied Tantum ergo van Thomas van Aquino dateert van toen.Sedertdien zijn er talrijke legendes opgedoken omtrent het H. Sacrament. Nietenkel Brussel heeft er een, maar ook Herkenrode bij Hasselt en Hoogstraten om er maar enkele te noemen.
Juliana stierf in een geur van heiligheid en werdzalig verklaard in 1869.
Brussel had een mooi klooster aan haar toegewijd, maar daarover later meer.
P.W. Afbeeldingen Internet & Sanctus -Meer dan 500 heiligen herkennen. J & A.Claes, K. Vincke. KOK.
Volgens Gods beloften zou de Messias geboren worden uit de nakomelingschap van Abraham Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde (Gen.12,3; hernomen in Sir.44,21; Jer.4,2; Hand.3,25; Gal.3,8) en uit het geslacht van koning David, aldus de Godspraak via de profeet Natan: Ik zal de nazaat die gij verwekt hebt hoog verheffen en zijn koninklijke macht in stand houden. en Ik zal zijn koninklijke troon voor altijd in stand houden. (2 Sam.7,12-13).
In het populaire kerstverhaal van Lucas lezen we dat Jozef, omdat hij behoorde tot het huis en het geslacht van David (voor de volkstelling) op weg ging naar Judea, naar de stad van David, Betlehem geheten (Lc.2,4).
Twee evangelisten, Matteüs en Lucas, geven in de aanvang van hun evangelie een gekunstelde geslachtslijst van Jezus. Zeker Matteüs die de nadruk erop wil leggen dat Jezus wel degelijk de langverwachte Messias is, laat de genoemde dynastieke belofte uitkomen. In een afdalende geslachtslijst van Jezus vermeldt hij aldus Davids vader Isaï: Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning (Mt.1,5). Ook de tweede gekunstelde, (tot Adam!) opklimmende geslachtslijst van Jezus die Lucas geeft bij het begin van Jezus openbaar optreden, vermeldt de vader van David: Isaï (Lc.3,32). De naam van Davids vader komt ook voor bij Paulus (Rom. 15,12) (zie verder) en nogmaals bij Lucas (Hand.13,22-23): Nadat God Saul verworpen had, verhief Hij David tot hun koning. Van deze gaf Hij het getuigenis: Ik heb David gevonden, de zoon van Isaï, een man naar mijn hart, die mijn wil in alles zal volbrengen. 23 Uit diens nakomelingschap heeft God volgens belofte voor Israël een Verlosser doen voortkomen, Jezus.
Isaï, wiens naam betekent Hij is de Heer, treedtin het bijbelse verhaal (1 Sam.16) enkel op in functie van de uitverkiezing van zijn zoon David tot gezalfde koning. Samuël wordt gezonden naar Isaï, de Betlehemiet, want een van diens zonen heb Ik voor het koningschap bestemd, aldus de Godspraak (v.1). Bij het opdragen van een kalf als offer valt het oog van Samuël op de oudste zoon van Isaï, maar hij is niet de door God uitverkorene; immers een mens kijkt naar het uiterlijk, maar God naar het hart (v.7). Isaï stelt aldus zeven van zijn zonen aan Samuël voor, maar geen van hen blijkt de uitverkorene. Ten allerlaatste wordt de jongste die de schapen nog aan het hoeden was, gehaald en gezalfd: Sedert die dag was de geest van God vaardig over David (v.13).
In tegenstelling tot de moderne Nederlandse vertaling Isaï luidt die naam in het Latijn van de Vulgaat Jesse. Dergelijke andersluidende invullingen van de klinkers (zeker bij vertalingen) zijn nu eenmaal eigen aan het Hebreeuws dat enkel vaste medeklinkers kent.
Omwille van de eeuwenoude Latijnse traditie is echter de (stam-)boom van Jesse als begrip ingeburgerd geraakt, wat wel eens voor een valse verwarring zorgt tussen de beide versies voor de naam van dezelfde persoon.
Rudi Mannaerts, toerismepastoraal Antwerpen Boom van Jesse in kloosterkapel Keyhof van Huldenberg
Bonifatius werd geboren te Brussel omstreeks 1182 en behoorde tot een welgestelde familie met nameClutinc.Hij werd opgevoed in de vreze des Heren.
