DE ADVENT
Naam
De Oude Romeinen gebruiken het Latijnse woord adventus (komst) voor het eerste officiële bezoek van de keizer aan een stad (wat wij later bij de vorsten in onze gewesten een blijde intrede noemen). De eerste (Romeinse) christenen passen dit begrip toe op de komst van de Gods Zoon Jezus onder de mensen.
Betekenis
De adventstijd is de voorbereidingstijd op het grote feest van Kerstmis, de Geboorte van Christus. Deze periode vangt aan op de vierde zondag vóór 25 december (Kerstmis) en duurt dus ongeveer 3 à 4 weken. Waakzaam wil de christen gelovige uitkijken naar de komst van Jezus in eigen hart en in de wereld rondom. In de prefatie van de eucharistieviering wordt er in deze periode gebeden: Moge Hij [Christus] ons vinden, waakzaam, biddend, vol van dat geheim.
Deze verwachting kleurt de lezingen en hymnen van deze tijd.
Epistellezing in de advent (1ste zondag van de advent, jaar A)
Rom.13,11-12: ontwaak voor de nieuwe dag
Gij weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken.
Thans is ons heil dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen.
De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan.
Laten wij ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht.
(d.i. tevens de lezing in het morgengebed in het brevier voor de zondagen in de advent)
Brevier: morgenhymne in de advent
Hoor hoe een heldere stem weerklinkt, Het hart dat aards en donker is
het is met slaap en droom gedaan, aanschouwt het licht waarop het wacht.
het is tijd om op te staan, (Rom.13,11) Een nieuwe ster staat in de nacht
zie hoe de ster van Jezus blinkt. en overwint de duisternis.
Evangelielezingen in de advent sinds IIde Vat. Concilie tot IIde Vat. Concilie
- 1ste zondag: wees waakzaam: de eindtijd nadert id. (Lc.21,25-33)
- 2de, 3de zondag: de voorloper tot bekering: Johannes De Doper id. (Mt.11,2-10); Joh.1,19-28)
- 4de zondag: jaar A: droom Jozef (Mt.1,18-25) Johannes de Doper (Lc.3,1-6)
jaar B: Boodschap (Lc.1,26-38)
jaar C: Bezoek aan Elisabeth (Lc.1,39-56)
Adventsfiguren
Een van figuren die in deze verwachtingstijd centraal staat is de profeet Johannes de Doper. Niet alleen heeft hij ons de komst van Jezus voorzegd; opdat we de komst van Jezus goed zouden voorbereiden lanceert hij een vurige oproep tot bekering.
En zeker leven de christenen graag mee met de moeder van Jezus Maria, die in blijde verwachting is.
Liturgische kleur: paars
Paars is een ingetogen kleur.
Liturgische tijd: de O-antifonen
Vanaf 17 december vangt de antifoon bij het Magnificat in het avondgebed aan met een beeldrijke naam, ontleend aan het Oude Testament, waarmee de komende Redder wordt aanroepen.
17 dec. : O Sapientia (O Wijsheid)
O Wijsheid, voortgekomen ui t de mond van de Allerhoogste; Gij doordringt alle dingen met mildheid en kracht. Kom nu en wijs ons uw wegen.
18 dec. : O Adonai (O Heer)
O Adonaï, Heer van Israëls huis, Gij zijt aan Mozes verschenen in het brandend braambos en hebt hem de wet gegeven op de Sinaï. Kom nu en bevrijd ons met sterke hand.
19 dec. : O Radix Jesse (O Wortel van Jesse)
O Wortel van Jesse, Gij zijt het teken waarop de volken hebben gewacht; voor U zullen koningen verstommen, de volken zullen tot U smeken. Kom nu en bevrijd ons, wacht niet langer meer.
20 dec. : O Clavis David (O Sleutel van David)
O Sleutel van David en scepter van Israëls huis, wat Gij opent, zal niemand meer sluiten, wat Gij besluit, zal niemand meer openen. Kom nu en bevrijd ons uit de kerker, uit de duisternis en de schaduw van de dood.
21 dec. : O Oriens (O Opgaande)
O Opgaande (Dageraad), afglans van het eeuwig licht en Zon der gerechtigheid. Kom nu en verlicht hen die in de duisternis leven, die gezeten zijn in de schaduw van de dood.
22 dec. : O Rex (O Koning)
O Koning der volkeren, zo lang verwacht. Gij hoeksteen die alles één maakt. Kom nu en red de mens die Gij uit aarde hebt gevormd.
23 dec. : O Emmanuel (O God met ons)
O God met ons, onze wetgever en koning, verwachting der volkeren en hun Verlosser. Kom nu en red ons, Heer, onze God.
Adventskrans
Het gebruik van de adventskrans is nog niet zo oud en dateert waarschijnlijk van omstreeks 1860. Net als de dennenboom binnenkamers, de zgn. kerstboom, komt de adventskrans met zijn eveneens immer groene dennentakken uit de Duitse gewesten. Net zoals bij de kerstboom verwijst dat groen in de herfstige tijd al hoopvol naar het nieuwe lenteleven en dus naar Christus, onze hoop en ons leven. Elke zondag wordt er één van de 4 rode kaarsen ontstoken zodat na 4 zondagen de lichtkrans ten volle straalt net voor het grote geboortefeest van Christus, het Licht van de wereld.
Adventshymne: ♪ ♪ Rorate caeli (Dauwt hemelen)
(refr.) Rorate caeli desuper, (refr.) Dauwt, hemelen, van boven
et nubes pluant Justum. en wolken regent de Rechtvaardige.
1. 1.
Ne irascaris, Domine, Wees niet vertoornd, Heer,
ne ultra memineris iniquitatis. gedenk niet langer onze zonden.
Ecce civitas sancti facta est deserta, Zie, Uw heilige stad is een woestenij geworden,
Sion deserta facta est, Sion verruïneerd,
Ierusalem desolata est, verlaten is Jeruzalem,
Domus sanctificationis tuae et gloriae tuae, het huis van Uw heiligheid en glorie,
ubi laudaverunt Te patres nostri. waar onze voorouders U loofden.
Refr. Refr.
2. 2.
Peccavimus, Wij hebben gezondigd
et facti sumus tamquam immundus nos, en wij zijn zwak geworden,
et cecidimus quasi folium universi, en wij vallen neer als bladeren neerwaarts,
et iniquitates nostrae en wij zijn verstrooid geraakt en
quasi ventus abstulerunt nos. door de winden opgejaagd.
Abscondisti faciem tuam a nobis, U hebt uw gelaat van ons afgewend
et allisisti nos in manu iniquitatis nostrae. En u hebt ons in de hand van de verlorenheid
Refr. Refr.
3. 3.
Vide Domine afflictionem populi tui, Aanschouw, Heer, de verdrukking van uw volk,
et mitte quem misurus es. en zend uw afgezant.
Emitte Agnum dominatorem terrae, Zend het Lam dat over de wereld heersen zal,
de petra deserti ad montem filiae Sion: vanuit de steenwoestijn naar de berg van de dochter van Sion,
ut auferat ipse iugum captivitatis nostrae. opdat het het juk van de ballingschap van ons zou wegnemen.
Refr. Refr.
4. 4.
Consolamini, consolamini, popule meus; Troost u, troost u, mijn volk,
cito veniet salus tua: weldra zal uw redding komen.
Quare moerore consumeris, Waarom wordt gij door smart verteerd
quia innovavit te dolor. en waarom houdt de pijn bij u altijd aan?
Salvabo te, noli timere, Ik zal u redden, gij moet niet vrezen
ego enim sum Dominus Deus tuus, want Ik ben de Heer, uw God,
Sanctus Israel, redemptor tuus. de Heilige van Israël, uw Redder.
Refr. Refr.
Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
|