Op 5 jarige leeftijd werd hij naar school gestuurd, en dit in zijn onmiddellijke omgeving, n.l. de abdijvan Ter Kameren bij de zusters Cistercienzen.
Wanneer hij de leeftijdbereikte van 17 jaar kende hij vlot latijn, dermate dat hij het kon spreken.Ook in de bijbel was hij goed thuis.In 1158 werd hij ingeschreven aan de universiteit van Parijs. De K.U.Leuvenbestondtoen nog niet, zij dateert van 1425.Ookdaar blonk hij uit.. Hij werd er magister in de theologie en mocht er nadien doceren. Intussen ontving hij het kanunnikschap van de St Goedele kerk te Brusselom er tenslotte deken te wordenvan 1216 tot 1222.
Alvorens benoemd te worden tot bisschop van Lausanne in Zwitserland, deed hij nog dienst als scholaster aan de kathedraal van Keulen.
Hij raakte echter onmiddellijkin conflict met de andere kanunniken aldaar omdat hij weigerde hun voorrechten te erkennen en ook weigerde hij hen een traditioneel banket aan te bieden.Gedurende 8 jaar bleef hijbisschop van Lausanne, waarna hij zijn functie neerlegde. Hij raakte verwikkeld in het conflict tussen de Roomse keizer Frederik II en de Paus GregoriusIX. Als gevolg van een aanslag op zijn persoon , door de keizer beraamd, nam hij ontslag. Hij vertrokin 1247 terug naar zijn geboortestreek. Liefdevol werd hij opgevangen in de abdij van Ter Kameren. Teruggetrokken in een cel verbleef hij er nog 18 jaren, tot zijn dood.
Bonifatius moeteen voorbeeldig man zijn geweest , eerlijk en rechtlijnig, hetgeenniet altijd in dank werd aanvaard.
Dit feest is geïnspireerd door het verhaal van Lucas* 2,22-40 en wordt gevierd 40 dagen na Kerstmis.
Het is ontstaan in het oosten als een vreugdefeest. Het werd te Jeruzalem gevierd met processie, kaarsen, mis en homelie.
Het is zowel een Christus-feestals een verheerlijking van Maria, met in het westen een klemtoon op dit laatste.
Lichtmis heeft in het volksleven heel lang een aparte plaats gehad. Vrouwkensdag is daar een voorbeeld van.
Op Lichtmis is het nog volop winter en toch klaart de hemel op. Zo kende de boer een leuke woordspeling:men kan van nu af bij het werk het licht missen.
Te Brussel werd op deze in de St Niklaaskerk O.L.Vrouw van de Vrede aanroepen en men stak dit beeld een brandende kaars in de hand.
Lichtmis isnog steeds een traditionele pannenkoekendag zowel inVlaanderen als Wallonië
Beeldje O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel in de kathedraal.
Onlangs werd de kathedraal van Brussel verrijkt met een prachtig authentiek huisaltaar met beeld van O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel, gesneden uit de authentieke eik (eerste helft 17e eeuw). Deze eik werd gekapt op verzoek van Bisschop Hovius omdat hij een gevaar betekende voor de talrijke pelgrims, die ieder met een stuk ervan naar huis trokken.
Het beeldje stelt Maria voor als Onbevlekte Ontvangenis, staande op de maansikkel en een slang vertrappend.Het is grotendeels uit eikenhout gesneden, terwijl de beide hoofdjes vermoedelijk van bukshout zijn. De kronen en de scepter zijn versierd met glassteentjes, pareltjes en email. Er zijn relieken aangebracht van de heiligen Petrus, Paulus, Bartholomeus, Philippus enFortunata, en dit rondom de altaarnis.
Albrecht en Isabella schonken dit beeldje aan de gravin van Berlaymont, die in 1624 een klooster stichtte met haar naam en waar het beeldje tot onlangs werd vereerd.
21 Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.
Betekenis
Het betreft het verwijderen van de voorhuid van het mannelijke lid (met een scherp mes): de besnijdenis (Gen. 17,10-14). Ofschoon de besnijdenis ook bij naburige volken bestond, zoals bv. bij de Egyptenaren, Feniciërs, Arabieren, Moabieten, enz... werd dit gebruik bij de Joden ingevoerd als teken van het verbond dat God met de aartsvader Abraham sloot. Ook de Moslims later passen dit gebruik toe. Dit ritueel moest voltrokken worden op de achtste dag na de geboorte (Lev.12,3), zelfs indien die op de sabbat viel, de heilige rustdag. De besnijdenis wordt oorspronkelijk voltrokken door de vader, later door de mohel. Hierdoor treedt men toe tot de gemeenschap van Israël, zodat men aan de eredienst mag deelnemen; het is het teken van toewijding aan God. Maar de ware besnijdenis/ verbondenheid met God bestaat uit een innerlijk gebeuren: het is vooral het hart dat moet besneden/ gezuiverd worden (Deut.10,16). Dit verbondsteken wordt een discussiepunt onder de eerste christenen. De christenen uit de joden willen dit (joodse) verbondsteken met God aan allen opleggen, terwijl de christenen uit de heidenen dit afwijzen. Deze laatsten, die o.m. sterk de steun krijgen van Paulus, nochtans zelf van vorming een joods schriftgeleerde, halen het op het apostelenconvent (Hand.16,3). De besnijdenis was steeds verbonden met het geven van de naam aan het kind.
Feestdag
1 januari (d.i. 8 dagen na kerstmis)
Naam
Besnijdenis, (lat.) circoncisio
Devotie
De besnijdenis is het eerste gebeuren in Jezus leven waar Hij bloedt. Dit wordt aangezien als een voorafbeelding van zijn bloedig lijden en sterven op het kruis. Vandaar dat de devotie tot de vijftien bloedstortingen van Jezus aanvangt met de besnijdenis (vb. schilderij Kathedraal Antw.).
Omdat de besnijdenis verbonden is met het geven van de naam aan het Kind, werd het feest eeuw gevierd bij de jezuïeten, het Gezelschap van Jezus, en spraken zij die dag een gelofte uit (cfr. schilderij in Mariakapel St.-Carolus Borromeuskerk). Ook voor de broederschappen van de (Soete) Naam Jezus was dit dé feestdag.
Voorstellingswijze
De voorstelling is afkomstig uit Byzantium sinds de 10de eeuw.
Jozef en Maria kijken toe hoe het Kind besneden wordt, soms door Jozef.
Maria
- wit-blauwe kledij
- gevouwen handen, de ogen aandachtig gericht op het Kind: de moeder-kind-relatie
- aureool
- draagt het Kind
- of heeft het Kind uit handen gegeven
Jozef
- oudere man, kale schedel, baard
- (geen) aureool
- kijkt (staande) toe als toeschouwer, terwijl een ambtenaar, de mohel de besnijdenis uitvoert,
- óf voltrekt zelf (geknield) de rituele handeling: overeenkomstig de joodse voorschriften
de mohel
- een mes/stift in de rechterhand: brengt de besnijdenis toe
- geknield / staande
tempeldienaar(s)
- hoofddoek, baard
- houdt met beide handen het Kindje vast terwijl de mohel met de besnijdenis bezig is.
Jezuskind
- baby, enkele haartjes op het hoofd
- aureool
- weert zich enigszins / ongestoord
- in de armen gehouden door tempeldienaar / Maria
- óf ligt op een altaartje / in een bekken
omstaanders
- mannen en vrouwen: knechten en dienstmeiden
- een of meerderen dragen grote brandende kaarsen: lichten bij voor de delicate ingreep
- een draagt een grote kan, een ander een schaal: respectievelijk om het water voor de reiniging van het bloed uit te gieten en op te vangen
- komen binnen / kijken toe: getuigen van het gebeuren
locatie
- in een soort tempelgebouw (naargelang de stijlperiode: bv. renaissance-tempel in rondbouw): nochtans heeft de besnijdenis niet plaats in de tempel, wel in Betlehem (de synagoge?)
opstelling
- tot en met de 16de eeuw enkel binnen cycli zoals het leven van Christus, de Kindsheid Jesu, de (15) Bloedstortingen of het leven van Maria en de Zeven Smarten van Maria.
- vóór De aanbidding der Wijzen én De opdracht in de tempel
- typologische voorafbeeldingen: - de besnijdenis van Isaac
- de besnijdenis van Samson Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen